maandag 31 juli 2017

A.F.R.I.K.A

'Klopt het dat ze uit Noord-Korea komen?' Verhalen die met een verloren pistool beginnen, ze zijn legio in de wereldkunsten. Als 'quest narrative' stuwt het je plot zo lekker makkelijk voort. Iemand rent ermee weg, iemand anders moet erachteraan. In deze film vallen twee politiepistolen in handen van vier (!) jongedames. (In het Koreaans spel je Afrika namelijk met vier 'hangul'.) Er pompt 'stoere' 'Afrikaanse' hiphop op de soundtrack, dus het is wel duidelijk wat deze spontaan ontstane Bonnie & Clyde-gang met die guns gaat beginnen. Pet achterstevoren op en go East 17! De kirrende en kreunende meisjes worden rap vermoeiend. Hun girlpower-tripje heeft de diepgang van Crossroads. Britney's Crossroads welteverstaan. Zo bezien past alle K-pop perfect. De ongewapende agent en zijn handlangers zijn overigens nóg dommer, en dat 110 rommelige minuten lang. Ik vermaakte me daarom met de kleine Koreaanse details. Buíten Seoul lijkt het overal rustig. Het spannendste dat in ieder eettentje gebeurt, is het rondzwemmen van een stel aquariumvissen. Tanken doe je bij de Hyundai Oilbank. Een pompier wil 'op verzoek' wel een lied aanheffen. Zulke stunts maken de meisjes populair bij hun leeftijdsgenoten. De extrapolerende copycat-factor van de nieuwe tijd doet de rest. Iedereen wil A.F.R.I.K.A zijn. 'Who invented the fucking internet anyway?'

Silver Streak

'It's a cathouse on wheels.' Ouderwets staaltje gangster trippin' met Wilder & Pryor. Het kost per trein dagen om de USA te doorkruisen, dus er is tijd zat om al hobbelend, knotsgekke avonturen te beleven. Some like it hot! Alleen een Echte Amerikaanse film kan als potentieel zoet niemendalletje gekruid worden met tal van moorden, geile vrouwtjes, fat/fedboys en rassenkwesties, terwijl Mancini droogjes onverstoorbaar zijn romantische nootjes blijft pingelen. In feite en idiote botsing dus, en da's precies waar alles op uitdraait. Gene Wilder speelt een van zijn betere rollen. Hij gaat de kittige treinromance met Jill Clayburgh heel lief aan. Bedachtzaam bijna. Totdat de fase van Donnie's tuingrappen aanbreekt! Ik had in mijn handen gewreven wanneer verleidster Jill werkelijk femme fatale bleek, maar dat vonden de makers toch net een genre teveel. Nu hebben ze meer tijd voor visuele grollen. Een van de trein gedonderde man met een zeer dringende behoefte aan een auto, wordt gepasseerd door een truck vol auto's... Halverwege plaats bestemming arriveert autodief Richard Pryor, en hij haalt de 'duistere' kanten van Gene boven. 'Al Jolson made a million bucks looking like that.' De ware, Trumpiaanse bad boy raakt zo vergeten, maar het einde wordt gelukkig niet gemist. Jan de Bont zou tevreden zijn. 'I think I'll just eat in my room.'

12:01

'My memory's not that great anyway.' Ik ben dol op tijd-films, wellicht komt dat door mijn eigen Kantiaans klok-gebruik. After Hours, 11:14, Groundhog Day, laat de wijzers maar draaien. 12:01 is er ook zo eentje. De film verscheen bizar genoeg in hetzelfde jaar als Groundhog Day, en de makers van 12:01 meenden dat hún idee werd gestolen. Daar zit een ironische grap in, iets over voor eeuwig gedoemd zijn tot 'de vergelijking', of dat alleen het beste scenario vóóruit mocht. Toch is het hartverwarmende 12:01 bijna net zo leuk. Hooguit wat meer genrefilm. In het slimme detailwerk worden echter continu puntjes gescoord. Wanneer de boy meets girl romance begint, observeert hij hoe zij achter haar oren kriebelt wanneer ze zenuwachtig raakt. En wie doet precies dát als ze elkaar eindelijk ontmoeten? Hij! De koffie en cubes kantoorsetting waar een en ander plaatsvindt, mag je gerust maf noemen. Op het oog nog doodgewoon, maar in de kelder werken evil scientists aan een deeltjesversneller! Onnodige mumbojumbo, in het 'gewone' absurdisme zit de lol van de zaak. Wat de hoofdrolspeler ook probeert, ze blijven hem ontslaan. Het versieren van een authentiek nerdy PHD'er vereist een lading hints. Bizar trouwens hoeveel de nineties in 1993 nog op de eighties lijken. Dat past perfect bij het loopy aspect van de film. 'Meet her every morning a stranger'.

zondag 30 juli 2017

Toad Road

'This is gonna be nice on mushrooms.' Die had ik even niet paraat, maar ook zonder natuurproducten snapte ik de aantrekkingskracht. De potentiële geestdodendheid van mumblecore wordt hier verruimd – slash – om zeep geholpen met bakken acid. Een stel kids in Baltimore steekt elkaar stevig aan. Steeds grotere hoeveelheden poeders en plantjes, op steeds maffere plekken. Van psychedelische rockbandjes komt weinig meer. Staren naar de muren, uit autoramen, of van daken. 'The view is better than the pussy.' Zeker tijdens het donkerblauwe ambient-intro kreeg ik het idee dat Vincent Gallo dit zou diggen. Misschien had hij een song bij kunnen dragen. Het bloedmooie meisje is er al. Gallos's grimmig-meditatieve kwaliteit raakt wel wat ondergesneeuwd door, nou ja, paddo's dus... Ik hoopte dan maar op een grote rol voor de vreemde psycholoog in korte broek. 'I want to try to figure out exactly what your conception of a normal relationship is.' Hij verdwijnt snel. Bepaalde drugs-gebruiksmethoden zijn ook een therapie op zich. De geduldigen krijgen het langverwachte en gezochte shot metafysica. Een vleugje Tarkovsky, met tinkelende bellen. Het ware begin van de film, wat mij betreft. Misschien meer in Toad Road 2? Nee dus. Want de steractrice stierf. Zelden zal een 'dedication to the memory of' met zoveel ongeloof zijn ontvangen. Cultstatus verzekerd.

Don't Call Me Son

'Wil je je echte naam weten?' Anna Muylaert maakte een tijdje terug veel indruk met The Second Mother. In Don't Call me Son continueert ze haar thema's, maar het verhaal lijkt toch vooral restproduct. Alsof het idee tijdens brainstormsessies voor het betere scenario ontstond. Het is een echte korte verhaal-film, gerekt tot tachtig minuten. Muyaert toont zich wederom de chroniqueur van de witte Brazilianen. Een geglobaliseerd land, en tegelijkertijd een microkosmos. (We zien onder meer een Japanner als agent, en een donkere dame als 'maid'.) De blanke kids dansen nog altijd op acid jazz, en spelen in garagerockbands. Het hoofdpersonage heeft niettemin de moderne slag te pakken. De puber gedraagt zich naast non-conformerend, vooral non-gender conforming. In de beste scenes staat hij voor de spiegel. Dromend van iets anders. Die 'Ander' krijgt hij, maar niet zoals hij wenste. Alles mag dan relatief zijn in het postmodernisme, geldt zoiets ook voor familieloyaliteit? Hoewel de Freudiaanse familiefuck spannend begint, en 'het nieuwe begin' zijn/haar intrigerende kantjes heeft, blijft de film onevenwichtig. Moeyaert kruipt nergens onder de huid. De humor hapert, en de slot-ontploffing valt gemakkelijk te voorspellen. De volgende keer (in New Fathers, denk ik zo) toch weer wat meer Kore-eeda erin, die andere familiemeester.

zaterdag 29 juli 2017

Man with a Movie Camera

Spiegelend in een winkelraam, zie ik de cameraman staan/Zijn blik wordt de mijne/Een wereld om te verdwijnen. Je zou voor minder 'poëet' worden! Vertov sleept de kijker onverbiddelijk mee, het tempo van de maalstroom almaar aanwakkerend. Na de verplichte lap dialectische tekst, is het aan de mensen van het Nieuwe Land. Met de cameraman in de rol van woeste dirigent, en tegelijkertijd als een Where's Waldo in Sovjetland. Hij staat werkelijk overal te draaien. Op de spoorbrug of een rijdende auto. Wandelend door massa. Uitwijkend voor apocalyptische vonken. Maar ook: pootjebadend aan zee. Sovjet-melancholie en machismo vallen langzaam samen. Net als bij Buster Keaton krijgt ook de wildste stunt nog iets aandoenlijks. Vertov heeft aan één groot oog genoeg. Hij eert groot en klein. De razende fabrieken én het sluiten van een bh van een meisje. Staal op staal. Billen op billen. Vrolijk sprankelend barst het celluloid uiteen van levensvreugde. Reggio, Chaplin én Riefenstahl hebben hier hun lessen geleerd. In een lange onafgebroken méditation ontdekt film zichzelf. Of ziet de cinema dát het een hele wereld kan zijn? Soms filmt Vertov zo mooi dat zijn verité bijna onwerkelijk wordt. Ten einde raad verzamelen de stadslui zich in een theater. Op het doek projecteert Vertov zijn daden. Hún daden. De droom van de levende camera.

5 Card Stud

'Sometimes the truth is actions, not words'. Moderne tijden. Ik keek deze western nadat ik een staaltje YouTube-huisvlijt tegenkwam. Iemand heeft de film met veel liefde tot Lambchop-videoclip omgetoverd. Een geniale ingeving, want Paperback Bible vormt de perfecte holster. De titel geeft al een cruciale plot-hint, en ook in de tekst peinst Kurt Wagner over de commerciële aspecten van geweren. En wat is een western zonder shoot-outs en eenmanszaakjes? Je geld of je leven! Gambler Dean Martin laat in de hoofdrol de kaarten goed ritselen. Hij croont zelf de openingstune, maar emuleert het accent van tegenspeler Mitchum. Die zingt als priester trouwens wél on screen – en hij doet dat zoals hij acteert. Lekker bombastisch. Pas na een kwartier merkte ik dat er iets vreemds aan de hand moest zijn. De Afro-American, die aanvankelijk nog traditiegetrouw angstig kijkt, deals into the action. Mooi. Yaphet Kotto verricht performatieve daden. Dit is dus helemaal geen minor western uit de klassieke periode! De film stamt uit 1968, en heeft ook meer weg van een killer mystery. Helaas zijn de meeste spelers (en regisseur Hathaway) toch nog iets te anachronistisch om op Altman vooruit te kunnen lopen. Mitchum bromt 'I was aiming at the spaces in between', maar de film schiet degelijk ingevet on target. Trumpisms, die verkopen het best. 'Me first, nobody second.' 


vrijdag 28 juli 2017

Hot Tub Time Machine

'The taxidermist is stuffing my mother.' Advertentiespel-titel leidt tot simpele pitch: Back to the Future met T&A. Dat moet iets voor Seth Rogen zijn, maar hij doet zowaar niet mee. Een verademing. Op wat onsmakelijke momenten na zit Hot Tub Time Machine best aardig in elkaar. In die moderne retro-stijl brengt de film een ode aan de jaren tachtig. Of preciezer, aan de fílms van de eighties. Het verleden ziet eruit als de bios van toen. Personages spreken op z'n Michael J. Fox, en rennen zich rot door Porky's universum, een plek waar het grootste gevaar van frat boys komt. (Ik zat aan Thierry Baudet te denken.) John Cusack speelt de hoofdrol, zonder ghetto blaster. Zonder vrouw zelfs. Vroeger, ja toen werd er wel gescoord. 'I fucked your sister!'. Helaas doet Joan Cusack niet mee. Ik zou er een pastiche-bonuspuntje voor hebben gegeven. Wat meer Groundhog Day-bespiegelingen waren ook welkom. Dit blijft een film van lulletjes met lolletjes. Het bittertje ontbreekt, maar muzikaal werkt de tijdmachine feilloos. Niet alleen door klassieke kanonnen als Public Enemy en Talking Heads, maar vooral dankzij bands die inmiddels in een vergeten tijdlijn bivakkeren. Scritti Politti! Bakken hairmetal. Glad met ballen. 'Even among the gentle prairie squirrels the mateless male is subjected to a humiliating ritual.'

Innocence

'Change du ribbon.' Repetitieve geluiden en rituelen. Het leven op een merkwaardige meisjeskostschool speelt zich af in herhaling. De schommel piept, een piano loopt vast, en een klok blijft maar slaan. Al snel worden het signalen van gevangenschap, van een gruwelijke vorm van controle. Stevige muren begrenzen The Territory. Enkel een waterval vol van bruisend verlangen sprankelt als 'white noise' nog. Hadžihalilović's Innocence heeft iets van een giallo zonder geweld, De spanning is niettemin (of juist daardoor!) om te snijden. Spooky als een Boards of Canada-interlude, dartelen de meisjes rond. In spierwitte balletpakjes wachtend op hun ontpopping. Een nieuw gearriveerde stelt eerst nog vragen, maar valt na wat tranen in het verwachte metrum. De oudere leerlingen richten haar af, nog vóór de enige twee vruchtbare vrouwen van de film dat kunnen doen. (Eén daarvan loopt heel Freudiaans met stok, de ander pint vlindertjes.) De eerste skill die de meisjes leren, zijn de getallen. Alleen zo kan je maat houden. En aftellen tot wat komen gaat... De kalm opgebouwde spanning culmineert in een intense keuring. Het repetitieve geluid van de trein had de film mogen besluiten. Op weg naar waar...? Ik dacht aan JB Charles's gedicht De Poppen. 'Toen ik laatst in de hemel was, het was bij de topazen poort, schreed daar een kleine optocht voort.'

donderdag 27 juli 2017

Shiri

'It's a lovely wednesday when our fish take a bath.' Lang geleden kocht ik een zwik Zuid-Koreaanse dvd's, toen de plaatselijke cultvideotheek 'instortte'. Guilty pleasure Shiri blijkt daarvan net mane cultuursociologisch interessant. Samsung stak er duidelijk vele miljoenen in. Naast kogels schieten er dus ook vele producten langs. De investeringen loonden. Aan de thuiskassa brak Shiri alle records en 'on screen' weet men met HK en Hollywood te wedijveren. Dat begint al bij de oenige McGuffin: een nieuw soort 'waterige bom'. Iets voor Nicolas Cage, wellicht. De premisse wordt desondanks droog als een academisch voorstel uiteengezet. Dapperder is het gebruik van de Noord-Zuid tegenstelling. Zó'n grote slechterik woont er nu eenmaal niet naast de Amerikanen, en  ik denk ook niet dat ze 'm anders zouden durven inzetten. De Noord-Koreanen blijken Universal Soldiers. Ze infiltreren zelfs een 'peace match'. Helaas was het nét te vroeg voor een Guus Hiddink-cameo. Gelukkig stroomt er naast haat ook weemoed door de film-aderen. In een peperdure mall converseren de zuidelijke agenten terwijl er een blikkerige versie van Brechts Dreigroschenoper klinkt. Het arme noorden heeft duidelijk heel wat meer te winnen bij de 'unification'. Een perfecte, Grieks-tragische realisatie zet de finale stijlvol in gang. Locatie: een aquaria-winkel. Een beetje leip blijft het altijd met Koreanen.

The Pearl

'Open it.' 'I am afraid to.' Zowel Steinbeck als Hemingway boekten rond hun vijftigste veel succes met een korte roman over de Mare. Van die zeeverhalen die eigenlijk al eeuwenoud leken. Bij Steinbeck ligt de parabel-kwaliteit er helemaal dik op. Een jongeman duikt een onwaarschijnlijke parel op. Alle old men van het dorp weten nu wat ze willen. 'Let me touch it.' De proletariër van alledag droomt plots van de toekomst. Niet langer hoeft de bloedende vuist van de werkende klasse op de deuren te slaan, biddend dat de bourgeoisie de kids komt genezen. Nu is hij zélf rijk. Maar zoiets brengt geen rust in dit sprookje. Al snel wordt hij omringd door ver boven hem uit torende schurken. Witte, rijke mannen konkelen. De superieure, op Eisenstein geïnspireerde shots, maken het Unheim van de Ongelukkige kristalhelder als die geluksparel. De man is letterlijk ont-aard. Jammer genoeg ontbreekt een moment dat de duiker in de parel staart, en zijn vroegere leven nog eens terugziet. Rustig onder water peddelend, als in een paradijsje van Murnau. Hoewel het er niet bepaald subtiel aan toe gaat – en de actie wat langdradig voelt – blijft de eenvoudige boodschap van Steinbeck krachtig. Kapitalisme geeft enkel om waarde, nimmer om eigenwaarde. 'You're a rich man now, you'll have to act like a rich man'.

woensdag 26 juli 2017

Romeo Is Bleeding

'Hey there he is now.' Muted trumpets at a diner. Dat kan alleen maar een welgevormde sleazenoir zijn. Al knipogend emuleren de makers het klassieke gevecht van de hoeden mét de gleuven. Romeo is Bleeding start natuurlijk als retro-raamvertelling, vol postmoderne geintjes. 'Pretend you didn't see that.' Elk cliché schiet langs. De geoefende noir-kijker kan de situaties rond vretende maffiosi en flauwe agenten wel dromen. Sommige van de grappen lijken om die reden bewust maar half-afgemaakt. De personages zorgen zelf voor de filmreferenties. 'You never saw Hud!' Het schmierende stijltje van The Law stond me wat tegen. Teveel 'bestudeerde' accenten ook. De ode begint punten te scoren, van zodra de wisecracks nog maar over één onderwerp gaan. 'Gun' talk. 'He should be in a rest-home, not a threesome'. Lena Olin speelt de kinky opperbitch gepast dominant. En onvergetelijk. Priemende ogen, priemende andere lichaamsdelen. Zij windt de cop Gary Oldman met gemak om de benen. De kroniek van een aangekondigde heupenkilster. Zo overstijgt de film net het niveau van The Salton Sea, om ergens in de buurt van The Last Seduction uit te komen. Het mallotige nachtmerrie-plot had trouwens best nog gestoorder gekund. Ik zag prima kansen op een wife/mistress-doppelganger. 'You're a dry fuck.'

The Old Man and the Sea

'Are you ready old man?' 'Ready.' Een mini-serie naar een net geen-novelle van Hemingway, hoe zouden ze dat voor elkaar hebben gekregen? Nou ja, de gekende serietrucs. Verzin er een echtpaar in crisis bij en je bent alweer een aflevering verder. Gelukkig maakten ze ván de serie dan ook nog een korte filmbewerking, en dat is er precies genoeg an. Naast tijd hadden de makers ook geld genoeg. Men filmde op de Britse Maagdeneiladen, die 'op land', de juiste, gruizige indruk maken. De cinematograaf slaat bijna alle pitches binnen, door veelal voor spaarzame belichting te kiezen. Glimpjes goud, in kleine goudbruine vissershutjes. Anthony Quinn speelt de Oude Man. Hij is een beetje vadsig voor een armesloeber, maar acteert met overtuiging. Met zijn jonge kompaan Manolo (die als Bruno Mars-mannetje een grandpa crush heeft), babbelt hij vooral over baseball. De twee worden van een afstandje geobserveerd door Patrcia Clarkson en Gary Cole. De piepjonge Clarkson rockt een fijne Princess Leia-vlecht, en klinkt al net zo doorrookt als de decennia erna (toen ze pas echt beroemd werd.) Wanneer het Moby Dick-gevecht met de Laatste Vis begint, keldert het locatie-realisme ironisch genoeg. Alsof ze Quinn niet verder dan vijf meter buitengaats kregen. Zijn spookgevecht blijft niettemin aandoenlijk. 'Wat krijgen we nou, hand?'

dinsdag 25 juli 2017

River of Grass

'Limbo, that sounds nice.' Het Grote Niets. Slackeren met Strangers in Florida. Van Kelly Reichardts debuutfilm uit 1994 (!) geloofde ik ongezien dat ie goed zou worden. Ik had 'm daarom maar bijna imaginair gelaten. Die zeventig minuten kon ik ook wel zonder verificatie koesteren. Gelukkig toch gedaan, en met volle teugen ondergaan. Reichardt toont ons haar prille klasse én haar grote voorbeelden. Dit is het All American arthouse-land waar Jim Jarmusch en Edward Hopper de bekende goden zijn. Cassavetes vormt een derde, meer verrassende pijler. 'Hij' injecteert een fikse shot jazz, gepersonifieerd door een cavialovin' cop. Deze kerel heeft een drumset achter morsige gordijnen staan. Het lijkt wel een Jandek-albumhoes. Erg belangrijk is hij eigenlijk niet. De thirty something-dochter van de agent deelt op de voice-over haar eenzaamheid en verloren jeugd. Zij ademt in alles een echte Reichardt-hoofdrol. Op de vlucht voor haar eigen lijzigheid, ontmoet ze een medeslacker. De twee zoeken de zin in een vleugje gevaar. Al snel stuiten ze daarbij op hun grenzen. 'I'm out of my element in Broward.' Karrend langs lege velden belanden de twee in platenzaakjes en andere akkefietjes. We zien zelfs een platenhoezen-sequentie. Hot rod rumble, op standje sloom. Langzaam vervliegt het verlangen, en knipperen slechts apparaten nog. 'You ought to hang on to that stuff'. 

The Glass Shield

'How do you afford that car, it's a nice car.' Pijnlijk ironisch, hoe bekend sommige akkefietjes uit deze film nog voelen. De racisme-Typhoon woedt al héél erg lang in de USA. Racial profiling, en de onvermijdelijk botsende poging tot meer kleur (en meer hart!) bij de politie bepalen nog altijd het nieuws. The Glass Shield keert de zaken binnenstebuiten. White privilege, black cop. Na een supertoffe intiteling in comic-stylo, zien we een jonge donkere agent zijn droom waarmaken. Eindelijk bij The Force. Trots als een pauw, en met de ijverige neiging een oogje dicht te knijpen voor de uitwassen. Al snel begint het hem toch te benauwen. De film laat shot na shot blanken boven zwarte verdachten én agenten uittorenen. Een fraaie truc, en zodra de kansen keren, keren de shots ook. Door de glazen wand komt de rookie echter niet, net zomin als zijn vrouwelijke collega trouwens. 'Some of the men are complaining about your use of heavy perfume.' Goed bedoelend, en soms ook goed raak dendert het scenario door. In de thuissituatie van de agent wreekt zich soms wel het wat aarzelende acteerwerk. Zijn slimme vriendin komt er bekaaid vanaf. Maar in zo'n prent prevaleert die opeenstapeling van woede. Burnett (Killer of Sheep) laat het celluloid branden. De hel vol witte mannen. Een lach van ongeloof wordt een grimas. 'I can see through that badge.'

maandag 24 juli 2017

I Love Melvin

'I know what she'll sigh like.' Schitterend geschetter uit Hollywood. I Love Melvin brengt kort en bondig ieders musical-dromen tot leven. Was ik maar een ster onder de sterren. In het olijke plot ontmoet het droom-meisje Debbie Reynolds de schmuck Donald O'Connor. Hij beweert haar grootste fantasie waar te kunnen maken. 'Judy you deserve an Academy Award.' Melvin heeft als hobbyfotograaf alvast een beetje geoefend, in gezelschap van de MGM-leeuw. Het beest maakt zo zijn enige 'appearance' binnen een film, in plaats van eraan vooraf. Ook het meisje heeft al wat ervaring met showbiz. Ze staat op Broadway, in een rol die wel één van meest verbijsterende en boude objectiveringen van het vrouwenlichaam uit de filmgeschiedenis moet zijn. Ik zal het niet verklappen... Sneaky Melvin belooft haar intussen fame met een snappy truc uit het date-boek. Tot ongenoegen van haar ouders. 'Pops, it's my career' 'In the bathroom!?' Maar juist daar, onder de (aanstaande)familie, verandert I Love Melvin van een kekke musical in een hartverwarmend staaltje plezier. Echt superlief. Zelfs de vergeefse vrijer krijgt mijn meelij. En ook het zusje mag met de fantasie-sterren meedoen. Half-dansend en halfrolschaatsend in duet met een zevenjarige. Dan heb je ballen als film. Verklap ik toch nog wat. 'Now I'd like to go from the ridiculous to the sublime.'

Les Cowboys

'Vergezel jij je pa overal mee naartoe?' Een stoere bink-vader heeft zijn kids in Frankrijk bijzonder Amerikaans opgevoed. Cowboyhoed op en lekker linedancen. In een majestueuze, zeer muzikale openingsscène zien we het gezin op zo'n BBQ-feestje. Er broeit dan al iets Egoyans. Pa zingt zijn dochter toe, die daar wel héél ongemakkelijk van wordt. Even later verdwijnt ze, en daarmee is ook de beste scene van de film ten einde. Wat doet een kind dat zich wil afzetten tegen haar Stars and Stripes-pa? Die gaat met een jihadi, natuurlijk. Pa reageert zoals je dat van een imaginaire Yankee mag verwachten. Hij gelooft niet in de Staat, en gaat zelf wel op zoek. Met zijn loserige zoontje in zijn kielzog. 'Ik kan niet achter elke kopvod an!' Echt denken doet de man niet, compassie heeft hij ook niet. Hij wil gewoon zijn dochter terug. De film doet daarin denken aan de anti-pedo-wraakexercitie Trust. Er resten slechts losse, rake momenten, morsig als de Zodiac-jacht. 'Zag je de staat van de buurt?'. Een bespottelijk amateuristische tijdssprong doet het scenario bepaald geen goed. Verzin daar dan een symbolische manier voor! Cinema kan zo fraai het verglijden van tijd tonen. Almaar warriger (tegelijk islamofobisch en goedbedoelend) treedt de vergeten zoon later in pa's gelaarsde voetsporen. Het hart van de prent klopt pas weer tijdens het einde. De film had la cowgirl nodig.

zondag 23 juli 2017

Run for the Sun

'When a guy like me can't write, they ought to shoot him.' Richard Widmark blijft één van mijn favoriete acteurs. Zijn stijl is elektriserend, zelfs in een niemendalletje wekt hij hortend en stotend continu de indruk onder hoogspanning te staan. In dit Boulting-vehikel speelt Widmark een schrijver die overduidelijk naar Hemingway werd gemodelleerd. De man die overal bij was, probeert nu te verdwijnen. Een nogal Afrikaans ogend Mexico vormt dan de juiste setting. Het typische hinterland, daar waar het altijd feest lijkt, en de witte man zijn depressies kan 'door-leven'. Verdwaasd en verfomfaaid heeft Widmark wat weg van Kinski. Scruffy as the landscape. Van schrijven komt het echter niet langer, totdat een lieftallige dame hem opspoort. Greer staat haar mannetje, al rokend en fotograferend, maar ze heeft volgens de auteur zo haar minpunten. 'Tastes in books: doubtful'. De milde grapjes over het schrijverschap, geven de film net wat extra's. De auteur die 'on screen' op zoek gaat naar het noodzakelijke 'flaw in the character'. Letters geven natuurlijk nooit het gewenste spektakel, dus belandt het stel in Kuifje-stijl in de handen van twee mysterieuze kerels met een Europees accent. Een blik in de kast spreekt dan boekdelen: Nietschze. Aha! Nazi's! Een Indiana Jones-handigheidje doet de rest. 'Who cares what the critics say, I like it.'

Two for the Road

'I thought I was going to last a lifetime.' Bitterzoete zuurstokjesfilm met Audrey en Albert Finney. De dikke en de dunne, ze grappen er zelf ook over. Het stel lijkt een Zwitserleven in Frankrijk te leiden. Zo goed dat zelfs de naam van het kind wordt vergeten. De soundtrack van Mancini streelt de oren, de kleedjes van Audrey de ogen. Zelfs de hologrammen-intiteling ademt in alles luxe resort klasse. (Het soort plek waar de twee meestal verblijven.) Niets aan de hand dus, alles gereed voor de romance van een zorgeloze zomer, wat zeg ik, van véle zomers. Vooruitgang is je oude Genevieve-karretje upgraden van MG naar Mercedes. Maar in het caleidoscopische palet van Audrey-outfits begint zich langzaam een breuk af te tekenen. 'Seks was leuk toen we nog niet getrouwd waren.' In ontmoetingen met (voormalige) vrienden hadden de twee hun voorland dan al ontwaard. Zwijgen en tobben. Wat lang vlucht de film in humor met bananen en bubbels. Gedoe met een heel anale boekhouder: ''You're denying Joanna the right to be her own paradoxical self'. Dat maakt de switch naar de Blue Valentine-crisis lastig. Een echt goede komedie met melancholische ondertoon maken is weinigen gegeven. Blake Edwards deed het ooit heel snedig met Dudley en Julie. Soms komt Donen dichtbij. Een kleine bite in Audrey's oksel. 'End of romantic gesture.' 'That didn't last long.'

zaterdag 22 juli 2017

This Is the End

'I bet you hate movies that are universally loved.' De meeste cinefielen zijn ongetwijfeld lone wolves, die lekker op zichzelf de ene na de andere obscure arthouse-film kijken. (Zie ook de muziekvariant: Vinyl). Dat komt de smaak van ons soort mensen vast ten goede... Maar kijk nou, ik vond mezelf ineens in gezelschap terug met dit Seth Rogen-vehikel. (Nee hè!) Gelukkig weet onze Seth zelf ook wel dat hij universeel gehaat wordt. 'Doe het lachje!' Hij speelt daarom (!) wederom zichzelf, en niet eens onder een andere naam. Tout Hollywood draaft in meta-stijl op, om zo hun eigen wereldje een hak te zetten. Soms is dat best lachen. 'Dear God, it's me, Jonah Hill...From Moneyball.' Het merendeel van de tijd neemt Seths cursus 'scenarioschrijven voor pubertjes' het spijtig genoeg weer eens over. De apocalyps bekeken door het beperkte denkraam van Kevin Smith. Tot overmaat van ramp doet ook Danny McBride mee. En we moeten het zonder de compensatiebonus-kont van Natalie Portman stellen. Dit is een film ván en voor bleke jongetjesbilletjes. Eindeloos mikken op LMFAO. De soundtrack redt wat er te redden valt, met Cypress Hill en Snoop Dogg, en – als enige geslaagde fantasie – de Backstreet Boys! Had het nou toch gewoon bij een eindeloos Hollywood-feestje gelaten. 'Hey Seth Rogen, what up man!'

Last Minute

'The added flavour of urban living.' Finland, Makelaarsland. Op pad met de 'firmaa-aauto'. Zo zien we Helsinki eens van de duurdere kant. Euro's doen de ronde. Zelfs het racket dat uit woede gesloopt wordt, wil niet breken. Het chique plotlijntje rond een makelaars-stel raakt echter al snel – en overigens ook wel op hun eigen initiatief – verknoopt met met de zelfkant van Tarantino-figuren en 'hey hey hey'-surf. Schelden in het Fins klinkt verdomd eloquent. In de verte verschijnt een Lidl. De makelaars-madame vindt haar evenbeeld in een kleine bitch. Een vroegwijs kind, dat iets teveel lesjes van haar criminele pa heeft geleerd. Maar zijn de witteboordcriminelen zoveel braver? 'You have your shit and I have mine'. In het eerste, nogal flauwe deel van de film, schmiert iedereen er lekker Hollands op los. Eentje lijkt zelfs sprekend op Porgy Franssen. De kruimelcrimineel kampt met heel alledaagse probleempjes op het fysieke vlak. Ik zei het al, het is generieke Tarantino. Gelukkig belandt de hele bups onnavolgbaar achtervolgd in het hinterland. Zo kennen we het slackerende Finland weer, van zodra het op Japan gaat lijken! Daar waar droogkloten elkaar muggen afvangen. De guitar ramblings op de soundtrack worden ook steeds Jarmuschiaanser. En wanneer ik nu toch tig nationaliteiten heb genoemd, concludeer ik: don't mess with the Est.

vrijdag 21 juli 2017

Carol

'Oh I read, too much probably.' Op dit moment verdiep ik me in 'middlebrow' romans. Een invalshoek binnen de literatuurwetenschap die de laatste jaren 'en vogue' raakt. Niet langer moet het elitaire modernisme (lees: de man!) bestudeerd worden. De bestsellers verdienen ook aandacht. En die zijn in de twintigste eeuw, de eeuw waarin vrouwen het grote lezerspubliek gaan vormen, ook steeds vaker van de hand van vrouwen. Patricia Highsmith past prima in dit kader. Zo vindt het ware middlebrow-succesboek pas zijn completering in de film. (De Highsmith-adaptaties zijn dan ook ontelbaar). Inhoudelijk houden  dergelijke bestsellers van producten – 'Look at this furniture!' – en lifestyle. Het grijze muisje Rooney Mara maakt dus niet toevallig in een warenhuis kennis met de rijke Cate Blanchett. Om de vriendschap van de chique dame te winnen gaat Mara (met een vleugje Hepburn) snel een LP uit een platenzaak halen. De bestseller mag ook graag met vuur spelen. De rijpere dame wil dus méér dan conversatie. En het shopping meisje wellicht ook. Gender kwesties. Daar vinden Highsmith en moderne cultuurwetenschappers elkaar definitief. Regisseur Haynes past hier als een handschoen. Twee hele dure zelfs. Ik vond zijn verfilming aardig retro-Sirkiaans, maar zonder diens bite van het 'onzegbare'. 'What I really want to do is write. That's why I watch movies.'

A Man Called Ove

'De rij begint achter mij.' Boze witte man Ove fungeert als éénkoppige buurtwacht op zijn woonerfje in Zweden. Misschien was hij beter naar Noorwegen geëmigreerd. In Zweden zijn nog nét genoeg mensen (en buitenlanders) om je aan te ergeren. Ze verhinderen zelfs zijn laatste plannetje. Suïcidus Interruptus. Ove moet nu wel aan zijn eigen penibele situatie denken. Vrouw dood, zijn job verdwenen. 'Je kunt nog best wat doen met je leven.' De saai smerende muziek hint er al op. Ondanks Ove's depressies en gemok zal dit een zoete feel good-film blijken. Rest de vraag: waaruit zal de grote verandering bestaan. Een vrouw, of toch een reis? Iets anders - wat dan ook! - leek me een plus. De film maakt er een curveball van. De sociale controleur vlucht via enkele Proustiaanse flashbacks in het verleden. Meestal niet aan mij besteed, maar dit is een zeldzaam voorbeeld van een scenario dat enkel tijdens dat handjevol herinneringen een snaar weet te raken. In het 'vroeger' vindt Ove zijn warmte terug. En ook zijn intelligente vrouw, die deze 'Pech-Ovel' ooit uit zijn cocon hielp. 'Hoe kan iemand nu te lief zijn?' Demis Roussos bibbert op de soundtrack, light jazz doet hartjes trillen. Het ultieme seventies geluid, voor goudbruine tijden. Zelfs sjaggie Ove was gelukkig. Samen met een vrouw, op reis. Dus toch gewoon het standaard-antwoord. 'Je mag van binnen dansen'.

donderdag 20 juli 2017

Ride the Pink Horse

'You sound like a disillusioned patriot.' Robert Montgomery had een handje van merkwaardige noirs, toch al een genre van vreemde (invals)hoeken. Net als in regieklus The Lady in the Lake speelt hij hier zelf de hoofdrol, nu als oorlogsveteraan met 'een plannetje'. Montgomery kende het wereldje als voormalig soldaat uit eigen ervaring. De dolende PTTS'ers die hun draai niet meer vonden. Zijn hoofdpersonage reist uit arren moede (maar met fikse dollartekens in de ogen) naar San Pablo. Een plek van de outcasts en misfits. Spics en Injuns. De stoffige straten doen aan Touch of Evil denken. De moderne tijd is er ook al. Gegoochel bij een kauwgombalautomaat, en een schurk met een gehoorapparaat. Het zijn dergelijke vervreemdende details die de film maken. Soms sjokt het scenario ook zelf nogal vermoeid verder. Op de straten en in de Mexicaanse establishments heersen andere tijden. 'The big drinks are most best.' Onze held volgt een schurk, maar wordt zelf ook weer gevolgd. Vadertje Staat lijkt goedmoedig, maar de depri ex-soldaat twijfelt. Is iedereen corrupt? Hij vindt zijn troost niet langer bij blanke 'dames', of in een chique club. Geef hem de fles van een oude Mexicaan en de healing touch van een injun girl, die hem aan zijn tijd in de Pacific herinneren. Een laatste rondje van het leven. Ontredderd in alle opzichten. The man with no place.

Diane

'None of you knew.' Armoedig Engeland tijdens de seventies. Het gelummel van 'sods and hooligangs' op uitgestorven pleinen. Een picknick tegen de achtergrond van een industrieterrein. Samen met je meisje mintjes kraken, terwijl je moed verzamelt om haar te kussen. Gelukkig vraagt ze het zelf al! De eerste scenes van Alan Clarke's Diane zijn eigenlijk best pittoresk. Een slice of life uit een zomer. (We zien de eerste Britse Tour de France-fanaat uit de geschiedenis.) Langzaam focust Clarke – bekend van het snoeiharde Scum – op het doodgewone meisje Diane. En dan valt het zwaard alsnog. Niks ongemak der jongelingenliefde. Het snijdende leven toont zich onverbloemd. Diane heeft haar pa dan al een paar keer opvallend fel verdedigd. Nu moet ze zichzelf nog leren verdedigen. De tweede helft van de film is seventies cinema op zijn allerbest. Altmanesk echt. Diane zet voorzichtig haar eerste stappen. Met nieuwe vrienden, die elk ook zo hun eigen rafellrandjes hebben. Op het tankstation voelt Diane dat ze aantrekkingskracht heeft. (Afwijzen leer je op een lieve man.) In het huurhuis helpen anderen haar, en zij hen, zonder geclaim. En tussendoor blijft pa maar verschijnen, in elke dialoog weer intens. Over een extreem moeilijk onderwerp extreem 'gewoon' doen. Zonder poeha. Dat is dapper. De nacht erna had ik er zelfs een droom over.

woensdag 19 juli 2017

Love and Friendship

'She hasn't had tea, could be a lack of nourishment'. De wonderlijke carrière van Whit Stillman krijgt de laatste jaren eindelijk weer wat voeding. Hij keerde terug met Damsels in Distress, en zie hier, een zeldzaam vertoond verschijnsel: de Austen-adaptatie... Die Damsels-titel had dus best kunnen blijven. Voor de financiering (en cameravoering) stond een aardige Nederlandse inbreng garant, al moeten 'we' het wel zonder cameo stellen. Carice had echter niet misstaan, bijvoorbeeld in de bitchy bijrol van Chloe Sevigny. Zij speelt de blonde sidekick van Kate Beckingsale, die als een Kardashian door de film paradeert. De goeie derrière in een hoepelrok, haar eigen onschuld verbáál beleden. 'I've lived in nearly perfect ioslation'. Dit druifje met pit dient men dus uit alle macht te vermijden, maar zo werkt dat natuurlijk niet in de wereld van Austen. Vrouwen zijn slangen, mannen oliedom. In woord en in daad. TLC meets TCM. De grote vraag blijft dan, vindt Stillman nog iets van zichzelf in deze vertrouwde wereld van schrijden en strijkjes. Laten we zeggen, bij momenten. Het lezen van een brief wordt lekker melig. De wisecracks treffen achteloos doel. 'I know you spent little time in society.' 'None.' Bovendien zweemt zelfs in zo'n period piece ineens de Trump-mentalité. Mensen zijn net politici. 'Facts are horrid things.'

A Touch of Zen

'Go on painting all day and you can forget about marrying.' Een spitsig Sarumannetje kibbelt met zijn oude moeder. De schilder uit de misty Chinese mountains leeft in een wereld even pittoresk en kleurrijk als zijn doeken. Moeder is zelf wel klaar met de rust. Kan hij geen ambtenaar worden, of zo? Het leven komt echter naar 'artistieke' zoon toe. Een 'Wayfaring Stranger' verschijnt als de Oosterse Eastwood met hoed. Hij durft zelfs Confucius tegen te spreken. De arme schilder wordt er maar onrustig van. 'Moederrrr!' De gortdroge humor – 'your county is surprisingly lively – maakt dit epos nog wat lichtvoetiger. Zeker wanneer de martial arts gemixt worden met girl power. Moeder is niet de enige die van wanten weet. Na het nog zo rustige intro haalt men de zwaarden tevoorschijn. Indrukwekkend hakken de partijen op elkaar in. Tijdens het verklarende 'verhaal in een verhaal'-dommelde ik weg, maar de film schittert weer zodra Zen verbijsterend psychedelisch de macht grijpt. De stoet aan fijne karakterkoppen ontmoet het Bovennatuurlijke. Eerst nog handenwrijvend, goedgeluimd en vooral ongelovig, maar laat me je één ding vertellen. Don't mess with monks. Ever. Ik ga er vanuit dat Jodorowsky deze film wel eens gezien heeft. De staat van Zen. Alleen maar willen zweven. En in één sequentie gebeurt dat ook. Bijna. 'Just humble efforts'.

dinsdag 18 juli 2017

Endorphine

'Alles wat we waarnemen, deformeren we.' Welkom in het Cartesiaanse theater dat cinema heet. Tijdens het intro ontmoet Tati The Matrix. Is alles wat erop volgt een lucide droom? Endorphine geeft twijfelaars en wakenden een kwaliteitsinjectie. In de eerste plaats door simpelweg intelligent te dúrven zijn. Een bromvlieg kan hier als uitleg dienen in een college philosophy of mind. Het leven van een meisje verbeeldt alle andere vragen. Het kind is op een doodgewone winterdag in Canada getuige van een gruwelijke gebeurtenis, die ze onmiddellijk naar de krochten van haar brein verdringt. Onbewust weet ze zelf wel dat het trauma daar niet kan blijven, wil het niet gaan woekeren. Om de ellende 'terug te brengen' is echter lef nodig. Endorfine. Haar bewustzijn moet 'omgeleid' worden. Een paar Cronenbergiaanse spelletjes bieden geen soelaas, in tegendeel, ze werkt zich nog dieper in de nesten. Pa neemt haar ten einde raad mee naar de hypnotiseur. En dan gaat het goed los. Dit is cinema van suggestie. Ik stelde me voor hoe de film één lange poging is om de bioscoopzaal tijdens een EDMR-sessie collectief mee laat (her)beleven. Endorphine biedt met andere woorden een intieme mindfuck. Enkel het 'trigger'-liedje vond ik wat clichématig spiegelen. 'Daydream, I fell asleep amid the flowers,for a couple of hours'. Psyche zkt. pijn, eerdere ervaring geen bezw.

L'Attesa

'Waiting for the miracle to come.' Pasen op Sicilië. Met Leonard en het intense Italiaanse katholicisme. Veel show. Het soort religiebeleving waaraan je merkt wáárom het werkt. De mens kan ook als geëvolueerde mot maar moeilijk weerstand tegen de vlam bieden. Vluchten in een vurig gewenste droom. De beelden van processies en naakte Jezusbeelden vormen de 'backdrop' van een verstild Paasverhaal. In een statig en vooral leeg huis kreunen de stoelen. Er is een verlies geleden. Juliette Binoche doolt rond. De film had met evenveel recht De Afwezige kunnen heten. Haar wachten wordt verlicht door een mooi meisje (Lou de Laâge). De koppeling van Binoche aan een jong talent (eerder ook met Stewart in Cloud of Sils Maria) werkt wederom prima. Kleine, doodgewone handelingen tonen het Lijden. Het kneden van pasta, en – nog duidelijker – het leeg laten lopen van een luchtbed. In de innige omklemming loopt het leven weg, met een eindeloze zucht. Gedurende het laatste kwart nadert het moment van de waarheid. Zal er een wederopstanding plaatsvinden? 'Ik had die droom over het water weer.' In het jonge meisje ziet de oude vrouw alles wat verloren ging. Ze wil lief zijn, maar ze weet niet hoe. Helaas weten de makers het wel. Ik wenste een killer einde. Maar het blijven Italianen. 'Tu 'magine ma vie.'

maandag 17 juli 2017

Fan

'Such a big star, with such a foul tongue.' Zou een superster zijn twilight voelen naderen, zodra fans zich steeds gestoorder gaan gedragen? Hun wanhoop richting jouw uitgang. In deze big budget Bollywood-variant op Misery besluit een look-a-like zijn 'senior' (SRK) een handje te helpen. Hij timmert de grootste concurrent van ''The most evergreen super-duper star' in elkaar en verwacht nu een beloning! Die krijgt hij dus écht niet, maar de dork belandt wel in een ode vol Gangnam style-dansjes en epileptisch flitsende knokpartijen. Zijn leven wordt een Bollywood-avontuur, precies wat ie altijd al wenste, en zijn brave ouders met hem. 'God bowled a great googly'. Helaas was de film me eigenlijk ook wat te wiebelig. Na het kleurrijke en vrolijke begin, verging het lachen me al snel. Zou het eigenlijk wel grappig bedoeld zijn? Ik begrijp duidelijk nog altijd niets van Bollywood. En op de homoseksuele subtekst was het wachten vanzelfsprekend vergeefs. (Terwijl de leipe momenten mij toch echt aan Paul de Leeuw's Filmpje deden denken.) Toch werkt de film op een meta-niveau wel aardig. Het Westen trekt bevangen door oriëntalisme naar India voor een achtervolging op een pittoreske markt. Bollywood gaat op haar beurt naar... Dubrovnik! Occidentalisme met een vette spoof-knipoog. Mindblasting?

Cavalo Dinheiro

'Ik hoor je zingen, maar ik voel dat je niet gelukkig bent.' Uiterst raadselachtig schrijdt de avant-garde door de duisternis. Een paar foto's uit verre tijden, een portret met de magie van Faulkner. Donkere mannen tasten langs de wanden van lange gangen. Alsof wat mijnwerkers uit de negentiende eeuw verdwalen in een modernistisch regeringsgebouw. In deze dappere en complete onduidelijkheid speelt Cavalo Dinheiro zich af. Niet voor even, maar voor altijd. Na een uur moest ik gniffelend constateren dat ik er in plaats van méér steeds minder van begreep. Zo'n reactie zal Pedro Costa ongetwijfeld doen handenwrijven. De Beckett van de Portugese cinema doet zijn geuzennaam weer eer aan. Na een tijdje beginnen de personages zelfs te fluisteren. Verstaanbaarheid kon ook nog wel overboord. Zij staren na elkaar, de kijker naar het scherm, hopend dat de doodsoorzaak (of eender welke causaliteit) zich openbaart. Door alle suggesties van geweld gok ik dat er ergens een politieke metafoor schemert. Iets met Kaapverdië en de daad van het doden. Een allang verloren strijd bezongen in vervlogen liedjes. En net als bij Miguel Gomes (een leerling van Costa, gok ik) zorgt juist de muziek voor de emotie en voor plezier. Er niets van begrijpen en dan plots schateren. Tot de lethargie het overneemt. '93 stabs, 48 clips.'

zondag 16 juli 2017

The Salesman

'Hoe wordt een mens een koe?' 'Langzaam.' Te Teheran verschijnen barsten in een appartementencomplex. Zou het een Durak-metafoor zijn? Zo huis, zo regime? Er lijkt toch minder aan de hand. Het getroffen stel vindt via vrienden snel onderdak óp een dak, en even kunnen ze rustig verder leven. De man is leraar op de middelbare, waar hij zijn levenslessen deelt. Het zijn heerlijke scenes vol van begrip. 's Avonds staat hij als stel met zijn vrouw op de planken. Een paar ultrakorte fragmenten volstaan daar om Miller's magie te suggereren, ook dankzij de fraaie sets trouwens. Voor de film écht warm dreigt te worden – en een Iraanse Bullets over Broadway – valt de klap. Natuurlijk. Farhadi's stijl krijgt inmiddels iets vertrouwds. Klassiek met een aangrijpende cesuur. De vriendengroep fungeert als vangnet, totdat ook daar gaten in beginnen te vallen. Het verwerken van trauma's doet mensen domme dingen doen. Eindeloos herkauwend op wat er gebeurde. De grimmigste psychologische oorlogsvoering komt altijd uit eigen frustraties voort. (En misschien zit daar het tentatieve verbandje met Miller). Belangrijker zijn de achteloos opgeworpen gender-kwesties, die nog net wat meer wringen in een patriarchale samenleving. Zo doet melodrama-klasbak Farhadi toch weer nadenken. 'Ik ben slechts een salesman, en níets anders.'

Krisha

'You know how much I love you right?' Het moet uitgesproken worden, dus het is niet waar. Enkel 'hare' Krisha zelf blijft het maar ontkennen, zoals ze haar hele leven rondom eigen waarheden heeft opgebouwd. De zestiger arriveert puffend en babbelend op een familiereünie. Even zet de film de kijker nog op het verkeerde been. Na een Lynchiaans intro heeft die gekke Krisha wel wat komisch. Ze sjouwt nog net geen Wiener-Dog mee. (Al zijn er honden genoeg.) Tijdens de ontmoeting met haar All American Family begint het al te kriebelen. Iedereen is te enthousiast. Krisha net te gefocust. Wanneer ze zich afzondert komt er een wonderlijk medicijnendoosje tevoorschijn. Herken de mens aan zijn voorwerpen. Binnen een paar scenes verandert Krisha van lief tantetje in een potentiële heks. En wie zal er de klos zijn: zij of de anderen? De soundtrack helpt de zenuwen niet kalmeren. Brian McComber (van de Dirty Projectors) plienkt en ploinkt er in oude Antionioni-stijl lustig op los. Ritmes klikken als de keukenklok die verdwijnt. De fraaie cinematografie draait duizelingwekkende cirkels. Technische hoogstandjes met een steadicam. Zo werken alle elementen samen in een uiterst geconcentreerde tour de force. Met Krisha als intens middelpunt en Nina Simone als voodoopriesteres. Rustig en toch retespannend. 'You have to do the work.'

zaterdag 15 juli 2017

The Edge of Seventeen

'Why am I so grotesque?' Ik ging er eens goed voor zitten. Van een vrouwelijke regisseur verwacht ik toch altijd net even wat rauwere cinema. Dat zou wel eens perfect kunnen werken in een hoekige high school-film. Helaas. The Edge of Seventeen lijkt na een hoopvol cynische start meer op The Breakfast Club. Daar hoeft niks mis mee te zijn, maar ik trok het verhulde conservatisme even niet. Depressieve mensen moeten gewoon een beetje vrolijk doen! Als gezegd, het begint nog wel prikkelend. Twee wenkbrauwmeisjes slaan zich vriendin- én vriendloos door het schoolleven. Hun eerste ontmoeting heeft zelfs wat van Ponette. 'She was dressed like a small elderly gentleman.' Kleine, kinderlijke verwondering. Anno nu heeft het leven toegeslagen, en worstelt het hoofdpersonage met het verlies van pa, en – och ja – de levende schaduw van haar popi broer. De cynica zoekt heil bij docent Woody Harrelson, die haar op dat vlak weet te overtreffen. Van zijn mismoedigheid kikkert de film op. Toch wil het maar geen rake satire als Election worden. Daarvoor schuiven de stukken te standaard rond. Het meisje zet zich zuchtend aan de laatste date-option. Een Asian, ribbed en steenrijk. Haar cynisme verknalt door véél te mooie mensen. Jammer.

Next to Her

'It's either nobody or everybody.' Innig samenzijn in Israël. Een 'lonely security guard' leeft samen met haar 'auti' zusje. De twee rommelen maar wat aan, maar hebben in elk geval elkaar. Met een paar vluchtige streken schetst de film dit unieke tweepersoonshuishouden. Samen kleine hapjes pita-brood eten. Samen in bad. Slechts onderbroken door de onvermijdelijke bonk-aanvallen. Allemaal zo echt, dat de akeligheid verdwijnt. Een heel eenvoudig weemoedig reverse-deuntje doet de rest. Je gunt beiden beter. Van hun moderne ma zal dat niet komen: 'waarom laat jij je wenkbrauwen niet doen'. De techniek die ze daarvoor in Israëlische salons gebruiken is even prikkelend verfijnd als de film. De verwachte verandering komt toch, en snijdt ook. Er verschijnt een man. Een wat achtelozer type. Hij kan de boel in twee rigide levens tegelijk opschudden. Hij opent deuren. Niet langer zal de security guard bedremmeld voor de gesloten deur van de dagopvang moeten staan, niet wetend wat ze met zichzelf moet nu de zorgtaak wegvalt. Maar in dat ene eenzame shot merk je het al. De security guard heeft de fysieke aanwezigheid van haar zus nodig. Afstand nemen bestaat niet. Zo schrijdt het scenario naar een slimme twist. Een realisatie vol realisme. Een short cut uit haar leven. In het hart gekerfd als een sterk kort verhaal.

vrijdag 14 juli 2017

Swiss Army Man

'I have a lot of questions about all the things you just said.' Hollywood gaat zich aan Toni Erdmann vergrijpen, dat zal niemand verbazen. Maar zou Japan een remake van Swiss Army Man overwegen? Alles aan deze uiterst merkwaardige komedie ademt (en niet-ademt!) namelijk hun arthouse-leipheid. Extreem flippen op de vierkante centimeter. En nog sentimenteel-muzikaal ook. Ik wil de versie van Matsumoto (Symbol) best zien. Tot die tijd doen ook Paul Dano en Daniel Radcliffe lekker morbide. De eerste scene bevat de grap in een notendop. Een man op een onbewoond eiland steekt zijn hoofd uit arren moede in de strop. En net als hij dreigt te sterven... ziet hij een lijk! Dan moet ie daar maar mee aan de gang. Ergens in de verte is deze cultfilm in spe een variant op de tearjerker waarin een dakloze vriendschap sluit met een kat. Evenveel projectie. 'Crazy, I'm fucking crazy, maybe just maybe, I'll make it alone.' Gekke liedjes én Cotton Eye Joe worden aangeheven, en het komisch duo klinkt in falset als Grandaddy. (De film swingt behoorlijk indiepoppy). Voor een minuut of twee neigt het zelfs naar Eternal Sunshine. Tot de winderigheid weer toeneemt... Vooral voor Radcliffe (de ondode) moet dit een heerlijke rol zijn geweest. Eén keer kan hij zijn lachen niet inhouden. 'O Super Manny, save me!'

Nocturnal Animals

'Mister, your wife wants you.' Nocturnal Animals had net mijn 2016-jaarlijstje kunnen halen. Onderin, om zo aan de uiteinden een Texas crime-film te hebben. Tom Ford moet het weliswaar zonder de messcherpe Hell or High Water-teksten stellen, maar zijn thriller bevat een glorieuze intiteling. Echt niemand heeft de namen gelezen. Wat een vormkracht. Galeriehoudster Amy Adams heeft dit spektakel voor ons geregeld. Rijkdom brengt het nachtdier geen rust meer, enkel pijnlijke verlangens. De soundtrack neuriet alvast een Herrmann-deuntje, op weg naar het Psycho-motel. De manier waarop de film op gevaarlijk terrein belandt, verrast. Een letterlijk literaire raamvertelling. Het voelt allemaal wat ouderwets, maar toch ook wel lief. De twee helften bestaan niet zonder elkaar, maar worden ook niet veel beter van elkaar. Net een gemiddeld huwelijk dus. Binnen het boek dat Adams 's nachts leest, knalt de film zonder genade. West-Texas is de perfecte locatie voor wat fysieke Haneke Games. Aaron Taylor-Johnson (normaal toch van het massavermaak) vindt zichzelf uit als Zlatan-schurk. 'I like long walks and kittens'. Michael Shannon levert vertrouwde kwaliteit als loner agent. Dit tweetal en Amy doen de losse eindjes vergeten. Toch peinsde ik. Bestaat er een film over een wérkelijk mislukte kunstenaar?

donderdag 13 juli 2017

The Witch

'We are your judges, and not you ours.' Hollands strenge vroomheid in de primitieve staat Amerika. Heel even zien we indianen, maar een immigrant heeft zijn gezin dan al buiten de 'plantation' geplaatst. Hij gaat liever zelf de strijd aan, en dat zal 'm in dit grimm-ige sprookje bezuren. Je kunt het kind wil uit de middeleeuwen halen, maar hoe haal je de middeleeuwen uit het kind? De soundtrack gilt alvast intens, en schilderachtige wolken pakken zich indringend samen. Langzaam begint het gezin te ontsporen. De gekte krijgt nog een tikje extra vervreemding mee dankzij het Shakespeariaanse taaltje. 'I've never meant to become a shrew to thee.' Natuurlijk zijn er bijbelse passages. Een prachtig belicht avondmaal. Hout hakken als een toekomstig offeraar. Elk gezinslid wordt aangestoken door reli-koortsig schuldgevoel en door zelfhaat. Dan is de zondebok snel gevonden in een meisje dat ontwaakt tot vrouw. De naam Thomasin klinkt toch al als damnation. Maar ook de andere kinderen houden zich niet gedeisd. 'They cannot tame their natural evils'. Horrorfilm The Witch intrigeert omdat het te midden van de barokke waanzin en het uitzinnige surrealisme altijd iets realistisch weet te behouden. Onversneden liefdewerk in haat. The Exorcist zonder exorcisme, met een héél bijzondere schurk. 'Wouldst thy like to live deliciously?'

Sing Street

'You don't need to know how to play, who are you, Steely Dan!?' Bandjes uit Dublin, die hebben altijd de juiste slag te pakken. Zeker in de cinema. Ook het nogal suf getitelde Sing Street drijft op het ritme van het leven. Een stelletje Butcher Boys begint met rocken. In crisisjaar 1985 is er verder toch weinig te doen. 'Just feeding me new bunny.' Hun leadzanger zet stap één, op weg naar de cruciale muze, en geeft zo een heerlijk lesje vasthoudendheid. Zeker tijdens die beginfase heeft de film eigenlijk een heel Nederlandse, flodderige vibe. Een eighties-model op de stoep, Duran Duran achter de keys, en moeders in de weer met vibos. Schatjes zijn het. Naarmate het avontuur vordert, wordt de band stiekem toch technischer en de film commerciëler. Het blijkt toch altijd verleidelijk om het zogenaamde retro bandje als nú te laten klinken. Maar dan is er altijd nog dat prachtige meisje. Achterop de fiets. Begeleid door een paar fijne akkoorden en een bonkend hart. 'You are the slowest cyclist I've ever met.' Met elke nieuwe popgroep die de jongens ontdekken, omarmen ze ook een nieuwe kledingstijl. Spandau Ballet werkt niet, The Cure wel. En tussen alle tegeltjes door bevat de film precies genoeg kleine tragedies. Een familievergadering om een scheiding. Een stonede broer in de kelder. 'No woman can truly love a man who listens to Phil Collins.'

woensdag 12 juli 2017

Arrival

'Purpose requires an understanding of intent.' Geinig toch, hoe Malick pas echt invloedrijk wordt, op het moment dat hij zijn victory laps rijdt. Villeneuve combineert in deze bedachtzame sci-fi, buitenaardse communicatie met de beeldtaal van Malick. Een language tree of life. De arthouse-editing maakt het allemaal net wat intrigerender. (En dat is noodzakelijk, want veel tijd voor character development is er niet.) In flitsen toont zich wel genoeg klasse. Op een dag verschijnen er twaalf nieuwe apostelen in de vorm van spaceship-eieren. Wat ze komen doen, wie het weet móet het zeggen. 'Coffee with some aliens'. Arrival maakt oprecht benieuwd hoe regeringen zouden reageren. Hoe lang zou het ze lukken de mensen in een soort van 'er is niks aan de hand'-status quo te houden? Doe Normaal 2.0. In Arrival beginnen plebs en soldaten in elk geval heel unheimisch te panikeren, maar men heeft nog nét genoeg geduld om een heuse taalwetenschapper richting het ei te smijten. Amy Adams woont trouwens toch al in een opmerkelijk 'aardig' huisje voor een linguïst, je talen spreken loont blijkbaar! In het beste shot worden de wetenschappers in de positie van de bioscoopkijker geplaatst. Wachtend voor een wit widescreen, tot de feature begint. En die toe-komst stelt niet teleur. Een cultfilm met grote namen. 'It can't be random.'

Wiener-Dog

'Heel, motherfucker!' Solondz schiet raak met losse flodders, dat is óók een filmkunst. Werkelijk alles en iedereen krijgt er van langs. High brow, low brow, Woody Allen en downers, niemand is veilig. Het begint al met de luxe openingstitels die naar Ross Perry knipogen. Tweede shot: de perfecte Boyhood-diss. Een lethargisch ex-kankerpatiëntje in het gras, voor zijn lijden beloond met een worsthond. Op dat moment vermoedde ik dat het sullige hondenbeest als een soort De Jurk de segmenten zou verbinden, maar dat plan laat Solondz razendsnel (en bewust ongeïnspireerd) los. Zo moeilijk was het echt niet geweest... Toch werkt zijn komedie wel degelijk uitstekend op de lachspieren. (En op andere spieren van de viervoeter.) Diens jongste eigenaar, tevens dwarsfluit-kakker, oefent een prélude en houdt een Zéro de conduite-kussengevecht, terwijl Debussy klinkt. Alles wordt lulligheid. 'But I thought granola was healthy.' Het logische hoogtepunt van deze cinefiele zelfhaat, aangelengd met een vleugje liefde, vormt het segment rond Danny deVito. De oude dwerg sjokt met Wiener-Dog door de filmschool, en probeert zijn studenten Storytelling te leren. Tevergeefs. De gender-hipsters zijn geobsedeerd met de thema's van nu. Queer theory! Fuck de klassieke narratologie. Solondz voegt de daad bij het woord. Actie. Reactie. 'Real Stuff. Pain.'

dinsdag 11 juli 2017

Juste la Fin du Monde

'Jullie schudden hánden! Zijn jullie soms presidenten?' Het viel me wel op vorig jaar, zou Xavier Dolan een beurt hebben overgeslagen? Normaal werkt hij toch stevig door. En inderdaad, op de valreep verscheen er alsnog eentje. Hij zoekt het in toneel, en zoiets merk je meteen. Soms lijkt het alsof álle toneelstukken over familiebeslommeringen rond een thuiskomst gaan. Ik moest in elk geval aan Pinter's The Homecoming denken. Een succesvolle (doch jonge) toneelschrijver vliegt naar zijn rurale familie, met groot nieuws in de koffer. Onaangenaam nieuws. De familie verheugt zich al jaren op de terugkeer van het familielid dat wél wat bereikte. Er worden hapjes gemaakt, en zowel moeder (Baye) als jonge dochter (Seydoux) bekommeren zich aandoenlijkst om de liefde van hun held. In één van de betere scenes sleept de dochter haar verre broer mee naar haar slaapkamer. Een wiet-hol waar Blink-182 uit de stereo klinkt. Haar ongemakkelijke fantasiecrush, sensueel en verwrongen, haalt het beste in Dolan boven. Dan pást zijn trademark weelderigheid weer als gegoten. Een kostuumdrama onder gewone mensen, zonder kostuums. Maar de moederrol loopt moeizaam, en dat dunkt me een teken voor een mindere Dolan-film. De familiedruk wordt langzaam hysterische familiedrukte. Elk besef van 'het huis' ontbreekt. Het blijft papier. 'C'est qui, l'auteur!?'

Hunt for the Wilderpeople

'Ninjas. Dire Wolves. Child Welfare!' De jacht op mooie plaatjes heeft altijd succes in Hobbitland Nieuw-Zeeland. Niet te geloven hoe adembenemend groen de beelden in deze komedie weer zijn. Hoewel het verhaaltje meer om 'mooipraterij' dan 'mooiplaterij' (...) geeft, krijg je die landschappen als welkome bijvangst. Een dik gozertje wordt door de overheid aan de rand van de bush – 'haha you said bush' – gedropt. Zijn nieuwe auntie knuffelt 'm bijkans meteen dood. 'Left a hottie in your bed'. Het prille 'gezinsgeluk' blijkt van korte duur. Via een uiterst wonderlijke kerkdienst belandt de wisecrackende Maori met zijn zwijgzame nonkel in dat grote, groene bos. De humor is zelfs op survival vaak te flauw voor woorden, maar gelukkig ook wel lekker stoned en quirky, alsof Ayoade zich aan een Roald Dahl-adaptatie waagt. Ik moest zelf aan Marc de Bel denken, maar ja, wie kent hem in die contreien? Misschien heeft de jeugdroman een universele taal... De taal van postmoderne verwijzingen begrijpt iedereen in elk geval. Hobbits, Tarantino en het wildebeest uit The Revenant schieten voorbij. Unieker zijn de culinaire referenties. Ik weet nu hoe ze studentenhaver in 'NZ' noemen. De theme song smaakt ook goed, al miste ik dé langverwachte lokale hit. How Bizarre! OMC had het krukkige einde kunnen helpen omzeilen. 'Wanna know the rest? Buy the rights!'

maandag 10 juli 2017

Culloden

'This is grapeshot. This is what it does.' De Brexit komt nabij, een mogelijke Schotse afscheiding daarmee ook. Zo'n 250 jaar geleden stonden de rokken-clans al tegenover de Engelsen, ergens 'on a field in Culloden'. Regisseur Watkins laat de deelnemers aan de 'laatste' veldslag zichzelf voorstellen, en doet zelf ook een descriptief duitje in het zakje. Soms gortdroog als een passage uit de roman Montalliou, dan weer met een sardonisch gevoel voor humor. Hij parodieert een BBC oorlogsdocu, in een BBC oorlogsdocu! 'I'm going to make myself shout, to have myself heard.' Een tweede vergelijking die zich onherroepelijk opdringt voelt nog knulliger. Langs de Lijn, inclusief voor én nabeschouwing. 'How do you feel?' Toch meent Watskins het serieus. Zijn dreinende Gerri Eijkhoff-gimmick overstijgt gaandeweg de lol, naarmate de ellende duidelijker wordt. De armesloebers zijn namelijk weer eens de klos. Hun iconische koppen in frontaal zwart-wit voor de camera. De zwerende gezichten op standje oneindig. Dat contrasteert heftig met de 'Schotse' Stuart-prins, die hen in dit onzalige plan heeft gestort. Zijn lipje trilt niet van wonden, maar van Trumps arrogantie en Boris Johnson's irrealiteitszin. De moderne ijdelheid is van alle tijden. Bonnie Prince Charlie, een man zonder daden. 'This is the system of the clan.'

The Fits

'Step, step, around, punch.' Het engste aan al die 'fit girls' van tegenwoordig vind ik het totale zelfobsessieve. Dat je slechts (nimmer) perfecte huls bent. Het lijkt me een mespuntje gezonder om competitief in sportvorm te zijn. Of het nou om een bokswedstrijd of een danscompetitie gaat, in een groep maak je plezier. Een tweestrijd geeft een werkelijk 'spiegelbeeld', een 'ander' zonder wie jij je kunsten nooit had kunnen vertonen. The Fits vertelt over een klein, fanatiek Afro-Amerikaans meisje uit Cincinatti, dat al haar tijd in de gymzaal doorbrengt. Ze traint samen met haar boksende broer, maar ze heeft de 'Lionesses' wel in de smiezen. Het dansgroepje dat zich met flitsende moves op hún wedstrijd voorbereidt. Dat is de heupwiegende plek die zwarte meisjes is gegund. Het kost even, maar ook de boksende tomboy neemt de stap. Determination op haar strakke gezicht. Maar is dat nu wel vooruitgang? De snerpende moderne soundtrack prikkelt en schuurt, als een gigantisch muzikaal vraagteken. Er gebeuren almaar vreemdere dingen, en mijn hele duiding valt in duigen. De groep blijkt het gevaar. En ergens schemert er – net als in It Follows – toch ook weer het grote Amerikaanse rassenthema. Als het meisje op de buitentrap naar de desolate wegen staart, lijkt haar kleine wereld een kooi. Opgesloten in de projects. En in dat lichaam. 'It was live.'

zondag 9 juli 2017

Indignation

'What about the Noble Prize!' Ik (her)lees op dit moment toevallig twee boeken van Bernard Malamud, de ietwat vergeten joodse raconteur van het kleine Amerikaanse. Hij kreeg De Prijs nooit. Philip Roth moest ook al niks van 'm hebben. Grappig daarom dat deze Roth-adaptatie onder Malamuds kleine luyden begint, bij een slager in Newark. Zoon staat op punt van uitvliegen, en (dat) maakt pa bloednerveus. De Grote Wereld. Wat daar niet allemaal kan gebeuren! Ach pa, denkt zoon en hij rekent met 'm af, zoals Roth dat deed met zijn literaire voorvader. 'You sound like a fortune cookie.' Echt spannend wordt Indignation pas als zoon naar de universiteit in Winesburg, Ohio trekt. Een intellectuele locatie waar de filmmakers én Roth zich beter thuisvoelen. Met elke minuut en elke ontmoeting neemt dit modernistisch gedeformeerde melodrama in intensiteit toe. Scherper dan het eerst lijkt, een kenmerk van rake ingewikkeldheid. Rothiaanse preoccupaties verwarren de maagdelijke freshman. Zijn meisje houdt van slakken, ze eet ze zelfs uit vrije wil... 'How'd she run' vraagt zijn roommate, doelend op de auto. Na een stoomcursus Carnal Knowledge belandt de slagerszoon bij de 'dean'. Ruim een kwartier lang gaat hij ook daar de vaderstrijd aan. Later volgt ma zo haar eigen geslepen tactieken. Huiveringwekkend in liefde, op het puntje van de stoel.

Take Me to the River

'Hey Ryder, we heard about big news.' De bekendste familiefoto uit de arthouse-geschiedenis moet die uit Yi Yi zijn. In Take Me to the River wordt er ook zo een gemaakt. Klierende neefjes, nichtjes met onmogelijke vlinders. Kortom de familiedag-vibes die iedereen wel kent. Ryder is speciaal voor de gelegenheid met zijn ouders uit Californië naar oma in Nebraska gereden. Hij hééft inderdaad nieuws, maar zijn 'small town' nonkels en tantes denken bepááld niet waar hij aan denkt. Bovendien kunnen ze het ook maar beter niet horen, oppert ma. Als één brok begrip loopt deze Femke Halsema rond. Haar zoon onhandig beschermend. De jongen is namelijk op en top gay, 'in the shortest pants you've ever seen'. Dat fokt natuurlijk met de rednecks, die houden van heel ander soort 'guns'. (De enige wat clichématige scene). Zo belandt de onfortuinlijke Ryder in een totale vervreemding. Het stad versus platteland-gap gaapt gigantisch. Het aantal 'verstop je achter je trui'-momenten neemt rap toe. De akkefietjes ook. En dan moet ma kiezen. Familie of zoon. Pa – 'is he your real pa? – heeft als schriele jood al helemaal niks in te brengen in deze omgeving van 'proud Americans'. In een laatste, memorabele wending blijkt Chicken Fighting eigenlijk de ware titel. Grenzeloos gewoon. Het leven als een happertje. Alles opent en sluit zich weer.

zaterdag 8 juli 2017

10 Cloverfield Lane

'You were in an accident.' Het bezoek aan Cloverfield Lane start klassiek, om niet te zeggen lekker ouderwets. Weelderige orkestratie en mysterieuze helicopter-shots knipogen naar The Shining. Via een Hopperiaans tankstation zijn we op weg naar het oord des doods. Adres bekend. Van mij had die vibe een film lang vastgehouden mogen worden, maar na tien minuten begint de muziek te Zimmeren. Gelukkig blijft de film inhoudelijk wél overeind. Een jonge vrouw belandt in de handen van John Goodman. Naar adem happend heeft de kolos zich in zijn doomsday bunker verscholen. Tijd voor gezelschap. 'I'm going to keep you alive'. De bijbelse metaforen zijn overduidelijk. Broedt hij op Ark-plannetjes? Of een Adam en Eva reboot? Religie en conspiracy theorie gaan in elk geval goed samen. Als je altijd hebt gewacht op The Reckoning, waarom 'm dan niet 'stagen'? De aanwezigheid van een tweede man zorgt voor onvermoede problemen. Ook voor het scenario blijft het lastig in een dergelijk kleine ruimte het drietal (tegen) uit elkaar te spelen. Pas gezamenlijk aan tafel wordt het intens. Bordspelletjes krijgen ineens iets heel omineus. 'Problem solving always puts me in a musical mood.' Ik had een meer Stalkeriger einde gewenst – er was duidelijk budget over – maar niettemin. Intelligent. Levend. 'Everything I wanted to do, I did.'

Heart of a Dog

'You know, this is not a human baby.' Het is een bijzondere, die Laurie. Ik wist eigenlijk weinig van haar, op een paar platen na dan, maar deze ultrakorte docu zit vol hartverwarmende privé-verhalen en natuurlijk ook vol prachtige muziek, allemaal even gelijkmatig stijlvol. (En o zo invloedrijk. Ik hoor The Books zeker terug in sommige arrangementen.) Begeleid door haar eigen muzikale ziel, stort Laurie haar zielenroerselen uit. Nergens te lang vasthoudend aan een bepaalde gedachte, maar aan boord van 'different trains', de sporen volgend. Als ijkpunt fungeert de welbekende geaffecteerde stem, waarin elk woord klinkt als Het Laatste. 'Really enunciating each word'. In deze docu leren we waar dat trekje vandaan komt. De hallucinante beelden doen denken aan Guy Maddin. Veel winters, veel ijs. 'Meet me by the lake'. Maar als echte New Yorker gaat het natuurlijk ook al snel over 9/11. Inclusief een fenomenale (fenomenologische!) Wittengein-witz. 'If you see something, say something.' Ongeveer halverwege belandt Laurie kortstondig in een wat kabbelende navelstaar-fase. Het onderwerp wordt dan steeds duidelijker. Afscheid nemen. Hoe houdt je op een goeie manier vast, wat niet vast valt te houden. Daar verschijnt Lou on the beach, als de geest die altijd al boven de film zweefde. 'You should try to learn how to feel sad, without being sad.'

vrijdag 7 juli 2017

A Bigger Splash

'A can of trash. Human evolution in the key of C.' Ergens tussen stijlvol en over the top trommelt dit rockster-melodrama. Het muzikale tintje werkt zéker. Binnen twee minuten schetst de film de perfecte decadentie. Van stadionrock naar naakt lummelen op een micro-beach te Lampedusa. Tilda Swinton is de grote ster, en dat geloof ik meteen. Ze heeft die onverbiddelijke Bowie-factor. De zangeres neemt haar brede puppy Mattias Schoenaerts mee, die desolaat door zijn zonnebril naar de wereld staart. (In een typerend chique shot zien we de wereld ook even in die grijze blues-tinten.) Geen Chris Martin-colors voor hem. Het koppel draait mijn favoriete Captain Beefheart-song, en alles lijkt klaar voor een intiem relatiedrama. Stilletjes aan de wandel zoals Alle Anderen. Maar dan komt Ralph Fiennes de film binnenstormen. En hij neemt de boel totáál over. Aanstekelijk irritant, 'he's a bum' uit de Wilson en Nilsson-categorie. Met een bloedmooie dochter bovendien. Het gezamenlijke verleden wordt in consequent onhandig getimede flashbacks toegelicht. Leuker wordt de film wanneer Fiennes de Stones een manische ode geeft. (Het blijft een kutband) De muziek verwaterd daarna, en ze gaan stelletje-kwartetten, met een dure cocktail-twist. Under The Volcano op een festival, tragiek ter land, ter zee en in de lucht. 'We've just made their vacation, haven't we.'