vrijdag 31 juli 2009

Black Moon

Mooie onnavolgbare film om de gebruikelijke filmconventies effe mee te resetten. Louis Malle op de surrealistisch sc-fi tour. De eerste twintig minuten wordt 'r nauwelijks gesproken. Een meisje in een kek sportief autootje rijdt een wasbeer/das of iets dergelijks aan. (Lynch!) Er klinken oorlogsgeluiden en ze wordt tegengehouden door wat soldaten. Ontsnapt en belandt in een Wonderland-huis, waar ze met moeite een enorm glas melk op een enorme tafel weet te pakken. Als ze drinkt begint een varken afkeurend te knorren. Jaja. Veel (pratende) beesten, waaronder een vadsige eenhoorn. Een stoet naakt rondrennende kinderen en een oude vrouw op bed, die door haar eigen dochter de borst wordt gegeven. Later ook nog door het meisje, dat voelde je al aankomen. Dan heeft de film al alle dreiging verlaten voor wat meer erotische tafereeltjes. In een van de grappigste scènes valt om onverklaarbare redenen continu haar slipje onder d´r rokje uit. Aan het einde verzamelt de volledige stoet bizarre personages zich in de huiskamer, begint elkaar te schminken, terwijl het meisje piano speelt. Het gaat plots waaien en ze moet steeds de bladmuziek terugblazen. Twee kinderen beginnen onvast en fantastisch Wagner te zingen. Magnifiek moment en op zichzelf al genoeg reden om de film te kijken.

A Generation

Eerste en tevens zwakste film uit de oorlogstrilogie van de Poolse regisseur Wajda. (De andere zijn het poëtische Ashes and Diamonds en het spannende Kanal) A Generation heeft meer weg van een propaganda-film, met talloze houterig geacteerde momenten, vooral de "er bloeit een liefde op"-scènes zijn op een verkeerde manier amusant. Een meisje dat letterlijk een bloem begint te strelen en kussen! Het plot over een jeugdige verzetsgroep is rommelig en wordt nergens levensecht. De linkse kameraden belanden van de ene in de andere actie, zonder dat er van spanningsopbouw enige sprake is. Roman Polanski acteerde ook mee, maar ik heb 'm niet met zekerheid herkend. Er zijn meerde piepjonge Polanski-achtige mannetjes, een grote rol was 't sowieso niet.

Mystery Train

Jarmusch is een uitstekende vignettenfilm-filmer, dat moge duidelijk zijn. Het vermakelijke Mystery Train is niet zo goed als Night On Earth, althans, op afzonderlijke onderdelen (en dat weegt zwaar in dat genre) maar het mooie hier is dat alles op eenvoudige maar aangename wijze is verbonden. Alle verhalen spelen zich af in Memphis, alle personages bezoeken hetzelfde louche hotel en elk personage hoort, tegen 't eind van het segment, een pistoolschot. Het eerste verhaaltje is 't leukst, twee Japanse toeristen, een stelletje, meisje helemaal in de ban van Kingu! De jongen is übercool (denkt ie) en meer van Cal Perkinsu. Ze bezoeken o.a. de Sun Studio's. In het hotelletje worden ze ontvangen door receptionist Screaming Jay Hawkins, in knalrood pak, en zijn ouderwetse geklede bellboy. In segment twee loopt een Italiaanse vrouw door Memphis nadat haar vliegtuig vertraging heeft. (Ze gaat terug naar Italië, haar man gaat in verticale positie in een andere kist mee, er is een hintje van maffia) Het slotsegment is qua actie 't spectaculairst, (in de andere gebeurde eigenlijk geen reet. Dit is dan ook het segment van 't pistoolschot. Met een belangrijke rol voor Joe Strummer!

Ulzana's Raid

Degelijke western vol indianenhaat. Dat zijn de beste (nou ja, meest interessante) en vast ook de meest realistische. Dacht eerst effe dat ie zelfs in de Amerikaanse Burgeroorlog speelde. Maar nee, het is eind negentiende eeuw, het leger vecht "gewoon" nog tegen Indiaanse guerilla-strijders, die boerderijen in de hens zetten en andere stoute dingen doen. In 't begin was ik niet scherp, de opperschurk Uzana wordt uit een legerkamp bevrijd óf hij jat met z'n gang een hoop paarden. Misschien allebei. Hoe dan ook moet 'n jong naïef legerbroekie erachteraan met 'n posse, waarin de belangrijkste figuur Burt Lancaster is, als indianen-kenner en ouwe rot. Ze volgen de indianen die 'n spoor van ellende achterlaten (verkrachte vrouwen enzo) en ons jong soldaatje wordt met de mijl racistischer. (Terwijl ie nog zo positief christelijk gestemd op weg was gegaan) Ulzana's Raid is bepaald geen epos, het is meer een moment-opname, een cruciale rol is weggelegd voor een indiaan in de posse. Zou ie een dubbele agenda hebben? Of is ie de enige die ze kan redden? Aan de namen te zien werden alle indianen trouwens gespeeld door latino's. Tsja.

donderdag 30 juli 2009

Wolke Neun

De bejaardenversie van 9 Songs? Hence the title. Lijkt er in 't begin wel op. Zestig plus-vrouw, kledingversteller, brengt een broek naar een man, die haar meteen op 't tapijt gooit voor een goed potje seks. Vrouw gaat weer op stap, komt bij 't volgende oude mannetje en 't gaat weer van hop. Dat is nog eens service van de kleermaakster! Zou een veel leukere film hebben opgeleverd. Helaas, de tweede blijkt haar echtgenoot en de eerste haar minnaar. Volgt meer seks, maar na drie kwartier krijgt de vrouw toch 'n schuldgevoel, biecht op en er volgt ruzie en ellende. De bij arthouse verplichte geweldsuitbarsting-wending aan 't end kan niet uitblijven. (Buiten beeld) Naturel geacteerd allemaal en best treurigstemmend, het dilemma om nou na dertig jaar huwelijk nog aan zoiets te beginnen komt er wel goed uit.

Misery

Dit is wat ik van een Stephen King-film verwacht. Eén simpel doch goed idee, uitgesmeerd tot een spannende film. (Je zou denken dat 't op een kort verhaal was gebaseerd, maar King wist er een roman uit te peuren) Een schrijver crasht in een sneeuwstorm en valt in handen van een obsessieve fan. Altijd lekker die paranoia-angst van beroemdheden voor fans. Mooi voorbeeld van de uitrekking van het materiaal is dat de schrijver net een nieuw boek af heeft, nog ongepubliceerd, dat niet in de smaak valt van de fan, maar daar gaat 't niet eens echt om, het gaat om zijn bouquet-reeks Misery waarvan gedurende zijn verblijf het nieuwe en laatste deel verschijnt. Het hoofdpersonage sterft. Dat mag niet! Wat ik bedoel, hij had ook gewoon dat Misery-boek net af kunnen hebben. Nou ja nu zijn er allerlei omtrekkende bewegingen die niet vervelend zijn hoor. Erg leuk in Misery is het politieduo van het dorpje waarin dit alles zich afspeelt. Een komisch bejaard stel recht uit een Coens-film. Het politie-onderzoek zelf is (met name van de hogere politie dan) betrekkelijk waardeloos. Bovendien krijgt onze obsessieve fan ook nog Lucia de B.-misdaden uit 't verleden mee. Wat in zo'n dorpje natuurlijk algemeen bekend is en meteen (en niet na maanden) een belletje bij de inwoners dan wel agenten had moeten doen rinkelen.

The Big Heat

Alweer een prima noir van Fritz Lang. (Het lichtvoetige Scarlet Street was ook al leuk) The Big Heat is juist duister. Een van de eerste films waarin een man zo'n typisch actiefilm-wraakmissie begint. De ex-agent doet dat overigens uitgekiend en hoeft zijn wapen nauwelijks te gebruiken. Hij gaat achter de veroorzakers van een van de bruutste plotwendingen in film noir history aan. Tuurlijk, er vallen altijd dooien, maar dit is een ware Joegoslavische afrekening. Hij mag dan zelf agent zijn, op de kit hoeft ie niet te rekenen, want die is door een door corrupt. Een van de minpuntjes tegen 't einde is dat ook de foute agenten nog een "goede" rol spelen. Terwijl ze even daarvoor nog met de schurken gezellig hebben zien kaarten. Verder bevat de film alles wat film noir nodig heeft: mooie foute vrouwen en sleazy dikke barmannetjes.

Lacombe Lucien

Louis Malle over de Tweede Wereldoorlog, slecht kan 't in elk geval niet worden. Slecht in kwalitatieve zin dan, want dit keer houdt ie zich op bij de collabo's. Haast bij toeval, want de wat oenige thuis ongewenste boerenjongen Lucien Lacombe verruilt het verzorgingstehuis, waar ie tussen de continu prevelende oudjes (hee) werkt voor de Duitse politie, maar doet dit pas nadat ie is afgewezen door 't verzet! Lucien maakt 't allemaal niks uit en vind 't maar wat stoer, vooral de pistolen en 't geweld dan. (Door de film heen loopt op een spoor van dierengeweld, ooit de kop van een kip met drie vlakke klappen van een hand onthoofd zien worden?) De oorlog is al 'n tijdje aan de gang, eigenlijk hebben de collabo's er aan 't begin van de film al niet zoveel zin meer in. Een van hen perst wat joden af die verscholen in een appartementje zitten. Lucien gaat mee en hij dringt zich op aan zowel pa als diens schone dochter. Lucien drinkt zichzelf moed in en 't meisje is door jarenlange opsluiting ook zo gedesillusioneerd dat ze wel op z'n avances ingaat. Ze heeft ook niet echt een keuze natuurlijk. Dit meandert allemaal door, want Malle neemt hier 130 minuten de tijd. Is niet erg, al valt het einde na een pittoreske 'alles lijkt goed te komen'-sequentie dan toch ineens plotseling.

woensdag 29 juli 2009

The Lusty Men

Lijkt wel wat op The Wrestler. Hier is 't een rodeo-rijder die eigenlijk niet anders kan en dan te oud en te lang nog doorgaat. Tweede film in korte tijd over rodeo, na dat Steve McQueen vehikel van Peckinpah. Ik geloof 't wel een beetje met dat spektakel. Steeds ook dat uitgelaten marching band-muziekje als er weer een stier of paard + rijder de ring in wordt gejaagd. De rodeo-rijder van dienst is hier Robert Mitchum, iets minder geloofwaardig als McQueen, maar wel een veel fascinerendere acteur. Hij gaat terug naar z'n geboortegrond, ontmoet daar een echtpaar waarvan de man ook van rodeo droomt en met z'n allen beginnen ze 't circuit af te struinen. Tot ongenoegen van de vrouw, die door velen begeerd wordt. In een van de "lusty" scenes dwingt Mitchum haar te gaan douchen terwijl hij in de piepkleine caravan blijft zitten, waarna ie daarna nog een andere man d'r badcabine in stuurt.

The Wrestler

Had veel meer ingezeten, bleef nu het gevoel houden dat de Aronoskfy op twee gedachten hinkte. Moest dit een echte Hollywood-sportfilm worden, een film ook met een duidelijk verhaal, of toch meer die arthouse-sfeer waarin we gewoon 't saaie dagelijkse treurige leven van een verlopen worstelaar zien. Dat laatste had het best mogen wezen. In plaats van korte fragmentjes hem minutenlang zien babbelen met de klanten in de supermarkt, of rondlummelen rond z'n trailer, beetje dollend met de jonge gastjes die daar rondhangen. Een van de leukste momenten is als de worstelaar met zo'n gastje een potje gaat zitten nintendo-en, hebben ze duidelijk al héél vaak gedaan, jongetje interesseert die 8-bit shit allang niet meer, zelfs niet als curiositeit. Mickey Rourke en Marisa Tomei vormen een goed duo, Tomei acteert beter dan Rourke, maar die laatste ziet er dan weer "fantastisch" uit. Mooi detail vond ik hoe Tomei als stripdanseres er in de club nog prima uit ziet, al nadert ze ook 't einde van die carrière, maar buiten in "gewoon" licht zie je dat pas echt. Het zijverhaaltje tussen dochter en worstelaar is vreselijk. Evan Rachel Wood is ook niet al te sterk in die rol, maar die schiet dan ook alle kanten op. De worstelwedstrijden zijn wel fantastisch, met nietmachines en al, ik begon 't wel wreed te vinden. (Op een positieve catharsis-manier) Het moet ook wel cool zijn om als gewone Afro-American cardealer in de worstelring een Iraanse schurk te spelen. Lekker met die vlag zwaaien en iemand op zijn kop timmeren, bij voorkeur de "referee". En oh ja, het eind is wel een mooie twist voor een sportfilm. (Tegelijkertijd precies volgens de formule, maar toch net anders)

Who Framed Roger Rabbit

Heeft toch net effe te weinig hahaha-grappen, een sprankje meer fantasie had ook gemogen. Misschien had de film zich wat meer rust moeten gunnen. De magie komt eigenlijk pas als detective Bob Hoskins Toon Town in gaat en zijn cartoongun meeneemt met levende kogels, die dolblij zijn 'm weer te zien. Verder is het natuurlijk, nou ja, vermoeiend cartoonesk, gehak en gesmijt in een best geinige film noir-parodie, inclusief mogelijke femme fatale: Jessica Rabbit, helaas geen konijn. Tuurlijk, het gegeven dat toons gewoon onverwoestbare acteurs zijn die op de set rondlopen is leuk maar eigenlijk zijn ze 'n beetje te ongedurig en stupide voor een goeie samenwerking/interactie!

Jungle Fever

Wat betreft pamflettistische films hoef je Spike Lee niks te leren. Het te lange Jungle Fever gaat over interraciale relaties hoe de omgeving daartegenaan kijkt. (Niet al te positief...) Wat schematisch worden de Italiaanse macho-arbeidersklasse en de Afro-American community tegenover elkaar gezet. Wesley Snipes maakt op kantoor 'n slippertje met z'n blanke secretaresse. Tot woede van zijn vrouw. Die extra kwaad is omdat het een blanke is. Huh, da's vreemd. Ze is zelf toch ook blank? Nee, enkel "extreem licht", maar één druppel zwart bloed is al genoeg voor beide partijen om ze respectievelijk te omarmen of af te stoten. Leukste scènes van Jungle Fever zitten in een kioskje, waar John Turturro werkt, constant discussierend met z'n werkloze matties. Daaronder zijn veel onbekendere broer Nicholas Turturro, in een stereotype dat we hier als Mocro-straatschoffie zouden zien. Jungle Fever is ook beroemd door de rol van Samuel L. Jackson als junk. Je kunt je afvragen of dat goed geacteerd is, aangezien hij zelf ook net uit rehab kwam. Aangrijpend is 't wel. De man bedelt bij de hele familie om geld, en doet af en toe een even olijk als schrijnend dansje, omdat zijn ouwe moeke dat in een ver verleden een keer zo leuk vond.

dinsdag 28 juli 2009

Quiz Show

Lees het uitgebreide artikel op de site van De Subjectivisten.

The Dead Zone

Heel anders dan ik gedurende de film begon te vermoeden. Minder spannend ook, en wat rommelig. De ultieme kandidaat voor 'men who look like old lesbians', zijn haar zit weer 'ns fantastisch, ergens lijkt 't wel een Siberische bontmuts, kortom, Christopher Walken, speelt een leraar die een auto-ongeluk krijgt, vijf jaar in coma ligt, wakker wordt, en dan hoort dat gedurende die tijd er in z'n stadje gemoord werd. Bovendien krijgt hij creepy paranormale visioenen. Lijkt me duidelijk: hij heeft zelf de moorden gepleegd en gaat daar in de vorm van een soort whodunnit aan de hand van visioenen-hints achter komen. (Spoiler?) Nope. Hij is onschuldig, helpt 't wel op te lossen en verkast dan. Krijg je twee nieuwe verhaallijntjes, eentje rond een wat autistisch jongetje en eentje rond een megalomane senaatskandidaat, met geweldig veel plezier gespeeld door Martin Sheen. (Net Emilio Estevez, geen toeval) De senator in spe is trouwens van een third party, hoe laf! Moest ook wel, want hij is in en in slecht, wat onze psychic natuurlijk doorkrijgt. Wel een slim einde, maar geen al te sterke film.

Viva Maria!

Zwak niemendalletje van Malle. Wel de eerste keer dat ik Brigitte Bardot tegenkwam, maar die wekte ook al geen plezierige indruk. Soort Marijke van Helwegen avant la lettre. Je zult er maar uitzien als een plastisch chirurgisch verstelde barbiepop zonder plastische chirurgie. (Ik neem niet aan dat dat toen al en vogue was) Bardot speelt een Iers meisje, die met haar pa verzet pleegt tegen de Britten, nou ja dat zit nog allemaal in 't lollige openingsliedje van Delerue. Daarna zijn ze in Zuid-Amerika, waar Britser dan Britse negers een kopje thee drinken. Pa gaat eraan en de (tot op dat moment) tomboy Bardot belandt onder de hoede van een circus, waar Jeanne Moureau liedjes zingt. Bardot doet heur petje af en schudt haar lange blonde haren los. Dat wordt van 'oeh la la' als 't duo samen liedjes gaat zingen in voortschrijdende staat van ontkleding. En oh ja, ze heten allebei Maria. In het tweede gedeelte komt dan de revolutie die de Viva! al deed verwachten. Film verwordt dan tot een niet-grappige Bananas, al hakt Malle behoorlijk stevig op de katholieke kerk in. Een leuk simpel grapje is dat de kinderen vanaf dat moment het Ave Maria én Maria gaan bidden.

Wagon Master

Vermoedelijk de meest muzikale van alle John Fords. Alan Lomax-achtige liedjes en klomperige volksdansjes. Gezellie! Twee horse traders begeleiden een groep mormonen, die door een woestijn naar een nieuw Beloofd Land willen lopen. Nooit over nagedacht, maar in die tijd (18nogwat) had je in dat soort woestenij helemaal geen wegen of zelfs maar een trail, dus het is bijzonder lastig om met de karretjes doorheen te geraken. Onderweg pikken ze een dubieus medicijncircus op, met losbandige vrouwen, altijd leuk met Mormonen erbij. Ook zijn er nog wat schurken, die eerst nog wel wat Morricone-allure hebben, maar als 't puntje bij paaltje komt (spoiler!) verliezen ze zelfs een zes tegen twee shoot-out. Prutsers!

maandag 27 juli 2009

Duel

Ik ga geen 'meesterwerk' roepen, maar dat dit een spannend/vermakelijk en verdomd slim techno-horror-pareltje is lijkt me duidelijk. (En dan te bedenken dat techno-horror op papier het lastigste genre is, met een machine als schurk) Dat is hier niet helemaal waar natuurlijk, er zit wel iemand achter 't stuur. Vroeg me af of je de route die gereden wordt echt kunt rijden, het zal in elk geval wel niet in real time zijn hè? Het huis waarvandaan Weaver vertrekt bestaat in elk geval nog, maar ze hebben de garage verandert, las ik op IMDB. Mooiste gedeelte in Duel is de lange restaurantscène, waar Weaver de truckdriver probeert te ontdekken, en zich ondertussen moed inspreekt op de (prima!) voice-over. Ook het kortstondige intermezzo bij een gammel tankstation waar een oude (vast eenzame) vrouw slangen houdt is erg mooi. Zou op zichzelf ook een mooie horror-setup kunnen zijn. Arme slangen. Alleen het einde was (misschien onvermijdelijk) wat teleurstellend. Spoiler! Ik vind 't een beetje knullig van de truckdriver, een meesterlijk goeie chauffeur die 't parcours op z'n duimpje lijkt te kennen, dat ie zo'n fout maakt.

The Late Show

Zou er niet voor naar de winkel rennen, zal ie ook wel te obscuur voor zijn. Weer een verlopen private detective, deze is er nog erger aan toe, met gehoorapparaat, "gut"-problemen en een kapot been. Magnifieke opening waar een collega bij 'm aanbelt en op 't tapijt begint te bloeden. De detective maakt kennis met de gedenkwaardige Lily Tomlin, hier als irritant constant doorratelend hippiemeisje, waarvoor zowel kijker als detective langzaam respect krijgen. Ze is d'r kat kwijt! Daarin is onze man niet geïnteresseerd, tot blijkt dat die dooie collega ook al naar die kat had gezocht. Natuurlijk krijg je dan een hoteldebotel waanzinnig plot en is 't vissen naar wie hier nou de slechtste onder de con artists is. Het is niet echt eng en ook niet echt grappig, vooral bizar eigenlijk. Past ook wel bij het Hollywood waarin 't speelt. Het moment dat Lily een koelkast opentrekt, maar niet ziet wat erin zit behoort wel tot de smeuïge hoogtepunten.

Night Moves

Sappige noir, die zich in de tweede helft ineens op een mysterie-plotje gaat concentreren, met als McGuffin uiteindelijk een soort Maltese Falcons. Verdomd jammer. Heeft een soort gemaakte ingewikkeldheid/twist. En dat terwijl het eerste uur heel diep gaat, vol kapotte personages en, belangrijker, zonder verhaal. Gene Hackman is een verlopen private dick, die zijn vrouw overspel ziet plegen en ondertussen als klusje de dochter van een al even uitgerangeerde actrice uit Florida moet halen. Het dochtertje (Melanie Griffith) is een erg liberale nimf, die constant haar shirtje uit wil doen. (Wat Hackman lang weet te verhinderen) Mooiste personage is een Amélie Mauresmo-achtig type, die met haar man (?) het nimfje onder de hoede heeft genomen. Heel raar en fascinerend mens, die allerlei verschillende life stories opdist. En, altijd leuk, net als Hackman geïnteresseerd is in de art of chess. Hackman loopt rond met zo'n magnetisch bordje, waar ie in z'n eentje stellingen op bestudeert.

Out of Sight

Ik verkies Get Shorty boven deze. (Allebei gebaseerd op een roman van Elmore Leonard) De geniale bankoverval waarmee dit opent voorspelt veel goeds, net als de scene kort daarna als overvaller Clooney een babbeltje over films maakt met FBI-agent J. Lo. In een kofferbak. Daarna begint echter een flashback-structuur die me wat verveelde, het middenstuk met de verwachte romantiek is ook wat te langdradig. Op zich zijn de schurken leuk, Don Cheadle is altijd kwaliteit en Steve Zahn speelt een leuke stoner, met heel goed de paranoia en 't 'onbelangrijke dingen als belangrijk zien'-gezwam.

zondag 26 juli 2009

White Heat

James Cagney is een van de ontdekkingen van het jaar tot nu toe voor mij. Fantastisch in Footlight Parade en hier nog beter. Dit is wel een iets minder goede film, maar da's appels met peren vergelijken. Cagney zet hier een van de beste gangsters uit de filmgeschiedenis neer, waar zowel de Joker (Heath Ledger) als Norman Bates (Anthony Perkins) wat van geleerd hebben. "Top of the world ma!" Hij speelt een psychopatisch figuur met een moeder-complex. Hij leidt z'n bende, die allerlei heists pleegt. In 't geld is onze schurk niet echt geïnteresseerd, het gaat om de kick, de fame en vooral het respect van z'n lieve moedertje. (Nou ja lief, ze is gewoon partner in crime) Dan komt ie in de problemen en bekent een misdaad die hij niet gepleegd heeft. Handig, want nu is ie binnen twee jaar vrij. De politie heeft 'm echter door en stuurt een rat de gevangenis in. Undercover-films zijn er genoeg, maar een film waar een politierat zich in de gevangenis voordoet als convict, bekend verschijnsel, maar ik had er nog geen film over gezien. Het gevangenisgedeelte is ook het beste. In een bijzonder gedenkwaardige scène zitten de honderden gevangenen aan de maaltijd. Cagney stelt een vraag die door en door wordt gegeven en dan heel langzaam weer terug, met voor hem dramatisch nieuws. Het laatste gedeelte is wat rommeliger, handlangers die effe verdwijnen en dan weer 't beeld in lopen, maar de laatste heist is magistraal. Shoot out op een olieraffinaderij, hoe zou dat eindigen... (Met dé shout-out inderdaad.)

Pretty Baby

Louis Malle hield wel van bordelen. Zie ook Souffle au Coeur, waar deze gewaagde, fascinerende film zonder meer de ongemakkelijke sfeer mee deelt. Een van z'n Amerikaanse films (goh, zie titel) maar spelend in het (pulpfictie-Faulkneriaanse) New Orleans van de vroege twintigste eeuw, dus zeker nog met 'n Franse slag. Goudbruine tinten van cinematograaf Nykvist verbeelden een redelijk chique hoerenhuis gerund door een Antony-achtige ouwe madam/coke & opium-junk. En natuurlijk veel fraaie dames. Hier groeit Violet (een piepjonge Brooke Shields) op. In 't begin lijkt 't nog mooi. Al die uitgelaten wilde vrouwen en een geinige negroïde barpianist. Het is haast een commune. Maar dan wordt het tijd dat het arme kind ontmaagd wordt. Ze is twaalf tenslotte. Niet dat het er echt wordt opgedrongen, maar die dingen gaan op zo'n plaats vanzelf. Ze wordt rondgeparadeerd en aan de hoogste bieder verkocht, die veel te ruw met d'r is. Ondertussen is er een melancholische Vincent van Gogh-achtige fotograaf verschenen, een zeer vreemd figuur. Hij fotografeert de dames, al dan niet naakt, maar raakt langzaam geïnteresseerd in 't jonge meisje. Zeker nadat haar liefdeloze moeder (Malle-favoriet Susan Sarandon) is vertrokken. De fotograaf is mogelijk homoseksueel en is ondanks zijn bijnaam "Papa" bepaald geen vaderfiguur. Tekenend moment is als hij merkt dat Violet niet kan lezen, hij haar dat niet gaat leren, wat in een tearjerker vast wel was gebeurd. Nee, hij drapeert 'r liever naakt over de bank om nog maar 'n plaatje te schieten. (De ouders van Brooke Shields waren óf heel eager om hun kind beroemd te krijgen, of zaten zich toch 'n beetje te schamen bij de première, ik vrees het eerste)

Letter from an Unknown Woman

Aardig melodrama van Max Ophüls. Met name de eerste veertig minuten zijn erg fijn, en volgens mij nauwelijks verhuld erotisch. Het (seksuele) ontwaken van een jong meisje, ze lijkt wat op Sophie Hilbrand, te oud om nog op de schommel te zitten en dan muzikaal/sensueel wakker gekust door de nieuwe buurman, een sterpianist. Ze dwaalt in een dun gewaadje door de gangen van het appartement, terwijl hij speelt. Dan gaat moeder (her)trouwen, wordt er van Wenen naar Linz verhuisd en valt haar droom in duigen. Ze moet terug! Gaat ze ook, inmiddels verandert in een volwassen vrouw. (Ik zweerde een andere actrice, maar het is twee keer Joan Fontaine, knap gedaan) Terug in Wenen hervat ze haar gestalk en dan raakt ze alsnog aan de praat met de pianist. (In een Linklater Before/After Sunset-achtige sfeer, in een half verlaten pretparkje, ook mooi) Maar wacht, het begon allemaal met een brief. Van een uknown woman. Maar hij kent haar nu? Toch? (Enter een bitter einde) Oh ja, ook nog een mooie rol voor een pianostuk (ook in orkest-arrangement) ik gokte van Chopin, het was een (vanzelfsprekend superromantische) étude van Liszt.

Bullitt

Niet zo goed als "men" zegt, maar je kunt inderdaad wel zien dat dit een invloedrijke film moet zijn geweest. Niet alleen de befaamde car chase, die mijns inziens wel nogal knullig eindigt: plotseling kunnen de twee bad guys (die opvallend zwegen) de weg niet meer houden en toevallig staat daar net een tankstationnetje, waardoor ze onherkenbaar verbrand kunnen raken. (Noodzakelijk voor 't plot) Het plot dat sowieso al een beetje rammelt, agent Steve McQueen moet met z'n team een maffia-rat bewaken, hij doet dat met nauwelijks mankracht en zet welgeteld één agent bij de verklikker in de hotelkamer (En niemand vóór de deur) Wel een fijne politie-detective verder, die Bullitt. Steve McQueen is duidelijk van 't moderne minimale acteren. Wat weer niet geldt voor z'n irritante/overbodige vriendinnetje, die nog ergens een flauwe preek houdt. Het stoerste aan McQueen is dat hij de hele film zonder pistool "werkt", tot aan 't eind. En dan is 't ook raak verdomme!

zaterdag 25 juli 2009

The Last Detail

Verwachtte niets anders dan een goede film, toen ik zag dat Hal Ashby regisseerde. Dit heeft de sfeer van Cassavetes' Husbands, waar ook drie mannen aan de wandel gaan en ze eigenlijk als puur escapisme alles doen wat ze te binnen schiet. Daar is een vriend dood, hier moet een knaap door twee andere mariniers naar de gevangenis worden overgebracht. Jack Nicholson speelt een van zijn aardigste rollen. Ook subtiel voor zijn doen, al zou je dat eerst niet verwachten. Het moment dat ie geïntroduceerd wordt lijkt ie met z'n rare haar en foute snor eerder op Hitler. (Of op een neonazistische Hitler-wannabe die met zeven andere NVU'ers in zo'n protestmars loopt) Randy Quaid is de piepjonge kleptomane marinier die zeer overdreven acht jaar cel heeft gekregen. Nicholson wil iets leuks voor 'm doen, terwijl Otis Young (ooit een echte marinier) meer zoiets heeft van 'get it over with'. (Daar komt niks van in en ze maken een enorme detour) Wat sterk voor de film pleit is dat er geen suikerspin-einde is, zelfs het minste wat je nog verwacht een vriendschap tussen de twee marinier-bewakers wordt achterwege gelaten. Ja, ze zijn een beetje hetzelfde, maar aan 't eind gaan ze gewoon uiteen. Op éém momentje van toenadering na dan. Big baby Randy Quaid schaatst enthousiast rond, en Nicholson zegt: "see you said he couldn't have a good time." Minor detail (spoiler!) nog: ergens aan 't eind probeert Quaid weg te sneaken, hij heeft net van die Yankee Hotel Foxtrot-signalen geleerd, waarmee hij dan B.Y.E spelt. Alleen hij staat nog hartstikke dichtbij, was leuker geweest als hij dat als stipje in de verte had gedaan. (Ok, hoe hadden ze 'm dan nog in moeten halen)

Get Shorty

Ik dacht effe dat deze film uit 1990 kwam. Dat zou het oordeel helemaal veranderen, zo van, wat de fuck, Travolta speelde al een Pulp Fiction-achtige rol voor Tarantino hem herontdekte! Het hele verhaal riekt naar Tarantino, zou ie dat ook nog gejat hebben? Maar nee, Get Shorty stamt uit 1995 en Tarantino spoorde Travolta zelfs aan deze film te doen. Hij zal wel fan zijn van Elmer Leonard, van wie hij later Jackie Brown verfilmde. Leonard-verhaaltjes werken dan ook prima op celluloid. In wezen is het een gangster-parade van double-cross op double-crosses, het lijkt ingewikkelder dan het is, maar vermakelijk is 't wel. Het is geen serieuze film natuurlijk, maar als de suffe b-film-producent Harry Zimm (Gene Hackman) zelf ook aan hosselen gaat en de gevaarlijkste maffia-baas naar de stad lokt wordt het wel wat ongeloofwaardig. Get Shorty is extra vermakelijk omdat het een film over Hollywood is. Danny DeVito als pathetische steracteur, met eindeloze zwam-filosofietjes, dat werk.

vrijdag 24 juli 2009

Walk Hard: The Dewey Cox Story

Van dezelfde regisseur als The TV Set, maar een stuk minder scherp. Meer de usual Apatow-stijl komedie, met een hoop flauwe grappen. Zie alleen al de naam van het hoofdpersonage. Zijn humor isniet echt de mijne, maar deze is niet slecht hoor, ik heb best zitten grinniken. Walk Hard parodieert voornamelijk Walk The Line en alle andere biopics die van de goot (inclusief jeugdtrauma) naar sterrendom gaan, vervolgens de afslag drugs nemen, om er toch nog wijzer uit te komen. Geinig zijn de Jews die de platenindustries controleren en runnen (in het Jiddisch) en de Smile-fase waar Dewey ook nog doorheen gaat. (Met het opnemen van schapen, aboriginals en een tiet) In de aftiteling bleek Van Dyke Parks himself zelfs meegewerkt te hebben aan dat liedje. (Is inderdaad ook best goed) Al krijg je zelfs door deze parodie wat meer begrip voor hoe de andere Beach Boys zich gevoeld moeten hebben toen Brian aan z'n eindeloze trip begon. Dewey wordt trouwens gespeeld door John C. Reilly, die ik toch liever in z'n gebruikelijke loser-rol zie.

Junior Bonner

It's like being ninety minutes in an actual rodeo! Nou, daar was ik nog nooit geweest, dus een leuk nieuw inkijkje in die subcultuur. De film mist wel wat scherpte in 't verhaal. Peckinpah zet wat conflictjes uit, maar raakt dan afgeleid door parades en de wedstrijden om er verder nog veel mee te doen. Steve "Foeke Booy" McQueen speelt een rodeo-rijder waar 't beste net van af is, en hij was sowieso al niet zo goed als zijn vader Ace Bonner. De rodeo is eigenlijk een rondreizend circus, inclusief caravans en clowns. Er wordt geloot om wie op welke bull moet rijden, Junior Bonner koopt de loting om en mag weer op de gemeenste van allemaal. Niet zonder reden, want ze keren terug naar z'n hometown. Een goeie band met de familie heeft ie niet. Pa is een eikel en een dromer, hij wil naar Australië om goud te delven, ma is een goeiig mens (late rol van Ida Lupino!) en z'n broer is een kapitalist/makelaar in mobile homes, die net pa heeft afgezet door z'n grond voor 'n prikkie van 'm te kopen. Mooiste scènes zijn niet die van het rodeo-rijden zelf, maar in de pauze, als de menigte zich naar een kroeg begeeft om daar zich te bezatten, met als begeleiding een Tumbleweeds-achtig countrybandje. Ze spelen nog net geen Me and Bobby McGee.

Zazie dans le Métro

Eerste vijf minuten is 't al duidelijk. Of dit wordt een van de leukste films ooit, of dit gaat op grandioze wijze de mist in lopen. Dat laatste dus, maar da's beter dan een saaie film natuurlijk. Vrolijk gefloten openingsliedje, een dikke man loopt over een perron opmerkingen te maken over de stank die mensen verspreiden, allemaal superfleurig, kleurig en gestileerd. Dan rent een vrouw naar 'm toe, hij spreidt zijn armen en de man naast haar "ontvangt" 'r. Onze dikzak moet het doen met haar dochter, Zazie, waar hij een paar daagjes op mag passen. Zazie is een vuilbekkende belhamel die haar oompje tot waanzin zal drijven. Ze wil per se met de metro, maar de metro staakt, dus ze rent weg, chaos! Het is niet echt na te vertellen. Denk über-camp á la Ja Zuster, Nee Zuster, inclusief homoseksuele ondertonen (de oom is entertainer die in een jurkje danst) Zijn fraaie vrouw maakt de jurken en laat ergens een veelzeggende traan. Opvallend is ook het veelvuldig gebruik van de fast-forward knop. Zeg maar gerust driekwart van de tijd. En anders is de geluidstrack wel omgekeerd of andere geintjes, de ene na de andere jumpcut, een schoenmaker verandert 0.3 seconden in een neger, bijvoorbeeld. Iedereen raast rond in een ode aan stokoude hak en smijt-films van Chaplin en cartoons vol extreem grof geweld. Het food fight aan 't eind komt niet als een verrassing, maar toch, Malle had het her en der toch net even iets rustiger aan mogen doen, het wordt wel erg vermoeiend zo.

The Postman Always Rings Twice

Fraaie opening. Een man (combi van Boulahrouz, Wouter Kurpershoek en Richard Krajicek) komt al liftend bij een aftands tankstationnetje annex raststatte, er hangt een bordje "man wanted". Dat is iets voor hem. De baas is een vrolijke oude baas, dit gaat prima zo... Dan verschijnt daar de beeldschone platinablonde dochter. (Nee nee nee echtgenote!) Noir volgens het boekje dus, van originaliteit moet de film het zeker niet hebben. De twee worden verliefd, maar nu moet die ouwe Franz Weisglas-achtige dronkelap nog op een of andere manier verdwijnen... Wat me in eerste instantie een voordeel leek was dat dit een lange noir is. Bijna twee uur. Dat verhindert de chaotische rollercoaster-ride die noirs vaak zijn. Vreemd genoeg werkt 't dan toch niet. Het tweede gedeelte van de film is alsnog chaotisch, veel teveel mensen die elkaar vliegen af komen vangen. (Zo verschijnt er ergens nog zeer kortstondig een blackmailende dikzak) Had wat meer klare lijn mogen hebben. Wel sterk in dat tweede deel is de gewiekste advocaat, die alles en iedereen in zijn eigen belang tegen elkaar uitspeelt.

donderdag 23 juli 2009

The Ipcress File

Michael Caine (met blauwe oogschaduw) speelt een soort sullige James Bond, met dikke bril. Dit was de eerste uit een hele reeks, en naar men zegt de beste, maar ik vind het inmiddels vrij gedateerd. Hypnoses door een zogenaamd Albanese slechterik. Caine aka Harry Palmer heeft iets op z'n kerfstok en wordt daarom min of meer gedwongen bij de spionagedienst te gaan werken. Hij gaat fluitend door 't leven, houdt van "birds", Mozart en lekker eten. (Alhoewel champignons uit blik!) Hij moet bijna alles zelf doen want de rest van de Geheime Dienst bestaat uit klunzen. Er is een of ander wapentuig dat terug in handen van de Britten moeten komen, maar de slechteriken (en vanzelfsprekend ook ratten in de eigen organisatie) zetten psychologische oorlogsvoering in. Ondertussen is er best geslaagde gortdroge humor. Zo houdt een van zijn oversten van militaire marmuziek, terwijl Caine zich tijdens die uitvoering in een parkje zit te ergeren. En dan gaan ze ook nog proberen Mozart uit te voeren!

Caos Calmo

Overschatte en vooral vreemde film. Als verwerkingsfilm is ie in elk geval zeker waardeloos. Niet zo raar, want de rijke manager (Nana Moretti) die hier zijn vrouw verliest houdt niet of nauwelijks van haar. Hij beseft 't gewoon nog niet, kun je zeggen, maar ook als ie dan eindelijk breekt voel ik helemaal niets voor hem. Zijn broer is eigenlijk sympathieker en wijzer, ook al lijkt die op een Duitser die zich hip probeert te kleden. (Hij speelt in de film een Italiaans celebrity/model) De manager, die ook al nergens connect met z'n eveneens vrij onaangedane dochter, besluit vervolgens ineens om de hele dag bij haar basisschool te blijven staan. Zijn bedrijf kan het kennelijk maandenlang niks schelen (nogal bizar) en de man houdt kantoor in een parkje. Af en toe komen er mensen langs die met 'm overleggen over een aanstaande fusie, maar onze manager is meer geïnteresseerd in de dagelijkse passanten. In lijn met de bizarre sfeer volgt er dan vrij plotseling een ranzige pornografische seksscène (die het intro aan de film bindt) waar Marco Ferrerri (en Bukowksi!) zich niet voor zouden schamen. Dan komt de grote baas van het bedrijf ook maar 'ns kijken (geinig gespeeld door Roman Polanksi) hij lijkt de manager eindelijk van 't park weg te krijgen. Het voelt als een natuurlijk einde, dat een film natuurlijk nóóit mag missen. Iedereen kijkt nog een keer naar hem, Moretti zwaait nog één keer naar 't leuke meisje met de St. Bernards-hond en that's it. Niet dus, hij komt weer terug en heeft een vreselijke speech nodig, van nota bene zijn dochter. Gepast irritant slot.

Het Zusje van Katia

Vrij matig geacteerde Nederlandse arthouse. Alhoewel Nederlands, er wordt vooral gezwegen (natuurlijk) of Russisch gesproken. Film speelt zich af in een flatje in A'dam, waar een Russische moeder met twee dochters woont. Zij is zelf hoer, haar oudste (op Kim Clijsters lijkende) dochter Katia belandt als vanzelf in de stripclub en de jongste dochter, is niet meer dan het Zusje van Katia. Een akelig simpel meisje. Zij is de spil van de film. De beste momenten zijn die waarin ze helemaal in haar eentje te zien is. Dan acteert ze het beste, pratend tegen haar schildpadje of gesprekken verzinnend als ze weer 'ns in de steek is gelaten door zowel moeder als zus. Pijnlijke en nogal voorspelbare scènes zijn er met een Jezusfiguur, een man die op straat preekt en "eager" is met het Zusje een praatje te maken. Je voelt allang dat (in een film vol liefdeloze seks) daar in die hoek iets ongemakkelijks moet gaan gebeuren, de vraag is van wie 't uitgaat.

Elmer Gantry

Krankzinnig ster-vehikel voor Burt Lancaster, in een schmierende rol, waar hij volgens mij bijzonder veel plezier in had. Hij is Elmer Gantry een louche salesman, met in ieder stad een ander schatje. Een echte gladjakker/fast talker met een opvallend goeie bijbelkennis. Hij kent de gospels, zo zien we in 't begin, als ie nog sympathiek lijkt en in een Afro-Amerikaanse kerk verzeild raakt. Even later komt Revivalism langs in de vorm van een circus-tent waar een Jomanda-achtige nonnetje (Jean Simmons, ik dacht eigenlijk Audrey Hepburn) verlossing predikt. Lancaster slijmt zich naar binnen met maar één doel. Hij wil dat arme nonnetje. Niettemin vallen ook zijn preken vol hel en verdoemenis in de smaak en worden ze zowel professioneel als privé een goed duo. Maar dan haalt zijn schuinsmarcheerderverleden 'm vanzelfsprekend in en volgt er ramp na ramp. Goed vergelijkbaar met The Apostle van Robert Duvall, al was die laatste een stuk sympathieker. Wat eigenlijk vreemd is want die had aanmerkelijk ergere dingen op z'n kerfstok.

woensdag 22 juli 2009

Roma, Città Aperta

Italiaanse neo-realisme klassieker die tegenwoordig vooral indruk maakt door het moment dat het werd gefilmd. De Duitsers hadden net hun hielen gelicht of Rossellini begon al! (In '45 dus) De regisseur gebruikte zelfs werkelijke nazi-gevangen als figuranten. En de straten zien er echt kapot en vooral stoffig uit. Het is een ensemble-verhaal, wat af en toe wat verwarrend is. Hoop personages, een meisje in een nachtclub verslaafd aan morphine, die later aanpapt met een nazi-lesbienne. De nazi's zijn óf decadent (lekker martelen!) óf depressief óf allebei. Italiaanse linkse verzetshelden worden geholpen door een dikkige priester die in zijn indrukwekkende zwarte gewaad en hoed over de straten zweeft. De huisvrouwen houden hun kids in de gaten, die ook plannen tot sabotage hebben. In dé bekende (en inderdaad erg mooie en vooral plotselinge scène) wordt een verzetsman opgepakt, zijn soon to be wife (huwelijk was de dag erna) rent er gillend achteraan. U raadt wat er dan gebeurd.

Les Amants

Kabbeldekabbel overspel-filmpje in de hogere milieus van Frankrijk (wat een kasteel!) tot er een van de meest bizarre plotwendingen volgt die ik ooit heb gezien. Ik zat echt als een goudvis te staren. Jeanne Moureau speelt een verveelde dame die (wonend op 't platteland) haar kicks steeds vaker zoekt in Parijs, bij een polo-speler bijvoorbeeld. Dan nodigt haar man (die alles door heeft) deze figuur uit om te komen dineren, en denk je nu gaat de bom ontploffen. Maar Moureau's auto (een fraaie Peugeot 203) gaat kaduuk en gelukkig komt er een archeoloog langs die haar wil brengen. Hij waarschuwt: ik doe niet aan hardrijden. En dat blijkt. Erg lollig, een sequentie á la Bergman's Wilde Aardbeien. Goed, iedereen is uiteindelijk op 't kasteel. De archeoloog moet natuurlijk ook blijven eten/logeren. En dan 's avonds. Bij maanlicht. Tien minuten langs cheesyheid. Wie is nou de man die hier Moureau bepoteld? Dat moet toch die polo-speler zijn? Maar waarom doen ze dan alsof ze elkaar nog niet kennen?

Christmas Holiday

Een minder bekende noir van Siodmak met een wat onhandige casting. De femme fatale wordt gespeeld door Deanna Durbin, in die tijd erg populair als lieve girl next door. En wat doet ze hier? Ze speelt een hoer. Of nou ja een meisje dat zingt in een restaurant, maar dat betekent in de jaren '40 films maar een ding. (Bovendien is er zo'n duidelijke hoerenmadam die tussen haar entertainmentmeisjes loopt dat zelfs ík 't door had) Christmas Holiday heeft weer zo'n irritante raamvertelling die je vaak in noirs ziet. (Ach, ik houd sowieso niet van raamvertellingen) Een soldaat wil op kerstverlof gaan trouwen met z'n meissie, maar hij krijgt een telegram dat ze stiekem al getrouwd is, vervolgens blijft hij door noodweer steken in New Orleans en maakt daar kennis met het nachtclubzangeresje die hem haar verhaal verteld. Dat is de hoofdmoot van de film. Ze vertelt over hoe ze als naïef plattelandsmeisje verliefd werd op een rijkeluiszoontje (Gene Kelly, nog voor z'n musicals) die bij nader inzien een gokverslaafde blijft te zijn, tot z'n nek in de problemen. Het plot is nog niet eens zo heel boeiend (er zit ook weer een gevangenisontsnapping in, bah) maar er zijn muzikaal een paar fantastische momenten, o.a. met Wagner. En wat haar (naar ik lees teleurgestelde) fans er ook van vonden, Durbin speelt op een fascinerende manier heel naturel. Alsof ze nog nooit geacteerd had. De grote held van de film is echter ene Richard Whorf in een bijrol, als alcoholist, gokker en, oh ja, ook nog journalist. Een soort Vieze Man. Meesterlijk gedaan.

Desperately Seeking Susan

Knullige, haperende b-film maar o zo amusant! Met een 5.4 echt ondergewaardeerd op IMDB. Teveel Madonna-haters zeker, ik vind ze hier eigenlijk best acceptabel. (Het was haar eerste film meen ik) Qua plot moet je denken aan een combi van Risky Business, al is de McGuffin van dienst hier nog onzinniger en word ie bij vlagen ook gewoon "vergeten", Curse of the Jade Scorpion (met een prominente rol voor een waardeloze Magic Club) en een mespuntje After Hours. Dat laatste vooral dankzij Rosanna Arquette, wederom in New York en nu is zij degene die een aaneenschakeling van bizariteiten meemaakt. Grootste minpunt aan de film is dat het plot gedeeltelijk drijft op een van de sufst mogelijke elementen in films: geheugenverlies! (Zodra het de scenarioschrijver uitkomt) Het stomme is, het had volgens mij ook gekund als Arquette dat geheugenverlies had gefaket. Zij speelt een huisvrouw, met een loser-man, wiens one-liners ook Woody Allenesque zijn. Het huisvrouwtje leest de "personals" in de krant, ziet daar vaak een oproep voor ene Susan (= Madonna) en ze besluit eens zo'n afspraakje van een afstandje te bespioneren. Dat gaat mis natuurlijk, als zij voor de losbandige Susan wordt aangezien, iets wat ze stiekem ook wíl zijn. Vervolgens botst ze tegen een lantaarnpaaltje en weet ze echt niet meer wie ze is! Leuk!

dinsdag 21 juli 2009

Lamerica

Hele mooie Italiaans-Albanese film. Het begint met een nuttig geschiedenislesje, nooit geweten dat Italië onder Mussolini Albanië ooit nog een tijd bezet heeft. Bijna een kolonisatie, wat het landje verder niet vooruit helpt. De film speelt zich vervolgens begin jaren '90 af, waar wat louche Italiaanse zakenlieden een nepbedrijfje op willen zetten (in Albanië dus) als subsidiefuik. Hebben ze wel een stroman nodig, dus plukt men uit een of ander luizig politiek gevangenkamp een ouwe kerel. Alhoewel oud, in een magische scène vragen ze hoe oud hij is. "Twintig", zegt ie. Even denk je dat achter die mijnwerkerskop werkelijk een jonge gast schuilt, in Albanië kunnen dat soort dingen voor mijn gevoel, maar nee. De man is in 't verleden blijven steken. In een soort Underground-motief denkt ie dat ie 't nog steeds Tweede Wereldoorlog is. Hij ontsnapt al snel aan de aandacht van de louche zakenlieden waarna de jonge kompaan erachter aan moet voor een reisje door hartverscheurend kapot Albanië. Dit duurt de rest van de landerige film en is melancholisch en prachtig, af en toe net iets te zigeunertraantje-sentimenteel misschien, maar een echt 'alles komt goed'-einde blijft "gelukkig" uit.

The Quiet Man

Gruwelijk slechte John Ford-komedie, van een Teletubbies-achtige debielheid. Kun je eigenlijk na twee minuten af zetten. We zien John Wayne (akelige man sowieso) in Ierland aankomen. Ierland is een groen, groen, groen knollenland, idyllisch en prachtig, waar de mensen niet meer doen dan zingen en zuipen. (En af en toe matten) Als The Quiet Man zou Wayne een schaduw moeten hebben die de film wat diepte geeft. Hééft ie ook, in z'n verleden, maar Ford was kennelijk niet geïnteresseerd om dit gegeven een beetje fatsoenlijk uit te werken. In minuut twee duikt voor 't eerst Roodkapje op, een schone Ierse die Wayne natuurlijk met moeite zal moeten krijgen. Het obstakel is haar broer, waarmee hij nog een flink robbertje moet knokken, iets wat hij, niet toevallig, goed kan. Het is allemaal erg campy, als Mel Brooks de grappen had geschreven was 't nog leuk geweest. Dan had Wayne's masochistische vrouwonvriendelijkheid ook wat ironisch geweest. Roodkapje wordt bijna verkracht, bij heur haren rondgesleept en om haar bruidsschat moet ze niet zeuren, hij heeft toch zelf geld!

Der Baader Meinhof Komplex

Ik deed onlangs wat zuinigjes over Milk. Een geniale biopic hiermee vergeleken. Nou is het ook moeilijk(er) om een groep te behandelen en die hele RAF is sowieso een ongeorganiseerd chaotisch zooitje. Deze film bekijkend kreeg ik toch het gevoel dat Baader niet bepaald een terrorist uit principe was. Hij hield gewoon van schiessen en ficken. In een van de lolligere momenten ligt de groep naakt te zonnebaden op een dak in Jordanië, tot ongenoegen van de Jordaans/Palestijnse fundi's waarbij ze in trainingskamp zijn. Sowieso veel vrouwen in de groep. Die zijn eigenlijk 't fanatiekst. Als de RAF een biopic verdient zou 't natuurlijk alléén over Ulrike Meinhof moeten gaan. Zij is redelijk fascinerend. Hier zit ze 't ene moment op 't naaktstrand, daarna ontploft haar huwelijk, schrijft ze een ingezonden brief en the next moment zit ze midden in de bankovervallen. Ik weet het niet hoor, het leek me wat simplistisch. Der Baader Meinhof Komplex poogt helaas ook nog aandacht de besteden aan de politiefiguren die op de groep "jaagde". Waar ze nog opvallend lang over deden, ze laten ze in 't begin ook zomaar naar 't buitenland snappen, ik las ergens dat de DDR daar wellicht wat mee te doen had, niks van gemerkt in de film.

Sullivan's Travels

Wonderlijke jaren '40-film die genrematig allerlei kanten opschiet. Echt een obscure klassieker voor de filmfreaks en een favoriet onder Conservatieven, wat opvallend genoeg geen slecht teken is, zie Groundhog Day en Metropolitan. Het begint als een soort Rijk en Geen Geld, het kinderboek. Een regisseur wil in tijden van crisis een echte film maken, die Oh Brother Where Art Thou moet gaan heten! (Ja de Coens hebben zich hierdoor duidelijk laten inspireren) Geen hersenloos vermaak meer, maar authentieke shit! Zijn producers vinden 't maar niks. Je kent het armeluisleven helemaal niet! Verrek da's waar denkt de regisseur, en hij gaat met knapzak en tien cent op zak op pad om eindelijk het Echte Leven te leren kennen. De studio wil 'm echter niet zomaar laten gaan en rijdt er op slakkengang met een touringcar/wielrenbus achteraan! (Badkamer, kok en andere luxes zijn daarin aanwezig) Hilarisch beeld. De film neemt een eerste afslag richting hak en smijt-werk en dan is 't tijd voor 't meisje. Veronica Lake, die of heel klein is of Joel McCrea (Sullivan de regisseur dus) heel groot. Zij is naar Hollywood gekomen om 't als actrice te maken, maar is mislukt en nu op weg naar huis. De regisseur is onder de indruk en kan 't niet laten zijn limo te gaan halen. Tot zover is de film een leuke parodie, maar dan wordt het serieuzer en volgt er een melodramatische dialoogloze Capra-achtige montage van wel tien/vijftien minuten, waarin ons duo dan toch kennismaakt met 't leven in de gaarkeukens enzo. Louterend natuurlijk, maar enigszins voorspelbaar moet de regisseur ook nog in een echt gevaarlijke situatie komen. Ik moet niet alles gaan uitspellen, maar 't laatste gedeelte is een soort Cool Hand Luke avant la lettre!

maandag 20 juli 2009

Ascenseur pour l'Échafaud

Ik dacht ik ga maar eens alle Malletjes kijken dan. Dit was zijn debuut. Over budget hoefde ie duidelijk niet te klagen, rijke familie hè. Er zijn heel wat dure auto's, Jeanne Moreau én, daar is de film geloof ik vooral bekend om tegenwoordig, Miles Davis op de soundtrack! Werkt prima in dit Hitchcockiaans verhaaltje. Eerste half uur is zelfs ijzersterk. Een supersimpel en mooi gegeven. Een oorlogsveteraan pleegt, een duidelijke lang over nagedachte moord, maakt toch één foutje, gaat terug om 't te herstellen, maar raakt dan opgesloten. In de lift! De film besteedt iets te weinig tijd in die lift, ik had z'n paranoia nog wel wat uitgebreider willen zien. Met een mesje gaat ie aan de slag om het een en ander los te schroeven, maar 't wil sigaret na sigaret niet lukken. Als ie dan eindelijk wel wat voor elkaar krijgt, vind ik 't jammer dat ie zichzelf niet even voor de kop slaat. Uiteindelijk blijkt ie overigens ook daar niks aan te hebben. Malle vond een man in een lift alleen kennelijk wat magertjes, dus volgt hij in het typische Hitchcock-verwisselingsplot een vervelend Klaas Jan Huntelaar-achtige punk die met z'n dinnetje aan de wandel gaat in de auto van onze moordenaar. (De rest kan u invullen) Jeanne Moreau dwaalt rond, heeft nagenoeg alleen maar voice-over en vraagt zich af waar haar vriendje (inderdaad de moordenaar) blijft. Ergens na een half uur begint het tempo wat te dalen, de hele sfeer wordt wat knulliger, waarna pas aan 't end nog een paar goeie twists volgen. Helaas houdt de politie-inspecteur nog een slot-speech, beter was om gewoon zwijgend naar de verschijning van een zeker object te kijken. Hmm zoals ik 't nu typ had dat eigenlijk ook de lift kunnen (of moeten) zijn!

The 39 Steps

Een van de twee bekendere Britse Hitchcock-films. (De ander is The Lady Vanishes, die is beter) The 39 Steps is nogal rommelig. De plotwendingen (eigenlijk de hele McGuffin waar de spionage-verwikkelingen om draaien) en ontsnappingen zijn grappig, maar ook chaotisch en totaal onwaarschijnlijk. Met een belangrijke rol voor een hymne-boek. Wel leuk is dat een groot gedeelte van de film in Schotland speelt. Robert Donat belandt aldaar in totaal uiteenlopende omgevingen.. Een hotelletje, een kakvilla en een hutje waar een oude man met z'n piepjonge echtgenote leeft. (Je denkt Donat en zij ontsnappen samen, maar de film is hard!) Uiteindelijk moet Donat natuurlijk toch in 't gezelschap van een leuke vrouw belanden. Hij kan zelfs letterlijk niet meer van ie weg als ie à la The Defiant Ones in handboeien aan een blondine vastzit. Goed voor wat flauwe grappen. De allerbeste grap volgt echter eerder als Donat wordt aangezien voor een politicus en een speech moet improviseren.

Milk

Laatste van Sant die ik nog moest zien. Een heel behoorlijke, maar weinig aangrijpende biopic. En dat terwijl er toch tearjerk-momenten genoeg zijn. Zoals vaker werd ik nog 't meest geraakt door de aftiteling! Daar volgt zo'n typisch "hoe verliep het hen"-tekst, en zie je beelden van de acteurs die overgaan in beelden/foto's van de ware personen. Harvey Milk in slow-motion lachend, vol ongeloof over een overwinning gecombineerd met geniale muziek van Danny Elfman. (Zijn muziek is bijna te goed voor de film) Milk geeft, denk ik, een redelijk tijds- en strijdbeeld. Maar de twee belangrijke relaties die Milk gedurende de film heeft komen niet echt tot leven. Josh Brolin doet niet veel voor de Oscar-winnende Sean Penn onder, in zijn rol als slechterik. Grappig/wrang detail, de moordenaar van Milk kreeg later strafvermindering dankzij de beruchte Twinkie (junkfood)-defense. En in de hele film zie je 'm geen junkfood eten. Vast expres!

4:30

En alweer een film over schrijnende eenzaamheid. Een jongetje uit Koreaans/Chinese co-productie woont in Singapore. Zijn ma verdient in China geld, hij ziet 'r zelden en voelt zich logischerwijs in de steek gelaten. Hij schrijft een opstel over pa, maar die zal ie wel helemaal nooit hebben gezien. Hij zit in z'n eentje in een flatje, al loopt er af en toe wel een andere man rond. (Was dat nou ook zijn buurman? Of toch z'n pa?) Het jongetje bespioneert 's nachts (diezelfde?) buurman, die in de put zit na een stukgelopen relatie. In feite is 't de enige menselijke relatie die hij heeft. In een boekje verzamelt ie een schaamhaar, een traan en een stiekem gemaakte foto van deze man. Als de gemene juf (school in 't midden van de zomer?) zijn boek wil afpakken rent ie hard weg. Verder gebeurt er natuurlijk vooral niets, slechts een dwalende staat van insomnia, of 't nou dag of nacht is.

zondag 19 juli 2009

Esther Kahn

Een epos dat een eindsprintje doet, dat vind ik nou jammer. Verder een overduidelijke (en geslaagde) ode aan Truffaut. Een combinatie van Le Dernier Métro (Joodse milieu, het Toneel) en Adèle H. (Ook de waanzin en depri-buien van Kahn voel je al snel uitkomen) Vreemd is dat niet, het Joodse meisje wordt door haar moeder gehaat en zelfs voor aap uitgemaakt. Ze wil naar 't toneel, niemand heeft 'r vertrouwen in, maar ze weet natuurlijk toch wat te bereiken. Met name dankzij het begeleidende werk van Ian Holm (mooie rol) die (in zijn rol in de film) niet zo'n best acteur is, maar 't wel fantastisch over kan brengen. (Ik ben gek op uitlegscènes, een of andere aseksuele fetisj van me, heerlijk) Typisch is trouwens dat als hij een heel parcours van emoties heeft uitgezet op 't toneel, de film niet laat zien hoe Esther z'n opdracht uitvoert. Wel mooi eigenlijk. Lekker dissonant. Dan komt de liefde op Kahn's pad, of nou ja, ze zoekt 't op want ze moet wat levenservaring hebben. (Ik had zelf 't gevoel dat ze lesbisch was) Een broer van regisseur Desplechin speelt deze schrijver en criticus. Het lijkt een simpele zakelijke deal, maar in een hysterisch einde blijkt Kahn toch echt van 'm te houden. (Nee nee.. Ze voelt zich verraden, misschien toch een catharsis van het gedoe uit 'r jeugd) Hoe dan ook, het maakt haar aan 't end erg onsympathiek (ze doet nog een Wolfsbergen-stuntje door glas in haar mond te stouwen) maar wat is sympathie, het blijft een fascinerende, wat houterige film, die soms expres elke flow achterwege lijkt te laten.

Fat City

Voorstudie van John Huston naar Under the Volcano. Nou ja, of dat echt nodig was betwijfel ik niet, want ik geloof dat hij zelf alcoholist was. Dit is er ook een van voor de fans van The Wrestler. Stacy Keach (bijna 30, maar hij ziet er uit als 45) speelt de uitgerangeerde bokser Tully. Zijn vrouw heeft 'm verlaten. Hij lummelt maar wat rond, zegt steeds dat ie weer in training zal gaan... Superieure eindeloze intiteling/opening met een folky deuntje, Tully die op bed ligt, sigaretje op wil steken en dan geen aansteker kan vinden. De muziek stopt. Tully gaat staan. En er volgt weer een liedje, nu een van Kris Kristoffersson. Vervolgens besluit Tully dan toch maar naar de gym te gaan, waar ie Jeff Bridges tegenkomt in een van zijn eerste rollen. Hij foolt wat around, maar Tully beeldt zich ogenblikkelijk in dat Bridges een geniale bokser is, die hij zou kunnen begeleiden naar succes. Dat loopt allemaal niet zo op rolletjes als ie had gehoopt. Bridges maakt ook nog z'n piepjonge vriendinnetje zwanger, zo vertelt ze 'm in de auto, terwijl hij aan de AM-radio draait. (We horen Bread's If! Bonuspunten!) Speciale aandacht verdient ook Susan Tyrrell, die voor een Oscar genomineerd werd. Zij zet een fantastische alcholiste neer. Totaal depressief, overdreven, de hele film is sowieso niet bepaald van de subtiele method acting, en vooral bij haar pakt 't waanzinnig goed uit, al "sobbend", klagend en schreeuwend. Aan 't end zit Tully, nog even ver als voorheen aan de bar, hij kijkt in 't rond, het geluid valt weg, een "moment of clarity" waarin ie zich realiseert hoe eenzaam en nutteloos hij is geworden. Pijnlijk.

Battle Royale

Volslagen overschatte Japanse spektakelfilm, waarin het spektakel (en dus het popcornvermaakgehalte) eigenlijk ook wel meevalt. Het uitgangspunt is nog prima. In de toekomst wordt de jeugd in Japan gehaat, respect voor ouderen is daar sowieso groot natuurlijk. Er worden hele klassen naar een eiland verscheept om elkaar aldaar af te maken. Het was me niet helemaal duidelijk of dat nou ook als reality-serie op tv werd uitgezonden, net als die superhelden vs. monsters-gevechten in Big Man Japan. Takeshi Kitano speelt de leraar die zijn klas opgeeft (letterlijk/figuurlijk) en hij mag achter de controls zitten en de score doorgeven. De klas wordt uitgebreid voorgesteld, maar psychologisch gezien komt de film nergens van de grond. Er zijn wat bitchfights, er plegen er een paar zelfmoord en andere beginnen al hackend een plan op te stellen om te ontsnappen. Het wil echter allemaal maar geen spannende survival-feel krijgen. Misschien hadden ze nog meer moeten doen met de statistieken in beeld verschijnen. In plaats van slechts af en toe toe af te tellen, constant een plattegrondje en teller met 't aantal dooien. Typisch vind ik ook dat er op 't eiland steeds wisselende "kill zones" zijn, waar je niet mag komen, maar in de hele film belandt niemand er per ongeluk in. (Als dat zou gebeuren zou je worden opgeblazen dankzij een tikkende tijdbomketting, die iedereen om heeft gekregen)

Jagdhunde

Mislukte arthouse, volledig volgens de voorspelbare regels van 't boekje. Een jongen en z'n, uit bepaalde hoeken, op Ron Jans lijkende pa wonen in een dorpje dat hen nogal vijandig gezind is. "Wanneer gaan ze nou eindelijk met ons praten?" De jongen speelt wat met zijn twee honden en (heel ongeloofwaardig in zo'n klein dorpje) komt precíes als ie terug naar Berlijn wil gaan een meisje tegen. Ze is doof, wat in films altijd schattig is... Ik weet 't niet hoor. Communicatie gaat dus primitief, al dan niet met wolvenmaskers op, in een scène als een Aphex Twin-videoclip. (Helaas is de soundtrack itself daar en elders matig) Het meisje lijkt op de jongen, ook zij woont alleen met d'r pa. Deze pa is een foute kerel die gefrustreerd is dat z'n vrouw hem verliet en alleen nog geïnteresseerd is in jagen. Hij schiet op alles wat beweegt. (Dit is een hint) Het eindigt met een gênant kerstdinertje, waar de emoties eruit komen en, zoals een arthouse hoort te eindigen, met iets gruwelijks.