woensdag 31 juli 2019

Night is Short, Walk On Girl

'I am the God of old book markets.' De Meester en Margarita is er niets bij. Nou ja, Boelgakov huldigt in elk geval een bejaardentempo vergeleken met deze surreële tienertrip. De Japanse animatie verhult nooit en te nimmer waar tieners werkelijk om geven. Alcohol! De hoeveelheid die er hier doorheen gaat maakt bijna dorstig, en geeft op zijn minst zin om de sofistendans te doen. Leipheden en wijsheden wisselen elkaar af, op de kroegentocht van een jong ding, die ('toevallig') achterna wordt gezeten door een nerd. De twee beleven avonturen grover dan Heinz (wiens film ik maar niet ga kijken), en de boel is consequent strak getekend in een uitgebeende stijl. (Net zo frontaal als de grappen.) Voor het momentje melancholie zorgt de inslag die liefde op het eerste gezicht heet. (De appel valt nooit ver van de boom.) Tegen die tijd heeft het stel het drinken verruilt voor de speurtocht naar een boek. Zo weet deze Alice in het Japanse wonderland zelfs de literatuurtheoreticus nog even aan te spreken. De boodschap over onvermijdelijk samen-leven, niet met twee, maar met de wereld, mag er ook zijn. En voor de verdwaasden besluit men met een trailer van zichzelf. Tegen die tijd, was ik wel toe aan een gekookte Coca-Cola. Helemaal doorgedraaid. Volgende week weer eens een Poolse tractorfilm. 'This is not the script written in my heart.'

Roma

'Alsof het leven een kunstwerk is.' Mensen worden opgelicht, maar ze lichten ook op zodra ze Rome binnenstappen. Dat is het heerlijke beeld dat Fellini hier geeft van zijn (thuis)stad. 'L'ho fatto!' Bijna twee uur lang raapt hij stadsscherven, als die van een oud nooit helemaal vergaan(d) mozaïek. We schieten door de tijden, van de hippies naar die van Hitler. Maar wanneer, en in welke wijk dan ook, altijd blijft Fellini's Rome een ADD-klucht, een spetterend cinemaparadijs. Alle ingrediënten worden in “La Grande Bellezza” teruggevonden. Religie en corruptie, warmte en chaos, moederskindjes en tonguitstekers. Aanvankelijk jakkert Fellini stevig op zijn brommertje voort, flitsscene na flitsscene. Voor dat tempo al te vermoeiend dreigt te worden, neemt hij gelukkig een tandje terug, in een paar te midden van alle chaos rustgevend, lange segmenten (ik tikte eerst heel toepasselijk 'sentimenten') Circus, kerk en bordeel komen dan tezamen. (Zie daar de grondverf van elke Fellini-film) Ieder apart, maar eigenlijk altijd tegelijk aanwezig. In Rome blijkt het elk weekend songfestival. De meta-crew – het zijn de seventies tenslotte – filmt het gebeuren achteloos. Soms blijft het volslagen onduidelijk wat in scene is gezet, en wat business as usual is, op het Romeinse straat-inferno. 'Als ze naar hun werk gaan kan het geen Rome zijn.'

dinsdag 30 juli 2019

A Cure for Wellness

'What is your overhead anyway?' Mooie filmrijm. Je kijkt twee films in twee dagen, en ze delen wat. Bijzonder? Uiteraard niet, de assayiaanse associatiemogelijkheden van de menselijke geest zijn eindeloos. Maar toch. Verbinski's A Cure For Wellness begint diep in de nacht, met een man op aandelenjacht. Gehekst, rusteloos, lijdend onder het moderne kapitalisme. 'There is a sickness inside us.' De wolven van wall street bijten zichzelf in de staart – hun margin call wordt nooit een wake-up call. Even later trekt een jong zakenmannetje naar unreal HD Zwitserland. Hij is naar een Kurort gestuurd om een (andere) doorgedraaide collega op te halen. Aldaar wordt alles rap duidelijk. In het verre sprookjesland runt een evil dokter zijn Shutter Island. De delusions of (in)sanity zullen losgaan, net als de giallo-lala muziek. Voeg daar nog een vleugje The Game bij (papa's suicide!), en je hebt een genretripje naar Freuds Unheim. Mijn soort genrefictie. De wel wat slome freakshow had van mij niet op epos-lengte gehoeven, maar Verbinski doet heel indie, heel aardig zijn best. Het gegruwel heeft aardig geslepen tandjes, plus de medische associaties van een dopinglab voor langlaufers. Pas richting einde begint het scenario de gebruikelijke, doodsaaie Hollywood-patronen te vertonen (waar The Game trouwens ook al last van had). Het zij zo. 'Believe me you're in good hands.'

Demonlover

'Is it hard to get pot in Paris?' Niet voor mafketel Assayas. Met Demonlover trekt de regisseur naar de zakenwereld, en áán hentai porno, je moet het maar weten te combineren. De cinematografische looks hebben alvast de blauwe ballen-blues. Zakelijke speldenprikjes op de verkeerde plekken. The devil wears handcuffs. IJskoningin Connie Nielsen speelt een dubbelspel in onderhandelingen, en ze wordt zelf om de oren geslagen met triple plays. 'Vous avez oubliez quelque chose.' Om haar heen dartelt Chloe Sevigny, in één shot naakt gamend, de hele film waard voor nerds. (En spannender dan The Brown Bunny.) Alle gerechtvaardigde bedrijfsparanoia leidt tot ongerechtvaardigde acties. Een trip die steeds meer op de underground-site gaat lijken, die een stel Amerikanen uit het zicht van het bedrijf proberen te houden. Aangezien wij als kijkers flink wat van het ver/geboden waar mee krijgen, moest ik aan Verhoevens 'game'-film Elle denken. Meer dan de stress en testosteron-gedreven Nederlander heeft Assayas echter ook (zoals altijd) een spirituele verwarring in petto. De mysterieuze krachten die boven de player(s) uitgaan. Het scenario signaleert een probleem dat zich via de zakenwereld over de wereld verspreid. Eeuwige bereikbaarheid leidt tot rusteloosheid. Niet zo vreemd dus dat mensen zich laten vastbinden. 'I get nervous in cars, especially when it's raining.'

maandag 29 juli 2019

Avril et le Monde Truqué

'Bienvenue, dans ma meta-maison.' Vliegensvlugge animatie in die oude stijl, retro-prachtig van intiteling tot eind. Waarom nog films met 'echte mensen' kijken, als het zo kunstig kan? Hier wordt in de vorm van een vrolijk Kuifje-achtig avontuur de staat der wetenschap onder de loep genomen. Het zou Feyerabends favoriet kunnen zijn. Wetenschap, dat betekent naast ontbolstering van kennis, ook een eindeloos machtsspel – en de corruptie en oneerlijkheid die daarmee samengaan. Wie gebakken zit, houdt het op een potje kaarten en koffie (zoals een geinig shot bewijst). Een meisje en haar familie proberen al jaren een serum te vinden, dat de aarde kan reden. De spectaculaire distopie neemt een parallelle tijdlijn, die verdacht veel op de onze lijkt. De fantasie-toekomst is in het verleden blijven hangen. 'C'est la crise du energie.' Kolen hebben de aarde tot een onleefbaar oord gemaakt, zonder groen. Daar kunnen zelfs twee Eiffeltorens niks aan doen (of wel?). De animatoren komen in zo'n setting aardig op stoom. Miyazaki's nostalgie hult zich hier in een bitter jacquet, verlicht door een paar behaarde toefjes Disney. De pratende kat Darwin steelt, overduidelijk ongecastreerd, de show. 'Laissez ma derrière tranquille.' Disney-knipogen op de goede manier dus, Aristokatterig. Het ecothema en een stel (niet al te) genderneutrale Varanen doen de rest. 'Laissez moi pilotez, merci.'

Dillinger

'It's turning into a radioshow.' De bekendste bankovervaller van Amerika krijgt om de zoveel tijd een biopic. Dit exemplaar komt uit 1973, de gouden Hollywood-periode, en bevat dan ook de juiste vibe. Beginnen met een olijk liedje ('we're in the money') zoiets zou Lina Wertmuller ook doen. En natuurlijk de lichte invloed van Robert Altman. Hetzelfde type vrouwen, dezelfde melancholie op de spaarzame rust-momenten. (Een FBI-knakker laat heel freudiaans zijn zware pistool aan een jongetje zien. 'Later zul je er ook zo een hebben.') Meestal knallen zowel Dillinger als de G-Men er lustig op los. Met de aanwezigheid van Warren Oates als titelheld wijst dat maar richting een naam. Sam 'paw paw' Peckinpah. De Amerikaanse geweldspastorale – met harmonica a la Micky Newbury – verkrijgt vooral schwung dankzij Dillingers besef van eigen bekendheid. Hij regelde in niet geringe mate zijn eigen nalatenschap, en dus, het bestaan van deze film. Wellicht dat hij zelfs bewust zocht naar het theatrale sluitstuk. Zo lincolniaans. 'That's alright I just want to see the end.' Wat mij betreft wordt Manns Public Enemies hier verslagen. Dillinger zal er vanuit de hel wel anders over denken. Wanneer hij voor even opgesloten zit heeft hij een prachtwijsheid in pacht, waar hij zelf nooit naar leefde. Gevangenis? 'An exercise in futility.'

zondag 28 juli 2019

Zootopia

I have no memory of this beaver.' Door de Europese titel – Zootropolis – zat ik lang op het verkeerde spoor. Ik dacht dat deze tekenfilm sporen van Metropolis zou bevatten. Oké, het stadsgezicht uit de toekomst lijkt er misschien nog wel wat op, en er is een missing person case, maar daar blijft het ook bij. Zootopia doet vooral het semi-progressieve Disney-ding. Een Willen Is Kunnen-konijnenheldin die haar rammelaartje staat, en ondertussen wat leert over een inclusieve samenleving, en daaraan tegengesteld, de ingebakken discoursen die ons leven ontregelen. Heel wat knipogen deconstrueren wat het witte konijn verkeerd doet. ('Oh there's a them now'). De vaart zit er aardig in, en ook de animatie mag er zijn. Zelf ben ik net wat teveel cynicus om van de Mario Party-kleurtjes zonder melancholie te genieten. Een zekere verduistering komt halverwege dan ook als geroepen. Toch nog een beetje noir, en alsnog een citaat of twee. The Ratfather, zo melig, zo heerlijk. ('Ice them.') Een half uur lang zoekt de film de gekte op, waarschuwingen gaan over en weer, 'as one predator to another'. Bijgestaan door een Wes Anderson-achtige fox gaat de 'cute bunny' daarna diep door het stof. Ze blijft maar vrouwelijke zelfkritiek spuien. Toch nog in veilig Disney-water, denk ik dan. 'I was small and emotionally unbalanced like you once.'

Un Homme qui Dort

'Maar hoe kun je jezelf beschermen tegen dromen?' Niet-Leven, een gebruiksaanwijzing. Perecs meesterwerk ligt al een tijdje klaar, en ik heb er nu nóg meer zin an. Dit film-negatief (weliswaar naar een ander 'recitte') kruipt onder de huid. Voor de (voormalige) binnenvetter, binnenzitter en binnendipper bevat de film zoveel herkenbaars. Een student 'breekt' tijdens een tentamen, hij kapt ermee. 'Tu restes dan ton lit' meldt het youtubiaanse fluistermeisje op de voice-over. Even lijkt dat nog een goed idee, maar die wei-wu mentaliteit keert zich tegen je. Altijd maar naar het plafond staren, de doelloze spelletjes (puzzels, flipperen) en vooral het vele patience-kaarten leggen. De tic rond de mond maakt het helemaal af. Een uur lang leeft de jongen zijn lege levensstaat, een non-existentialisme met neigingen tot zelf-opheffing. Noem het Perecs Almanak voor de Levende Dode. Langzaam wordt de verveling vervelend, begint te vervellen. Zelfs de Eiffeltoren zakt in de grond. Op de fraaie – uiterst noodzakelijke soundtrack van Drogoz en Kuffler – verschijnt plots een sjamanistische stem. Die prachtige menselijkheid kondigt een wending aan, een hegeliaanse tegenstelling van actie door negatie. De voice-over verheft zich nu tot een hysterische rap. De fik gaat erin. Koyaanisqatsi voor 'exlus' breekt aan/uit. 'Tu apprends à marcher comme un homme seul.'

zaterdag 27 juli 2019

The French Lieutenant's Woman

'She will not be moved.' Met een beetje hulp van Harold Pinter vindt Karel Reisz zichzelf hier begin jaren tachtig voor even bij de tijd terug. Deze period piece begint lekker meta, met een filmcrew, en zal eindigen op een feestje van diezelfde cast. Lange tijd voegen de film in film-momenten echter maar weinig toe. Het zijn er ook (te) weinig, alsof Reisz stiekem toch veel meer voor het klassieke hoofdverhaal wilde gaan. Bijna vanzelfsprekend spiegelen de twee lijnen elkaar. Irons en Streep vertolken niet alleen een liefdespaar in crisis, ze paren zelf ook een overspel-crisis bij elkaar. Vooral Streep is op dreef, zeer erotisch, knap koel (en koel knap) gesloten. Als zwarte 'weduwe' op de pier behaalt de film haar meest roegiaanse, woeste hoogten. Ook de schurende erotiek van Jane Campion is dan niet ver weg. Begint de zelfhaat met de depressie of de depressie met de zelfhaat? De wenteling in het slachtofferschap ontstijgt zo'n kip of ei-kwestie. 'Pray control yourself.' Mocht Reisz de credits verdienen, dan valt te zeggen dat twee goed geacteerde hoofdrollen (met kundige acteursregie) nog geen al te beste film hoeven op te leveren. Overkoepelend blijft wel leuk hoe ondanks de meta-interjecties – waarvoor ik dus Pinter verantwoordelijk houdt – uiteindelijk alles stijlvaste (en vasthoudende) degelijke stijl ademt. Een Britse film? Chique klasse over klassen. 'But that is our last scene.'

Morning Patrol

'Blijf weg van cinema's.' Een lekker aftandse VCR-rip doet hier al zwabberend het halve werk. Het brengt de kijker in hogere, heilige synth-sferen, onuitwisbare Nostalghia. Een vrouw verzorgt de Tarkovsky voice-overpeinzing. 'Those images can never be dissolved.' Ze dwaalt door een boze droom, die het leven blijkt. 'Onze wereld is nu een graf.' De postapocalyps in het Griekse hinterland lijkt soms op Malle's meesterwerk Black Moon. Misschien komt het door het kinderlijke element. Een speelgoedautootje rijdt door een verlaten huis (zoals de vrouw zelf later door de verlaten stad zal rijden). De piano blijft deze distorsie-distopie echter onbespeeld. Morning Patrol is nog vele malen radicaler dan Malle's SF zonder enige Fx. In dit minimalisme rest van een film als Blade Runner slechts regen. En een zeer linguïstische film waar de eerste driekwartier niet eens 'on screen' wordt gesproken!Filmhuis-hermetica kun je altijd aan de Grieken overlaten. Voor de meta-punten knipperen oude tv's. Hollywood-helden beginnen de vrouw te spiegelen. Of zij hen? 'And I, in some wonderful way, lost myself.' Op een warme vollemaansavond bleek de concentratiegraad hier vereist, een tandje te hoog te liggen. Toch blijft ie door het hoofd spoken. Film kijken... Is gevaarlijk. Zo merkt ook de vrouw. De Bergsontijd verstrijkt dan nog sneller, omhuld in film. Vandaar het fantasie-Hollywood einde. 'Is dat niet hoe het begint?'

vrijdag 26 juli 2019

Gräns

'Wat is dit?' 'Raad eens.' Ja, daar had doorgesijpelde info me mooi te pakken. Iets over een lilluk wijf, een lonely security guard. Dat wijst toch op een standaard handelingen-arthouse. Wanneer de vrouw dan in het openingsshot ook naar een Liverpool Seaways ferry staart, ging ik eens gemakkelijk zitten suffen voor die Lisandro Alonso-nikserigheid. Maar wacht, die kop van het hoofdpersonage. Lijkt dat niet op een... (Het zou een spoiler zijn.) Inderdaad, Oscargenomineerde gezichtsprotheses. Niet alleen de actrice, alles wordt hier een beetje smerig(er) gemaakt. Het eten, het bos. Een hondenleven. Sniffend op zoek naar surrealisme. Het buiten-menselijke, boven-natuurlijke, binnen-geslachtelijke schittert in een zo gewoon mogelijke setting. En dan steeds een tandje of twee opschuiven, verder dan iemand als Gijsen ooit durfde gaan. Hij was teveel alfamannetje. Grans combineert (gen(d)ereert!) de Zuid-Amerikaanse tentakelporno van La Region Salvaje met Let The Right One In. De vrouw ontdekt zichzelf, en de liefde. Overschrijdt grenzen die ze nooit kende. 'Du wete, du will.' Hoewel het ritme van de film wat rommelig raakt, blijft het een geniale draai aan een Noordse mythe. Ben benieuwd of de Amerikanen dit keer een remake gaan maken. Daarvoor lijkt het me toch net iets te geaborteerd-geperverteerd. 'Ze komen op gezette tijden uit me.'

Final Cut: Ladies and Gentlemen

'Once upon a dream.' Meme-ig en enig maakt een Hongaar een film ván films, als een quilt. Reeksen aan cinema blijkt het verhaal steeds hetzelfde. Boy meets girl. Obstakel. Overcome. Het evenwicht tussen geniaal structuralistenspel en belachelijke deconstructie is wankel, maar wordt gevonden. Altijd maken de sterren dezelfde gebaren, dezelfde moves, in honderdvoud hypnotiseert dat niet alleen, het doet ook peinzen over de imprint in the brain (het discours!) dat film oplegt. Zó, en niet anders, wordt het spel der liefde gespeeld. Het meisje schittert cerebraal en onbereikbaar en vlucht dan weg. De man moet erachteraan, de jager zijn. 'I'm a nice man.' 'No you're not.' Veel van wat langs schiet is de cinefiel – en zelfs de gemiddelde kijker – wel bekend. Om rechten bekommerde Pálfi zich niet. Een paar momenten uit de ADD-tombola maken (her)benieuwd. Ik zie een donkere man met een paardenstaart een stripclub binnentreden. En wat een autoriteit heeft All About Eve ineens! Nog mooier – de waarheid van de loner: 'It is a good viewpoint to see the world as a dream.' Meestal gaat het niet zo diep. Dat hoeft ook niet. Movie talk is girl talk. De mash-up van gegenderde bodies. Dames en heren, uw rolbevestiging. Na afloop zette ik Rage Against the Machine aan (hier ook aanwezig.) 'Something's, like, crossed over in me, and I can't go back.'

donderdag 25 juli 2019

Mary Shelley

'May I practice upon you Mary?' De schrijversbiografie blijkt weer een stuk lastiger dan die van de schilder. Gekriebel op pagina's voldoet visueel zoveel minder, daarom hier maar afgedaan als een trailer. Anderzijds zou zich de toch al gecreëerde verhaalwereld kunnen openen, opdat Kafka in een Kafka-bureaucratie belandt. Niets van dat alles bij (in, en met) Mary Shelley, een film die al zwelgend de politieke gender-kaart trekt. Niet zonder reden, want ondanks haar grootsheid wist ik belachelijk weinig van haar. Rond haar achttiende (!) schreef ze haar meesterwerk. Daarvoor (!) en daarna kreeg ze kinderen, die ze (steeds) overleefde. Iets dat niet gold voor haar vroeggestorven moeder, Mary Wollstonecraft. Elle Fanning speelt de junior schrijfster als een feeëriek elfje. Ze brengt mimiek-masterclasses in de praktijk. Afzonderlijk klopt elke emotie helemaal, maar de overgangen zijn wat bruusk. Bestseller-fan Mary 'elopet' van de ene in de andere situatie, met de evil stepmother als opper-cliché. Een goede familiefilm zit verstopt in de relatie met haar stiefzus. Mary & Claire samen in een menage a trois met dezelfde man. Het kan de biopic niet meer redden. Precies op de helft, werkelijk op de seconde, krijgt Shelley het idee van haar leven. Dat is (scenario) schrijven volgens het boekje. Zonder eigen stem of 'espiritu'. 'The public just has no interest in the truth.'

Benzinho

'Ik eet niet en ik krijg geen straf.' Bjorn van der Doelen spreekzingt er een mooi liedje over. De pijn van een moeder wanneer haar niet-volwassen zoon voor de sport het huis uitgaat. 'Ik weet ge hebt elke dag gehuild.' Tijdens het Braziliaanse Benzinho treurt moeder continu om haar nog niet vertrokken eerstgeborene, die naar Duitsland mag voor de handbal. Haar pijn is Freudiaans, zo benadrukt de film minstens twee keer. Mama verhaalt hoe juist deze eerste zoon (altijd de 'benzinho') de enige was die uit haar borst wilde drinken. Later liggen de twee innig tezamen op zee. Terug naar de geborgenheid van het (vrucht)water. Net als in het verwante Roma vormt het element water een belangrijk motief. Ook het aftandse huis van het gezin krijgt er mee te maken. Het zijn de tranen van de middenklasse. Niet arm genoeg om enkel met overleven bezig te zijn, niet rijk genoeg om de schouders op te halen. Nu is er enkel de droom van Verbetering. Ondanks bovenstaande psychoanalyse blijft het gedrag van de moeder daarom toch wat moeilijk te geloven voor deze oudste zoon. Waar de Little Miss Sunshine-achtige bijfiguren doen glimlachen, wordt zij almaar vermoeiender, meer minpunt dan hoofdpersonage. Interessant in dezen: hoofdrolspeelster Teles is de ex (!) van de regisseur. Toch een afrekening? 'Ik ben boekrecensent geworden.'

woensdag 24 juli 2019

Megane

'Wanneer je je verdwaald begint te voelen, nog een paar minuten doorrijden.' Meesterlijk spel met Japanse clichés. Ik snap de veelal negatief gestemden recensenten best – Kamome Diner kriebelde – maar ze zaten er hier naast, door niet te zien hoe juist uit het cliché-gebruik een volkomen open en achteloos vertrouwen in eigen tempo en stijl spreekt. Aan een Japans strand keert ieder jaar de Aardmoeder terug, die te midden van real life Ghibli-landschappen de lente doet beginnen. Een gastloos hotel vult zich met mindfulness. Alles dat je met aandacht doet, kan niet hermetisch meer zijn, want je opent je er juist dan voor. Er wordt gekookt en geschranst, en 'geschemerd'. Langzaam kruipen de mensen uit hun schulp van een zelfgezocht vakantiemoratorium. De camera zweeft er als een wolk boven, signaleert hoe eenvoudige metaforen (weg van het kapitalistische hotel!) voorbij het 'conceptu' richting einder kringelen. A la recherche du temps qui passe. Elke opmerking wordt belangrijk. Een terzijde als 'there are no cute boys in my class', is niet alleen niet waar het eerst op lijkt, maar daarna ook nog meer dan dat wat het wel blijkt. En net als de laatste akte een overbodige dreigt worden, in een aangename overpeinzing van het Niets, dondert Alles de diepte in, die van de azuurblauwe oceaan. Wat een gedicht, wat een mysterie. 'Mir ist bewusst was Freiheit bedeutet.'

A Simple Favor

'I'm gonna have to slap the sorry out of you.' Helikopterouder meets queen bitch, in deze serieus spannende satire. Het kan vanaf het begin allerlei kanten opgaan, het gaat ook alle kanten op, en toch heb ik nog wat wegen gevonden om (er)over te mokken. De seventies chique intiteling is bijvoorbeeld overbodig, of men had Pink Panther in moeten huren (cat fight!). Vlogster Anne Kendrick doet als weduwe alles voor haar kind. Op het schoolplein treft ze de Madonna-achtige Blake Lively. Die doet alles voor zichzelf. Een match in heaven derhalve, en een moord hangt al snel in de lucht. Ik ging helemaal voor een Fincher-parodie. Probleem. Hoe meer wendingen, hoe minder de komedie werkt. (Is een echte komedie een eenbaansweg?) De film gelooft teveel in haar eigen drama. Stel je voor dat het scenario zichzelf had geconfronteerd met de onzin van de twist-rollercoaster. Nu gebeurt dat pas in de (wél leuke) aftiteling. Had men bijtijds de meta-weg gekozen, dan kon het een soort Adaptation worden, verdachtmakingen over en weer, bovenal áán op moord beluste scenaristen. De one-liners over kids met 'play dates' blijven echter alleraardigst het doel raken. Ik kreeg als teetotaller trek in alcohol! Corecte mom vibes, dus. Vervang de kut door augustijnse boom. Poëzie van het schoolplein. Voor je het weet zit je 'ballsdeep in my best friend'.

dinsdag 23 juli 2019

The Saddest Music in the World

''Don't tell me you live here and you don't know it.' Een groot fan van Guy Maddin zal ik nooit worden, dat kan met zekerheid worden gesteld wanneer zelfs de hulp van grootheid Kazuo Ishiguro hem hier niet redt. Die dekselse hyper-epileptische editing ook altijd. Toch is The Saddest Music wel anders, meer plot-gericht. De retro-beelden-tombola verwordt hier tot vrolijke satire op showbizland. In tijden van depressie houdt een Canadese stad een Spel zonder Grenzen, een Pop World cup (iets voor de blogosphere). Wie maakt de zieligste muziek? Zoiets moet de bier-omzet ten goede komen, denkt Isabella Rossellini. Noem het kijk- en luistergeld in natura. Door haar aanwezigheid – plus die van een ziener-dwerg – piept Lynch snel tevoorschijn. En dan heb ik het nog niet over het lollige lichaamsdelen-motief. In de surreële stijl van Boelgakov verzamelt de wereld zich voor een ijskoude musical performance. The American Ambassador of Sadness weet daar wel raad mee. Te gniffelen valt er genoeg, en van charmante, plotse kleurmomenten (in een zwart-wit stemming) krijg ik zelf ook bierbenen. Wat ontbreekt, is goede muziek. Wellicht postmodern bedoeld, maar geen van de liedjes maakte mij verdrietig. Dan rest humor op hoge pootjes, wegtrippel-end richting verveling. 'We don't know if he's in a coma, or just very,very sad.'

Love & Pop

'There are people whose fathers have changed twice.' Bijzondere film, al is het maar om hoe een doodgewoon onderwerp, bijzonder ongemakkelijk wordt gemaakt. Het is examentijd voor vier Japanse scholieres. Op het oog hebben ze het coming of age-leventje van iedere zeventienjarige (heldin). Lekker aan de wandel, pubervragen, puberdrama's. Maar dit is Japan, waar de dingen altijd net even anders kunnen (en mogen) gaan. Het fenomeen 'play-date' doet zijn intrede. Misschien lag het aan de Franse soundtrack (Debussy! Satie!), de bespiegelingen over tijdsverloop (Ri-Coeur!) en de ultra-subjectivistische shots (Marker!), maar zelfs het woord play-date, kieperde alweer luikjes richting Tati open. Playtime, date time. De meisjes gaan met weirdo's op stap en de kijker krijgt het allemaal zonder voorbehoud te zien, vanuit alle hoeken en standen. Upskirts passen nog bij de uniformen, maar wat te denken van de bijzonder antropomorfe POV-shots? Het bord spaghetti kijkt mee, en gaat naar binnen. Op zoiets zou Gaspar Noe (nog een Fransoos!) nou nooit komen. Tijdens goedmoedige momenten neigt het naar een Beastie Boys-videoclip. Later worden de druiven zuurder. Ik werd er een beetje verdrietig van. Ook bij mij kwam die camera dus binnen, onaangenaam diep. 'We gaan de film niet kijken, we gaan alleen maar de Videoland-schappen af.'

maandag 22 juli 2019

Newness

'Maybe love is not enough.' Afzetter van het jaar. Ik moest 'm in blokjes van twintig minuten doorworstelen. Toch interesseert het swipe-onderwerp me wel, de ADD van onze samenleving, allang door Lasch gesignaleerd. In Amerika lijkt het nog een tandje erger, matchen op Tinder is daar echt altijd enkel en (in wezen) alleen DTF. ('En door', zouden Nederlandse dames dan zeggen.) Intimiteit? 'Ho', maar. 'We kinda just met.' In de film 'vinden' twee irritant mooie mensen elkaar. Hij met grote ogen en lege konijnenblik. Zij met Bjork-accent en het gezicht meestal op standje verontwaardigd. Urenlang bekken de twee elkaar af, gefilmd in een Barry Hayze. De shady visuals weerspiegelen de aswolk van zelf-kwellende 'wat ben ik zielig'-weemoed. Nog veel irritanter dan Bokkeh (die hadden immers recht tot klagen). Enige tijd brengt men relatietherapiehandboeklessen in praktijk. ('I want a threesome'.) De eindeloze onderhandelingen vervelen, al zijn er wat waarheden te vinden. Een open relationship is oké, maar 'friends are complicated'. Oftewel, helemaal niet open. Of wat te denken van deze: man biecht een moeilijk verhaal op aan een bekende, ze heeft er zelf naar gehengeld. Zij bemerkt plots de friendzone. 'I don't think I'm the right person to tell...' Op het laatst zweemt na Tinder de even tijdelijke kinder-oplossing. But that's another movie. Thank God. 'You said that so sad.'

Vive L'Amour

'Ik kwam via de deur naar binnen.' Wegdroomfilm in de goede zin des woords, niet naar iets anders, maar richting de film zelf. Een niet-wereld die verdraaid veel op de echte wereld lijkt. Tsai Ming-Liang registreert scherp hoe onze samenleving automatiseert en anonimiseert. Iedereen (be)studeert, niemand doet meer, (ook) camera's kijken toe. De Taiwanese regisseur volgt een stille driehoeksverhouding. Een dame uit makelaarsland valt voor jongen van de zwarte markt. Een 'kantoorknecht' observeert en onaneert. Het stille schaduwspel van de liefde wordt in een eerste, rustige seksscène gespeeld, vol van navoelbare huid op huid. Belangrijker dan de vele wanhopige pogingen tot de-automatisering van het eigen leven – zelfs het ophangen van reclameborden krijgt voor even iets erotisch – is de opmerkelijk rake analyse van de huidige tijd. Ligt het kapitalisme in Taiwan 25 jaar voor? In elk geval is de zeitgeist in alles aanwezig, van workouts tot foodtrucks, en de huizenbubbel. Allemaal zelf-wekerij, rimpel voor rimpel. Aan zin-loze baantjes ontsnappen blijkt niet zo gemakkelijk. Bijna zonder tekst legt Tsai de pijnpunten bloot. Spreken heeft weinig zin. Ik denk zelf(s) dat er een tachtig minuten cut mogelijk zou zijn waar ook het Laatste Woord uit geschrapt zou zijn. Een massa aan stads-eenzaamheid, van het bankje zonder troost. Genadeloos meesterwerk. 'Te koop'.

zondag 21 juli 2019

Lazzaro Felice

'Wolf of geen wolf, de haantjes ontbreken.' Fijn werk van Alba en Alice Rohwacher, wederom. De Firenzische zussen zoeken het dit keer in een meer klassieke vorm, en bereiken die dan ook nog via een paar traditionele schijnbewegingen. Paradox! Eerst oogt Lazzaro Felice als de archetypische Italiaanse plattelandsfilm. Sappelen in totale armoede, slechts het slachten van een beest ontbreekt. Ik mag het type graag, maar verwacht meer van Rohrwacher. En zo geschiedde. Lazzaro is niet voor niets gezegend met die naam. Hij lijdt op katholieke wijze. De scene waarin hij koortsig in het hok dat huis heet, door ieder familielid wordt aangeraakt, is bekeringswaardig. Het maankind leeft ook zonder mirakels in een wonderlijke omgeving. De troefkaart komt uit de mouw wanneer een mobieltje afgaat, weg fifties! Wanneer Lazzaro zijn Lazarus-ding doet (zo voor de hand liggend en toch zo schokkend) ontvouwt zich een parabel – politiek met mens en dier, en de bij-bel bij de hand. De wending werkt fabuleus, maar zoals voor iedere parabel geldt, heft het de magie ook op. Zodra het metaforische duidelijk is geworden, moet het meteen klaar zijn. Rohrwachter raakt al te verliefd op haar ideeën. Doordat de punt steeds gemist wordt, wordt de pointe van het surrealisme ook minder. Een groot probleem is dat niet. Vastzitten heeft zowel wat tragisch als wat moois. 'Ze kan haar kont niet bewegen.'

Resolution

'Don't play that.' Het bleek zowaar een goed idee om deze budgetloze voorganger van The Endless pas als tweede (en dus als prequel) te kijken. The Endless heeft weliswaar de helderheid, het betere acteerwerk, en de spectaculaire actie, oftewel, in bourdieuske termen, al het kapitaal dat kapitaal aantrekt. Resolution daarentegen bestaat gewoon fijn uit gebabbel – gemopper van 'Jay en Silent Bob'. Een enkel lynchiaans segment uit The Endless wordt hier de hele film. De crackhead wordt door zijn beste vriend ('Mike Danube and shit') vastgebonden. In de bouwval waar deze cold turkey plaatsvindt, beginnen vervolgens vreemde objecten te verschijnen. Mediadragers, meta-levensdragers, eigenlijk. Ze laten zien wat er is gebeurd en gaat gebeuren. Soms vond ik deze freaky verdubbeling zelfs nog wat al te subtiel 'geshowd'. Van slapen komt het voor de vrienden niet (en nooit) meer. The loop wants you in the loop. Een intrigerend zijpaadje vormen de indiaanse verhuurders van het krot. De aanwezigheid van de reservaat-schaduwstaat maakt het allemaal extra ongemakkelijk, en slim bizar. Het land dat niet bestaat, van het volk dat werd uitgeroeid. Opnieuw, meer suggestie dan werkelijkheid, maar toch een slimme touch. Ik hoop dat de makers nog een paar vervolgen maken. (Ga ik ook al verdubbelen.) Een universum in elk genre. 'I study man, but I prefer not to be with him.'

zaterdag 20 juli 2019

Two Rode Together

'Would money influence your decision?' Bipolaire western-film van John Ford, toch al nooit de meest heldere regisseur (het zal de whiskey zijn). Wellicht wilde hij zijn beide klasbakken evenveel aandacht geven. James Stewart, en Richard Widmark (favoriet!) spelen twee oude maten in het Westen. Ze personifiëren ieder een kant van het yankee-cliché. Bounty hunter Stewart is altijd in voor een foute deal. Widmark, de legerman, denkt het Goede te brengen, maar doet dat niet altijd. Nadat de kijker de bekende, niet zo moeilijke en niet zo interessante grapjes van Ford heeft moeten ondergaan – 'I'm pretty funny Jim' – verkrijgt het scenario urgentie, juist wanneer de film tot rust komt. Aan de waterkant filosoferen de twee vrienden wat, en roken een sigaartje. 'Holy smoke. Matrimony.' Voor een western is de film opvallend babbelig, en omdat Ford tijd heeft (en geeft!) krijgt de kijker toch weer een aardige, nieuwe variatie van hetzelfde. Stewart stem kan ik echter niet meer lijden, en dan zwijg ik nog over de 'unieke' stem van Ford(s) stock actor Devine. Wanneer de indianen verschijnen, slaat de boel pas echt over. We duikelen van het ene in het andere register. Linkse goedmoedigheid afgewisseld met rechtse rouwdouwerij. Identitaire verwarring alom. En de twee die olijk uit rijden gingen? Ze maken alleen maar defaitistisch ruzie. 'And that's a true fact.'

The Scent of Green Papaya

'Leave your things for tonight.' De stille kracht van smaakvolle wereldcinema. Soms is The Scent wat te soft en serviel voor me, maar de openingsscène alleen al biedt meer dan voldoende kwaliteit om zoiets heel toepasselijk (en heel Zen) te vergeven. Daar leidt muziek in, en neemt ons aan de hand, dwalend door een Vietnamese stadsvilla. We komen tot bij rust bij de snarenspeler zelve, de pater familias van een gebroken gezin, een man met een gebroken hart. Dochter is dood, en zelf heeft hij het te vaak in buiten-huiselijke genoegens gezocht. Deze info krijgen we pas later, uit tweede hand, een hardwerkende hand, want er is een nieuw dienstmeisje gearriveerd. De guitige Mui boent en dweilt in de bekende Spirited Away-style. Ze bewondert de insecten, en leert de familiemaaltijden koken, continu steelse blikken werpend op haar nieuwe meesters. Als een handzame, etherische Hsiao-Hsien Hou-film vindt The Scent heel voorzichtig – mierenpas voor mierenpas, speldenprik na speldenprik – het hoopgevende, zelf-ontluikende van de menselijke natuur. Het credo lijkt: wie het kleinste geluid niet eert, hoort niks. Vandaar dat een Sakamoto-achtige pianopingel gaandeweg de snaren overneemt. Na een onvermijdelijke tijdssprong blijkt ook dat geluid functioneel. 'If there's a verb meaning to stir harmoniously, it should be used here.'

vrijdag 19 juli 2019

Drunken Angel

'Idioot, dat is de blues.' Akira Kurosawa bezoekt de duisternis aan de rand van de stad. Op de straathoek laat een Jandek zijn gitaar jengelen, een minimalistisch doodsbeeld, net als de wereld, en de film. Kurosawa maakt er een medische noir van, met een fantastisch hoofdpersonage. Een dronken dokter diagnosticeert de zwarte gaten in longen. Zijn ziel is goed, maar evenzeer zwart. De man heeft iets van het oeuvre van dokter Debrot en WF Hermans ineen(gekrompen). De rationalistische pessimist vormt een onvergetelijk nihilistisch figuur. De term karakterschets doet zijn beste passages nog te kort, de Engelsen zeggen dat mooier: character piece. Gangsters komen langs (met en zonder pieces), en twee van hen nemen langzaam het verhaal over. De wegterende en de terugterende. Met hun 'feodale mentaliteit' wordt de film wat gewoner. 'I'll die any old time.' Gelukkig klinkt er veel muziek, en geldt een aloude onverbiddelijke logica. De kernkwaliteit der groten is het kunnen incorporeren van de andere groten. Ik ontwaarde Murnau en vele oude Russen. Preminger, Scorsese en Bergman doen ook mee – of keken later – keken later mee. Gangsters als reusachtige, wandelende kapstokken hangen aan hun laatste restje sentimentaliteit. Tegengewerkt door onwillige deuren, onwillige mensen. En zichzelf. 'Ik herken die navel.'

After the Screaming Stops

''This sounds so incredibly rehearsed' Het moet haast wel een kenmerk van muziekdocu's zijn, dat het altijd allemaal zo spinaal fictief lijkt. Hoe kon ik anders nog nooit van Bros hebben gehoord? Eind jaren tachtig giga, zo zegt men... Dat noemen ze in 'bestseller theory' een 'fastseller'. Duizenden meisjes kampeerden in de tuin der broers, wachtend op beweging(en) van hun geliefde hype. Anno nu zijn de twee nepdiva's vijftig. Ze rocken bandana's en zonnebrillen, droppen production placements, en wauwelen over vergeving. Niets aan het handje, zou je denken. Het brood-nodige drama zit dieper van binnen, niet in the rise and fall, maar in de eerste minuten van hun leven. Luke kwam eerder en is baziger, maar Matt werd de ster. Intense Luke voelt zich de 'ugly twin'. Jezelf in de ander zien spiegelen, en dan merken dat die externe manifestatie de betere versie is, dat doet pijn. De reünie moet de wraak van Luke worden. Een afgedwongen liefdesverklaring. Met hulp van zijn vrouw (manager, back-up zinger) geeft het hem eindelijk de gelegenheid Matt te commanderen. Iets kan geacteerd ('geef ons scherpte!') beginnen om vervolgens dramatischer te ontsporen dan ooit bedoeld. Soms verkrijgt de malle docu die tragiek. Helaas, de broers herpakken zich, al tranenpersend. Er wil er maar geen vallen. 'I don't think the past helps us in any way.'

donderdag 18 juli 2019

The Kings of Summer

'My mom reminds me of Blanka.' Pubermennekes in het allerprilste stadium, dat zijn de gekste en dus de beste, met hun 'innate sense of menace'. Tijdens het geniale Les Géants-intro zet The Kings of Summer vol in op die vibe. Al snel blijken de guppies echter mannen te moeten worden, en ze laten zelfs hun baarden staan. Het probleem van de film in a nutshell! Waren ze nog maar jong en onbedorven, dat zou ook voor de kijker beter zijn geweest. De Justin Bieber van het trio 'koningen' is het meest irritant. Leider van Thoreau's puber-Walden. Toch valt er best te lachen, ondanks de simpele racial slurs. (Dit is een white man's world waar de Aziaat het weer moet ontgelden.) Het enige personage dat werkelijk leeft, is de moeilijkst levende van allemaal. Een autistische combinatie van rugzakjes, uitgebeend, klein, mager, met andere woorden: de ware ster van de film heeft Wes Anderson-kwaliteiten. Niet voor niets duikt hij ook na de aftiteling nog even op. Hij ('het') blijkt te weinig om het scenario te redden. De regisseur built meer aan zichzelf dan aan bildung. De bling bling cameravoering schreeuwt Hire Me Hollywood. Dat is gelukt. Tegenwoordig doet Vogt-Roberts in game-adaptaties. Wie weet wanneer hij weer tijd vindt voor eigen familiale wijsheden. Retro SNES, maar dan anders. 'She didn't make me nervous, like your mom did.'

Shirin

'I have no desire for easy living.' Meta-maestro Kiarostami speelt het ultieme groteske spel. We kijken niet naar het beeld, maar naar mensen die dat doen. Het resulteert in een opmerkelijke aandachtsoefening, een film vervuld van platonische liefde voor film, die tegelijkertijd platonisch streng regeert. Gij zult het neppe beeld nooit zien. De setup biedt Kiarostami de kans een honderdtal sterren uit de Iraanse cinema (en Juliette Binoche) nader te bestuderen. Gelukkig wordt er niet geschranst (op wat kleine kauwbewegingen na). De strak gewenkbrauwde dames laten vele traantjes, terwijl ik zelf het 'hoorspel' annex soundscape (want dat wordt het toch) in het begin nog wel grappig vond. Het zou wellicht toffer zijn geweest als de actrices die we zien ook de stemmen in het verhaal vertolkten, een Wizard of Oz-spiegeling. Misschien lag dat in de ogen van Kiarostami (al) teveel voor de hand. Een vleugje politieke metafoor is in Iran onvermijdelijk, waar de film in die leegte eerst nog op Dorian Gray lijkt te hinten (opnieuw... het belang en het gevaar van het beeld), draait het later vooral om het Lijden der Vrouw. De queeste van Prinses Shirin naar begrip en erkenning. Dan zijn al die vrouwen in de zaal met hun blauwe hoofddoeken ineens meer dan decor, maar een prachtig statement op zich. 'This defeat is worth hundreds of victories.'

woensdag 17 juli 2019

A Boy and His Dog

'I have sniffed and I have cast, and I have a negative reading.' Harry Nilsson had hier een liedje bij kunnen zingen, maar uiteindelijk doet Tim McIntire het gewoon zelf, nadat hij de hele SF-film lang als hond heeft gecommuniceerd! De titelhelden struinen door een Mad Max avant la lettre-landschap. Veel woestijn, en uitzinnig verklede schurken. Ik voelde vooral Californian Love voor de bizarre botsing van volwassen elementen en kindervormen. Net als bij Wim Gijsen staat de S in deze SF niet voor science of speculative, maar 'gewoon' voor seks. 'Wat is voortplanting toch lelijk', mokt de hond. Over de politiek incorrecte vrouwonvriendelijkheid zit hij minder in. Bitches be bitches, zeker na de zeventiger Zond(e)vloed. Spijtig genoeg lijkt het net of de zo belangrijke hondenstem heel ergens anders is opgenomen, zo on-geïntegreerd binnen het geluidsspoor klinkt het beest. (Ik moest aan The Streets denken.) Het leukst is de film, net als Gijsen, wanneer er on-filosofisch voor popcorn-time wordt gekozen. Susanne Benton zorgde vast voor vele natte dromen, en ook nog voor een echte nachtmerrie. Zij is het, die de typsy turvy twist inzet, een down under descent into madness. Het zorgt voor even voor enige Get Out-allure. Alles wringt en kraakt, en blijft nipt overeind. Precies Gijsen. Leuk, doch slechts drie sterren in genialiteit. 'We need a new man.'

Gates of Heaven

'This is gonna be my project of life.' Dankzij een zetje van Werner Herzog vond de jonge Errol Morris zijn (goede) vorm. Het knapste is misschien nog, dat hij dat voor elkaar krijgt zonder zichzelf een rol te geven. Herzog kan zelf ook opperbest de chroniqueur van gewone mensen vertolken, maar hij heeft daarvoor wel zijn eigen commentaar nodig. Morris doet het allemaal met slimme sequenties en de juiste edits. Zo achteloos dat de kijker haast vergeet hoeveel werk het schiften der talking heads moet zijn geweest. Waar gaat het om? Een 'Pet Sematary'. Enkele Californiërs hebben de grote droom er een te beginnen. Ze belanden echter in een concurrentiestrijd met... de 'rendering company'. Bam, dat is meteen Amerika in optima forma. Economisch en doortastend. 'You get some real moaners on the phone.' Een 'kismet idea' belandt in de prullenback, terwijl wij de prachtfiguren bekijken. Steinbeck in looks en mentaliteit bij de goeie 4H-men, en een lekker evil tegenpartij. (Want Amerikanen weten altijd wat hun rol is.) Semantisch serveert men heerlijkheid na heerlijkheid. 'I think it's inhumane.' Later bezoekt Morris een begraafplaats die wel, eh, van de grond is gekomen. Opnieuw eerlijk Amerikaans. Samen rationeel verkopen. Gelukkig werkt ook daar een Steinbeck loner, de uitvreter met de gitaar. 'The only thing I am guilty of is compassion.'

dinsdag 16 juli 2019

Hannah

'Ouvre cette porte!' Charlotte Rampling heeft altijd wel trek in iets aparts. Hier loopt ze eindeloos in en uit kamers. Ik peinsde intussen hoe die andere bejaarde eenzaamheidsfilm ook alweer heette, en welke veterane daar de hoofdrol speelde. Eindelijk schoot het me te binnen. 45 Years. Met Charlotte Rampling! Het zegt wat over haar vermogen om in een rol op te gaan. Zelfs wanneer ze weinig materiaal heeft om mee te werken, weet ze de passende mimiek te vinden. Het best lijkt het toch Hannah te zien als de geradicaliseerde versie van 45 Years. Vele malen intiemer. De twist heeft wel wat met seks, maar niks met echtelijk overspel van doen. (De echtgenoot van Rampling zit dan ook in de gevangenis.) Hannah probeert die levensverandering te verwerken in haar toneelgroep, maar doet ook meer traditionele ouden van dagen-dingen, zoals het een handelingenfilm betaamt. De tv wordt haar diner compagnon, haar goede daad het redden van bloemen. Soundtrackloos blijft zowel het hoofdpersonage als de kijker gespitst op elk geluidje, zoals het gestommel van de buren, en het akelige kloppen van het leven dat doorgaat. Op toneelles speelt Hannah nogal cliché in een spiegelend toneelstuk, maar opnieuw zijn de kleine succesjes die ze aldaar behaalt fraai ingetogen vormgegeven. Saaiheid en subtiliteit wisselen elkaar af. Alle deuren sluiten. 'Il ne vient pas.'

Funky Forest – The First Contact

'Can a dog direct animation?' Slap-stick split-screen surprise-ei. Dat kan alleen Japan zijn. Ontmoet de 'unpopular with women brothers' en de 'babbling hot spring vixens', en zie hoe hun sociale leven zicht ontvouwt, of beter, uitvouwt, uit oksels en andere lichaamsopeningen. Het eerste half uur is dat even intunen. Net zoals de film uit meerdere 'joints' bestaat, moet de kijker er eigenlijk ook wel een paar geïnhaleerd hebben. De hermetische humor heeft dan nog een medepubliek nodig om de auteurscode met gezamenlijke telepathische inspanning (en een kopje thee erbij) te kunnen doorbreken. Ik was 'erdoor' toen een brother het volume van zijn turntable goed opendraaide. De deur naar de lol opent via een vrouwenslipje. 'Slechte mix', mokt zijn strenge vriendin vervolgens droogjes. Daarna beginnen ook de ideeën te vloeien, kreeg ik zelf zin, om muziek te maken, te dansen en te dromen. Zo bedacht ik tijdens de film een t-shirt met de opdruk 'I don't need a funny t-shirt to be funny.' De kekke dansjes en meisjes blijven komen, deel na deel, dub na dub. Iedereen had lol. Na de orale a-kant doet de b-kant er nog een schepje bovenop. Freud zag dat het goed was. Anaal, genitaal en fallisch tegelijk. Sunshine in a bag. Dit eerste contact is geniaal, maar ook wel een beetje misselijkmakend. Noem het Cronenberg's 'groceries'. Avocado's uit de broek! 'Tango with this.' 

maandag 15 juli 2019

Das Indische Grabmal

'Je wil geen graf, maar een executieplaats.' De oude Lang ging lekker los met een tweeluik over India, waarvan 'The Indian Tomb' het meest bekend is. Hij was uiteraard niet de eerste veteraan die het in den Oost ging zoeken. (What would Edward Said say?) In filmland ging generatiegenoot Renoir hem voor. Waar de Fransman echter duidelijk verliefd was op de Indiase mensen lijkt Lang vooral enthousiast over de mogelijkheden. Hij maakt hier een Indiana Jones avant la lettre, bevolkt door fanatieke Maharadjas, in het Duits, zonder dubbing. (En met schmink...) We dwalen door feeërieke tuinen, en alle koperen krochten van het paleis. Een magisch-realistisch spinnenweb beschermt de Verlichte Duitser en zijn plaatselijke meisje. Het is allemaal lustig exotisch, een kleurenbouquet. Ik zou graag de mening van Schopenhauer horen, India-lover en vrouwenhater. Op dat laatste vlak scoort de film namelijk met onverwachte curveballs. Het is de zus die zonder dralen haar broer probeert te redden. En bovenal, doet Debra Paget een dans waar Rihanna nog een puntje aan kan zuigen. Risqué voor zijn tijd, beweert Wiki onverstoorbaar. Later kijken de drie blanke hoofdpersonages door een gat in een grot naar de exotische wereld die aan hen voorbijtrekt. Eerlijk, ergens, toch, ondanks alle oriëntalistische waanzin. 'Ich bin deine Dienerin, deine Dienerin bin ich.'

C'est arrivé près de chez vous

'Wat ben je lelijk, als je lacht.' Ziek in de goede zin des woords. Deze gonzo-cultkomedie is zwarter dan de Afrikaanse bouwvakker die ze neerknuppelen. Hij is verre van het enige politiek-incorrecte slachtoffer. ('Attention, begraven richting Mekka, he.') De vibe lijkt op die van een Herman Brusselmans-roman, mits hij net tig keer achter elkaar Fight Club had gekeken. En daarna een willekeurige Franse art-film. Poelvoorde speelt een seriemoordenaar, die zijn 'nouvelle vague de terreur' laat vastleggen door een filmcrew. De grote vraag komt snel op: zal hij zijn kompanen vermoorden? Hun interviews doen denken aan een x-rated versie van Koot & Bie. Een laatste voor de hand liggende vergelijking is Aaltra, geen toeval, want daar dook Poelvoorde later op. Voor de teer-bezielden valt er met gehandicapten wel iets opgeluchter te lachen... 'Ca me gene pas'. Door het film in film-aspect scoort men meta. Een paar 'poreuze' scenes zijn doodleuk kunstzinnig! De zoektocht naar een communie-armband, bijvoorbeeld, waar de geluidsman mee moet helpen (en het geluid zich dus van ons af verplaatst). En wat te denken van de ontmoeting met een andere gangster, met een andere crew.! Ze doen nog aan filmtips ook. Toch Le Veux Fusil eens kijken. Deze Jeux Marrants blijken verrassend spannend. Met een Kift-liedje tot besluit. 'Oh cinemaaaaa!'

zondag 14 juli 2019

La Vache et le Prisonnier

'Notre premier soir.' Pastorale 1943, met een weidebeest. Toevallig las ik net Bollebieste van Wim Gijsen, en zat helemaal in die oorlogsherinneringen-vibe. Vroeg of laat bevangen, of bevrijd, door de spanning van op het snijpunt leven. Het blijft verleidelijk. Deze farce prikt alle triomfantelijke stoerdoenerij echter goedgeluimd en met veel panache door. Het verhaal is zogenaamd waar gebeurd, 'maar je zou er best een film van kunnen maken.' Superster Fernandel stiefelt met zijn sympathieke kreukelkop door het Duitse hinterland. Niet alleen, mais non! De tewerkgestelde ontsnapt door zich heel bewust niet te verstoppen, en vrolijke babbeltjes te maken met alles en iedereen. (En vooral met zijn koe.) Zoals in elk vermakelijk staaltje oorlogskunst praten hij en de Hauptmannetjes vooral over seks. 'Ik probeer de primitieve lusten van deze kerel te sublimeren.' Ook van de klassiek bibberende mondharmonica kon ik genieten, onversneden TCM la France. Fernandel zelf is dan de dikke boertige Bogarts die zich voor Mitchums in de bossen smijt. In de loop van de uren – oorlog is epos ongeacht de inhoud – beginnen zijn schelmenstreken wel erg oubollig te worden. Het verzadigingspunt (de 'pont hypothetique') is dan zelfs voor Fernandel niet ver meer. Over de grens biedt men hem een glaasje melk aan! 'Le propreté c'est déjà la liberté.'

The Breadwinner

'I'm a boy now.' Afghani & The Johnsons, een vrijheidslievende landen-take on Kabul en omgeving. Wordt het Disney of depri? Een beetje van beiden, maar 'gelukkig' vooral het tweede. Meer Jeanne d'Arc dan Mulan. Een meisje moet zich als jongen (ver)kleden, nu pa in de gevangenis zit, en 'r eten voor de familie moet worden gehosseld. Plots zijn de bebaarde koopmannen joviaal tegen haar, zo zonder (lang) haar. Het eerste kwart van de Ierse animatiefilm (Song of the Sea!) ergerde ik me nog wat aan de premisse, 'Arabisch dus problematisch', en aan een ander cliché, de taalkwestie. De acteurs praten Engels met accent. Doe dan liever gewoon Engels, als het dan toch moet. Al valt daardoor wel de uitspraak van Kaboel te leren (de a lijkt meer een o). 'Questions sought answers and then more questions.' Hoe erger de ellende, hoe beter de film wordt. Het meisje ziet onherroepelijk meer van de wereld. Tank-kerkhoven, en wegen vol misstanden. De filmmakers leven zich uit met scene-rijm, we springen van auto naar auto, en van grot naar grot. Om de moed erin te houden ontpopt Parvan ('Aatish') zich als duizend en een sprookjes-verteller. Juist tijdens de spiegel im spiegel-momenten schittert de animatie, net een oud prentenboek. De intense finale trekt 'm over de streep. Niks Disney, maar een zelf-kwellend bloedbad. 'East is the other way.'

zaterdag 13 juli 2019

Antiporno

'Thema!? Val me niet lastig met zoiets!' De titel zou gemakkelijk een provocatie van Von Trier kunnen zijn, maar zulke boeiende dingen had hij niet voor of tegen porno te melden in zijn Nymfo-reeks. Antiporno daarentegen 're-boot' een Japanse 'literaire porno' scene met een hoop intellectuele tinten en tieten. Denk, The Devil in Miss Kyoko. De all around-kunstenares (en mislukte actrice) houdt een alle kanten op schietende 'toneelmonoloog', waarvan zelfs een ballet-adaptatie in een Nederlands theater mogelijk moet zijn. Laat Halina Reijn maar eens losgaan. Style meets smut. 'Heb ik al gescheten vandaag?' Mooie kleren, mooie spullen, maar een leeg hart – heel veel ego zonder vulling. Eigenlijk is het zo logisch als wat, postmoderne porno blijkt porno zo intelligent dat het porno haat. Seks is in foucaulteske zin al snel een vorm van geweld. Geinternaliseerde dwang, die zich enkel nog in gruwelijk hoogstandjes weet te materialiseren. De symfonie des leven danst de 'eroica' met Thanatos. Goed wordt het vooral na de metoo-meta switch die je weet dat zal komen. Een wending die – opmerkelijk genoeg – niet lolliger, maar vele malen grimmiger maakt. (Beter, dat gebeurt wel vaker, en zo ook nu.). Godard wordt op zijn hondjes genomen. Verraden door de vrijheid van de sweet movie(s). 'Camera crew die! Director die! Movie die!'

At Eternity's Gate

'What do you mean, what do I mean?' Typisch zo'n film die ik niet in de bios moet kijken. De eindeloos onrustige cameravoering – op een groot scherm wordt me dat toch (w)iebelig. Problematischer blijft dat deze keuze vooral irritant uitpakt, nog altijd niet door-geradicaliseerd genoeg richting kijker wordt gesmeten! Schnabel had de lessen van Reygadas ten harte moeten nemen, om echt lens te gaan. Nu rest pseudo-kunstzinnigheid. Deze opmerking geldt voor wel meer zaken in deze 'schilderijententoonstelling' . De muziek switcht tussen intrigerend gehamer en degelijk klassiek. En wat te denken van het onderwerp an sich? Van Goghs verhaal is pure middlebrow-candy. Het ware genie lijdt voor de Goede Zaak. (En neukt niet in het rond, zoals wildebras-dandy Gauguin, een toffe Isaac.) Wel waardeerde ik dat Jezus eens 'geforeground' wordt. Pastoor Vincent kwam ten slotte uit een religieus nest. De heilige zelfkwelling zat ingebakken. Van alle Van Gogh-films valt vast een mooie compendium te maken. Typerend voor deze letterlijk en figuurlijk wankelende versie vormt het volgende element. Eigenlijk faalt At Eternity's Gate op broederliefde-gebied. Er zijn betere Theo-vertolkers, en betere scenario's met Theo. Schnabel brengt echter wel een prachtscene van de twee in bed. Daar raakt hij het hart, en niet de onderbuik. 'I am my paintings.'

vrijdag 12 juli 2019

Girl

'Ik zie een leuke, mooie vrouw.' Het blijft een boeiend onderwerp, transgenderisme. De ultieme vorm van ingebakken twijfel, de belichaming van iets dat iedereen wel eens voelt, wie o wie ben ik? Aanvankelijk volgt Girl het dilemma op serene voet. Ritselend langs het bed van een jongen-meisje, worstelend met zichzelf, maar gelukkig afkomstig uit een warm nest. Haar 'behandelaars' barsten ook van compassie. 'Alles wat ge dan zult zijn, zijt ge nu al.' Het gaat mis, voor film en meisje, wanneer we haar tweede Grote Droom ontdekken. Ze wil balletdanseres worden. Het slechtste idee aller tijden! Ongemakkelijk in haar lichaam stekend, moet ze in de lichamen-hel op de tenen lopen. Ondertussen peinsde ik of een balletdanseres, na de ombouw-operatie niet plots een nieuwe balans moet leren... Alle balletpassages kunnen geen kant op, ze zijn genoodzaakt van de film een martelend sport-melodrama te maken. Weg subtiliteiten, zoals het wachten op borsten (pubergedrag bij uitstek, nu met een medische twist). Het is de 'trans-gedie' dat de verandering nu net het best plaatsvindt in de periode dat ook een 'gewone' puber al uit elkaar barst. De filmmakers raken aangestoken door alle onrust. Camera's zwalken als het broertje met het zwaard (een voorteken). Van mij had het niet gemoeten, eigenlijk zelfs niet gemogen. 'Ge maakt het u zo moeilijk.'

Never Take Sweets from a Stranger

'You think he's in the woods with her?' Deze Hammer-film begint zowaar eens in medias res, geen gezeik, meteen gekijk. De oude kerel in the Rear Window vinkt wel een ander Hammer-vakje af. De minor Hitchcock. (Pun intended.) De viespeuk zal op bijna smakelijke wijze het Halloween-cliché van een pedo worden. Op onnavolgbare wijze weet de film echter alsnog modern aan te voelen. Misschien simpelweg omdat de pedo tegenwoordig een almaar grotere Boeman is geworden, de angst der angsten – keiharde blauwe snoepjes. Het scenario stipt secuur alle reacties na de onthulling van zo'n zaak aan. De neiging erop te willen slaan, of het slachtoffer te straffen. Ontkennen en wegkijken. In de week van R. Kelly raakt dat de juiste snaren. Zelfs een gewaagde, voorzichtige verdediging van de pedo ontbreekt niet. Even ging ik daarin mee. Is het wel erg, zolang het bij kijken blijft? Maar geef een kindervriend een vinger, en hij neemt meer dan de hand... In de rechtbank glipt de spanning het scenario uit, hoe de makers ook hun best doen om de procedures zuiver te houden. Terug buiten voor de derde akte, komt de boel toch nog op de rails. Zoals we in de wetenschap zeggen, geschraagd door Otto Preminger-achtige cameravoering vluchten twee roodkapjes het bos in. Daar waar The Woodsman zich thuis voelt. 'I didn't want to you hurt you, you forced my hand.'

donderdag 11 juli 2019

Sorry to Bother You

'Dude you sounded overdubbed.' Zwarte piet met een cola-blikje. Een beeld zo idioot weten te kunnen bedenken, en op het scherm te krijgen. Dat is klasse. Van onderop de piramide tot de bovenkamer. Sorry to Bother You is, inderdaad, een zwarte komedie. Een pikzwarte. (Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen). De film neemt de moderne, crazy mediacracy op de hak. En nog een hele hoop meer. Het doet dat met de visuele flair van Michel Gondry – in zijn goede jaren had hij ook zo'n film kunnen maken. Wees lief Gondry en spoel toevallig terug! Niet toevallig doet Bootsy Riley's script ook wel wat ook aan Richard Aoyade's The Double denken. Nog zo'n talent. Met eenzelfde type kantoordistopie. Hier zit er echter heel wat meer ritme (lees: schwung in). Dat komt ook door de overstuurd pompende soundtrack, warop ik Aloe Blacc en Grampall Jookabox vermoedde. Het blijkt The Coup, en die gooien ook graag met maatschappijkritische molotovs. 'Is it Tupac?' Als een erg lange aflevering van Atlanta verduistert (jaja...) het verhaal gaandeweg tot gekkenwerk. Net wanneer alle leuk flauwe South Park rap-grappen, en Hudsucker Proxy-meligheid er toch teveel aan dreigen te worden, volgt een gepast krankzinnige twist. 'You side-step more than the fucking Temptations.' Wat moest Kafka's kantoorparadijs ook zonder een Verwandlung? 'I don't feel any different.'

Roma

'Jullie ruiken naar salade.' Een film uit de Cold War-categorie. Classy (in alle opzichten, want ook heel klassenbewust), verbluffend goed gefilmd, alleen ergens toch met weinig 'personele' diepgang, en ook al weinig vermeldenswaardige dialogen. La Nana is op dat vlak veel beter, daar krijg je echt het gevoel tot het gezin en hun werkster door te dringen. Daarmee is het negatieve over Roma wel gezegd. Want alle gewilde grootsheid leidt gaandeweg tot katholieke grandeur, vanaf dat regisseur Cuaron accepteert geen Italiaans neorealisme te (kunnen) maken, maar een echt melodrama. De eerste Sirkiaanse scene werkt al als een sneak preview. De entree van De Vader. Zijn thuiskomt in een dure bak lijkt wel het verschijnen van een ruimteschip. Jammer van de poep op de landingsbaan... Thuis heerst de fifties-tragedie in de Mexicaanse seventies. Living together, apart. Vrouwen hebben het slecht, met of zonder geld. Het kernpersonage is niet moeder de vrouw, of de moeder van moeder de vrouw, maar hun 'nana'. Een plattelandsmeisje dat toekijkt hoe haar patrons de Antonioni-polonaise dansen. Zelf krijgt ze martial arts-lessen. Een raket der geest belichaamt. De nekslag volgt even later met de baby. Wat kan je ervan zeggen? Enkel heel veel begrip voor Manita, Manita. En voor alle mensen die zoiets doormaken. 'Maak heel veel mooie tekeningen.'

woensdag 10 juli 2019

The Endless

'I think I see what you're doing.' Je mag dit liefdevolle nerd-project met recht loopy noemen. Regisseurs Benson & Moorhead zijn helaas geen broers, maar ze spelen ze wel, in een cultfilm over cults – een caleidoscopisch Boards of Canada-mysterie. De twee ontsnappelingen keren terug naar de sekte ('commune') waar ze opgroeiden. 'They were our family'. Van mij had de reis ernaartoe nog veel langer mogen duren, maar het scenario heeft andere verrassingen in petto. Het script smijt toch al een fragmentatiebom van genre-tropes in het gezicht van de kijker, een roadmovie erbij was er teveel aan geweest. Ter plekke gearriveerd in het Myst-land lijkt de tijd te hebben stilgestaan. De misfits en gekken vermaken zich nochtans prima. Een Bjorn van de Doelen look-a-like brouwt het bier, een ander doet kaarttrucjes, en (bijna) allemaal lachen ze als mormonen. 'Do you hear music?' De theologische discussies deden me aan een ironische opmerking van Simon Vinkenoog denken. Waarom al dat gezoek en moeilijk doen? Houdt het toch gewoon bij Christus. Maar dan neemt de film een bruuske afslag. Plots een nieuw plot, beyond reason(s). Alles gaaat hier op gevoel, soms op het amateuristische af, maar dat is ook wel zo charmant, als een kapotte sample. Two men on a boat dobberend door de oneindigheid. Twin Peaks zonder budget. 'Don't be weird dude, come on in.'

Western

'Waar ben je naar op zoek?' Er zit een scene in Toni Erdmann, waar 'Toni' en zijn dochter op een Roemeens olieveld (of zo iets) een kijkje 'achter de schermen' gaan nemen. Die scene, dat is Western de hele tijd, en wij zijn het die toekijken. In Bulgarije werken een stel Duitsers aan een waterkracht-centrale, althans, dat is de bedoeling. Ze wachten vooral, op materiaal, op water, op Lebenszeichen. Hoofdpersoon Meinhardt lijkt op Wim Gijsen. Volle haardos, borstelsnor, tanig-getekend lijf, omgeven door een wolk van sigaretten en melancholie. Van de crew mengt hij zich als enige – eerst onder de dieren en dan onder de mensen. Dwalend door de outback. Western is een zomerfilm, een volledig buiten-film. Buiten de tijd, buiten bezigheden. 'Met raki kunnen we geen beton mengen'. In het dorp spreekt men alle talen der onbegrip. Elke toenadering zorgt ook weer voor een verwijdering. Elke onverstandige (en onverstaanbare) dialoog wordt projectie, zelfpraat op het ritme van de sprinkhanen. 'Je zegt iets treurigs'. De dwaler verdwaalt. Hij heeft een doel nodig, iets om voor te leven. En het sterke aan Western is, dat het scenario geen moment suggereert dat hij die ter plekke zal vinden. Ik zag eigenlijk maar een foutje. Dat onze held de jongere vrouw neukt, in plaats van de stille begripvolle, maar... dat zou Gijsen ook doen. 'Ik ken je dromen niet.'

dinsdag 9 juli 2019

The Deadly Invention

'Ga je je nieuwe huis zo snel verwoesten?' Hoe 'visueler' de film, hoe minder nut het lijkt te hebben daar iets tekstigs over te produceren. Karel Zeman is de twintigste-eeuwse knutselmaestro, de man die alles maken kan. Hij deed Munchhausen, hij deed de middeleeuwen van Jester's Tale, en hier de fabuleuze wereld van Jules Verne. Hoe logisch. (En Verne kon dat blijkbaar wel, het visuele fabuleren.) The Deadly Invention lijkt een compendium van verschillende verhalen ineen, verschillende sferen eigenlijk. Bovenwater, onderwater, altijd op pad. Het heeft wat van Kuifje. Bommen en granaten, en stoere kapiteins – hier aan de verkeerde kant van de lijn. Typisch Zeman zijn momenten zoals de volgende: de kapitein sneakt zich naar binnen, als echt mens in een 'echt' decor. Maar Zeman maakt van het muurtje dan toch maar een papiertje. Gewoon, omdat het kan. Later worden er gaten in geschoten. Genieten kan ook dankzij de vele verbluffende onderwaterscenes. Cocteau-esk spiegelend, en dan bedoel ik de avant-garde Cocteau! Van alle Zeman-films die ik ken, is Deadly Invention de minst hermetische, soms wordt het zelfs wat te makkelijk, door de voice-over. Maar dan zien we plots een knutselfilm in een knutselfilm voor extra verhaaljolijt, en dan klopt het allemaal. Bekijk het maar. 'En de professor!? Die kan ons niet helpen.'

Cash on Demand

'Banking is one of the few dignified businesses in the world.' Het zal een Hammer-trademark zijn, want ook deze film opent weer uitstekend. Sereen en mysterieus dwaalt de camera door de gangen. Een langzame kluisgang langs alle bankstadia. In minor works zoals deze, valt goed te zien hoe groot de invloed van maestro Hitchcock is geweest. Hoe Brits hij bleef. Goofy humor, vilein klassenbesef, en ondertussen onder de huid kruipen. De medewerkers van de bank around the corner vitten en dollen, tot een mysterieuze 'security expert' verschijnt. Het scenario is gebaseerd op een toneelstuk, dus zijn er hopen dialogen. Men neemt elkaar de maat, van binnen en van buiten. Parkeerproblemen blijken van alle tijden. Het masterplan voltrekt zich intussen met een bestudeerde ironie. In de Nederlandse remake zou Loe de Jong nog van nut kunnen zijn, voor het vullen van de koffers. De vileine villain Morell lijkt op Burt Lancaster en leeft zich uit. Mij gingen zijn double entendres (als dat het juiste woord is!) vervelen. In feite vormt alles wat hij zegt een schurkengrap over het hoofd van de personages richting de kijker. Bonuspunten nog wel voor het real time-gehalte van de heist. Dat gaat ook makkelijk in Brittenland. Iedereen zet de klokken gelijk, wachtend op de exit. 'Professional ethics prevent me from disclosing that information.'

maandag 8 juli 2019

Widows

'I don't think they have gravediggers anymore.' Widows stort in zo'n hoog tempo, zoveel bizarre juxtaposities over de kijker heen, dat ik ging vermoeden dat de regisseur van Crash erachter zat. Geen goed teken voor het geboden niveau. De crash course van plot-opties ontvouwt zich uiteindelijk tot politiek melodrama, een heist en sheist-film waarin onder- en bovenwereld weer eens diffuus begrensd blijken. The Wire kon daar op serie-lengte in Boston aardige dingen mee doen, maar hier in Chicago voelt het ondanks alle overcompensatie leeg. 'Dollar signs and empty promises'. Ik verwacht meer van Steve McQueen, want hij is de regisseur. De Brit lijkt gevangen door de wanen van de dag. Amerikaanse wanen. Hij tikt braaf alle Twitter-relletjes aan. Three vrouwen, drie weduwen, drie etniciteiten. Ik kan de pitch van ver zien aankomen. Jammer genoeg zijn vooral de mannelijke aangevers (Colin Farrell, Liam Neeson) uit vorm. Misschien had McQueen toch geen Britten mee moeten nemen. Voeg daar twists van Batman-niveau aan toe, en je hebt een barslechte film die wisselt tussen doorzichtigheden en ongeloofwaardigheden. Kan een scenario zonder moraal een land zonder moraal aanklagen? Dit keer niet. Een doorwrochte, doch verwrongen implosie. Vrouwen zijn goed, politici slecht, mmkay. 'I'm here with a few questions.'

Der Hauptmann

'Was zum Teufel geht hier vor?' WF Hermans, kom er maar in. Die laatste weken der decadentie in het stervende Derde Rijk, ze zijn een toppunt van nihilisme, van vuile schijn. Bezien vanuit een Duitse soldaat – nergens een gezicht van een geallieerde te zien – geeft dat toch weer een nieuw perspectief. Der Hauptmann heeft op zichzelf een klassieke vorm. De zwart-wit beelden vond ik zelfs wat al te chique gefilmd (denk Cold War), met een enkel kleurmomentje ter compensatie. De inhoud doet het hem hier dus. Een gestoord fin de siècle in een enkele aprilmaand. Op de klanken van Thierry Marichals trompet smeert een Duits soldaatje hem, hij vindt een chique uniform, en trekt het aan. De kleren maken de hoofdman. Geloven te zijn wie je níet bent, de oorlog die met je op de loop gaat. Meer en meer gaat de arme jongen in zijn damoklesiaanse waanbeeld geloven, zijn acacia's-dromen. Eindelijk kan hij zelf commanderen en terreur zaaien. Op een krankzinnige manier bleef ik nog lange tijd 'rooten' voor de sukkelaar, terwijl zijn weg bezaaid raakt met lijken. De titel verschijnt heel stoer pas na 24 minuten in heavy metal-kleuren en typografie. De film lijkt dan een soort Lina Wertmuller-'komedie', zo zwart als het uniform. Pas in een 'lager' wordt het al te schril en schrijnend. Het schieten komt voor de moraal. 'Dan haal ik de Hauptmann uit de drek.'

zondag 7 juli 2019

Suspiria

'No no it's ok, let's face this.' Duurden die giallo's niet altijd ultrakort? Halverwege erachter komen dat het budget op is, dat lijkt me nou de mindset bij uitstek. In deze remake gaat dat anders, vele malen grootser, krankzinnig ambitieus zelfs. Gelukkig wordt er voor de lol wel wat gedubt – of fantaseerde ik dat? – in elk geval gooit men een zwik talen in de europudding, wordt er lekker bruusk ge-edit, en loopt er bovendien een zij-lijntje met nazi-ellende. 'Laufende setzung'. Het gaat echter om die balletschool, waar wordt gestorven en geleden. Onwaarschijnlijk fysiek, totdat er van de meisjes niets meer dan een hoopje mens overblijft. Ja, halverwege begint de warrige waanzin te werken, en wordt Takeshi Miike gekanaliseerd. Met gestrekt been door de grenzen van Black Swan (in wezen ook al een remake). Een knoop wordt een enkel moment een ferme tepel, de oude vrouwen-angst laait op. De 'coven' keert zich tegen hun verlepte, leeggelopen zelf, dat wat ze ooit waren. 'A Markos Company special'. Soms kon ik de meisjes niet uit elkaar houden (maar ja hun lot is toch hetzelfde...) Een dubbele dansscène vormt de culminatie, op de huid gehuld in striemen bloed. 'It is happening' En hoe. Thom Yorke zingt als een oud wijf, bloedrood leven stijgt op. Huiveringwekkender dan Hereditary, origineler ook, en dat als remake. 'We need to get you in the air.' 

Dawson City Frozen Time

'Lengths of film lying thither and yon.' Urenlange liefde voor het beeld, stilstaand en bewegend. Met als 'smoes' de goudkoorts in Klondike, Heeft goud eigenlijk een praktisch nut buiten decoratie? Het levert film-manna op in elk geval. Bill Morrison werkt in de serene, ook wat slome stijl van Ken Burns. Urenlang zweeft Morrison door het verleden van een verloren stad. Geen voice-over, een dappere en aangename keuze. Slechts Julianne Barwick-achtige muziek en tussentitels begeleiden de kijker langs de cruciale vondst. Dozen vol filmgoud, op de bodem van een verlaten zwembad. De tijd heeft prachtige glitches in het materiaal gekerfd. Pollockiaans expressionisme geeft de films mysterieuze rafelranden en open plekken. Het werkt snel hypnotiserend. Er zijn met die filmbeelden eindeloze reeksen aan verhalen te maken. Van de wereld in het groot (Alexander Berkman, Judge Landis) tot Klondike in het klein (de appelman, de indiaan). Hoewel de docu gemakkelijk een half uur korter had gekund (en ook gemoeten), valt de wetenschappelijke volledigheid ook te waarderen. Tijd is snel en langzaam tegelijkertijd. Voor wie geduld heeft komen alle lijnen bij elkaar. Zou Morrison alle 300+ aan gevonden film-reels hebben weten te gebruiken? Dat leek me nou leuk, eindigen met: You have seen snippets from everything. 'What days they were while they lasted.'