vrijdag 31 juli 2020
The Perfection
'It's like my mouth has never been so fucking dry.' Twist & Shout-hitje, mij terecht getipt als WTF-film. En dat voor een Netflix-productie. Misschien worden ze daar eindelijk ook wat minder braaf! Ik zou haast zeggen, het komt door de corona-tijden, al is de film uiteraard van daarvoor. Houd u vast: er waart een koortsvirus rond in Hunan (ok!), 'real contagion-like stuff', met gruwelijke hoofdpijn tot gevolg. Twee cellisten zijn op roadtrip, en zitten er middenin. Ze krijgen snel een mondkapje aangereikt. ('Wear it so they won't freak out.') De ene is zwart van buiten, en wit van binnen, de ander vice versa. Zo lijkt het althans. Een hilarische twist maakt een einde aan alle gore. Ik hoopte op een tweede helft die een compleet nieuw verhaal zou beginnen, met een nieuwe celliste. Het zou een chique variant zijn geweest, om de waanzin van het eerste deel bloot te leggen. Er volgen echter meer twists, almaar idioter. Denk aan de Hélène Cattet en Bruno Forzani-show door de ogen van Netflix' politieke correctheid. Een fenomenale kans om een volledige cello-sonate een mainstream-film binnen te smokkelen wordt hartstochtelijk slecht gemist. Liever kiest men voor het gebruik van hiphop als gewelds-oppepper, wat toch lichtjes dubieus aanvoelt. Het betere stoute komt met een verkrachting. Daar hadden twee vingers inderdaad niet volstaan. 'What the fuck is inside of you.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Richard Shepard
donderdag 30 juli 2020
Taipei Story
'Hoe was LA?' A lot like Taipei.' Leve de Aziatische cinema. Opnieuw toont ze me hoe Taiwan de voorbode van de globalisering vormt. Al vele decennia regeert daar de neon bijbel. De mensen worden er chagrijnig, overwerkt, en permanent arm van. De Pepsi-Cola droom loopt van ze weg. Fuji schittert alleen aan de muren. (Ironische bijwerking: ik wilde er bijna een NAC-shirt van gaan kopen.) Door deze wereld van lege huizen en een lege moraal dwaalt een voormalig honkballer (Hou Hsiai-Hsien!). Hij heeft zijn vriendin beloofd ooit samen naar Los Angeles te verhuizen. Zij gelooft hem, aanvankelijk. Als Working Girl met grote bril houdt zij nog van materialistisch eten. Hij wil enkel nog drinken en geestelijk vergeten. Zelfs in (het kijken naar) honkbal vindt hij geen soelaas meer. Alle jeugdspelertjes zijn zo groot tegenwoordig, maar ze kunnen er niks van. 'De tijden zijn duidelijk veranderd zeg.' In de marge van alle stilte deelt het scenario prikjes uit aan casual racisme, en even alledaagse vrouwenhaat. In een dog eat dog world slaat de Post Olympic Blues vervolgens onverbiddelijk toe. Wong Kar-Wai lette goed op, en maakte aantekeningen hoe Edward Yang met vaste hand en eindeloze reeksen fraaie shots zijn minimalistische mood piece naar de logische conclusie brengt. Vive... wat eigenlijk? 'De illusie dat je opnieuw kan beginnen.'
Labels:
Edward Yang,
films uit de jaren '80
woensdag 29 juli 2020
Wounds
'I can see the inside of your mouth.' Babak Anvari met zak geld van Netflix naar Amerika, wat zou dat opleveren na het prachtige Under the Shadow? Geen bekende gezichten in elk geval. Althans, niet die uit Iran. Zazie 'Atlanta' Beetz doet wel mee als de (ex-)love interest van een waardeloos acterende pseudogoslinggozer, om wie het hier (letterlijk) draait. De kerel runt een goofbar met meer insecten dan mensen. De barflies vormen de eerste, altijd wat kafkaëske hint dat er iets niet pluis is. Het mystery blijft lange tijd random, als een niet al te beste X-files-aflevering, waar de waarheid ook uit alle hoeken en gaten tevoorschijn kan komen. Anvari vindt haar eigen stiel dankzij moderne(re) schermen. De smartphone triggert de actie en bovenal 'schittert' hier de laptop. De eega van de hoofdpersoon tikt namelijk een thesis over TS Eliots Hollow Men (hint!). Prompt trekt het niveau omhoog, terwijl de verwarde (bar)man iets schilferig voelt trekken. Het overspel-thema dat zich zijdelings ontwikkelt, wordt misschien wat al te Amerikaans-preuts geïntegreerd, maar houdt de horror in elk geval wel menselijk. Ik wachtte (daardoor) wel vergeefs op een metaforisch Amerika-Iran fittie. Niets van dat. Americana heerst. Lambchop speelt zelfs zachtjes op de barspeakers. Het stoere einde mag er wezen. 'I just got some shit on my brain I don't want on my brain.'
Labels:
Babak Anvari,
films uit de jaren '10
dinsdag 28 juli 2020
The Professor and the Madman
'For every word in action becomes beautiful in the light of its own meaning.' Een maat van mij heeft een curieuze filmsmaak. Hij tipte deze flop, opmerkelijk oprecht... Ik had wel zin in wat ramptoerisme met Mel Gibson tijdens de Paasdagen. Metascore 25, kom maar op. Grote Namen Penn en Gibson spelen de titelmannen. Beiden schmieren er gebaard en gemaakt op los. Professor Mel wil de Oxford Dictionary zo compleet maken als de Schepping zelve. Penn heeft de tijd... Hun Onvermijdelijke Project lijkt een laatste nawee van de Verlichting. Het besef van onmogelijkheid daagt bij iedereen, behalve bij de Professor. Penn heeft dan weer last van een van de disciplinerende gevolgen van diezelfde Verlichting, om het eens foucaultiaans te stellen. De eerste helft vliegt voorbij zonder weer-zin, als een pompeus laat werk van Coppola. Een gekke film over gekheid, een negatie van de negatie, waarom niet? Penn kikkert op, en dat is ook wat wetenschap moet zijn. Obsessieve gekte doorwerken. Het gaat mis wanneer de film vanuit de book-romance een 'ware' romance wil inpalmen. Het serene einde vol schuld en boete wordt gemist, de remmen gaan eraf. Dr. Brayn at work! Nu redden breinspelletjes en mijnerzijds ingebeelde angsten de film niet langer. Desondanks, voor gekkenwerk blijf ik een zwak houden, vandaar de tip allicht. 'At this moment the endeavour is dead.'
Labels:
Farhad Safinia,
films uit de jaren '10
maandag 27 juli 2020
Hunger Straits
'Herinner het je.' De zee-engte van Kiga splijt land en levens. Regisseur Uchida gebruikt het natuurfenomeen als scherprechter, als stabiel element in tijden van verandering. Hij doet dat groots. Heel efficiënt (of liever, economisch, gezien het thema dat zich ontvouwt) staat het avontuur op poten. Drie criminelen on the run, terwijl het stormt. Wordt het een soort In Cold Blood? Enigszins, maar de film wil meer. Veel meer. De hogere machten spelen mee. Noem het de Se7en paths to hell. En Japan is anno 1947 de hel op aarde. Moreel ingestort, en arm als India. Alle post oorlog-treurnis lijkt op Best Years of Our Lives, maar zonder enig sentiment. De verlichting die komt is slechts ,ingebeeld, zo merkt een geisha. Zij kruist het pad met een boef (a fugutive from the past), en daardoor met de agent. Laatstgenoemde is mijn favoriet. Hoestend sjokt hij door het land. Zelfs zijn thuissituatie wordt niet vergeten. Pas tien jaar van daily struggles later, komt hij dichterbij. Met het zelfvertrouwen van Orson Welles en het multi-perspectief van Rashomon wordt een eng decennium overgestoken. De ontwikkelingsjaren zijn ingezet, de geisha's afgeschaft, de staat van het land is heel anders. Maar alle kleine mensen op de wereld, zij bleven en blijven hetzelfde. Oom agent mag de slotbeschouwing doen, en opent prompt een hele nieuwe marxistische lezing. Wat een Humanité. 'Mijn mouw is nat van de tranen.'
Labels:
films uit de jaren '60,
niet te missen,
Tomu Uchida
zondag 26 juli 2020
FM
'No static at all.' Waar hebben ze meer platen dan in een platenzaak? Op een echt radiostation, natuurlijk. Het muzikale gehalte ervan verkeert in de jaren zeventig echter ook al in gevaar. Een salesmanager arriveert, kalend en in pak, iedereen weet, nog even en hij wil een horizontale programmering. De slackers van QSKY FM lopen er allemaal hipsterig bij en gebruiken woorden die nu nog altijd hip zijn ('stop rappin', 'dibs on the'). De muziek die ze draaien heeft de tijd minder goed doorstaan. Of, preciezer geformuleerd, als Universal-productie is de film FM vooral pseudo-hip. Evengoed een money machine. Dus horen we bijna twee uur lang Eagles-achtige gladjakkers. Als stiekeme fan van Steely Dan kan ik dat nog wel een tijdje lijen, maar het gebrek aan ballen en kleur begint toch op te vallen. Zo wordt de film een niemendalletje. Hier geen altmanteske diepgang, noch het locatiebeheer van Shampoo. Met laatstgenoemde deelt men wel de lol en de hopen coke. 'White nipples!' De humor is Nederlands van aard. Tenenkrommend gniffelen. Cameo's zijn er onder meer voor Linda Ronstadt (klein, bleek en mager) en Tom Petty (lang, bleek en mager). Hun liedjes worden metonymische monsterhits ter illustratie. Music en abyme. Vanaf mijn bureaustoel deed ik de Lido Shuffle. 'What do they care about music, all they care about is money.'
Labels:
films uit de jaren '70,
John A. Alonzo
zaterdag 25 juli 2020
Spring
'I roll my own, sorry.' De gevleugelde fantasy-vrienden Moorhead en Benson kregen na Resolution een zak Europees geld, gok ik zo. Ze trokken gezellig naar Italië voor die Euro Trip. Spring staat daarmee los van hun 'universum', in zoverre je daar al van kan spreken. Sterker nog, de film begint doodgewoon, met een hoop fysieke shit en een James White als hoofdpersonage. Ook deze fucked up vechtjas ziet zijn leven in de soep leven. Uitweg? Europa. Oplossing? De losse Europese vrouw, uiteraard. Van een originele setup moet het scenario het derhalve niet hebben. Het eerste half uur lijkt het zelfs een wanstaltige Before Nogeenkeer van Linklater te worden. Gelukkig dropt de veel te knappe dame wel een hint: 'I'm half undiscovered science.' Dan gaat het alsnog compleet los. Bijna compleet onvoorbereid ook, wat ik een van de selling points van de film vind. Tegelijkertijd bleef ik toch steeds het gevoel houden naar een hekserige Midsommar te kijken, al maakt de film ook zelf genoeg grappen over clichématige personages. 'You've got the same backstory as Batman.' Het transgressieve talent van Moorhead en Benson laat zich in alle onevenwichtigheid van deze vulvische boot-trip, toch vooral signaleren in de FX. Er spreekt visie uit de visuals. Maar als je de laatste vijf minuten nog altijd zit te exposeren, is het geen Beau-Voir geworden. 'I ate my rabbit.'
vrijdag 24 juli 2020
Évolution
'Dessine quelque chose.' Kinderen vormen de specialiteit van huize Hadzihalilovic, en net als in Innocence situeert ze haar kroost in een grimmige sprookjeswereld. Toen waren het meisjes, ditmaal zijn het jongetjes, maar verder verandert er – behalve het zeebiologische decor – weinig. Een echt tweede album-rondje, zou ik zeggen. Toch werkt het nog wel, al is de intrinsieke shockkracht wat minder. Een dorp aan zee wordt bevolkt door moederskindjes. Ze zwemmen, wassen en niksen. De tijd lijkt fluïde, verdicht als The Oyster. Waar aan (en in) zee hun wereld vooral goed en vredig lijkt, doet het dorp denken aan het beroemde surrealistische schilderij van Giorgio de Chirico. De steegjes achter die rode toren, daar heerst onheil en unheim. Langzaam spreiden de tentakels van Het Plan zich uit, over de lichamen van de jongetjes. Ierse mythe wordt Japanse gruwel. 'Zal ik sterven?' De hermetische heksenkaas die wordt geserveerd is behoorlijk 'gross'. Hadzihalilovic durft. Zo heb ik nu eindelijk eens een keizersnee gezien. Een traumatische rite de passage van vliezen. De kern van alle horror is een stoned idee. Sardonische grappige body horror, het onvermijdelijke gevolg. Vergeleken met Innocence voelt Evolution meer als Aphex Twin dan als Boards of Canada. Bovenal heerst Massive Attack's Teardrop. 'Er zat een ster op zijn navel.'
donderdag 23 juli 2020
Asako I & II
'Zijn ouders moeten van koolhydraten houden.' Waarom vrouwen op foute mannen vallen, we krijgen die handleiding vaak binnen in de tweedehandsboekenmeukwinkel. Misschien toch eens lezen, al geeft Asako ook een aardige overpeinzing. Het begint met ledigheid in de zomer, lekkere synths, en dan... De Echte Man met zelfvertrouwen die het meisje al na de 'hoi' weet te zoenen. (Even later blijkt hij DJ, dus dat is het!) Uiteraard zijn er hints van naderende ellende, maar voor het zover is krijgen we fijne semantische lessen. (Een willekeurig woord zal door de redelijke ontvanger altijd als zinnig worden geïnterpreteerd hoeveel moeite diegene er ook voor moet doen). Deel I combineert zo Renkema en Goffman, en is sociologisch erg goed. Langzaamaan begint de psyche van Asako wel te ergeren. Is ze niet heel onderdanig en passief, met welke man ze ook verblijft? De onwaarschijnlijkheden en toevalligheden nemen toe, en even dreigde ik zelfs over irrelevante zaken na te gaan denken (Blijven Japanners zoveel fitter omdat ze zo diep buigen?). De achtbaan richting einde maakt echter veel goed. Het scenario herpakt zich tijdens de afwas. (Eten kan...) Asako leeft met een brute bruuskheid die jouw aarde doet beven. Het melodrama van het dagelijks leven verloopt volgens irrationele regels. Katten met een kat. Irritant en intrigerend. 'Baku, bye bye!'
Labels:
films uit de jaren '10,
Ryūsuke Hamaguchi
woensdag 22 juli 2020
Dead of Night
'I think a man should always do the carving.' Het mooiste aan genrefictie is de subversieve potentie, de aanval die achter alle cliché-moves verborgen zit. Dead of Night (ook wel Deathdream) vormt een gouden voorbeeld. Een culthorrorfilm over een uit Vietnam teruggekeerde soldaat die zich als zombie ontpopt, dat wordt meer dan griezelen. De levende dode symboliseert het persoonlijke en het (zoveelste) nationale trauma van Amerika tegelijk. Hij rot weg waar ie bij staat, maar slijten ho maar. ('You can't die.') De film is woke from the start, want begint doodleuk met een poging tot het doorbreken van eet- en gendergrenzen. Waarom eten we überhaupt vlees? Een slecht nieuws gesprek-later en shit gaat los. De PTTS-zombie rockt een coltrui, mager als een AIDS-model (een ziekte die ongetwijfeld ook in genrefictie is geanalyseerd). Op zijn Stepford Wives zet onze Heino het kleine dorp op stelten. Thuis voltrekt zich een psychologisch gezinsdrama, oorlog verwoest vooral gezinnen. Een mensenlichaam en haar eerste collectieve incarnatie ontploffen. Met name de vaderrol heeft allure. Child is the father of the man, en pa de verwrongen maatschappij met zijn al te mannelijke eisen (verdronken in een fles). De body horror die je wist dat zou komen doet trouwens niet veel onder voor Cronenberg. Niks escapistische ontkenning, maar bloederige ontleding. 'They lied, they lied!'
Labels:
Bob Clark,
films uit de jaren '70
dinsdag 21 juli 2020
Erik the Viking
'Have you done this sort of thing before?' Good old family fun met de Monty Python familie. Ik keek 'm naar aanleiding van het verscheiden van Terry Jones, moge hij ruste in Walhalla. De boel begint zonder dralen met een verkrachtingsgrap, dus daar gaat de family. Good is de film ook al niet. Dan resteert de 'old' cult-factor. En ja, die staat als een paal boven water (sorry). De grapdichtheid van Mel Brooks Men in Tights haalt het scenario nergens, maar de decors en de haarstijlen vermaken zonder meer. Hoofdpersoon Tim Robbins lijkt met haarband op een Californische metalhead (en enige suicidal tendencies vallen bij hem ook wel te bespeuren)... John Cleese doet de slechterik, terwijl Erik en zijn VOC (Vikings Onzalige Compagnie) op hun genrequeeste vertrekken. Ja, de film parodieert uiteraard ook het fantasy-genre. Van hot naar her, met een paar wijze lessen onderweg. Met wat goede wil is er vast een religiekritiek-lezing mogelijk. Vandaag de dag zou ie 140 minuten duren, hier houdt men het netjes op honderd. Het wachten op de vleugjes mystiek valt dan ook goed mee. En die komen, met een paar seconden zon en een vlucht door het space continuum. Transcendentie voor The Lost Vikings is duidelijk hemellichamelijk. Een naviculam ex machina. 'Let's get away from the fantasy and look at the facts.'
Labels:
films uit de jaren '80,
Terry Jones
maandag 20 juli 2020
Unlucky Monkey
'Laten we onze voortdurende welvaart vieren, banzai!' Vele jaren stond deze gangster-stuiterbal op mijn kijklijst. Totdat MB hem ergens in de krochten van het interweb wist te vangen. Slechte rip, maar zo hoort het ook bij obscure pareltjes. Zeker de eerste helft is het genieten geblazen. Japanners doen de leipe Tarantino-talk stiekem nog net wat beter dan de meester zelf, inclusief bankovervalfilosofie. (De surfrock in de aftiteling lijkt me dan weer een producer's choice om centjes te maken.) De bank beroven lukt zowaar, maar de centjes brengen alleen maar ellende. 'Zijn wil en verstand verlammen ter plekke.' De waanzin is vooral in het begin grappig, wie een kuil graaft voor een zak geld... Unlucky Monkey blijkt het heerlijke type film waarin de tijd wordt genomen voor volstrekt arbitraire zaken. Een burgervergadering bijvoorbeeld. Daar maakt het scenario een aanloop van tien minuten voor een enkele grap. Het is halverwege het hoogtepunt van de hele film. Daarna verduistert en vertroebelt de boel in rommeligheid. De letterlijke en figuurlijke Takeshi Kitano-knipoog wordt waarheid. Geweld brengt de film via dostojevskiaanse moordgesprekken naar het boiling point. Ik zie de Coen broes-remake in de genreblender voor me. De wet van de communicerende vaten. Voor zulke films geldt ie. 'Wat lul je nou, man!'
Labels:
films uit de jaren '90,
Hiroyuki Tanaka
zondag 19 juli 2020
Tigers Are Not Afraid
'Ze hebben hun vissenkom verlaten.' In Mexico gaan scholen om heel andere redenen dicht. Een stel kinderen vindt zichzelf daardoor terug op verlaten straten, waar drugsoorlogen woeden. Het maakt woedend, en blijft schokkend. Een meisje verliest haar moeder en ontmoet na een tijdje enige zielsverwanten. Samen vormen ze bepakt en bezakt een bande à part van straatratjes. Het doet al snel denken aan Turtles Can't Fly, ook zo'n in en in treurige film 'uit' een oorlogssituatie. Merk bovendien de (internationale) titelverwantschap op. Het unique selling point van 'Vuelven' vormen de surrealistische animaties. Bloedlijnen kruipen waar het meisje ook gaat (en niet gaan kan). Op andere momenten ontvangt ze juist steun van haar fantasie, zoals de olvidados toch al hartverwarmend het plezier weten vast te houden terwijl hun leven in een horrorfilm verandert. 'Ik wil dat mijn moeder terugkomt.' Wat Tigers op de langere adem toch een stuk minder maakt dan Turtles is het teveel aan plot. Gammel en doorzichtig opgezet volgen de actiescènes elkaar op. Ik zocht meer de leegte van zinloos geweld. Op de soundtrack hint een pianist continu naar Michael Jackson's tearjerker Earth Song. Akelig gepast wel... 'Dit is een misdaad tegen de menselijkheid.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Issa López
zaterdag 18 juli 2020
Killing
Labels:
films uit de jaren '10,
Shin'ya Tsukamoto
vrijdag 17 juli 2020
Conceiving Ada
'Don't excite yourself little mother.' Misschien moet ik niet de gebeten man uithangen, maar deze Ada-ode doet zo slachtofferig over Lovelace dat ik bijna in de contramine ga. Reactie roept de film zo in elk geval wel op, wat dat betreft bereikt regisseur Lynn H. Leeson haar doel. Een acteursfilm is het niet, daar helpt zelfs de aanwezigheid van Tilda Swinton niets aan. Geboren voor de cultstatus, derhalve. Een wetenschapper 'had an idea', en ontdekt een tunnel naar het verleden waar ze met Ada Lovelace kan communiceren. De eerste helft lijkt Alles een hint tot goddelijk inzicht, tot aan de vele cijfers toe. De muziek van van The Resident verleent zweefmysterie aan de Pentium plus Windows 95-FX. 'I've given you several clues.' Wat als elke foto als een zielvanger een heel leven meecodeerde, precies zoals de indianen altijd al geloofden? 'Sounds like the twilight zone.' In een rake omkering maakt Lovelace aan haar man en mede-uitvinder het verwijt dat hij slechts 'intuïtief' een machine heeft gebouwd, en niet rationeel de ware kracht van het apparaat inziet. Lovelace wordt 'a feminine symbol for a very masculine pursuit.' Ironisch genoeg fungeert de pc later vooral als flashback machine, met niet meer verbeeldingskracht dan dat van de plot device. Gelukkig is Ada's slotspeech filosofisch correct. 'They're not what I wanted to come out of me.'
donderdag 16 juli 2020
Tokyo!
'Het is niet al te intellectueel toch?' Wat zou het tof zijn als er een regisseur bestaat die slechts excelleert in de segmenten van de segmentfilm. Zoals je korte verhalen-sterauteurs hebt. Toch zijn het altijd bekende namen van langspeelfilms die voor zulke films worden gevraagd. Hier: Gondry, Carax en Bong, die met Frans geld naar Tokyo zijn getrokken. Met de stad zelf heeft het allemaal weinig van doen. Gondry is nog het meest op de stadsproblematiek ingetuned. De hopeloze huizenmarkt van de hoofdstad, en een wegsleep-parkeerbeleid zo stringent als het Bredase. Uiteindelijk blijft ook hij bij zijn stiel. Gondry gaat de (zelf)confrontatie met escapistische fantasie aan. Zijn lieve Kafka-verwandlung is even vreemd als raak. Carax en Lavant introduceren hun groene sprookjesmannetje dat later in Holy Motors opnieuw (uit de goot) opdook. Levant is de personificatie van 'aktietejater'. 'Ik hou niet van onschuldige mensen.' Intens, wederom, maar de icoon-persiflage voelt vaak flauw. Star to be Bong volgt de hikikomori. Hij doet het met stijl en toiletpapier. Komt dat even coroneaans goed uit! Quarantaine-time komt van binnen en van buiten. Bongs segment blijkt het grappigst, het meest rond, en, vooral, hoofdfilmpersonagewaardig. Wacht eens even... Met zo'n oordeel komen er dus nooit specialisten. 'Fleurs et frique.'
woensdag 15 juli 2020
Portrait de la Jeune Fille en Feu
'Elle parle de vous'. Film van het vorige jaar, volgens velen. Om die reden de ideale film om mijn 'achterstallig onderhoud 2019'-lijstje te besluiten. Portrait is inderdaad een edele film geworden. Nieuwsgierig en mysterieus tegelijk, zo filmt Celine Sciamma (van Bande des Filles) de toenaderingsdans van Twee Vrouwen. De geobserveerde en de observator wisselen in dit historisch drama steeds van positie, totdat ze onherroepelijk samenvallen in een Eerste Liefde (voor de een, en de enige voor de ander.) Het stemt me erg tevreden dat het scenario niet de gemakkelijke 'duivelse' afslag richting Adjani-hysterie heeft genomen. 'Mourir.' 'Courir'. Het scenario blijft ten alle tijde waardig ademen, straalt een enorme trots uit. Ingepakt in sjalen als Man Ray-modellen wikkelen de twee elkaar af, levend in een periode dat de repressie nog expliciet is. 'Mannendingen' zoals pijp roken, drugs gebruiken en, inderdaad, schilderen, dienen daarom nog in het huiselijk-verborgene te geschieden. De vrijgevochtene en de ingevlochtene leren elkaar waarderen, ze steken moedig het vuur aan. De twee omarmen vrouwelijke sensualiteit. Met de handen onder de dekens klavecimbel spelen, verkrijgt een erotische kracht. Er zijn nauwelijks mannen en ze worden nimmer gemist. Feministisch zonder te schreeuwen, met een schouderlikje toe. 'J'ai un nouveau sentiment.'
Labels:
Céline Sciamma,
films uit de jaren '10
dinsdag 14 juli 2020
La Verité
maandag 13 juli 2020
Her Smell
Labels:
Alex Ross Perry,
films uit de jaren '10
zondag 12 juli 2020
Dolor y Gloria
Labels:
films uit de jaren '10,
Pedro Almodóvar
zaterdag 11 juli 2020
The Nightingale
'It's a fucking wilderness.' Australië, een land te sterk voor whiteys, denk ik soms. De zogenaamd Verlichten die de kringloop des levens denken te kunnen overstijgen. (Zie ook 2020). The Nightingale speelt in de tijd dat Australie nog een convicts colony was, waar de Engelsen hun 'vervelende' Ieren droppen. Het bos ingaan, betekent overgeleverd zijn aan een 'black tracker' en díens goden. Het scenario zet slim twee minderheidstalen tegenover elkaar, en laat ze vervolgens samensmelten. Een jonge Ierse praat thuis gaelic, totdat de Engelsen aan haar thuis een einde maken. Met een lokale aboriginal trekt ze de bush in voor wraak. Een bloederige queeste waar zij beiden uiteraard meer dan gewoonterecht toe hebben. Aanvankelijk is ook de Ierse een raciste, en beweegt het verhaal zich langs de lijnen van de unlikely buddies movie. Deze grijstinten worden echter steeds meer vervangen door melodrama, door het hart van de gutmensch. Gelukkig gaat dat allemaal zo hartstochtelijk Goed dat ik erin wilde geloven als een christen in zijn Heer. Desalniettemin, had het allemaal nog wat meer droog-observerend gekund. Het avontuur an sich is immers 'prachtig', Herzogiaans en Malickiaans in de juxtapositie van ellende en natuurpracht. In tal van scenes is de film beter, gevaarlijker en rauwer dan het zo bejubelde The Revenant. 'Bloody white people.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Jennifer Kent
vrijdag 10 juli 2020
Beats
Labels:
Brian Welsh,
films uit de jaren '10
donderdag 9 juli 2020
Knives Out
'Physical evidence can can tell a clear story with a forked tongue.' Cluedo met The Royal Tenenbaums, dat zal de pitch van Rian Johnson zijn geweest, vermoedde ik. Gemoedelijk met een lijk zet het bekende spel zich in gang. Een meta mystery writer sterft, en iedereen voelt dat er iets niet klopt. Is het zijn laatste grap? Enter Daniel Craig ('a self-made man himself'), als de prive-detective die de rijke collectie nabestaanden eens met de tong in de wang (en het rokertje in de muil) komt grillen. Het ontbreekt Craig aan komische flair en timing, maar het scenario redt hem. Wanneer de boel in een landerig kerstniemendalletje dreigt te verzanden, gaat de poststructuralistische theorie in overdrive. De teksten worden leuker, de onzin zinniger – 'a nazi child masturbating in the bathroom – en de Pynchon-diss mogen we best gewaagd noemen. Herr Sleuth met het nep-accent krijgt hulp van de brave huismeid, en van de oudste der aanwezige moeders. Laatstgenoemde zorgt voor het leukste meta-moment. Iedereen weet dat we al een decennium door Hollywood opgelegd naar hipperige vinyl en peperdure pick-ups moeten kijken. Hier wordt eindelijk eens een cd-speler ingezet. En wat voor een! Meer retro dan de retro zelve. De prijs van de McIntosh is wel even slikken... Net als de huishoudster dat moet doen om aan het scherpe web te ontsnappen. 'Indulge me.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Rian Johnson
woensdag 8 juli 2020
Uncut Gems
'I don't want to be calm.' Het moet van Punch Drunk Love geleden zijn, dat ik Adam Sandler in een film zag (en ja, ik haak pas aan bij serieuze pogingen). De flauwe grappenmaker speelt hier een New Yorkse diamanthandelaar, en hij zet zijn innerlijke Nicolas Cage op tien. De tics en de tandjes werken aardig, alle zwakke momenten razen sowieso voorbij in een scenario dat het hysterische gaspedaal minstens zo diep indrukt als haar hoofdpersonage. De regisserende Safdie brothers hebben ambitie, en channelen DePalma's Snake Eyes. 'Come on it's not a fucking soap opera.' Pas na anderhalf uur geld sjouwen en leugens bouwen, volgt een eerste rustpunt. Het is eigenlijk een klein wonder – en stiekem jammer – dat de broers zich niet aan nineties videoclip-splitscreens waagden. Had makkelijk gekund. 'Never resurfaced anything!' Terwijl de schmuck Sandler zijn leven versjteerd, wachtte ik op de Roald Dahliaanse twist die toch moest komen. De Jobse tijdingen rollen aan, totdat alles en iedereen murw gebeukt achterblijft. Iedereen? Nee, daar is de wending alsnog, en het is niet de Donald Trump-achtige jinx, waar ik op gokte. Zo houdt de film de controle, goed getimed als een sportfilm. In niet onbelangrijke bijrollen treffen we overigens de real life-sterren Kevin Garnett en The Weeknd voor nog wat extra vaart. 'Why am I in your car right now?'
Labels:
Benny Safdie,
films uit de jaren '10,
Josh Safdie
dinsdag 7 juli 2020
Durante la Tormenta
'Als je naar buiten gaat, ben je morgen dood.' Wat een lekker bekkende titel! Ik hoor het Niño de Elche al declameren met een R waar Koen Sebregts trrrrots op zou zijn. Van Spaanse folklore is hier verder geen sprake, al is SF/horror volgens mij het enige genre dat ik van Spaanse cinema t[rec]. In een villa gebeuren Stranger Things, decennia worden verbonden door ketenen van ongeluk en toeval. Jaren na een eerste, brute gebeurtenis vindt een familie een oude camera en dito cassettes (lekker retro) en ontdekt daarmee een raampje, terug naar het verleden. Het is meteen het hoogtepunt van de film, als een galante media-mindfuck. Ik moest (weer eens) aan Annie MG Schmidts Mevrouw Knoops denken, de dame die in een theaterstuk belandde. Niks mooier dan via media een nieuwe wereld aantreffen. De mama van de Spaanse familie heeft 'r echter vooral last van, en begint de Cronocrímenes samen met een opvallend behulpzame agent te bestrijden. Vanaf dat moment wordt de 'pura fantasia' in rap tempo wazig. 'Nada prova nada.' Misschien was de moord bij de buren er toch teveel aan. Wat dat betreft hint het einde naar een scherm dat hier niet helemaal aanslaat. De Spaanse versie van Eternal Sunshine of the Spotless Mind. Iedereen heeft in Facebook-tijden zijn eigen tijdlijn. Maar hoe komen we dan nog samen? 'Laat mij je herinnering zijn, alsjeblieft.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Oriol Paulo
maandag 6 juli 2020
The Chant of Jimmie Blacksmith
'What do you want us to call you?' In de week dat de geschiedenisleraar Ron Jans semantisch door de mand viel, keek ik een film over een ander land met een bezoedeld verleden: Australië. Het begint met een priester die 'Blasted blacks' verzucht, en dat is nog een van de minder erge kwalificaties voor een volk dat in 'darkies camps' wordt gestopt. Regisseur Schepisi biedt verrassend vroeg een postkoloniale take, oftewel, 'the Other perspective'. Hij volgt Jimmie Blacksmith, een tragisch tussenmens. Als mestizo lijkt hij wat op Pierre van Hooijdonk (die ook wel eens een Piet-grap maakte). Jimmie voelt zich meer thuis bij de blanken, die hem echter nimmer motten, wat hij ook doet. Hij begint daarom aan een Walkabout door de beautiful scenery, ondertussen racisten afslachtend. Ondanks de nogal klassiek-degelijke looks is de film bij momenten erg rauw. Het scenario voelt soms al te bekend, maar dat lijkt me vooral door de latere invloed te komen. De speurtocht naar de ontsnapte aboriginal, terug in zijn verloren heimat, hebben we vaker gezien. Jimmie's kern houdt wel iets raadselachtigs. Begrepen de filmmakers de Aboriginals idiosyncratisch goed, of begrijpen ook zij ze (als blanken) niet? Mistige vragen. Het eindigt in elk geval voor het Westen duidelijk dankzij een christelijk vleesmotief. 'They'd bloody laugh.'
Labels:
films uit de jaren '70,
Fred Schepisi
zondag 5 juli 2020
Diamantino
'Ik wil een vluchteling adopteren, alleen voor mij.' Heel Portugal op de hak zetten. Je moet het durven. Stervoetballer Diamantino slaapt onder een Diamantino-dekbed, raakt geblesseerd in de finale, en wordt beschuldigd van witwasserij. Inderdaad, het is de Portugese Alleman Cristiano Ronaldo zelve, en zeker met zonnebril lijkt ie perfect. Wat er vervolgens gebeurt, verbijstert meer dan Ronnies zesvoudige scharen. Er verschijnen zijdezachte hondjes op het veld, omgeven door roze suikerspinwolken. Dat is meer dan een schijnbeweging, de tripknop wordt hier diep ingedrukt. Zelfs Adaptation is in de meer tropische meta-passages niet ver weg. Diamantino krijgt een heuse, katholieke epifanie, waarna hij zo goed en kwaad als het gaat, zijn Suske & Wiske-zusjes wat weerwerk durft te bieden. Het b-film plot blijft (bewust) hopeloos slecht, met voor added value een vleugje giallo. Ik hoopte op een bloederige moord, en kreeg een varken... Opnieuw een verdekt schot. De alwetende achteraf voice-over van Diamantino naait de waanzin mooi aan elkaar, al wijst alle varkenslijm wel op het schematische grappengehalte. De hele zeitgeist sleept men erbij. Transgenders, memes, Afrikaanse bootjes, en de Prexit. In de blessuretijd wordt het nog bijna The Crying Game. Ook een film met ballen. 'Mijn povere hart was een wervelwind van emoties.'
zaterdag 4 juli 2020
J'ai Perdu Mon Corps
vrijdag 3 juli 2020
The Road Movie
'Iedereen leeft... nog.' Russen met hun dashboardcams in de auto, het is waarlijk gouden materiaal. Het moment dat de wijde wereld van dit fenomeen vernam, verschijnt al snel, als een kleine reminder. Een komeet stort ter hoogte van Jekaterinaburg ter aarde. Misschien deed ie ook wel het lampje voor deze film branden, want The Road Movie bevat anderhalf uur aan verwante WTF-momenten. Regisseur Kalashnikov (ook dat nog!) toont reeksen aan auto-ongelukken in barse weersomstandigheden. The Road Movie fungeert als een perverse versie van Rail Away. Eerst dertig seconden rust, en dan de klap. Car Away. 'Je bent zo kalm, klootzak.' Niet alleen blijkt deze eenvoudige setup doodeng (je weet dat er iets komt), het is ook de slechtste reclame voor Rusland ooit. Wat een onwaarschijnlijke cowboys zijn dat. Zelfdestructie tiert welig. En als de road rash niet killt, stappen er wel mannen in zwarte pakken uit... De passagiers observeren het allemaal achteloos en met bijna bewonderenswaardige doodsverachting. Blikschadenfreude krijgt men er gratis bij, in een staat van anarchie. 'Wie moeten we bellen?' Het bos-inferno transcendeert het cable news middagtelevie-gevoel. Eén element ontbreekt, ondanks de aanwezigheid van een prostituee of twee. The Rod Movie. Maar oké, die camera's kijken naar buiten. 'Hebben we dit opgenomen?'
Labels:
Dmitrii Kalashnikov
donderdag 2 juli 2020
The Dead Center
'Get me out of this place!' Een mening over horror hebben, het houdt iets heerlijk simpels. Is ie eng? Ja. Dan moet het wel een goede zijn. Hoe snel ik ze meestal ook weer vergeet. The Dead Center doet inderdaad huiveren (en verdwijnt inderdaad snel uit de gedachten). De film profiteert maximaal van de ultieme setting, een psychiatrische inrichting. Daar lopen de Keane-gekken weer rond, met hun Ambulance Blues (en daagt de oude vertrouwde vraag: is het allemaal verbeelding?) Anders dan anders voelt de serieuze switch naar de GGZ-begeleiding. Het gaat hier werkelijk over werkvloer-processen. De reddertjes, de medificatie, en wat onmacht met artsen doet. 'You're being way too comfortable with me right now.' De harde kern wordt toch gevormd door een pure transgressie. John Doe ain't dead. Een man staat tot zijn eigen kafkaëske verbijstering op uit de dood. Langzaam begint het hem te dagen. Omringd (letterlijk, figuurlijk) door Rothko-symboliek, puurt zijn doc de waarheid uit hem. Geen goed idee, zacht uitgedrukt. Een mindfulness-meditatie – over moderne GGZ technieken gesproken! – leidt hier slechts naar Japans gruwelijke bloedbaden, en dat zonder Cure. Een paar keer neemt de film zelfs te weinig tijd, alsof het haar eigen, levende klasse niet langer vertrouwde. Spannend blijft het. Van A Beautiful Mind-wand in twee krantenartikelen naar totale waanzin. Radicaal en onontkoombaar. 'That's when I called the show.'
Labels:
Billy Senese,
films uit de jaren '10
woensdag 1 juli 2020
Aniara
Labels:
films uit de jaren '10,
Hugo Lilja,
Pella Kågerman
Abonneren op:
Posts (Atom)