zondag 31 juli 2016
Little Women
'I
like good strong words that mean something.' Zo. Wat een heerlijke
entree van Katherine Hepburn. Dé ontdekking van Cukor straalde en
schitterde meteen. Desnoods met opplak-snor en gitaar. Jo is als schrijver van de March family natuurlijk toch al het
boeiendste karakter uit het epos. Little Women kun je een Amerikaanse
'ur'-tekst noemen. Het boek lijkt gemaakt voor het doek. De iconische Burgeroorlog als
backdrop. Een superhecht jongedamesgezin. Vrome goedheid. Echt
sentimenteel. En, zoals gezegd, dat alles met Jo in het middelpunt. Zo gaat ze op bezoek bij de steenrijke buren. Ze belandt in
de hal. Een rijk gedecoreerd vol planten. Roept Jo: 'Christopher
Columbus, what richness'! Ongefilterd als ze is, kan ze haar enthousiasme
niet bedwingen. Doordat deze adaptatie het drama lange tijd onder de
radar houdt, valt de afwezigheid van pa des te sterker op. Zelfs wanneer
de man terugkeert, lijkt hij afwezig. Een interessant kantje, dat
wellicht Jo's latere acties uit een vadercomplexje kan verklaren. Als
een Frida Vogels avant la lettre worstelt ze met een leven in dienst van
de kunst. Ze helpt zelf een grote liefde om zeep. Uit een
bescheidenheid die naar arrogantie neigt. Eerlijk blijft ze wel. 'There,
I've done my best. If that won't do, I'll have to wait until I can do
better.' Voor mij de beste Cukor. Schoonheid in eenvoud.
Labels:
films uit de jaren '30,
George Cukor
Black Narcissus
'You're objectionable when you're
sober and abominable when you're drunk!' De non roept dat wel streng,
maar gelooft ze er zelf in? Ik dacht het niet. Daar verschijnt zelfs een
druppel lust op haar lippen... Eén echte kerel laat brave harten op hol
slaan. Het Archers-team maakte met Black Narcissus een heel aardige
giallo-avant la lettre. Nonnen die naar sensuele lipstick grijpen! De
setting is gepast erotisch. Een voormalig harem-huis in het verre India.
Muurschilderingen met naakte deernen doen zelfs de kilste onder de
vrouwen ontdooien. In het uiterst fraaie, Van Eyck-achtige openingsshot
zien we de nonnen nog 'thuis'. De lijkbleke overste lijkt wel een
marmeren standbeeld. Dan wordt de jonge en ambitieuze Deborah Kerr naar
de Indiase outback verscheept. Vol ambitie gaat ze aan de slag met het
'nieuwe huis', maar ze heeft buiten 'de waard' gerekend. De verwilderde
abominabele Europeaan doet in afzichtelijke ultrakorte broek verboden kloosterdromen ontvlammen. Ook de feminiene lokale
prins (Sabu) helpt nog een handje. Hoewel het uiteindelijk allemaal heel
'beschaafd' blijft, dit zijn de jaren '40, suggereert de inderdaad 'glorieuze' technicolor meer dan genoeg. Vandaag is rood... De kleur van
mijn lippen. Een lokale leider grapte het tijdens het intro al.
'Europeans eat sausages wherever they go.'
zaterdag 30 juli 2016
Silk Stockings
'Your
attitude is typical of the male in capitalistic society.' Alweer een
musical gebaseerd op een klassieke film. Het leidt aanvankelijk tot
ergernis. Van Ninotchka blijf je af! Bovendien, hoe moet je in
hemelsnaam Greta Garbo doen vergeten? Dan kunnen je teksten nog zo leuk
zijn... De ijzeren tante bitste ze toch veel beter. Mamoulians
musical-oplossing? Ondergoed en Fred Astaire. Jawel, de sexy geneugten
van het Westen bevinden zich onder jarretel-gordels, en Astaire tovert
ze tevoorschijn. Het begint allemaal met één stoel als danspartner.
Magie in een meubelstuk. De Amerikaan in Parijs twijfelt geen moment als hij de
gestaalde communiste ziet. Hij zal haar krijgen. Ook al wil zijn de
Renault-fabrieken zien. Astaire toont haar wat een vrouw wérkelijk
belangrijk moet vinden. Haar looks! In het begin stribbelt (Cyd
Charisse) nog vermakelijk tegen. De verwijten vliegen in 't rond.
Imperialistic! Capitalistic! Maar 'misogynistic' ontbreekt typisch
genoeg. Zóveel gelijk mocht ze toch niet hebben van het scenario.
Sterker nog... Even later zingt ze dronken van champagne: 'Without love,
what is a woman? A pleasure unemployed.' In de marges van de film
treffen we twee verrassende bekenden. Peter Lorre speelt een onooglijk
en olijk Russisch kameraadje. En niemand minder dan Wim Sonneveld is er
ook bij. Hij past zich zonder moeite an. Culturally appropriate.
Labels:
films uit de jaren '50,
Rouben Mamoulian
Europa Europa
'Niet
kruimelen, niet slurpen! Eert het Duitse brood.' Een onverbloemde
flashback naar de middelbare. Tijdens de Duitse les keken we vooral
films. Oorlogsfilms. Alsof het land werkelijk niets anders te bieden heeft...
Wanneer de juf een les later vergeten was waar we waren gebleven,
begonnen we gewoon opnieuw. Zo is dit allicht de derde keer dat ik
Europa, Europa zag. Het levert een vreemd déjà vu gevoel op. Scenes die
ik me totaal niet herinnerde, bleken plots heel bekend. Hoeveel beelden
zitten er dan in een hoofd!? Een scene die me wél vooraf bij stond,
duurt helemaal niet zo lang. De idiote ontmaagding van 'Hitlerjongen
Salomon'. Die treinflits zal ongetwijfeld tot klas-lachsalvo's hebben geleid.
Het wonderlijke verhaal over een joodse jongen die onder de nazi's vóór
de nazi's schuilt, had door zulke piemelige details een Italiaanse
farce kunnen zijn. De film schippert dankzij de bizarre feiten tussen
gruwel en en een haast komische verbijstering. Solomon kán niet kapot.
(Al mislukt zijn voorhuid-herstel...). Meestal raast de film de meer
verstilde momenten subiet voorbij. Geen seconde respijt. Het korte moment van
broederschap met de homoseksuele 'schauspieler', vergeet ik nu in elk
geval niet meer. Vriendschap tegen ontworteling. 'Is het niet moeilijk
iemand anders te spelen? Veel makkelijker dan jezelf.'
Labels:
Agnieszka Holland,
films uit de jaren '90
vrijdag 29 juli 2016
Midnight
'Go on, let's have a lovely scandal!'
Doldwaze Parijse dagen met Claudette en co. Colbert weet wel raad met
een vroeg screwball-scenario van Billy Wilder e.a. Heppie de peppie raast de
'carrièrevrouw' in dure karen langs de dure establishments van de
hoofdstad. Piano-recital hier, potje kaarten daar. In het begin ziet er
nog een stuk minder rooskleurig uit. Het regent dat het giet. Een krant
dient tot hoed, nog vóór de nachtclub-adressen kunnen worden bekeken.
Haar enige kompaan is een lid van de working class. Veel heeft deze
Tibor Czerny niet nodig, zo verkondigt hij plechtig. Net een ironische
held uit Szerbs Pendragonlegende. Perfect gekapt en besnord zet Don Ameche
de tong in de wang. Hij houdt zich ook later in de film trouwens bezig
met bijwerken van de wangen. Ondanks die cocky air, laat hij zich toch
inpakken door het droommeisje. Maar ja, wie overkomt dat niet? Ook Midnight vindt de tijd voor Colberts 'undress' momentje, wanneer het Ritz met
een bezoekje wordt vereerd. Dan heeft de schone dame de taxi-chauffeur allang
gedumpt, voor mensen van hogere standing. 'Jacques' family makes a very
superior income from a very inferior champagne.' Ook onder de rijken
vindt ze fans. En die hebben elk zo hun eigen plannetjes. John Barrymore
kan een verleidster goed gebruiken. Laat het decadente dansen beginnen!
'Oh, come on, everybody do la conga!'
Labels:
films uit de jaren '30,
Mitchell Leisen
Coal Miner's Daughter
'I
never thought of ever leavin' Butcher Holler.' Het bijzondere leven van
countryzangeres Loretta Lynn. Of preciezer. Haar bijzonder korte jeugd.
Vanaf 13 Up was ze getrouwd, en 20 Up waren er al vele kids. Een
filmwaardig bestaan, zo vond ook Apted. Een specialist in het volgen van
levens. Toch blijft de bildung hier het best. Dat hoort nu eenmaal bij het
biopic-genre. De kiem, daar willen we zijn. Kleine Loretta (Sissy
Spacek) groeit op in een soort Harlan County. Moonshine, muziek en
mijnen. Verlegen pa (Levon Helm) hosselt onder de grond. Ma versteld de
broeken. Als de radio aan mág, klinkt er country. Een goede basis voor
het Amerikaanse levenslied, waar de armoede een idylle wordt. Een
dissonant verschijnt in de vorm van een moderne soldaat. Een jongen uit
het oeuvre van JD Salinger. Net na D-Day valt de twintiger voor de
Onschuld. Een dertienjarig muurbloempje dat van níets weet. De eerste
nacht blijkt geen pretje. Maar Loretta leert bij. 'Well, I like my
lovin' done country style'. Als Loretta genoeg gemoederd heeft, maakt
echtgenoot weer een ander projectje van zijn jonge ding. De twee jakkeren in een
auto langs de radiostations rond Nashville. Loretta babbelt en zingt
erop los, en vindt en passant haar eigen girl power uit. Vrouwen wég van
mijn man! In trauma's heeft de film geen zin. Ik dacht... Er komen wel
pep-pillen. Maar neen. O sister where art thou.
Labels:
films uit de jaren '80,
Michael Apted
donderdag 28 juli 2016
The King and I
Met vet accent: 'In foreign
country is best you like everyone until you leave.' Een bekend verhaal.
Anna en de koning van Siam. De kordate Westerlinge kwam de moderniteit
brengen. In de jaren '30 al eens verfilmd. Die prent staat trouwens ook in
de NY Times 1000 – ze krijgen er daar kennelijk geen genoeg van... Welke
versie valt te verkiezen? Ik zou zeggen: toch deze musical, al is het
maar voor de schitterende kleuren. Blauwe paleistuinen in de Thaise
nacht. Rode waaiers, gouden pilaren. Een 'echt' sprookje. The King and I
is zich gelukkig bewust van de eigen exotiserende blik. Zo wordt Anna's
liefdesmoraal lichtjes op de hak genomen. De koning bezit een old skool
harem, maar die 'enige ware' romantiek waarin Anne gelooft, helpt dat de boel vooruit? (De vrouw blijft een bloempje wachtend op de pluk...) Haar
zoontje komt er trouwens ook heel bekaaid vanaf, dankzij mama's
business! (Flauw...) Het ware entertainment verschijnt in een paar Max
Havelaar-achtige meta-intermezzi. Twee lokalo's zingen het mooiste
duet. En wat te denken van dé bizarre highlight van de film. 'I regret
to present you, Simon Legree'. De negerhut van Oom Tom, in een Siamese
uitvoering, met Broadway-mentaliteit. Dat is nog eens adapteren. Komt
die Amerikaanse Burgeroorlog zelfs in Bangkok nog van pas. De koning
blijft erin. 'Who can say what it is that makes a man die?'
Labels:
films uit de jaren '50,
Walter Lang
Pelle Erobreren
De
immigrantendroom. Altijd op weg naar beter. Een Zweedse vader en een
zoon in hetzelfde schuitje. Door de mist richting haven. Ik speurde naar
het Vrijheidsbeeld, terwijl de vader alvast over het droomland verhaalt. Wat
de mensen er eten. (Veel!) Wat de kinderen er doen. (Niets!) Dan
verschijnen de vlaggen. Ze zijn in Denemarken beland. Voor zijn
immigrantendroom hoeft de eenvoudige Lasse Kallstrom uit Tommelila niet
ver te reizen. En misschien is dat maar beter ook. Want dergelijke
droombeelden van naties, ze blijken weer illusies. En dan treedt
immigrantendroom 2.0 in werking. Zolang zoonlief Pelle het dan maar goed
zal hebben, als gift van een arme man. Pelle begint nu zelf alvast maar
van Amerika te dromen. Hun nieuwe leven op een Deense boerderij kent
zijn momenten van muzikaliteit en vrijheid, maar het is toch vooral heel
hard werken. Zo ruw als het meesterwerk The Tree of Wooden Clogs wordt
het nooit, maar dat is nu echt zo'n film die je nooit meer óngezien krijgt.
Het lijk in de klas vormt ook hier bovendien een krachtig moment van pijn,
en een akelige voorafschaduwing bovendien. Bovenal is daar altijd de
magistrale Max von Sydow, een kei als de doodsimpele ongeletterde
stalknecht. Jandekiaans verslagen probeert hij zoon Pelle het weinige
dat hij weet mee te geven. Tot hij zelf niks meer weet. 'Kunnen we hier
niet blijven?'
Labels:
Bille August,
films uit de jaren '80
woensdag 27 juli 2016
Night of the Living Dead
'You can be the boss
down there, I'm boss up here.' Ik wil niet in elk Afro-Amerikaan een
metafoor gaan zien, maar Night of the Living Dead profiteert er toch in
hoge mate van. Dit is de nacht van de omkeringen. Een soort carnaval. De
doden komen tot leven, blanke kantoorlui verstoppen zich met hun
gezinnetjes in de kelder. En Ben, de 'neger'? Hij heeft de touwtjes in
handen. Hij weet hoe het zit. 'With all of us working, we could fix this
place up in no time.' Of zei iemand anders dat... Ik hoop van
niet!. In de klassieke openingsscène valt een vroege zombie een sullig
meisje en haar al even nerdy broer aan. Broer roept plagerig: 'He's
coming to get you Barbra!' Het meisje vervalt in totale staat van
apathie, waar zelfs de sterke handen van de nieuwe boss haar nauwelijks
meer uit wakker kunnen schudden. (Hij doet meestal héél voorzichtig met
ze.) De subversieve 'reign of terror' die Amerika op haar
grondvesten schudt, beweegt zich intussen sloom. De mad men zijn een mash up van
vele clichés. (Een deel kannibalisme, beetje outer space erbij). Echt
eng worden ze nooit. Het knauwen aan botten vond ik nog het onsmakelijkst.
Als meta-maatschappijkritiek blijft de film echter leuk. Black guy gets
to shoot the wite man twice! En het einde is briljant. Als de morgen
aanbreekt, wordt alles weer normaal. En normaal in Amerika... Dat lijkt
me duidelijk. Realisme!
Labels:
films uit de jaren '60,
George A. Romero
Mister Roberts
'I heard the news. The war was ending
and I couldn't get to it.' Een oorlogsfilm zonder oorlog. Zo zie ik ze
graag. Hoe minder er gebeurt, hoe beter. Het soldatenleven bestaat uit
verveling. Dát aankunnen is ook een vorm van kracht. (Het wordt hier
letterlijk gezegd.) Niet dat de film veel tijd maakt voor zulke
'Tartaarse' overpeinzingen. Hollywood draait hier een heel aangenaam
rondje in de retro-carroussel. In de fifties verlangde men blijkbaar
alweer naar vijftien jaar eerder. De oorlogsjaren kregen een gouden gloed.
Toen stonden de neuzen nog dezelfde kant op, en voelde Hollywood zich
belangrijk. Een indrukwekkend veteranenteam werd opgetrommeld voor een ode
aan die films van weleer. Ford en LeRoy regisseerden samen. Cagney –
lééfde die nog! – speelt de klassieke Charles Laughton-achtige rol als
nukkige kapitein. Zelfs William Powell doet mee als 'de doc'. Maar het
mooist is de titelrol voor de man met de goudbruine stem: Henry Fonda.
Hij ziet er bijna Bogartesk afgepeigerd uit, en dat past precies. In de
fifties konden oorlogsfilms een vleugje minder patriottisme bevatten, en
een vleugje meer melancholie. De luitenant op een oorlogsschip dat
nooit actie ziet, droomt van zelfdestructie. Meestal leidt ene Jack
Lemmon 'm af met ouderwetse meligheid, maar zelfs Lemmon heeft 'm wel
door. 'He was happy for a minute, did you hear him laughing?'
Labels:
films uit de jaren '50,
John Ford,
Mervyn LeRoy
dinsdag 26 juli 2016
A Brighter Summer Day
Twee guitige mennekes in
uniform koekeloeren vanaf een stellage naar de filmopnamen beneden.
Hoeveel uren mag het duren? Vele, vele. Door de velden en de wijken van
Taiwan anno jaren '50. Een eilandje met een boeiende geschiedenis. Na de
overwinning van Mao werd Taiwan ineens overspoeld door 'mainlanders'.
Gestaalde nationalisten die hun nederlaag der nederlagen hadden geleden.
Nu zaten ze in alle opzichten verslagen op dat eilandje. Edward Yang
focust op een van de overgestoken families. Al twaalf jaar daar, maar
nog steeds die ontworteling. Waar horen ze? Ontsnappen aan het
unheimische kent zijn terugkerende, akelig vaste patronen. Een dochter zoekt het in religie.
Pa droomt vol vrouwonvriendelijkheden van vroeger. Velen van ver.
(Amerika!) Het hoofdpersonage houdt het op de erecodes van de
straatgang. Maar dan ben je al heel dicht bij gekte. De eerste helft van
de film lijken de avonturen nog wel lief en nostalgisch. Ook in Taipei
was de heupshake van Elvis groot! Zijn grootste fan zingt met
koorknaapjes-stem The King. Maar halverwege het epos slaat de toon om.
Een oude radio wordt een metafoor. Door de jongens uit elkaar gehaald,
maar nét niet helemaal goed terug in elkaar gezet. Zie daar het leven
van hun ouders in die moeizame re-constructie van China. En de jeugd
lijdt nog het meest. Relaties verstrikt in een klamboenet.
Labels:
Edward Yang,
films uit de jaren '90
The Pajama Game
'Hurry
up, hurry up, can't waste time.' Een goudeerlijke kapitalistische
musical. Galmen in de sweat shop, roffelend en tappend om die minieme loonsverhoging die een mens pas écht gelukkig maakt. In de pittoreske fabriek is
de wereld overzichtelijk. Overal hangen fraaie neon borden die
werkelijk álles aangeven, van 'drink fountain' tot 'stairway'. Sleeptite
produceert comfortabele én sexy pyjama's voor de
consumptiemiddenklasse. Romantiek wordt in deze nieuwe tijden... een
duet met een memorecorder! Wat mij betreft het beste moment uit de
film. De manager (type Kirk Douglas) is ingepakt door een meisje van de
emballage. Eén probleempje. Zij runt ook het grievance committee. Doris
Day – want om haar gaat het – had heur haar waarschijnlijk nooit
stoerder. Zij en de manager delen om te beginnen al die coupe. En later
ook de coup, tegen de Noord-Koreaanse fanatieke fabrieksdirecteur De
vele liedjes vervelen nergens. Ook omdat ze lekker 'opera' worden
gezongen. Niet al te gladjes, het hart op de tong. Hernando's Hideaway!
Doris Day speelt voor misthoorn, al heeft ze nog wel één stil momentje
voor de spiegel. (Noem het haar memorecorder). 'You with the stars in
your eyes.' In haar huisje aan het spoor brengt de manager zijn
definitieve ode. 'Stop all this small talk, I've got somethin ' better
for your lips to do. Toe maar.
Labels:
films uit de jaren '50,
George Abbott,
Stanley Donen
maandag 25 juli 2016
Tokyo Fist
Ik denk dat
Kruijswijk deze film wel had willen zien, na die salto mortale in de
Giro. Een Alles Naar de Klote-gevoel. De soundtrack beukt alvast rotsachtig hard
genoeg, al blijft de echte gabber helaas uit. (Er zijn gelukkig wel wat
blastbeats). Deze Japanse 'avant garde horrorfilm' uit midden jaren '90 zal
Takashi Miike zeker geïnspireerd hebben. Op zichzelf is dat al bizar.
Dat er dus vóór Takashi Miike nog andere, mínstens zo gestoorde Takashi
Miikes waren! Het begint nog rustig. Een brave kantoorklerk kachelt overdag gigantisch
repetitieve flatgebouwen af. Heel even valt zelfs hier de beklemming
van een zekere Antonioni te bespeuren. Maar dat soort serene arthouse
invloeden worden snel tot pulp geslagen. En de pulp wordt ook weer tot
pulp geslagen. De Cronenbergiaanse body horror is opgebouwd rond heel
amusante stop motion gore. Ik dacht dat de krioelende wormpjes en
bloedvaatjes zelf ook nog wel met elkaar op de vuist zouden gaan.
Vanwaar al dit geknok? Wel... Het aloude haantjesgevecht om een dame.
Male insecurity in turbo overdrive. En de kantoorklerk neemt de
handschoen op tegen een gestoorde profbokser. Moet ie dat nou wel doen?
Alle vuistslagen beukten mij snel murw. Ik heb mijn Japanse quirkyness toch liever wat liever. Dan nog liever de verknipte seksuele
momentjes. Aan Tokyo Fist zitten haken en ogen. Letterlijk. Wil er
iemand een piercing?
Labels:
films uit de jaren '90,
Shin'ya Tsukamoto
La Notte
'Ik heb op dit moment géén gedachte,
maar ik verwacht er wel een.' Blokken met Antonioni. Gestoorde
schuifspelletjes. Ooit stond er een kampioensfoto van PSV in de
Volkskrant. Je zag een gigantische grijze muur, met aan end een mannetje
op een balkon dat de schaal omhoog stak. Da's die Antonioni-vibe.
Totaal weggedrukt tussen massieve muren. Zelfs een boekenkast lijkt een
gevangenis. Jeanne Moureau sjokt door de blokkendoos Milaan, langs de
laatste restjes van haar relatie. Het leven dat er nog is, gaat eraan.
Letterlijk. In de openingsfase bezoeken Moureau en Mastroianni een van
de weinige dingen die ze nog delen. Een vriend in het ziekenhuis. 'De
vakanties in mijn leven zijn best ironisch', grapt de stervende.
Moureau's mondhoeken gaan alvast wat meer richting haar 'resting bitch
face'. (Wie doet dat beter?') Mastroianni bekijkt alvast wat 'nieuws'...
In mijn favoriete sequentie laat de film hem in de steek. Moureau,
daarin ga ik helemaal mee. Ze laat zich door een taxi 'buiten de
binnenstad' rijden. Hier botst het verbrokkelende oude op het nieuwe. In
dit aftandse verleden ligt het laatste beetje hoop. Tegen de
achtergrond van de Breda-fabriek steken jongens vuurpijlen af. Alles
gaat in rook op. In verschroeiend realistisch zwart-wit. En Monica Vitti
blaast de kaarsjes op het eindeloze feest uit. 'Jullie hebben me
uitgeput, jullie twee.'
zondag 24 juli 2016
Démanty Noci
'Hoe
lang hebben we nou al niet gegeten?' 'Heeft het zin te tellen?'
Toevallig had ik net Het Respijt van Primo Levi gelezen. Een o zo
menselijke herinnering aan die korte periode post-Auschwitz, toen Levi
door Europa dwaalde. Een enorm bewijs van de kracht van kunst ook. In
Démanty Noci beleven twee joodse jongens een veel korter en grimmiger
'respijt'. Ze ontsnappen uit één van de veewagens en zetten het op een
lopen. De ervaringen van Levi zijn daarbij nooit ver weg. Les één in
overleven luidt: goede schoenen. Typerend voor deze film is dat het
pulken in de voetwonden bijna een genot wordt. Pijn is in elk geval nog
niet dood... In hun grote KL-jassen zien de jongens er op een duistere
manier bijna paradijs-vogel hip uit. (Zou er ooit een Tsjechische black
metal band zijn geweest die ze droeg?) Démanty Noci schiet nagenoeg woordloos voorbij. Dicht op de huid van de jongens flitsen kortstondig de bomen en de plaatsen. De extreem psychedelische Eisenstein-editing maakt het
allemaal nog wat onoverzichtelijker. De totale verwarring. Flitsen
vooruit en terug. Premonities die niet uitkomen. Angsten die dat wel
doen. In de finale – en dat is al heel snel, de film duurt maar een
uurtje – gaat een stel aartslelijke oude Duitse mennekes op pad. Geweren
in de aanslag. Zij kennen de 'regle du jeu'. Vrolijke liedjes worden
aangeheven. Een onsmakelijk feestmaal aangeheven.
Labels:
films uit de jaren '60,
Jan Nemec
Kiki's Delivery Service
'Op deze manier ben ik
tegen morgenochtend een witte kat.' Een melig probleempje voor Kiki en
haar zwarte kat. De 'heks in opleiding' staat op eigen benen. Of beter,
op eigen bezemsteel. Ook al is het die van haar mama. Een laatste
cadeau, wanneer ze op haar dertiende vertrekt. Meisjes van dertien... Ze worden
volwassen. Kiki and her week of Wonders. Wat een Bildung der Geist. Wat
een kordaatheid. Eén knuffel van ma (en een kus van pa) en weg is ze. De
Miyazaki-melancholietrein arriveert al vroeg. Tussen het hooi op weg
naar naar Europa Wonderland. Miyazaki moet wel de meest Europese
Japanner zijn. Hij verenigt hier alle Europese talen en culturen in één
ongerepte stad. Ik begon te dromen van een adaptatie van de
Radetzkymars. Tuurlijk, vergezocht. Maar iets in het denken van Miyazaki
ademt de nostalgie van Roth en Zweig. Te midden van talen en
(Amerikaanse!) radio heeft de animatiemeester geen angst voor rake
stiltes. Maar er zijn ook voorzichtige erotische knipogen. Verlegen Kiki
maakt volwassen vrienden. Een auto rijdt een knappe kompaan bijna
voorbij. 'Je dacht dat ik een jongen was, met zúlke benen!?'. Zoals alle
meisjes van Miyazaki vindt Kiki haar weg. Met hulp van de kat, die haar
het goede – en in zekere zin tragische – voorbeeld geeft. Volg je
instinct. 'Ik voel me nog wel wat treurig maar het gaat al beter'.
Labels:
films uit de jaren '80,
Hayao Miyazaki
zaterdag 23 juli 2016
Io La Conoscevo Bene
'Een
grotere auto, of een kortere jurk, mevrouw.' Italiaanse logica. Het
sombere inzicht in het moderne consumerisme-leven daagde daar vroeg. Het
'dolce vita' is niet zo 'dolce', de 'bellezza' niet zo 'grande'. Allang
uitgepuzzeld. Nu rest slechts de verveling van ragazzi, onvermijdelijke
paparazzi en oude mannetjes die tevergeefs nog een dansje proberen te
wagen. Io La Conescevo Bene mag een original zijn (want uit 1965) maar
de thematiek is inmiddels dermate bekend dat het soms een rondje om de
renaissancekerk lijkt. Fragmenten uit eerdere én latere films schieten
door het hoofd. La Ragazza Con La Valigia, bijvoorbeeld, om er slechts
één te noemen. We zien ook hier een Silvie Meijs-meisje met vele looks
in vele vignetten. Beeldschoon, dus ideaal voor Tumblr, maar daarmee zou
ik de soundtrack ernstig tekort doen. Het meisje draait graag plaatjes.
Sterker nog, in feite zijn ballades het enige dat ze écht leuk vindt.
Haar carrière als 'actrice' vlot niet. Haar lovers blijven niet. Eén
grote maskerade van eenzaamheid. Daarom zijn de ontmoetingen met de
losers het mooist. Die spiegelen haar beter dan de feestjes. De bokser
die zich voor centjes in elkaar laat meppen. De garagist die droomt van
wat hij nooit kan krijgen. De puberjongen met zijn eerste crush. En de
Afrikaan die zijn kop in een emmer ijs steekt. Jammer van het
gemakzuchtige einde.
Lebenszeichen
'Dat duurde eeuwen!' 'Mensch, wat
is híer eeuwen!?'. Drie soldaten in een zuilenveld. Resten van antieke
standbeelden hebben het fort achter hen gestut. De tengerste der
Duitsers maakt zijn gründliche gymnasium-opleiding ten gelde en
bestudeert de inscripties. De dikzak probeert de stemming er met kippen
en kakkerlakken in te houden. Om de derde man gaat het. Hij heet
Stroszek. Een bekende naam. Dit geweldige debuut van Herzog is een ruw
pareltje in zwart-wit. Klassiek traag. De mannen verven uit verveling
een deurtje. Kijken hoe verf droogt. 'Die kwasten kunnen we straks wel
weggooien zonder terpentine.' Maar in de zoemende leegte van de Griekse
zomer droogt meer op. Stroszek is niet voor niets door de legerleiding
naar een onbelangrijk munitiedepot gestuurd. Herzog nadert langzaam maar
zeker die ultieme literaire klassieker over soldatenverveling. Dino
Buzzati's De Woestijn van de Tartaren. Ook een verhaal over De Wacht op
een fort. Ook spelend in een ver en mysterieus sprookjesland, met een
vijand die nooit verschijnt. Het gevaar komt van binnenuit. 'Nu ben ik
enkel nog in gevecht met mezelf.' De tweede helft van Lebenszeichen
ontspoort in slow motion. De voice-over becommentarieert het stoïcijns.
De Griekse snaren dempen de ontbrandende pijn. Het muildier trilt en
wordt weggesleept. Een getekend leven.
vrijdag 22 juli 2016
Lola
'Iets willen dat is het
voornaamste.' Lange tijd heeft de best geklede en gekapte werkloze van
Nantes gedwaald. Wat is het Franse woord voor 'slacker'? De jongen heeft
sinds drie dagen een nieuwe baan, maar kwam al vijf keer te laat... Zo
eentje. In zijn stamcafé vergeet de uitbaatster de suiker in zijn
koffie. Het zit écht niet mee. L'ennui. Maar dan komt hij in een prachtige
'winkelpassage' een oude vriendin tegen. Het vlammetje wordt
aangewakkerd. Zij doet zó enthousiast. Is dat nou oprecht? Of
probeert zij gewoon zichzelf aan te wakkeren? Voila, de
kleinstedelijke worstelingen van Demy's personages. Lola was zijn
debuutfilm, maar van enige twijfel valt niks te merken.
Tankstation-melancholie. Bij Demy bestaat zoiets gewoon. Zelfs hier al. En
natuurlijk zijn er vele matrozen, de grootste stoere boys-fantasie van Demy. Een
van de ze Amerikanen stapt op een een bepaald moment de voordeur van een 'cabaret' uit.
Ook hij komt zijn vlam tegen (diezelfde vrouw!). Hij zegt: 'Ik zocht je overal..
Sur les ponts.' Ik neuriede er zachtjes bij 'On y danse, on y danse.' Lola
gaat over liefdes in alle vormen. Dus ook de Eerste Liefde. In dé scene
van de film beleeft een lolita-meisje met haar matroos de kermis.
Dankzij de hulp van een Boards of Canada-achtige Bach op klavecimbel,
streelt de scene onverbloemd alle zintuigen. Genieten vóór de
desillusies. Zorgeloos zwieren.
Labels:
films uit de jaren '60,
Jacques Demy
The Atrocity Exhibition
'If it was intended as
therapy, the question arises: for whom?' Tarkovsky ontdekt the
pornogravsky. The Atrocity Exhibition zwiert van associatie naar
associatie. Voorbij het begrijpen, richting het Freudiaans onbewuste. Of
zoals het zelf stelt: 'The undeniable link between science and
pornography.' Ik betrapte mezelf aanvankelijk op een pijnlijk soort
onwil. Een bijna letterlijk zúigende, pneumatische film zoals deze,
vereist nu eenmaal concentratie. Moeite. Niets wordt hier op een
presenteerblaadje aangereikt. Het komt goed vanaf het aha-moment dat
auto's beginnen te crashen. Crash test dummies zakken fluïde ineen. Aha!
Ballard dus, en diens smeltende seksualiteit van de machine. De
low-budget adaptatie van regisseur Weiss goochelt met geleende beelden, maf
acteerwerk, en een heel fijne spacy soundtrack, al moeten we toch echt
een minpuntje voor Gorecki rekenen. Door de hypnotiserende
opeenstapeling van geweld en seks ontstaan langzaam realisaties.
Beleefde VS hun eigen atoombom pas echt in anti-these Vietnam? Toen
zagen ze pas on screen - echter dan echt - wat voor bloedbad ze in Japan hadden aangericht.
En dan het mooiste shot: een man in uniform naast een gigantische
ijzeren 'grijper'. Wellicht gewoon een constructie om autowrakken op de
vuilnisbelt te deponeren, maar het lijkt net De Hand der Mensheid die De
Bom dropte.
Labels:
films uit de jaren '00,
Jonathan Weiss
donderdag 21 juli 2016
Vinyl
'Please
be on the lookout for four middle-aged men. I repeat. Four middle aged
men.' Het gebeurt me elk jaar wel een keer. De verkeerde film. Vinyl had
verdilleme over verzamelaars moeten gaan! Misschien word ik zelf
oud. Niet oud genoeg om deze aalgladde punknostalgie te kunnen
waarderen... Free rock & roll met een Bieber-sausje. Nee bedankt,
doe me dan toch maar de Buzzcocks, die ik laatst zelfs vanuit het Mezz Café de
grote zaal hoorde overdonderen. Ze bezaten het vuur nog steeds. In
Vinyl staat de zanger van de Buzzcocks op een begraafplaats. Hij speelt
een liedje voor een overleden maat. Een stel andere punkdino's ziet
elkaar bij die gelegenheid voor het eerst in vele jaren terug. De zanger
is nog steeds een klootzak, de bassist laat zich gefrustreerd gelden,
de drummer, denkt, duh, dom. Enkel de tweede gitarist heeft het gemaakt.
Met een keten van verzorgingstehuizen! Weer op tournee!? 'I don't miss
touring about in some crappy old van and living like a refugee.' Met
genoeg drank erin komen de dromen toch terug, en er wordt zowaar een nieuw
liedje opgenomen. Een hit! Alleen niet met die oude koppen. De hoax is
simpel en flauw, net als het deuntje, dat vermoeiend vaak langskomt. Had
dan als een 'school of rock' een lesjes in punk-historie gegeven. Dit
was toch dé kans. En misschien wel de laatste. Punk's (almost) dead.
Labels:
films uit de jaren '10,
Sara Sugarman
De Noorderlingen
'Lumumba
is even een rondje fietsen.' Van Warmerdams beste. Met De Noorderlingen
droomt hij zich een wonderwereld waarin je als kijker graag verdwaalt.
Een gevoel dat ook de decorstukjes van Kaurismaki en
Andersson oproepen. Iemand moet op een verlaten perceel in Groningen
maar eens een Van Warmerdam-pretpark bouwen! Het akelig egale Noorderlingen-'wijkje' staat aan de rand van de wereld, pal tegen de perfecte
boomgrens. Daar houden de huizen op, en huizen de angsten. Van Warmerdam
fungeert zelf als gids. Middenin het bos leest de postbode de stomende
geheimen van zijn straat. Zo weet hij dat slager Wouterse wat al te
fanatiek met de leverworst zwaait. ('Het mag best een stukje groter
hoor.') Bij de stoeipartijen met vrome echtgenote Malherbe valt een
tafeltje om. Twee tafelpoten vormen hoorntjes boven het hoofd van de
slager. Om over een andere poot nog te zwijgen. De puberende slagerszoon is
de enige kompaan van de postbode. De jongen heeft een obsessie met
Congo. Een messcherpe Nederlandse ontleding kan immers niet zonder
blackface! De rituelen bij het kampvuur worden soms geïnterrumpeerd door
de impotente jager, of de plaatselijke dikzak op een brommertje. (Van
Gogh, zwijgend goed man.) Van mij had de winter niet hoeven komen, en de
postbode nóóit moeten gaan. 'Waarom heb jij je jas niet aan?'
Labels:
Alex van Warmerdam,
films uit de jaren '90
woensdag 20 juli 2016
El Club
'Later gaf de priester me
pepermuntsnoepjes...' De katholieke kerk. Scientology maal duizend wat
betreft gruwelen. Die handen reikten pas echt ver. Wat ik niet snap is
de globalisering van het misbruik. Je kunt je makkelijk voorstellen dat binnen één door priesters geleide kostschool anno 1950 wat misgaat. Maar
overal? Van Ierland tot Chili. Wat zit er dan in hemelsnaam wel niet
allemaal verkeerd in je organisatie... Regisseur Lorrain (van No) gaat
in El Club de confrontatie aan. Verbaal onwaarschijnlijk expliciet. Hij
voert een Maradona-achtige 'gek' op die bij een katholiek rusthuisje
gaat staan schreeuwen. Details. Almaar ranzigere details. Tot het bijna
absurdistisch komisch wordt. Ik had wel een artikel van Reve over deze
film willen lezen. Het Ezeltje is er niks bij. In het 'rusthuis' zitten
wat verbannen voormalige geestelijken. Vuistdiep in die ontkenningsfase. Ze
worden vertroeteld door een zuster die zelf ook wel wat op d'r kerfstok
heeft. Na een incident stuurt de 'nieuwe kerk' een 'Vaticaanse
bureaucraat'. Hij begint interview af te nemen met de onwillenden. Zij
draaien liever eeuwig ontkenningsrondjes, net als hun hazewindhond.
Tijdens de finale gaat Lorrain de woorden uit de weg. Wellicht terecht,
maar ook wat jammer, door de nogal overheersende cello-muziek. Al blijft
Arvo Part – goddank – uit. Spiritualiteit wringt hier.
Labels:
films uit de jaren '10,
Pablo Larraín
Scanners
'Welcome to our little
psychic gymnasium.' Best een toegankelijke Cronenberg. Bíjna geschikt
voor het grote publiek. (Dat hij later in de eighties alsnog zou
opzoeken.) Scanners lijkt me daarom een tussenfilm. Misschien dat
ie me daarom niet zo heel erg greep. Alsof ik ook zelf liever gewoon een
echt genre-avontuur had gezien. Dan had die top gebillde actrice wel veel eerder moeten verschijnen. Ik snapte de wending naar computers ook niet
zo goed. Nee, simpel maakt Cronenberg het nooit. Daarvoor houdt hij ook
teveel van technische 'knutsel gore'. En bloed natuurlijk. Op een persco
(meer demo) ontploft 'iets'. De speciaal voor de gelegenheid van de
telepathische showcase opgetrommelde dokter staat kordaat op. Alsof hij nog kan helpen. Het inzetten van de telepathische 'scanners' is
een ideetje van Dokter 'Prins Bernhard'. Zoals alle Frankensteins keren
zijn creaties zich echter tegen hem. Zijn oplossing: een 'rogue'
scanner uit de krochten opduikelen, en hem tegen zijn collega's opjutten. Ik zie de Blade Runner hier wel in. Deze psychic komt op zijn tocht onder
meer de welbekende regular Mr. Combover tegen. Die heeft zijn malende
gedachten gesmolten in kunst. Nu moet hij nog van zijn vrienden af...
'Friends, I have them, but I don't want them.' Weer andere scanners
vonden die nieuwetijdse oplossing. 'One mind. One nervous system. One
soul.'
Labels:
David Cronenberg,
films uit de jaren '80
dinsdag 19 juli 2016
The Magician
'Vermom je, opdat ik je weer
herken.' Die vermoeiende wetenschappelijke neiging tot doodverklaren,
doodverklaard door filmmagiër Bergman. Vogler's 'magnetische theater'
elektriseert anno 1846 een Zweeds stadje. De notabelen hebben er al een
tijdje naar uitgekeken. Dit is dé kans om af te rekenen met al dat
bijgeloof. Lang leve de ratio! Begeleid door een kristalheldere
akoestische gitaar is de magische theatertroupe door het nabijgelegen woud
getrokken. Silhouetten in een sprookjesbos. Bergman heeft nooit dure
hocuspocus nodig om historie tot leven te brengen. Een paar uitgestreken
gezichten zijn voor hem genoeg. Het rariteitenkabinet des Dr. Vogler
neemt een hoop fijne fremdkörper mee, maar het zijn 'de stillen' die het
'm doen. Toepasselijk, in deze expressionistische film vol lange schaduwen. Thulin
schrijdt in gedistingeerde 'mandrag' rond. Haar tegenspeler Von Sydow is
nog wat lastiger te herkennen met Prince-baardje en bijpassende coupe.
Intens zwijgend. Wat een acteur. Inderdaad, onwaarschijnlijk goed. De Kantmannetjes verkneukelen zich
intussen en sluiten weddenschappen af. 'Jij haat mij, ik mag jou, heel
stimulerend.' De politie-inspecteur met de Trump-lok lacht nog het
luidst. Staat en wetenschap samen tegen magie! En dan begint het
natuurlijk toch te spoken. Love potions in de bijkeuken, angsten in de
slaapkamers. Gestommel en gerommel. 'Je ziet wat je ziet en je weet wat
je weet.'
Thank Your Lucky Stars
'Dudin'
up, dudin' up, like I wasn't wise.' Dwaze zelf-felicitatie van
Hollywood. Nu zijn musicals natuurlijk altijd al onnavolgbaar in het
inzetten van showbiz, maar dit is werkelijk de overtreffende trap. Een musical
over een benefiet musical, met als real life doel geld in te zamelen (!)
voor een benefiet soldatenkantine, gerund door Hollywood. Dat het
eindresultaat riekt naar een showreel lijkt me daarmee verklaard. Toch
doen de meeste schnabbelaars hun best. En de liedjes zijn lekker kinky,
dat soldatenpubliek is immers genoeg schunnigs gewend. 'Love isn't born,
it's made!' Wij danken echter niet alle gelukkige sterren. Erroll Flynn en
Bette Davis hadden thuis mogen blijven. Humphrey Bogart zet zichzelf wél
leuk voor gek, maar die zingt dan weer niet. Eddie Cantor schmiert een
film lang. Ik vraag me af of het split screen trucje – hij speelt twee
rollen – een nieuwigheidje was. Joan Leslie heeft aan één rol genoeg.
Wat een dotje! Immer 'oozin with enthooziasm'. Een memorabel momentje
vormt het korte optreden van Ida Lupino. Ja, ook zij. In een
niemendalletje een coole new wave queen neerzetten, da's knap! Maar de
mooiste scene zit in het begin. In het 'vluchtelingenkamp' op 'vier minuten
van Vine Street'. De wannabe's die het wíllen maken. Kamperend en
hosselend. Misschien ook eens een benefiet dáár organiseren, geachte
producers.
Labels:
David Butler,
films uit de jaren '40
maandag 18 juli 2016
Track of the Cat
'He was a strange son for your
pa and me to have.' IJzersterke arthouse-western. Barstensvol
familie-opstellingen en pikzwarte religie. Niet alleen 'that old time
religion' der zwartekousen, maar ook het duistere sjamanengeloof van
de 'natives'. Het gevaar nadert hier zo symbolisch dat zelfs de personages
het inzien. De wraak van de gekleurde Ander op al die jaren van witte uitbuiting
en gierigheid. Een bebaarde Robert Mitchum speelt de zelfverklaarde
'belangrijke' zoon van een rancher family. Zijn cowboydroom wankelt. De
koeien sneuvelen. Een aangewaaide indiaan kijkt toe. Deze 'Joe Sam'
heeft één broer al 'besmet'. 'De zwarte panter waart weer rond, zodra
het gaat sneeuwen', orakelt hij. En het gáát sneeuwen. Het land rond de
ranch verandert in Von Trier-achtige leegte. Decor: non-existent. Eén
groot blank projectievlak van angsten. Ze hadden de lijnen op de vloer
uit kunnen tekenen. Mitchum wil nu eindelijk eens met die
panter afrekenen. 'Zolang ie niet zwart is...' Hij trekt een Freudiaans
felrode jas aan, en gaat met de spirituele broer (in wonderlijke
koeienuitdossing) op pad. Als twee eskimo's door de sneeuw. Op weg naar het
onvermijdelijke. Het merendeel van de tijd bivakkeert deze western
echter thuis, bij de achtergeblevenen. Daar wacht men mokkend en vol
angsten. Buiten helpt Keats: "When I have fears that I may cease to be".
Labels:
films uit de jaren '50,
William A. Wellman
Son of Saul
'Je
koos een rebbe uit de doden!?' Moeilijke film, natuurlijk. Zo heel vaak
dalen we niet af naar 'het krema'. Het duistere hart van Auschwitz. Daar
waar 'de stukken' branden en de Sonderkommando's hun werk doen. De
'uitgezonderde' Joden, die korte tijd de vuile klusjes moesten opknappen. Ze
noemden ze 'Geheimnistrager'. Poëzie gedurende genocide. Zij hatten es
gewusst. Maar hoe film je zoiets? En moet je dat eigenlijk wel willen
zien? Deze Hongaarse film kiest voor een hypernerveuze camera. Uiterst
dicht op de huid van Saul. Onnatuurlijk dicht. Soms ontbreekt daardoor
het overzicht. Een scherpte die helemaal zou verbijsteren. De vele
Instagram-filters helpen niet. Auschwitz brandt hier in sepia-tinten,
als Dante's Inferno. Zou het in werkelijk er niet veel klinischer hebben uitgezien? De anderhalve dag van Saul voltrekt zich tussen
oorlogsclichés. Gedistingeerde Duitsers met doodskopemblemen worden
afgewisseld met 'Weiter machens!' van het lagere personeel. Saul vindt
na de douches een half-levend 'lijk.' Hij meent zijn zoon te herkennen,
en is ten elke prijs bereid dit lichaam te begraven. Eigenlijk ook een
soort gek spel. La Vita e Bella, de morbide versie? Son of Saul is
helaas beter in actie dan in die paar broodnodige momenten van stilte.
Er heerst teveel chaos om metafysische rust te vinden. Ik raakte zelf(s)
langzaam afgestompt. 'We zijn allang dood.'
Labels:
films uit de jaren '10,
László Nemes
Our Little Sister
Ouders. Uiteindelijk gaat het
daar toch altijd weer om. Afwezige vaders. Dwarrelende moeders. Gezien
door de ogen van het kind. Zelf wellicht ooit ook ouder. Maar
onvermijdelijk ergens ook voor altijd kind. Familiethematiek mag je de specialiteit van
Koreeda noemen – om niet te zeggen zijn enige thema – en het verveelt
nog steeds niet. Het zal de diepgewortelde herkenbaarheid zijn.
Toegegeven, Like Father, Like Son bevatte wel net dat scherpe
arm/rijk-randje extra. Wierookbedwelming vormt hier soms een valkuil. Maar
tijdens het eerste kwartier van Our Little Sister zat ik gewoon bijna te
janken. O Japan! Treinen, bossen, en lieve meisjes. Maar ook rituelen.
Een zekere hardheid die eigenlijk heel aangenaam is. Zou ik stiekem
conservatief zijn? Koreeda zwiert weer richting het hinterland. De
muziek tingelt á la Hisaishi (of Debussy) en daar in het groene, groene
knollenland vindt een drietal meiden een nieuwe, kleine zus. 'A cheery
girl'. Zij mag mee naar de 'dorm', nu
hun aller vader is gestorven. Elk van de oudere zussen is een fijn
typetje. De boylover met de booze, de dwaas met de eigenzinnige
kookkunsten. Zelf ga ik natuurlijk voor het moederlijke meisje. Tough
love. Strenge wenkbrauwen en paardenstaart. Zij durft als enige haar
stem te verheffen tegen de ware moeder. Diepe buiging, een kleine zucht
en een 'cheers' met umeshu.
Labels:
films uit de jaren '10,
Hirokazu Koreeda
zondag 17 juli 2016
A Very Private Affair
'Where
not going to stay here dubbing for three months while you learn how to
work out your equipment!' Mijn enige 'ontbrekende' Malle. Ondanks de
aanwezigheid van Bardot onvindbaar, op deze Engelse dub na dan. Ik zette
mijn principes opzij, en keek 'm toch maar. De film begint als een
rommelige affaire. De 'exposure' vloeit niet, en we vliegen door een
paar jaar. Een meisje (Bardot dus) verveelt zich in rijke, Zwitserse
kringen. Ze besluit dan maar naar Parijs te vertrekken en probeert
ballet – Bardot in tutu! – naast wat sexy modellenwerk. 'En dan is de stap
naar film snel gezet.' Hier had de film gewoon moeten beginnen, bij het
ware onderwerp: de bombshell Brigitte Bardot zelve en de last van het
sterrendom. Selfkickende aanstelleritis, wellicht. Maar best amusant.
Zie ook Stardust Memories. Of La Dolce Vita. Voor Mastroianni had het
blijkbaar als specialiteitje, want hij draaft weer op. Zijn eega Bardot
wordt achtervolgt door de Tourkaravaan. De 'amants' vluchten dan maar
naar een stoffig Italiaans dorpje. Daar vindt Bardot wat plezier in het
gewone. Het vlooienspel en koetjemelken. Puns nauwelijks intended. Vrij voelt ze
zich echter nog altijd niet. 'You didn't want to protect me, you only wanted
to hide me.' Wie het grote talent van Malle wil ontwaren, moet wachten tot het
laatste shot. Een fraai, melodramatisch staaltje Koyaanisqatsi
slow-motion.
Labels:
films uit de jaren '60,
Louis Malle
Advantageous
'Your recent
physical pre-qualifies you to be a paid egg donor.' Science-fiction was
zelden stiller en intiemer. Er ontploft af en toe in de verte nog wel
wat, maar de pijn zit in Advantageous toch vooral diep van binnen, in
(en uit) de hoofden. Een typische 'think piece' dus. Rijke science
fiction. Geen apocalyps, maar een samenleving die lijdt onder te hoge
verwachtingen. Alleen perfectie is nog goed genoeg. Anders sleutelen we
wel verder, of zetten een humanoid in. ('Education has gone completely
tech'.) Een vrouw die haar jeugdigheid kwijtraakt, cijfert zich weg voor haar
jonge, slimme dochter. Beide twijfelen aan de zin van alles. De wereld
draait sneller dan de mensheid vermag, met haar beperkte talenten en
wankele adaptatievermogens. De stad waardoor de twee stilletjes dwalen
wordt bevolkt door vrouwen en Aziaten. Beide elementen vallen nog altijd
op in een Engelstalige film, dus zo zie je maar weer hoe white male
privilege regeert... Regisseur Jennifer Phong heeft het huidige dieet
van de Academia naar het witte doek gebracht. Een tikkie politiek
correct, maar intrigerend genoeg. Bovendien: maakte Hal Hartley
nog maar zulke films! Waar Her verleidt, prikkelt Advantageous. Jammer
genoeg is afronding tentatief, of juist niet tentatief genoeg; er wordt
te veel concreets opgezet, na al die bedachtzaamheid. 'I think I could
just hear myself blink.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Jennifer Phang
Paranoia
'Arnold, je bent onschuldig!'
'Onschuldig, onschuldig... Wat is onschuldig?' In zo'n uitspraak vinden
de katholiek opgegroeide Ditvoorst en waarheidspretentie-hater Hermans
elkaar. Laatstgenoemde diende de regisseur gevraagd én ongevraagd van
adviezen. Hij krijgt er nog wel een credit voor, maar de verhouding
tussen de twee bekoelde snel. Business as usual voor WF, die niettemin
vast wel inzag dat Paranoia een prima adaptatie is. Grappig genoeg helpt de
opname op YouTube een extra trillerig handje. De film ratelt met een
zenuwslopende grammofoon-tik, of om in Hermans-termen te blijven: als
ruisend gruis. Lijkt me stug dat Ditvoorst het zo bedoelde, maar het
past wel. Zo klinkt het hoofd van het hoofdpersonage. Malend en
ijsberend, begint de jongen overal spoken te zien. De Bont brengt
Amsterdam ondertussen in prachtig zwart-wit tot leven. Van platenzaak
tot grachtenpanden. Nouvelle vague-invloeden zijn nooit ver weg, zelfs niet als
Belmondo's Appi heten en aan het verhuizen slaan. ('Ik zet even een
blokje.') De mooiste passage vindt bij Oom de Dikzak thuis plaats. De veelvraat
met het 'detectivebureau', worstelt met de kip, en bespioneert het
schoons. 'Tante is weer lekker bezig'. Het prachtige meisje bij neef op
zolder treft het een stuk minder. Zij slaat het advies van haar lieve
vader in de wind. Vaders bij Hermans... Zijn ze er een keer wél, gaat
het nog mis.
Labels:
Adriaan Ditvoorst,
films uit de jaren '60
zaterdag 16 juli 2016
B-Movie: Lust & Sound in West-Berlin 1979-1989
'Berlin
was even more fucked up than Manchester'. Zou het eigenlijk uitmaken in
welk decennium je naar Berlijn gaat? Het is daar altijd een grimmig
feest. Te midden van de ruïnes blijft de stad zich vernieuwen. Dus ook
in de eighties, op de laatste benen van de Koude Oorlog. West-Berlijn
fungeert als eiland annex krakersenclave, en zoiets werkt kruisbestuivingen
in de hand. Iedereen in een band, uit de band. Mark Reeder, de bloke uit
Manchester, neemt de kijker mee naar de beste 'clops'. ('Hier kwam
Bauwie'). Je kunt het slechter treffen met je gids. Reeder draagt vele
genres een warm hart toe, maar slechts één uniform. Dat van de
muziekliefde. Hij was bij New Order, Nick Cave én de Love Parade. Daar
kondigt zich alweer een volgende ontpopping van Berlijn aan. En Reeder doet
weer mee. Het bewijst nog maar eens dat hij de oren altijd gespitst
houdt – ondanks het ruïneren van een 'ear drum' tijdens een Toten
Hosen-gig... Deze half-fictieve, half-werkelijke docu brengt een ode aan
stad en man. In een Maddin-achtig amalgaam van duizelingwekkende found
footage krijgen we tout Berlijn over ons uitgestort. Glimpjes van Tilda
Swinton, Christiane F, en de deurbel van Froese. Reality check: Tsjernobyl! Pas aan 't eind wordt het wat
selfie-indulgent. Geeft niets als je zoveel cools voortbrengt. Blixa: 'I
just like living in a city where I don't know the other half.'
A Tale of Two Cities
'No levity, gentlemen.'
Vorig jaar voor het eerst een Dickens gelezen. Ik vond er niet veel an.
Eerlijker, ik snapte er weinig van. Misschien moest ik nog intunen op
zijn barokke stijl, misschien was het plot gewoon chaotisch en
vergezocht. Dit is dus die zeldzame keer dat een adaptatie een
versimpeling mag wezen. En zoiets kun je natuurlijk wel aan Hollywood
overlaten. Producer Selznick had de massa als specialiteit. Off screen
– de kassa's rinkelden – én on screen, denk maar aan Gone with the
Wind. Nu valt het met die massascenes hier eigenlijk best mee. De
bestorming van de Bastille vormt slechts een intermezzo, in een behoorlijk
huiselijk en overwegend Engels verhaal. Het moest immers toch gewoon
weer over De Liefde gaan. (En liefst die van het Moeilijke Soort.)
Niettemin zie je in die paar scenes wel de zwier van Selznick. Een
snelheid die nog altijd verbijsterend modern aanvoelt. Verre van modern
zijn de oudewijvengrapjes. Ondanks de vermaningen van een rechter neigt
het zelfs naar komedie. Colman mag de ster spelen, en hij doet dat als
de James Mason van zijn tijd. Gedistingeerd drinkend. De odd-job man is
de odd man out van de film. Aan de vrouw komt hij niet. Aan die
heldenstatus wel. Conclusie: revolutionairen, dat zijn alleen maar nare,
gefrustreerde vrouwmensen. En 'Bankers and Frenchmen: all atheists.'
Cemetery of Splendour
'Ik
slaap hier beter. Alsof ik gesynchroniseerd ben met de soldaten. Of omdat zij
voor mij slapen.' De wonderlijke wereld van Apichatpong Weerasethakul.
Altijd onbegrijpelijk, terwijl de parabel toch voor het grijpen líjkt te
liggen. (Hier met de ogen dicht.) Cemetery of Splendour heeft
desalniettemin iets toegankelijks. Een beetje Saramago in de sereniteit.
Thaise soldaten raken door een mysterieuze narcolepsie bevangen. Ze
liggen rij aan rij op bed, in een provisorisch open lucht hospitaaltje.
Dokters en verpleegsters rekken en strekken en doen wat
mindfulness-oefeningen, maar veel verandert er niet. Eén manke patiënte
keert terug naar het ziekenhuis om een handje toe te steken. Ze sluit
vriendschap met een helderziende, die zo haar eigen verklaringen geeft. Al snel zijn er meer geesten dan gezonden. Ik associeer
Weerasethakul zelf vooral met een vreemde erotiek. Het is even wachten,
maar ook deze film kent zijn licht-komische sexy momentjes. Een facial
scrub met een toepasselijke geur. Een deel van een soldaat dat niet
slaapt... Naast de bedden staan van kleur wisselende fluorescende buizen
rechtop. Geen idee wat ze er doen, maar als beeld klopt het wel. Zoals
de film visueel toch al Api's beste werk genoemd mag worden. De roltrappen! Alles
verglijdt. Het medium neemt de manke aan de hand. Het bos in. Zij zien
wat wij niet zien. Tarkovsky's Stalker in de jungle.
vrijdag 15 juli 2016
The Enemy Within
'Stormt het in je leven?' We
zijn allemaal maar één brute overval verwijderd van de rechtse
onderbuik, zo lijkt het soms. Misschien vormt het feit dat er nog zoveel
goeie mensen zijn toch hét argument dat de wereld oké is... Een
bedremmelde bloemist in Athene verliest de goede hoop, nadat ie met zijn
gezin is toegetakeld door wat Albanezen. Hij verandert in één klap van
het prototype gutmensch - met de dikke bril, ingezakte schouders en
vinyl-collectie - in een Gouden Dageraad-stemmer. Zijn vierkante buurman
komt er als een aasgier op af. De voormalige legerpief speelt dé rol van
de film. Vadsig, ongemakkelijk, maar duister vermakelijk duwt hij zijn
buurman richting wraak. Alexander de Grote aan de muur (een Macedoniër
nota bene!), werkend aan dat 'schone' Griekenland. Het is geen prettig
oord. Rommelige straten, graffiti op de tempels en bovenal: geen
vertrouwen in overheid, politie of banken. Je geld bewaar je in een sok.
Op een Dostojevskiaanse tocht gedwongen, komt onze antiheld allemaal
'lekkere' genreclichés tegen. De inspecteur in 't leren jekkie, de hoer
op het politiebureau, een baby in melodramatische armen. Het schrijnt
allemaal extra, juist omdat zijn eigen clichéwereld zo rücksichtslos op
zijn kop is gezet. Ineens klopt niks meer. Of deed het dat al niet?
Dochter ontdekt de bijtjes, zoon rookt de blaadjes. Arme, arme bloemist.
My Foolish Heart
'May
I kiss you the way I would a rich, but loathsome aunt?' Er zijn
nauwelijks Salinger-adaptaties. Hollywood heeft zich nooit aan één van
de Nine Stories gewaagd. Zelfs de seventies brachten geen klassieke
Catcher in the Rye-film voort. Mocht niet van de lastige kluizenaar. My Foolish
Heart kan je dus best dé uitzondering noemen. Ook in het oeuvre van
Salinger. Het verhaaltje stamt uit de tijd dat hij zijn centjes
probeerden te verdienen door verhalen naar The New Yorker te sturen. De
'TCM'-adaptatie heeft alle peper in het voorgerecht gedropt. Een
bitchy dame aan de booze. Een ongewenst kind en een ongewenste husband.
De setup zou tot een zeer verbaal en vocaal gevecht kunnen leiden, waar
een echtpaar én hun beider 'beste' vriendin elkaar dan de maat nemen. In
werkelijkheid verschuilt de film zich in een lange flashback, en
daarmee in enkel zoete gangen. Wel is de 'date game' verrassend echt.
Het meisje geeft steeds nét dat ene stapje meer toe. ('Goed, je mag me
naar de deur brengen, oké, je mag me naar de lift brengen') En na een
tijdje vindt de kerel dan dat hij nu wel genoeg heeft gedaan voor een
zoen! Maar z simpel gaat dat niet: 'My date is inside, dancing. And I'm
supposed to be outside, crying.' De teksten blijven gevat, maar het
flauwe einde wringt het laatste restje liberalisme uit de film. Salinger
was not amused. Adaptaties? No thanks.
Labels:
films uit de jaren '40,
Mark Robson
Cholera Street
Kolere straat, in een kolerebuurt
van Istanboel. Slechte boel dus. Uitzichtloze ellende met je boys de
slumdogs. Het eerste half uur zat ik echter op een totaal verkeerd
Ciplak-spoor. Waren het de felle kleuren? Of toch de vrolijke
trommelmuziek en al dat progressieve naakt? Maffe taferelen genoeg:
smijten met een kat om een tapijtje te jatten. ('Ik kan 'm wel naar de
sterren gooien.') Een brave kapper – in de berber salonu – leert zijn
knechtje scheren met behulp van een ballon. Als ie knapt, zwaait er wat!
Maar vrij plots verduistert de film. Het langharig tuig dat de hood
overneemt, moeten we wél serieus nemen. Net zoals de zonen van de
barbier, die in twee totaal tegengestelde richtingen opgroeien. De ene
wordt travo, de ander Godfather. Of nou ja. Hij poogt. Tegen die tijd raakt
de lol er vanaf, en wordt de extravaganza gedempt voor een wat
schematischer verhaal. Drugs, moord en hoeren beginnen te domineren. Dat
laatste kan onmogelijke een verrassing heten, in een Turkse film... En
altijd staan er weer vieze mannetjes tegen de ramen gedrukt. De
Godfather-gozer ziet zijn ambities gefnuikt in de armen van een dame met
pruik. ('Vijftien seconden, een nieuw record!'). Zijn gebroken hart kan ook
met lijmsnuiven niet meer worden geheeld. Het onversneden melodrama
loopt vast als de levens van de jongens. Pa haalt het tapijt van de
muur, en vindt de littekens.
Labels:
films uit de jaren '90,
Mustafa Altioklar
donderdag 14 juli 2016
Tremors
'God
damn good thinking.' Het lijkt wel alsof ze 'vroeger' in horror slash
avonturenfilms meer tijd hadden voor een beetje uitgekiende couleur
locale. Een goed in elkaar geknutselde scenario-wereld, eentje die ook bestaat
buíten het gevaar. Of is dat gevoel slechts de nostalgie-filter van deze
kijker? In elk geval begint Tremors allervermakelijkst, met Kevin Bacon
en Fred Ward als twee dommige 'outback' klusjesmannen. Ze spelen om de
haverklap 'rock, paper, scissors' om de rottige taakjes te verdelen –
zoals het ontbijt maken – en kibbelen als best friends for life flink wat
af. Net Bert en Ernie. In een heuse western-setting, want Tremors doet op de Plains van Nevada haar
'Thing' doet. Cowboys schieten hier van blob-blob, om de grap nog wat
verder uit te melken. (Zo serieus is het allemaal niet.) Als de
grondmonsters verschijnen, verschanst de population van Perfection,
Nevada (14 zielen) zich in Changs' restaurant. De lokale Chinees peinst
wat voor naam de beesten moeten krijgen. 'Anders zullen we het bezuren'.
Van de naam uit de titel komt het in elk geval niet... In de strijd
laten vooral twee McVeigh conspiracy nuts zich gelden. Even dacht ik dat
de film het Amerikaanse wapenbezit stevig op de hak zou gaan nemen. Maar
helaas. Ze zijn ook veel te quotable. 'You didn't get penetration even
with the elephant gun.'
Labels:
films uit de jaren '90,
Ron Underwood
Les Rendez-Vous d'Anna
'Ik
doe de afwas, maak koffie met room, ik ben zo druk, geen tijd voor een
droom.' Alors, zo klinkt het misschien als poëzie van het simpelste
soort, maar gezongen door Anna... Doorschijnend blank dwaalt de
'réalisatrice' ('zo noem je dat toch?', aldus een hotelklerk) door
West-Europa. Haar lichtheid doet de vrouw wegvallen tegen de muren. En
dan zit ze ook nog uiterst stil. Toch praten de mensen wel tegen haar.
Op haar tabula rasa-reis ontmoet Anna verwante zielen, oude vrienden en
nieuwe lovers. Chantal Akerman toont de wereld van haar alter ego in
nachtelijke seventies-kleuren. Zeker in en om de trein werkt dat
fenomenaal goed. De treinkolossen slepen zich voort in een spiegelende
mist van blauwig metaal en eindeloze deuren. De weg naar Welkenraedt.
Voor poëzie hoef je enkel uit het raam te staren. En in een typisch
minimalistisch Akerman-shot gebeurt dat ook. Enkel nog uitzicht, terwijl
de dialogen doorgaan, maar de mensen verdwijnen. Een intense blik. Van
de ontmoetingen blijft de Duitser bij. Hij is perfect ná The Girl on a Motorcycle. Beide films gaan over de moderne vrouw, de vrouw die alles
kan, en van zichzelf moet. Nog veel persoonlijker wordt het met moeder.
Natuurlijk, de moeder. Men bedenke hoe Akerman eindigde. Ze maakte een
einde aan haar eigen leven na het overlijden van haar mama. Moeder: 'Ik
zal niet altijd bij je zijn.' Anna: 'Jawel.'
Labels:
Chantal Akerman,
films uit de jaren '70
The Girl on a Motorcycle
Leerssen omschreef Jules
et Jim ooit als symbool van Europese eenwording. Zou The Girl on a
Motorcycle dan de Brexit zijn? Het Britse motormuisje Marianne Faitfhull
pendelt op haar 'black devil' tussen Duitsland en Frankrijk. De Elzas,
waar anders. Oorlogsgraven vormen het decor voor (of achter!) een meisje
verscheurd tussen noordelijk verstand en zuidelijk hart. Enkel tijdens
orgastische motorrondjes voelt ze zich senang. De simpelere
kijkersvraag luidt: kun je een hele film rond het ritsen van een strak
leren pak bouwen? Simpel antwoord: Jazeker! Zoals Delon al zei: 'Between
your thighs you feel it live'. Marianne oogt prachtig in psychedelisch
leer. De verkoop van onesuits zal wel gestegen zijn... (En wat is de EU
méér dan een gewiekst handelsverdrag?) De mannen in de film komen wat
minder uit de (lak)verf. Delon mag met bril de filosoof doen, en sabbelt
in hét Tumblr-shot tussen de rozen aan tenen. De onbekendere Mutton
betaalt de ski-vakantie. Daar zit de nouveau riche aan de kaasfondue.
Misschien is dat dan hét Europese beeld van de film. Nogmaals...
káásfondue! Tijdens de motorritjes droomt Marianne van kleine
aanrandingen en aanrijdingen. De sexploitation blijft vrij beschaafd, alzorgt het intermezzo met 'that French negro' van de douane voor hilariteit.
'Hoop dat ie dit keer van me afblijft...' 'Goh jammer, hij is er niet.'
Labels:
films uit de jaren '60,
Jack Cardiff
woensdag 13 juli 2016
Lapland Odyssey
'Ik
denk dat de drank op deze manier mijn hoofd sneller bereikt.' Drie
Finnen in een wagentje. Op zijn kop. Het droogkloterig dronken
'autobeeld' dat de Finnen van zichzelf huldigen, wordt hier weer alleraardigst uitgevent. Lapland Odyssey doet in een soort aangelengde Kaurismaki. De
sulligheid minus de melancholie, maar mét een paar tits & ass-jokes.
Op die manier werd de film een gigantisch succes in het thuisland. (Er
kwam zelfs een vervolg.) Wonderlijk fenomeen wel. Lachen om het mislukte
stereotype van jezelf. Je slechte dag in de spiegel. Misschien helpt
het dat Lapland ook voor de gemiddelde Fin héél ver weg is. De jongens
moeten op hun kwestieuze queeste tweehonderd kilometer richting stad karren. Voor
een digibox! In het hoogland willen de Finse Ch'tis ook gewoon Titanic
kunnen kijken. Ander vermaak is er niet. 'Zijn job was naar China
verhuisd, zijn vrouw naar het zuiden.' Gedurende de tocht – helaas
zonder Odyssee referenties – leren we dat meneer 'Hockeyschouders' er mét
'veeleisende' vriendin toch het best aan toe is. De nerd houdt het op het
spelen van Boobies Pacman. De sikkeneur op sikkeneuren. De komedie
blijft zo simpel, maar de jongens zijn sympathiek en er valt een hele zwik
Finstalige zwijmelliedjes te horen. Prima voor de couleur locale van
zo'n niemandsland niemendalletje. En altijd die country-tic hè. Het Fins
voor 'gvd' vergeet ik nu ook niet meer. 'Perkele!'
Labels:
Dome Karukoski,
films uit de jaren '10
Whistle Down the Wind
'Jesus. He's in our barn.'
De logische plek, nietwaar? Alleen hebben we het hier wel over een
volwassen, baardige versie vertolkt door Alan Bates. De bronstige
mysticus is altijd goed als ie kan zwijgen en gevaar mag uitstralen.
Drie Engelse boerenkindjes vinden de verlepte kerel. Het dak van hun
schuur vormt plots een kruis. De tekenen zijn – volgens de kinderen –
overduidelijk. De grootste gelovige onder hen is tevens de oudste. Het
Pippi-meisje met de indringende blik oefent alvast voor het kitchen sink
drama. Dromen vallen in duizend scherven van dat aanrecht. Opgeveegd
met tafellaken en servet. Waar komt haar irrationele geloof toch
vandaan, peinst de kijker. Misschien omdat mama is gaan hemelen? Met die
afwezige moeder wordt echter weinig gedaan. Zoals de film sowieso wat
aan de oppervlakte blijft. In het vergelijkbare El Espiritu de la
Colmena kreeg je wel het gevoel van een leerproces. Een gesprek met
jezelf door middel van de fantasie. Het plot van Whistle Down the Wind
drijft simpelweg op het ontdekken zelf. Om de eenvoudige spanning óf Jezus
gevonden gaat worden door de 'grown ups'. Dat is me niet surrealistisch
en subversief genoeg. Ik wil als filmgelovige een kerstwonder! Lief en
geinig blijft het wel. Het guitige broertje met het dikke accent redt de
film op zijn eigen manier. '198.' '198 what?' 'That's how many eggs I
had since last easter.'
Labels:
Bryan Forbes,
films uit de jaren '60
The Forgotten Village
'And
the people hid their children.' Grappig hoe iets ouderwets ook weer modern
kan zijn. In het Mexico van de jaren '40 huiverden de plattelandslui
voor de enge dokters met hun 'paardenmiddelen'. Tegenwoordig heb je de
anti-vaccinatie-lui, die ook naar natuurtijden verlangen. 'Goed voor de
weerstand.' Vergeten film The Forgotten Village was een pet project van
John Steinbeck. Zijn linkse liefde voor Mexico vindt zijn weg naar deze
'etnofictie'-film. Amateurs in een 'echte' omgeving die 'zichzelf' spelen.
Destijds progressief, nu toch een beetje aapjes kijken. Al zie je het
nog altijd in sommige arthouse op Mongoolse hoogvlakten. Postkoloniaal
pijnlijker is dat we de mensen in The Forgotten Village blijkbaar wel
mogen bekijken, maar dat ze geen stem krijgen. De hele film wordt
volgeluld door een voice-over. (Met goede teksten, dat wel. Steinbeck
schreef immers.) Enige uitzondering? Als er gezongen wordt. Dat mag 'de Ander' altijd wel. Zijn folklore belichamen in tijdloze liedjes, die we
niet hoeven verstaan, maar kunnen voelen... Het verhaaltje heeft
intussen op een dubbel niveau wat van Murnau. Die maakte al
eerder Tabu. En het hoofdpersonage verplaatst zich hier ook in die
Murnau-beweging van platteland naar stad. Daar groeit het moderne
leven. In het dorp; de baby's van armesloebers. 'It is forming, it is
forming'
dinsdag 12 juli 2016
A Respectable Family
'Denk
je dat we hier geen wetten hebben?' De progressieve intellectueel met
de hipster-bril in Iran. Hij is na jaren teruggekeerd uit het buitenland.
Naïef, en een beetje ijdel wellicht. 'Ze hebben het me zelf gevraagd!' De man blijft een ongewenst element, verzeild in de molens van
staatsapparaat, en in de klauwen van de 'ratten' die wél weten hoe de
wieken draaien. Op dat niveau bestaat A Respectable Family uit het
bekende werk. Kalende baardmannen in grijze pakken die namens de geheime
dienst jouw boontjes komen doppen... Doe dan maar de 'backstory'.
De universiteitsman groeit op tijdens een Iran-Irak oorlog. De grauwe
flashbacks worden doorsneden met journaalbeelden vol gruwelen. De
strafste ervan bevat geen bloed, maar zindert sereen. Een stel
kindsoldaten raakt tot tranen toe in vervoering als ze hun messias
Khomeini zien. Opgezweept tot het martelaarschap zullen ze sneuvelen.
Hetzelfde overkomt de broer van de intellectueel. Diens begraafplaats is
nog altijd één groot nationalistisch eerbetoon. De tocht naar het graf
vormt de beste fase van de film. Langs de hel-weg van Teheran branden
autowrakken. In de andere flashbacks neemt het melodrama het helemáál
over. Een electroshock voor de ogen van een kind, waarom niet? In 'het
nu' van de film voelt het wat onuitgewerkte gekonkel en gekronkel over
geld haast 'gewoon'. Weinig respectabel.
Labels:
films uit de jaren '10,
Massoud Bakhshim
De Mantel der Liefde
'Slaapt je voet? Hak 'm af.'
Dichter bij Sweet Movie zal in Nederland nooit iemand gekomen zijn.
En ook nooit meer gaan komen. Die unieke jaren '70-wansmaak. Naakt
tussen de poeders eindigen. Extravaganza op zijn Hollandse hondjes. Nog
een mazzeltje voor regisseur Van Ditvoorst dat 'ons' land wat katholieken
telt. Wat moet je zo'n satire zonder decadente priesters? 'Wimpie, haal
jij alvast het Sacrament der Stervenden!' De parade van bekende acteurs
(en werkelijk élke grote naam draaft op) werd voor deze Dekalog betaald
met drugs en porno-geld. Daarom deden ze hun stinkende best natuurlijk!
Waar de priester-grappen al snel wat politiek slooms krijgen, is de
filering van de alledaagse Hollandsche huiselijkheid messcherp.
Letterlijk. 'Wat doen ze nou toch allemaal met jou Cornelisje?' Rijk de
Gooyer mag 'gvd' niets! Weer een ander pittoresk gezinnetje kibbelt over
de begrafenis van pa. Die leeft nog. De loopgraven worden meteen opgezocht. 'Zo, hebben jullie een auto tegenwoordig...' En
toch, tussen alle tieten en piemels zweemt de melancholie van 'zo wie is
er nu weer jarig'-kantoren en al te schoongeveegde straten. Vangelis
oefent alvast op zijn Chariots of Fire. Weer rinkelt ergens een kassa.
En Joost Prinsen mag als de regisseur de boel heerlijk meta-besluiten.
Zijn producer buldert: 'Wat heb je goddomme met mijn poen gedaan!?'
Labels:
Adriaan Ditvoorst,
films uit de jaren '70
Eureka
'Waarom verontschuldig je je toch altijd?'
Eureka stond al veel te lang op mijn lijstje. Maar ja, 217 minuten...
Het zou een minutieuze ontleding van een gijzeling worden. Dacht ik
toch. De eerste tien minuten werden daardoor onbedoeld grappig. Er
gebeurt al zo snel, zo veel – wat zijn dit voor modernistische 'cuts'!? –
dat die hele gijzeling onmogelijk het hele epos kon vullen. Het gaat dan ook
om de fall-out van het incident. De wijde kringen die een trauma trekt.
Diep onder de ogen. Een beetje zoals The Sweet Hereafter. Onder de
passagiers twee kinderen, die letterlijk 'naar binnen slaan'. De
goedmoedige busschauffeur verdwijnt zelfs helemaal uit beeld. Voor even
dan. Zijn terugkeer wordt door het dorp met argusogen bekeken. Regisseur
Aoyama filmt het in ongemakkelijke sepia-tinten. Een beklemmende bleke
kleur, als een oude ziekenhuisfoto die je nooit meer terug wilde vinden.
Ondanks vele nare tegenslagen hervindt de hoestende buschauffeur wat
hoop, daarbij geholpen door een jongen met Tokyo-branie. Samen nemen ze
de twee stille kids op pad. In dé bus. Het lijkt héél even Little Miss
Sunshine. Tot de stilten weer knoerthard worden. We eindigen bij zee.
Zoals vaker in Japanse films, denk maar aan Takeshi Kitano. Als je uit
dwalen gaat, is de zee ook je logische eindpunt. Rivieren van bloed en
tranen. Een vleugje kleur terug op de wangen. 'Do you think one can live
only for others?
Labels:
films uit de jaren '00,
Shinji Aoyama
maandag 11 juli 2016
Mauvais Sang
'Als kind hield ik
me stil. Nee dat klopt niet, stilte hield mij vast.' Mauvais Sang doet
ademen. In al de stiltes die er vallen. Geen ongemakkelijke. Gewoon, het
transistor-ruisen van de harten. Het spektakelduo Carax en Lavant kan zelfs
sereen zijn te midden van een parachutevlucht. Contemplatief tijdens een
schietpartij. Innig verbonden op een scheurende motor. Alles haakt perfect in
elkaar. Mauvais Sang moet je eigenlijk gewoon ondergaan. In de eerste
plaats voor de force nature Lavant. De man die piepjong al stokoud was.
De trucjeskoning, met kaarten, stemmetjes en dat magere lichaam. De
nobele wilde ook, in zijn eerste shot lijkt hij wel een wolfmens. Carax
plaats hem hier in een prachtige, sprookjesachtige setting. Een
dystopisch Parijs zoals dat van Jeunet en Caro. Veel grijstinten, en
wanden die abstract expressionistische schilderijen vormen. De
stoeptegels branden duivels, want Halley's komeet zweeft voorbij. In de
bloedhete nacht gaan Levant en co dan maar in een cabrio rondjes door
Parijs karren. Het lijkt Gatsby wel, ook zo'n afdaling in een urbane
hel. Modern love. Levant wordt ingehuurd door twee oude kerels die een
virus-stam willen stelen. Met een titel als Mauvais Sang moest er ook
wel een fijne AIDS-metafoor komen. Het geeft nog een extra apocalyptisch
zetje. Binoche kijkt mee, Delpy rijdt mee. En Levant. Hij denkt en
danst. 'Ik houd van vrouwen in een spiegel.'
Labels:
films uit de jaren '80,
Leos Carax
Palo Alto
'I know it's not thursday.' De rijke,
witte jeugd van tegenwoordig. Booze en blowjobs. Feestjes in kasten
van huizen van afwezige ouders: afwezig zelfs als ze er wél zijn. Ook de
ouders wonen in smartphone en ijdelheid. Enkel stiefpa wil zijn
best nog wel op een history paper doen, want hij zit in een soort David
Foster Wallace trip. Verspilde moeite, natuurlijk. We zijn in uptown
Amerika. Meisjes om te zuchten zo mooi. (Geen obesitas hier.) De beste
van de bubs is het meisje van die history paper. Sluik en verlegen
dwaalt ze op de feestjes rond. Later blijkt ze zelfs ín een locker te
passen. Frêle dromen. Eén keer schiet ze maar uit d'r slof. Als een maat
suggereert dat niets haar interesseert. Ze zoekt gewoon d'r focus nog!
Gym teach James Franco misschien? I wanted to play football for the
coach... Regisseur Gia Coppola – het zal eens geen Coppola zijn – vangt
de levens met de camera als dromenvanger. Paar goeie Vice-liedjes erbij,
en klaar. Vluchtig, maar niet zonder duisternis, want vooral onder de
jongens vinden we het ongemak. Ongedurigheid die niet in
schoonheid sterft, maar tot zelfhaat leidt. De enige plek waar de twee
schoffies enige rust vinden is de art school. De leraar maakt
er rake, stonede kwinkslagen. Speelde Robert de Niro nog maar zulke
rollen. Of het helpt? 'I'm not Bob, I'm not Bob'. De bob willen noch
kunnen zijn.
Labels:
films uit de jaren '10,
Gia Coppola
Als Twee Druppels Water
'Hij is aan
een parachute neergekomen achter mijn huis. Ik deed alles wat ie zei.' Hét beeld van de film. Als een giftige kwal prikkelt de uit de
hemel neerdalende Dorbeck de fantasie van dromer Ducker. Misschien moet
je zelfs zeggen, Dorbeck insemineert Duckers dorre geest. Aan de rand
van Voorschoten lijkt de parachute immers ook wel wat op een zaadcel.
De saaie sigarenboer gaat bijkans door het lint. Dit is zijn kans! Je
hoort Hermans haast cynisch grinniken. De adaptatie van Rademakers
bekijkend, begrijp ik ook weer wat beter waarom Hermans zó tekeer ging
tegen Weinreb en co. Lafheid valt te vergeven. Pseudo-heldendom nooit.
Gedurende de film worden ook wat andere stokpaardjes van Hermans
bereden. Elke kans om een dokter te dissen moet je pakken. ('Ga maar een
week in bed liggen.') Zelf vond ik de hoestbui een mooie echo en
voorafschaduwing. Duckers vrouw hoest aan het begin, hijzelf tijdens het
heerlijke hysterische end. Hermans zou het de laatste twintig jaar van
zijn leven doen, in haast onstuitbare buien. What would Freud say? Iets
met opgekropte woede tegenover een vader-figuur misschien? Waar hangt de
papa van Ducker eigenlijk uit? Zijn moeder is alvast gek geworden. Klein
dankwoordje nog aan Heineken die het prachtige nouvelle vague-kakmeisje
Nan Los de film in wurmde. 'Neemt u plaats meneer, we houden van een
snelle bediening.'
Labels:
films uit de jaren '60,
Fons Rademakers
Abonneren op:
Posts (Atom)