zaterdag 31 augustus 2019

Indiscreet

'I read an article the other day that claimed the world's weather was changing.' Andere tijden, toen de mensen het nog gewoon over het weer konden hebben. Ongemakkelijk staan de supersterren Cary Grant en Ingrid Bergman in de lift, wanneer er naar het laatste redmiddel wordt gegrepen. Zonder gevolgen, uiteraard, want vliegschaamte bestond niet in Technicolor-jaren. De highbrows pakken de kerosineslurper als de bus, om maar om elkaar heen te kunnen draaien. Regisseur Stanley Donen leidt hun dans met vaste hand. De romance met een bite bevat weer genoeg wisecracks om verteerbaar te blijven. Het spel der seksen wordt smakelijk gespeeld. Grant rockt een leesbril, dus moet voor slim doorgaan. Hij weet, 'the game is so one-sided for a man.' Bergman vindt het eigenlijk wel best, 'I like a man with a glass in his hand, it's becoming.' Na een eerste date in 'the players club' (een voorteken), en een grapje of twee over armelui, straalt Bergman oprecht gelukkig met haar hervonden huiselijkheid. Dat is buiten Grant gerekend, die als vertegenwoordiger in het grootkapitaal meer van zichzelf, en van zijn 'dans'-skills houdt. Te midden van onanische snooker-stokken dient hij een waarschuwende vriend van repliek. Zo blijft de mens een puberkind, wel zo realistisch eigenlijk. Ontkennen tot er geen ontkennen meer aan is. 'Shall I see you to the elevator?'

vrijdag 30 augustus 2019

The Not Dead

'I went through quite a few unpleasant times.' Drie veteranen uit drie verschillende generaties delen hun nachtmerries. Uit drie verschillende oorlogen, dat spreekt vanzelf, want elke paar jaar wordt er weer een nieuw akkefietje opgeklopt, en sneuvelen jongemannen voor het Grote Niets dat het Grote Geld heet. Nooit geweten dat er ooit een oorlog woedde in het protectoraat Malaya, maar de oudste van de drie aanwezigen weet het maar al te goed. Verbaasd staart de PTSS-lijder naar zijn tranen, die maar blijven vallen. Zijn kompanen in gedwongen crime, 'bezochten' Bosnië en Irak. Plekken waar de gruwel en de lijken enkel gruwelijker lijken te worden. Al is dat ook een kwestie van beeld-vorming, met meer camera's, kreeg het publiek een pregnanter besef van ellende. Tot een verandering in militair beleid kwam het uiteraard nimmer. De tv zorgt er daarentegen wel voor dat veteranen thuis minder begrip kregen dan voorheen. Weg heldendom. Het voetvolk rest slechts grove vragen en meewarige blikken. De gekke oorlogen van Blair en co worden hier poëtisch begeleidt door strofen van Simon Armitage. Het geeft af en toe een wat te esthetische draai aan het geheel. Gelukkig (met duizenden aanhalingstekens) zijn er die bittere beelden. De kwaal van het nationalisme woekert door. Zal het deze eeuw beter worden? 'I feel guilty for being there, in a way.'

donderdag 29 augustus 2019

Götter der Pest

'Ich muss einen Erfolg sehen von Ihnen.' Slag of sof, met Fassbinder weet je het nooit. De doorgekookte Vestdijk onder de filmmakers maakte begin jaren zeventig alvast een voorstudie naar Berlin Alexanderplatz. Een man verlaat de gevangenis, en noemt zichzelf spottend Biberkopf. De sociale cirkel van deze lijzig-lethargische held biedt Fassbinder de gelegenheid regulars op te laten draven. Een paar bad bubbas waar hij een crush op had. En Hannah Schygullah, uiteraard. Even lijkt de film een meta-feest te worden, met verwijzingen naar Lola Montes en Marlene Dietrich. 'In meinen Träumen bist du nur du.' Snel komt alles op zijn pootjes (pun) terecht. Kleine gangsters met veel te veel geluk in het spel, lullen Franz vaag. Niemand verlaat de gevangenis zonder te betalen. Theoretisch doet de film alles goed – ik ben dol op de de lege tijd tussen criminele activiteit – maar de praktische uitvoering blijft saai. Het lethargische werkt te aanstekelijk in al zijn onaanstekelijkheid. Tijdens een leuke scene draait het hoofdpersonage een singletje. Meer niet. Minutenlang mogen we meeluisteren naar een Drs. P.-achtige dierenparade die zal zijn ingelast om het doden van een rat te laten bezinken. Dat is nodig ook, want een hang naar hermetiek en haast, ze gaan gewoon niet samen. De kijker blijft vooral zelf een Tiefgekühlte Geflugel. 'Es war der Bruder.'  

woensdag 28 augustus 2019

Safety Last!

'Oh Harold, it would just break my heart if you failed.' Elk stukje over Harold Lloyd begint met het oprakelen van zijn lot. Bij deze dan. De bebrilde stuntelaar-stuntman is de vergeten komiek onder de grote komieken. Een gegeven dat zo vaak herhaald wordt dat het nooit meer onwaar kan worden – zelfs al zou hij Busters meerdere zijn. Samen met talkie Feet First vormt Safety Last een combo, waarvan dit de betere is. Spreektaal heeft onze held niet nodig. Een titelkaart met 'The boy, the girl, the pal and the law' is meer dan voldoende. Lloyd speelt een kantoorjongen die het probeert te maken in de grote stad. De Amerikaanse variant van 'keeping up appearances' heet 'fake it till you make it', en zo geschiedt. Lloyd makes believe dat hij warenhuismanager is. Alleen al daarom is Safety Last lolliger, en in zekere zin geloofwaardig(er). Het Amerikaanse consumentisme krijgt de schuld van alles! Lloyd moet zich in bochten (en hoogten) wringen om zijn gold digger dame te behouden. Hij doet dat in zijn eigen stijl. Lloyds humor is morbide, om niet te zeggen fysiek-ziek. Constant voelt Harold zich niet goed, aan het werk, en aan een wolkenkrabber hangend. (Dan wordt het wel begrijpelijk.) De finale van Safety Last toont de horror van het moderne leven. Een security trust savings bank op de achtergrond, een klok in het vizier. Tijd is geld. Geld is alles. 'Kick me.' 

dinsdag 27 augustus 2019

One Day in the Life of Andrei Arsenevich

'A region to be reached at the price of transgression.' Van deze docu kreeg ik bijna spijt de Tarkovsky-films als cinewbie te hebben gekeken! Ze lijken met de jaren alleen maar beter te worden. Dat is klasse. Of heeft het ook met de kundige scene-selectie van filmessayist Chris Maker te maken? Andrei's collega-mysticus betuigt voor de Franse televisie eer aan zijn geestverwant. Marker begint met het Zweedse hek, de bom die valt, of zou kunnen vallen, wat nog veel naarder is dan alle gevallenen. Marker leert ons het wachtteken, het privé-moment, dat via Tarkovksy's film zijn leven binnensijpelde. Stervend in zijn Parijse bed speelt Andrei voor Roodkapje én de Wolf. Mooi zijn ook de vele behind the films-momenten. De master at work, kunstliefhebber pur sang, kunstmaker par excellence. 'He buries himself in Russia.' De tweede helft van dit uur van de wolf bestaat uit rondjes langs de meesterwerken. Een compendium van Tarkovsky's Zeven kan nimmer misgaan. Chris Marker speculeert er wat bij, soms met vleugjes liefdevol effectbejag. Het hoogtepunt vormt voor mij het circulaire maak-proces van The Sacrifice. Sven Nykvist aan het doodsbed, Tarkovksy dirigeert. Hij ligt alleen fysiek. Echte mensen kunnen immers zweven. 'For his first screen appearance Andrei Tarkovsky whistles Lullaby of Birdland.'   

maandag 26 augustus 2019

Flying Down to Rio

'Since when is dancing a familiarity?' De eerste filmontmoeting van het superduo Fred & Ginger vindt in de marge van een foute film plaats. Dolores del Rio krijgt de sterretjes 'bill', en ze krijgt ervan langs tot ze sterretjes ziet. In pre-code Hollywood kon je nog gewoon een tegenstribbelende dame spanken. Normaal kan ik wel genieten van dergelijke nostalgische sekstinten in zwart en wit, maar hier liggen de innuendo's er vuistdik bovenop. 'What have the South Americans got below the equator that we haven't?' Dolores speelt een rijpende society dochter op huwbare leeftijd. Voorbestemd te trouwen met een mede-Rio-rijkaard ontmoet ze in den vreemde een Amerikaanse muzikant met een grote stuurknuppel. Ze landen en stranden voor even op een 'onbewoond eiland' waar Arische mannen voor gek worden gezet met de perfecte kannibalengrap. Aan de zijlijn van dit alles leven Fred & Ginger. Het wachten is op hun danswerk in het zwoele zuidelijke land. In Count Basie's swing style gaat het gelukkig ook schaamteloos los. 'Use your Brazilian nut'. De decorstukken komen strak gekleed to leven. Showpieces vol vulling, een Busby Berkeley on viagra. Met als middelpunt ditmaal vooral Fred. Het onooglijke mannetje, zonder acteertalent of komische timing. Maar zô te kunnen dansen. Subjectivistische extatica. 'You always was good, Fred.' 

zondag 25 augustus 2019

La Noire de...

'C'est beau, la France.' 'Oui m'sieur.' Aziatische films heb ik het liefst, maar moderne Afrikaanse cinema, daar zou ik me in willen verdiepen. Dat wat de Europese cinemas haalt, is toch altijd met Europees geld gemaakt, en van dito arthouse toon. Er moet een andere, onbekende wereld zijn, zei de cinema-koloniaal. Deze gedachtegang volgde ik de eerste minuten van La Noire de (nergens?)... Prompt arriveert het hoofdpersonage in Frankrijk en filmt Sembene in Godard-stijl (inclusief vague voice-over)! Jammer? Ja en nee. Want de invloed moge dan duidelijk zijn, in 1955 was het bepaald bij de tijd. Bovendien zijn de statements compromisloos. Een zwarte jonge vrouw is met haar koloniale familie meegekomen naar de Riviera. Het goede leven gaat beginnen, hoopt ze. In werkelijkheid wordt ze te werk gesteld als femme de menage. De pijn van de exil spat er vanaf. De film springt terug naar haar tijd vóór het baantje bij de witten. Senegal verkeert in een overgangsfase, als de lift waarin de vrouw staat. Tijdens de 'mooiste' tegenstelling van de film klinkt Afrikaanse blues, terwijl zij eindelijk beet heeft. 'Du travail chez les blancs!'. Wij weten hoe dat eindigt. Le trou noir. Zelfs met slechts 55 minuten is La Noire gaaf als het metaforische en concrete masker waar de film rond-cirkelt. 'Attendez come tous les jours, la providence.'

zaterdag 24 augustus 2019

Enter the Dragon

'You skills are now at the point of spiritual insight.' Lee's laatste symfonie. Tot op heden had ik enkel Fist of Fury gezien, waar men toch een stuk minder apenkooieriger tekeer ging. Enter the Dragon mixt James Bond met een Thunderbirds-eiland en alle etniciteiten van de wereld. Iedereen mat en meet zich met elkaar. Het wordt daarmee een soort Marvel-film avant la lettre. (De hipsterige politieke correctheid blijkt niet van gisteren.) Bruce Lee moet nog hard werken om de coolste van het stel te zijn. Na een minuut of acht barst de intiteling met fonk los, en komt black brother Jim Kelly aanwandelen. Een moment later wordt hij het slachtoffer van politie racisme. Ook van alle tijden... Veel verder wordt de pijnlijk politieke kaart niet gespeeld, want jan en alleman belandt op een Street Fighter-toernooi georganiseerd door een Epstein-schurk. Het plot verwordt tot vrolijk niemendalletje, waaraan speciaal voor de witman ook nog een George Clooney look-a-like meedoet. Bruce Lee is zijn eigen look en like. Hij slaakt kippengeluidjes, praat als een robot, en rockt het perfecte Lego-haar. Hij wordt bovendien doodleuk als Mr. Lee aangesproken! 'Man, you come right out of a comic book.' Het einde, biedt de onvermijdelijke voorspiegeling op Lee's verscheiden. 'There is no opponent.' 'And why is that?' 'Because the word I does not exist.' 

vrijdag 23 augustus 2019

Chimes at Midnight

'I must turn away some off my followers.' De vaste volgers weten, van Shakespeare heb ik geen kaas gegeten. Ook een Orson Welles-fan zou ik mezelf niet willen noemen. Surprise, surprise, de twee anti-theses maken voor deze ene keer een synthese. Van het handjevol Bard-projecten van Orson Welles, is dit de veruit leukste. Afwisselend, liefdevol, en, vooral – toepásselijk. Orson kuiert obees rond, in de rol van Falstaff. Het zou wel eens zijn beste acteerprestatie kunnen zijn. Hij leent de Shakespeare-regular voor een mash-up. De taal mag dan irritant Shakespeariaans zijn, het is door die genomen vrijheid toch wat meer eigen. Zoals Rosencrantz & Guildenstern ook leuk is, juist door dóór te werken op het materiaal. Met potten en pannen op de kop speelt de cervanteske schelm Falstaff zijn grootste droom na. De macht die hij nooit zal krijgen. De 'play out the play' is een van de lollig-tragische momenten. Alles wringt. Falstaff lijkt op een kerstman, maar goed (noch moedig) is hij niet. Bedoelt hij het echter wel zo? Het wordt nooit duidelijk, en dat hoeft ook niet. Wat volgt is een greatest hits uit het repertoire, met de gekende elementen als een stervende koning, een veldslag, het meta-toneel en godslasterend stuntwerk. Eindeloos duurt het daardoor wel. Maar ik dreigde toch even al te positief te gaan denken... 'Mark now how a plain tale shall put you down.'

donderdag 22 augustus 2019

The Horse Thief

'Papa, papa, een kleine vogel.' Stel dat deze film door een Westerling zou zijn gemaakt, zou dat mijn mening veranderen over zulke esoterische psychedelica? Ik had het best geloofd als een stel Duitsers richting Tibet was getrokken om daar alle bellen der seizoen te horen luiden. Nu ging het hier eigenlijk óók om een buitenlander, een Chinees met een voorliefde voor de ethnische minderheden van 'zijn land'. (Een statement op zich...) Zhuangzhuang serveert vaag mystieke beelden, en toont de kijker Kurosawa-koeien. Zijn interesse gaat niet uit naar een helder verteld verhaal, daarvoor gebeurt wat er moet gebeuren te bruusk. Deze film gaat om nooit plotselinge, al-tijd eindeloze rituelen. Prachtige doeken worden ontvouwd, net als velerlei zielen in hypnotiserende seances. Ik kreeg al wegdommelend zin in een remix met pastorale Kompakt-techno, en voila, daar dansen boeddhisten op synths. (Hun eigen instrumenten zijn overigens ook super cool). De drones van schelpen maken natuurreligie zoveel mooier dan monotheïstische stadsreligies. Met een lynchiaans doodsmasker op, overbruggen de dorpelingen een cultureel-magische kloof, zoals Wim Gijsen dat zou zeggen. The Horse Thief is echter meer een film voor diens collega Anton Quintana. Het boek van Bod Pa, het boek der eeuwigheid. 'De gieren raken slechte mensen niet aan.' 

woensdag 21 augustus 2019

Elephant

'Where y'in last night?' Weinig thuis deze zomer, druk, druk, dus daarom deze kortfilm stukjes-waardig verklaart. Niet geheel ten onrechte, want Mark Cousins digt 'm, en vanaf het eerste shot begrijp ik het. Dit is de film waar Van Sant naar keek toen hij zíjn minimal murder tale Elephant maakte. De serene camera volgt op schouderhoogte schutter na schutter. De eerste keer is dat nog verrassend. Plots het brute bloedbad, het slachtoffer heeft geen tijd om zelfs maar verbaasd te reageren. Daar ligt hij al, voor eeuwig slapend tegen een muurtje. Het grauwe Noord-Ierse land van de Troubles huilt mee, terwijl de body count van 'the Troubles' oploopt. Er klinken hier geen woorden (hooguit vier zinnetjes), de schietkroniek blijft knallen. Na een tijdje wordt dat – bewust? – saai. Als een museuminstallatie, een eeuwigdurende loop. Deze kijker gaat zich vreemde dingen afvragen. Als ik zó moest gaan, welke plek zou ik prefereren? Zeker niet tegen de kille tegels van een openbaar sanitair. Sommige patronen – no pun intended – beginnen op te vallen. Zowel daders als slachtoffers zijn allemaal mannen. Niemand schiet terug (als gezegd, geen tijd). Er komt ook niemand bezorgd op het geweld afrennen. (Te gevaarlijk). Het meest pittoresk in alle moordzucht is de enige scene waarin gesproken wordt. Een stel voetballers op een aftands modderveldje. Daar komt een man aanlopen. En wij worden weer opgezadeld met daderkennis. 'What's it gotta do with you?'  

dinsdag 20 augustus 2019

Die Abenteuer des Prinzen Achmed

'Bring mich nach Wak-Wak.' Een van de mooiste Villa Achterwerk-jeugdseries is het Duitse 'Verhalen van de boze Heks'. Een silhouettensprookje dat in een traditie blijkt te staan. Al in 1926 maakte Lotte Reiniger deze allereerste full length animatiefilm. Met silhouetten en heksen (en tovenaars). Allah zij geprezen dat men deze film van een nitraatkopie heeft weten te herstellen. Wat is ie prachtig. De mooiste van het jaar zelfs, visueel gezien, bezien en bewonderd. Reiniger mengt kundig vloeistofdia's, met de stijl van Afrikaanse (of Oud-Griekse) vazen, meer stop dan motion bewegen haar poppetjes zich door een prentenboek. Speciale vermelding nog voor de geschilderde achtergronden. De kijker staart in Rothko-afgronden, met slechts graduele verschillen van kleur – het lampschijnsel van Aladdin wordt er haast een gasvlam van. Inderdaad, de arme kleermaker komt langs, net als 1001 andere oriëntalistische verhalen. Eerder zit iedereen voor een 'Abenteuer in China'. In welk land ze ook zijn, alles wordt een homerisch 'Geisterlandes'. De lamp blijkt slechts sleutel naar wat anders, meer bepaald naar een 'Geisterschlacht in Wak-Wak'. Nogmaals, Reiniger maakte een film die iemand innig Dudok de Wit koestert, en nooit heeft overtroffen. Geen vliegend tapijt, maar een vliegend paleis. 'Ein Zauberpferd, erhabene Kalif.'

maandag 19 augustus 2019

Artists and Models

'You mean she's an artist who makes money?' Deze kwam als geroepen, en nagefloten. Flauw leuk is extra leuk op een recordzomerdag. Some like it hot, met zeven jaar jeuk aan de ballen op de koop toe. Rollen met die puns en draaien met het vrouwelijk schoon, schud alles maar uit de mouw. Net als Cary Grant in An Affair to Remember speelt Dean Martin een reclameschilder met ambities. Zijn assistent Jerry Lewis verhindert verbetering, totdat Dean diens dromen eens aan een nadere inspectie onderwerpt. De twee slapen immers toch al in Bert en Ernie-stijl op een kamer. Hun namen? Rick Todd en Eugene Fullstack! Dat niveau dus. De fictieve namen van de vrouwen ben ik even kwijt, maar de pakjes waarin zij als nieuwe buren liggen te zonnen bepaald niet. 'She's not smoking, she's spitting.' De stripshow wordt gekruid met een hegeliaanse televisie-speech van Jerry. Hij is altijd irritant, maar hier in elk geval 'Beanig'. Crooner Dean Martin zingt zijn (overbodige) lied. Raker zijn diens handjes. Eender welke middlebrow-schaamte ver voorbij danst kortgewiekte Shirley MacLaine als Bat Lady de sterren van de hemel. Het toetje volgt met een blokje koude oorlog in een hete film. Onnodig, maar eigenlijk wel on topic, het blijft een pulpy stripavontuur ten slotte. James Stewart kijkt mee naar de rears. 'All lady cartoonists are extremely grateful.'

zondag 18 augustus 2019

Das Blaue Licht

'Breng het boek hiernaartoe, die van Junta.' Er bestaat een mooie anekdote over A. den Doolaard die Leni Riefenstahl eens bij een bergfilm 'hielp'. Hij beweerde zelf(s) het bed met haar te hebben gedeeld, maar het was dan ook een Grote Verteller he. Ik zag zijn naam niet in de aftiteling – zou dat ook verzonnen zijn? – maar er zijn meer opties (Leni heeft er ook een over de Mont Blanc). Das Blaue Licht valt chronologisch samen met het moment dat Leni in de ban van Adolf raakte. Haar grote verwildering. Natuurlijk is de kijker dan gespitst op 'hints' uit 'eine Berglegende'. Het valt mee. Wat zwartekousen hebben haakneuzen, ik doe het af als toeval. De vibe is nog meer Strauss dan Wagner, al wordt ook hier duidelijk dat Leni vooral goed is in het concipiëren van grootse shots. Monumentaal omhoog kijkend, richting die machtige bergen. Van een verhaal vertellen heeft ze geen (geiten)kaas gegeten, terwijl het verder toch mid-Europese folktale volgens het boekje blijkt. Een knabe Wunderhorn, een 'heks' (Leni zelf) en een giallo-dorpsvloek. Het waait permanent onder Leni's rokje, en de watervallen stromen heftig. Op de berg lokt het (dwaal)licht van het Grote Geld. Leni is als het maankind eerst de zondebok, en dan de klos. Geld maakt alles kapot. Met die boodschap zou Den Doolaard het grondig eens zijn. 'Hier ist ein kleine beiträge für unsere Wirtschaft.'

zaterdag 17 augustus 2019

A Guy Named Joe

'It's always now.' Oorlogsverzetje in split-stemming. Het begint nog jolig met Tracy en Dunne, die er duidelijk zin an hadden. Allebei spelen ze een vliegenier, al doet all american guy Tracy paternalistisch zijn best zijn 'dame' ermee op te laten houden. Dunne laat zich echter niet dollen. 'Don't talk to me like that, who do you think you are!' Niemand minder dan scenarist Trumbo zorgt voor de sappige teksten. Het eerste deel speelt in de UK, waar 'al onbezet' oorlog een uitgelaten avontuur lijkt, met enthousiaste kindertjes als toeschouwers en sparringspartners. De vibe heeft dan veel weg van een Archers-film, en dat versterkt zich alleen maar in depri-deel twee. Spoiler! Colonel Tracy wordt Colonel Blimp (eveneens uit 1943). Hij belandt na een indrukwekkende actiescene in een Wim Gijsen-achtig hiernamaals. Zou de hemel kinderlijk zijn? Ik denk toch eerder trippy. De teksten zijn gelukkig ook daar raak, en zelfs filosofisch. 'You were helped by every man since the beginning of time.' Met engelbegeleider ziet Tracy 'der Himmel uber Tucson', al blijft hij lollig chagrijnig. Hij is gedwongen toe te kijken hoe Dunne zich richting 'booby hatch' flirt, met vreselijke koortjes erbij. Berouw voor beider roekeloosheid blijft uit. Dat hoeft ook niet, het is een war effort film ten slotte. Enigszins episch, enigszins ridicuul. 'No man is really death unless he breaks faith with the future.'

vrijdag 16 augustus 2019

Gertrud

'Ik zoek je lippen en je geeft me je wang.' Ook de allerlaatste film van 'instruktor' Carl Th. Dreyer bevat alles wat je van(uit) zijn inktzwarte Zweedse inborst verwacht. Lijdende vrouwen, twijfel aan alles en iedereen (inclusief het hogere) en geen hoop op verbetering. Soms wordt dat wel vermoeiend, zeker door de praatgrage vorm waarin hij deze toneeladaptatie – onvermijdelijk – giet. Mensen hangen op banken en zeuren. Tegen elkaar, over elkaar, en op zichzelf. Tegelijkertijd bevat de film gelukkig (!) fijne momenten. De eerste lange scene van twintig minuten, bijvoorbeeld, wanneer een echtgenote haar liefde opzegt. Het is eerst onduidelijk of zij nu dienstmeisje of 'vrouw van' moet voorstellen. Dat is precies hoe zij zich voelt. Dreyer heeft weinig nodig om zo'n gevoel te schetsen. Todd Haynes maakte ongetwijfeld aantekeningen, terwijl Dreyer zelf aan Toergenjev en Tsjechov lijkt te denken (zeker wanneer de upper class naar buiten sjokt.) Het verveelde huiswijf valt voor een jong muzikant 'uit een ander milieu'. Uiteraard vind ze daar ook niets. Asgrauw blijft het, zelfs wanneer Dreyer – zo lijkt het – ijzig fel licht in de ogen van zijn personages schijnt. Moeten maakt gek. De schrale humor verlicht daarentegen nauwelijks. Godallemachtig wat een toestand, wil ik zeggen, maar God is dood (ook volgens Gertrud). 'Wat heb je eigenlijk tegen hem?' 

Die Bergkatze

'Endlich, ein fescher Mann.' Groteske in vier akten, en een enkele taal, die van de liefde. Tijdens de leukste scene wordt een legerpief, tevens ladies man par excellence, uitgezwaaid door een leger aan dienstmeisjes. Synchroon smachtend, huilend en met zakdoekjes zwaaiend. Beatlemania voor 1 man. Ernst Lubitsch zag goed geluimd overal de lol van in, al hing begin jaren twintig de geur van oorlog nog in de lucht. Hij serveert naast Fesche Alex en diens bende stripsnorren ook een stel rovers. Daar gaan de zaken omgekeerd. Vrouwen delen rake klappen aan mannen uit (meteen erna meldt de tussentitel 'mich auch'). De wereld van de rovers en de legermannetjes raken – uiteraard – verknoopt. Het leidt tot een geinig carnavelsomkering, een roverspygmalion, waar zelfs de love (would you please be) interests op elkaar lijken. Uiteindelijk zullen tegenstellingen elkaar troosten. De waarde van het niemendalletje ligt desondanks vooral in film-inventiviteiten. Lubitsch framet vele vormen voor de lens, dus kijken we naar de actie door een wolk, een kasteel of een haaienbek. Marco Delpane begeleidt de film met – eindelijk eens – een goede stomme film-soundtrack, druk, neen, wild, zonder op te vallen. Hij piekt tijdens een prachtig tinkelende (en tintelende) droomscene. Ik kreeg zin om Bouli Bouli te kijken. Kinderfeestje, kinderfantasie. 'Ich tat, was ich konnte.'

donderdag 15 augustus 2019

The Last of England

'They say the ice age is coming, the weather's changed.' Zo lekker kan bloemkool zijn. Aan het eind van de jaren tachtig was Derek Jerman helemaal in die grimmig-apocalyptische stemming. Thatcher krijgt hier de schuld, voor wie het doorheeft althans, want The Last of England is een echte museumfilm. Hyperactief flikkerende Brackenhage-overvloeiers van brandende gebouwen voorspellen nog haast 9/11, maar in zulke abstracties ziet de kijker altijd wat ie wil zien. De piepjonge Tilda Swinton wist ik echter niet te spotten. De filmers-film opent met een schrijvende schrijver, terwijl de projector ratelt. Kleurspoelingen voeren 'heavy waters' aan, om alle heavy gedachten te begeleiden. De mannelijke (en toch) Laurie Anderson-achtige voice-over doet het helemaal in zijn eentje. De enige aanwezige dialoog gaat over de 'war with the Argies'. Nog zo'n nieuwsfeitje om depri van te worden. Op het moment dat Jarman de dansende duivel Hitler laat speechen, wordt het helaas erg clichématig. Beter, en meer eigen, is het homo-sensuele ballet op de Britse vlag. Zo'n 'eerbetoon' had in Children of Men kunnen zitten. Wat leuk lijkt, een versie met een soundtrack van Godspeed You Black Emperor. Wat me benieuwd maakt, Jarmans film over Wittgenstein! The Last of England is te epileptisch en elliptisch. 'Now you see it, now you don't.'

Flashdance

'I've been thinking about sex a lot.' Debussy en de pussy komen samen, en tegelijk, in deze Adrien Lyne-musical. Een man met kwaliteit voor het vleselijke. Als musical stelt Flashdance geen reet voor, als glorificatie van Het Menselijk Lichaam des te meer. Jennifer Beals brengt de pakjes, de moves en de billen, en danst zich helemaal het apelazarus. Voor de arthouse-liefhebbers zijn er ter verhulling nog wat Robbie Muller-achtige schemering stad-shots, en de nostalgie-synths van Moroder. 'What a feeling.' Sympathiek vond ik dat alles getrimd is, geen overtollig vlees, hier slechts strakke, klare lijnen. De fitworld eighties komt to leven met joie de vivre. Heel veel (meer) heeft de film verder niet te bieden of zeggen, de romance tussen baas en Beals is zelfs flutterig te noemen. Doet er verder ook niet toe, 'when the dancer becomes the dance'. Voor de fans van middlebrow-theorie valt er wel wat te halen. Het hoofdpersonage danst in een dirty nachtclub, maar droomt – uiteraard – van 'high brow'-ballet. De ironische oplossing daarvoor blijkt heel Amerikaans. Money buys everything, en de schaamte van de parvenu is van bijzonder korte duur. Precies dan schemert 'r een bijna deprimerende art-film. Het zou een opera met Moroder-muziek hebben kunnen worden. Maar falen daar is die meid véél te fit voor. Anderhalf uur lang een Avalanches-videoclip. 'Go play with your fucking Porsche.'

woensdag 14 augustus 2019

Center Stage

'Film no longer available.' Fictie wordt feit wordt fictie, in dit hartverwarmende eerbetoon aan de Chinese steractrice Ruan Lingyu. Het moet de ultieme l'art pour l'art zijn, films over films. Hoe meer meta hoe beter. Center Stage weet er raad mee. Maggie Cheung speelt haar grootste voorganger, de tragische diva van begin jaren dertig. 'Zou je er zelf ooit een einde aan maken?', vraagt de regisseur aan Maggie. 'Alleen om mezelf, nooit om anderen.' Inderdaad, Center Stage is docu, filosofie, interview en melodrama ineen, en na handenvol scenes volgt steeds, zoals vermeld, 'originele film kwijt.' In het leven van een ster komen, net als bij de bestseller, de lijntjes van de tijd en diens geest samen. In het geval Ruang gaat het om de opkomst van massamedia, en de communisten. China moderniseert, terwijl de traditionele samenleving zich nog met anderhalve been (en een sleep) in het jaar nul waant. Het leidt tot paranoia, concurrentie en misère. Ruang verwordt tot haar rollen. Ik moest aan de trage klasse van Edward Yang denken (misschien omdat er een groepsfoto wordt gemaakt). Elke 'echte scene' is magisch, een ruisend fragment upgedate met moderne muziek, als een flard van een droom. In Ruangs leven ligt het geluk (vervaarlijk) op de loer. Zelfs een grotemensenfilm kan grootse mensen niet begrijpen. Socratisch. 'Only foolish people cry.'

I Was Born, But...

'A funny looking kid's just moved in.' Veel van Ozu's films hebben de tand des tijds niet doorstaan. Wat!? Letterlijk bedoel ik, zijn 'stomme films' gingen verloren. I Was Born But... is de 'eerste overlevende', en wat voor een. Raak gepresenteerd als 'kinderboek voor volwassenen' heeft de jonge Ozu zijn niveau snel te pakken. Niet meteen, want het eerste uur laat hij zijn twintigershart spreken. De sterke Amerikaanse invloed voelt wonderlijk, maar werkt wel. Komedie op zijn Buster Keatons, met het ragtime-sfeertje van lawaaiige nickolodeons. Ik hoorde de oi's en okasa's bijna, terwijl een stel boefjes en broertjes de buurt verkent. Al snel arriveren ook de typische heart Japan-momenten. Een mannetje loopt met een bord op de rug rond. ('Geen eten geven!') Het verlangen naar 'good food' blijkt een motief (net als de bierfiets). Voor het niveau naar verveelde meligheid daalt, brengt Ozu het volwassen element de film binnen. De vrolijke armoede (rags-time zonder riches) groeit uit tot iets groters. Deze film gaat over klasse. Niet voor niets liep 'r al een rijkeluiszoontje rond. Bij hem thuis kijken de hoofdpersonages een film in film, een staaltje home cinema waarin hun pa zich voor gek zet. Het wordt een bijna bourdieuske ervaring van plaatsbesef. Niemand trekt zich uit het dal zonder moeite. De Nobelprijs-allure van Babbitt, en dat binnen een minuut. 'Good for the children too.'

dinsdag 13 augustus 2019

An Affair to Remember

'Not only all that lettuce, but a beautiful tomato too.' Een verzameling 'oude' rotten doet met veel plezier een oude film nog eens over. Cary Grant en Deborah Kerr zijn de sterren, Leo McCarey de regisseur. Ik begon me op een gegeven moment af te vragen of ik eerder een remake van deze classic had gezien, of dat hier (gewoon) sprake was van een 'eeuwig (hetzelfde) verhaal. Het zit net even anders. Anno 1957 is An Affair al een remake van Love Affair. Ook toen van McCarey, maar nu in kleur. De Hollywoodse retromanie is van alle tijden. What else is new? In mijn vervaagde herinnering heeft het origineel net wat meer Ozu-melancholie, en oprechte muzikaliteit. Hier gaat het 'r vooral snappy witty en bitchy aan toe. Oftewel de bekende y-combo's van, voor en over de x-jes. 'I know just enough French to be embarrassed.' Voor de Technicolor-boel helemaal in Wilder met Monroe-vibes verzandt vinden Kerr en Grant een bedaagdere toon. Wijsheden over de player en diens tragiek. ('It's hard to keep them up there, isn't it). De beste fase speelt op een cruiseship (ook een soort hotel) waar zij meer haar best doet dan hij. De zwartgallige romantiek is volwassen en soms eerlijk vunzig ('in between'). Het laatste obstakel van de romance zorgt helaas voor een half uur kerstfilmvulling. Spijzig, zoet en net zo fout gebruind als Grant zelve. 'You've got to be realistic!' 'About love!?' 

Häxan

'Kan ik nog een sterker drankje krijgen?' Ga lekker op die bezemsteel zitten voor de heks van nul tot nu. De Deen Christensen pakte het bloedserieus aan, en speelde zelf een demon. (Die nog net geen Blackstenius heet). De kijker krijgt een mengelmoes van documentaire, horror en meta-geintjes voorgeschoteld. De tijd honderd jaar vooruit (dat is pas witchcraft). Natuurlijk is alle wetenschap, heel Scandinavisch, ook een excuus voor naakte lichamen. Wanneer de 'echte film' echt begint gaat het meteen los. Oude besjes geven alles. Ongeschminkte freaks waren in die tijd ook gewoon wat makkelijker te vinden, denk ik. De trucages bieden een almanak der filmtoverkunst, alles geshowd in de gravel-kleur van opgedroogd menstruatiebloed. Er wordt heel wat af 'gekarnd', en de duivels maken ook met hun tong suggestieve bewegingen. Rammstein en Die Antwoord vonden wat inspiratie, in spirit en in kapsels. Het leukst, te midden van de waanzin, blijft het expose van de regisseur, die tegen de kijker praat via tussentitels. 'Een van mijn actrices wilde per se de duimschroef proberen'. Er volgt een cut naar een lachende en vervolgens gillende actrice. 'I will not reveal the terrible confession I revealed from her, in less than a minute'. Tot slot biedt Christensen freudiaanse en foucaulteske verklaringen. Volkseuthanasie en/of hysterie. Niet gek. 'Slut'.

maandag 12 augustus 2019

Romeo + Juliet

'Shall I hear more, or shall I speak at this?' Van de twee Veronese geliefden verschijnt versie na versie, maar heeft iemand ooit een gemoderniseerde adaptatie van des jungen Werthers overwogen? Diens verhaal is toch minstens zo emo en teenangst avant la lettre! Op zich wel een leuk lijstje hoor, de Shakespeares naar moderne tijd-films. Ik vind die met Ethan Hawke als depri hipstertje het leukst (titel wel kwijt... Hamlet!). Baz Luhrmann heeft de schwung en weltschmerz hier ook aardig te pakken, en maakt er een Gangsta's Paradise van. (Helaas zonder Coolio, en dat had zomaar gekund). Eenmaal ingetuned op het komisch geschreeuw biedt dit spektakel waar voor je geld. 'Why he's a man of wax.' Op het Sycamore Gro(o)ove feestje bij de Montagues heeft de Australische band Empire of the Sun later een hele carrière gebouwd. ('On, lusty gentleman.') Na een tijdje flitspoppen, beginnen de hete tieners hun paringsdansje, DiCaprio en Danes hebben er zin an, en laten de emo'tjes emoties de vrij-en loops. Te midden van moderne nonsens en neonlichtjes tijdloos blijven, dat is knap van spelers en regisseur. Aan de ridicule teksten kunnen zij ook niets doen. De finale wordt zowaar zelfs meeslepend. Voor de karakterfilmfans is de aanwezigheid van Pete Postlethwaite een pre. Hij mixt die MDMA, voor alle, willige tieners. Ach nee, ik overdrijf uiteraard. 'Farewell compliment.'

Il vangelo secondo Matteo

'Sometimes I feel like a motherless child.' Volgens een Vaticaanse krant de beste Jezusfilm ooit, en geef ze eens ongelijk, wanneer (zelfs) zij door de vingers zien dat deze adaptatie gemaakt is door een hardcore atheïst! Normaal ging Pier Paolo Pasolini toch voor het geloof der kameraden (in allerlei opzichten), maar deze ultraradicale katholieke vertelling is doordrongen van vertrouwen. Het begint al goed met de Missa Luba, zoals hier trouwens wel vaker zwarte traditionals klinken, die toch nog wat pregnanter het geloof en Het Lijden weten uit te drukken dan het blik klassieke componisten dat daarnaast is opengetrokken. Misschien komt dat door het neorealisme van de blues. Alles bladdert af. Maria is veertien met vlassig snorretje, Josef lijkt meer op een Fiat occasions-verkoper. Dromerig en enigmatisch zweven zij die eerste fase op het wonder mee. Ineens zag ik hoe bijbels The Lion King is, dankzij de presentatie van de nieuwgeboren koning aan zijn volk. Malick lijkt een zwijmelaar vergeleken met deze spiritualiteit. Wanneer Jezus kan lopen, wordt de film babbelzieker. De man heeft akelig veel zelfvertrouwen, en hij kan als revolutionair uiteraard alles naar zijn kant omdenken. Weg met de schaakstukken. De gospel van Boelgakov blijft mijn favoriet, maar deze levende God mag er wezen. 'Velen zijn geroepen, doch weinigen uitverkoren.' 

zondag 11 augustus 2019

Once upon a Time in China

'I'm teaching him how to be Chinese.' Altijd amusant om Hollywoods patriottisme eens door een andere lens te zien. Het Chinese (zelf)vertrouwen was anno 1991 al aardig gestegen, en er kwamen nog vele vervolgen. Meteen worden de (mahjong) kaartjes hier open en bloot op tafel gelegd. 'Groot-Brittannië heeft Hong Kong, Portugal Mauau... Ons land is opgedeeld!' De Chinese kung fu 'top guns' mokken op buitenlanders, maken christenen belachelijk, en ze doen dat allemaal via een vrolijk verhaal, vol kleurtjes. Eigenlijk een Unicef-script voor de 12+ bioscoopbezoeker -  een komisch drama in een kosmisch toegankelijke Legoland-stijl. De boerenkinkelhumor boeide me niet zo, maar neemt in elk geval ook de eigen gewoonten vettig op de hak. Een stel Chinezen in een peperduur verwesterd restaurant, 'vraag ze om Dim Sum'. Later: 'laten we op zoek gaan naar een invloedrijke buitenlander'. Cut naar een Amerikaanse vlag. Even kreeg ik Trumpiaanse neigingen, door naar vechtscenes te willen spoelen, maar dat blijkt overbodig. Er worden immers in rap tempo (nieuwe) redenen gevonden voor weer een spectaculair stukje ballet. 'Wie schopte mij!?' Achter alle 'gevecht(s)dans', heerlijk vrij in beeld gebracht, schuilt de Eastern. Het Wilde Oosten verandert. De trein komt, net als de fiets. Een zelfontdekking zet in. 'Vuisten kunnen geen geweren verslaan'. 

Shanghai Express

'We're in China now, where time and life have no value.' Ik zag 'm niet aankomen, Marlene Dietrichs beste rol, in een lekker oriëntalistisch pudding-filmpje. Ze zingt niet eens, en toch schittert de diva, bitsig en slepend als altijd. Dietrich speelt de 'coaster' 'Shanghai Lily', die als een van Prousts cocottes van verre oord naar verre man schrijdt. Hier bevindt ze zich in een tussenfase, op de wielen van het tussenvehikel bij uitstek: de trein. Het rijdende hotel wordt bevolkt door een internationaal gezelschap aan tropenhoeden. Van de Britse humor kreeg ik snel genoeg (Agatha Christie-dametjes met hondjes), maar de hypochondrische Duitse opium-rockster mag er wezen. Binnen no time heeft iedereen zich netjes aan elkaar voorgesteld, en slaan de poppetjes aan het dansen. Een Chinese rebellenleider kaapt de trein, en Marlene wordt de tussenpersoon. Von Sternberg en zijn cinematograaf (ik tikte eerst toepasselijk abusievelijk choreograaf) leven zich lekker expressionistisch uit met doorkijkjes achter vitrages. 'Everything but a Turkish bath.' Marlene maakt foute grapjes. 'What kind of of house did you say?' 'Boarding'. 'Ohh...', smuilt de vrouw des levens. Girl power genoeg dus, en alles gecondenseerd als een noir. Jammer van de voor (en van) Zukors centjes noodzakelijke flauwe romance. De actie is pittig genoeg. 'I'm weary of you now.'

zaterdag 10 augustus 2019

2 ou 3 choses que je sais d'elle

'Je ne sais pas exactement.' Tijdens het voetbalseizoen '66/'67 (kampioen: Saint Etienne, naturellement) maakte Godard 'eventjes' vijf films. Ze vormen het begin, en misschien ook wel de onmiddellijke culminatie van zijn 'tweede fase'. De laatste periode waar deze kijker nog bij kan en wil aanhaken. Een hermeticus staat op, meta-re-o-logisch. De regisseur berijdt vanaf nu enkel nog zijn eigen 'vague', met de teksten in beeld, veelvuldige herhalingen, gefluisterde marxismen en hardop uitgesproken semantiek. Vooral op dat laatste vlak werkt de pedanterie extraordinaire hier buitengewoon goed. Het lijkt wel alsof Godard de taalcrisis van Wittgenstein in slechts anderhalf uur doormaakt. 'Waarom al die tekens die me het vertrouwen in taal ontnemen?' De vrouwelijke hoofdpersonages 'rocken' fantastische kleuren, maar denken in zwart-witte duisternis. Ze zijn allemaal onzeker en/of prostituee. Gezellige boel. 'Non pas de question'. Toch valt er te lachen. Een boekentombola bewijst de zinloosheid van zinnen, er klinken bourdieuske middlebrow-dissen, men flippert neurotisch, en, bovenal verschijnt er een kereltje van negen met een grote Vietnamese droom. Hij vormt misschien wel het grappigste Godard-personage tout court, en de knaap toont zich bovendien het eerlijkst over het man-vrouw beeld van de regisseur. 'Certainement. Certainement. Peut-être.'

Top Gun

'Do some of that pilot shit.' Christiano Ronaldo's arrogantie verbleekt bij de bekken die Tom Cruise hier trekt. Top Gun knalt in teal & orange voorbij alle smaakgrenzen. In ieder geval is de film eerlijk over de bovenmenselijke klasse van Echte Mannen. 'I want some butts!' Die testosteron moet ergens heen. Mooie bakken, goed geschoren bakkes, en de baas met een sigaar in het mikkie, ze vormen de setup, zonder daar na het intro nog maar één moment aan te sleutelen. Hun narcistisch lijden wordt pittig gekruid met piloten-slang. Ik ontdekte (daardoor?) pas na een kwartier dat er twee knakkers per kist rondvlogen. Die intrinsieke bromance wordt later even bruut als achteloos verstoord. Ego gaat hier voor de bro. En de ho? Als ultieme dissonantie voor het haantjes onder elkaar-gevoel dwarrelt er een knappe meid met PHD naar beneden. Dat is wel even slikken voor de mannen. Met hipster-bril en volle eighties looks doet Kelly McGillis aardig haar best. Toch blijft ze ten alle tijde een vlaggetje op een modderschuit. Een film als Top Gun heeft de diepgang van Val Kilmer's moedervlek. (Uiteraard fungeert hij prompt als 'bad boy'.) 'Get out of there Hollywood, get out of there goddamn it!' Een grappig moment zal me bijblijven. Plotseling vertelt Kelly aan onze Tom dat hij geen flat character meer is. Ik heb er niks van gemerkt. 'Gutsiest move I ever saw man.'

vrijdag 9 augustus 2019

Badou Boy

'Heb je De Man meegenomen?' Ultrakorte komedie van de Senegalese legende Djibril Diop Mambety, een der originele meesters van de Afrikaanse cinema. Hij komt hier meteen hard met die Madlib-fonk, Superfly-stylo. De Instagram-aspect ratio met van die afgeronde hoekjes, maakt het esthetisch helemaal af. Stijl is ook waar Badou Boy het van moet hebben. Het plot meandert vrijwel onnavolgbaar, en de komedie zal ook zeer plaatselijk zijn geweest. ('Reprennez la route!') Met de tong afwisselend in de wang, en uit de mond, lezen de bad(ou) boys (agent, klein crimineeltje, bovenbaasje) elkaar in bewust matig Frans de les. Je kunt in de taal van de kolonialen tegelijk kibbelen, en er in een moeite door over oordelen. Vaak lijkt het allemaal op een melig hoorspel van een stel studenten, met uiteraard ook wat referenties aan wereldcinema. Uiteindelijk is het slackerleven overal op aarde. Klagen over het weer! 'Ik weet niet waar je zo chagrijnig over bent.' De stadsmaalstroom wordt begeleid door tinkelende snarenmuziek van een blinde zwerver, waarvan ik ging vermoeden dat het om de regisseur zelf ging. In de grappigste scenes neemt hij zichzelf en zijn land op de hak. Politiek correct incorrect. Een Afrikaanse dandy stapt in de 'bus' en weigert te duwen. Historisch verantwoorde omkeringen. 'Prennez une voiture'.

The Red and the White

'Een mens kan vechten en nog steeds humaan zijn.' Die titel lijkt te knipogen naar Stendhal, maar het gaat hier om de rode en witte legers der Russen, die elkaar rond 1920 zwartgallig bekampten. En misschien ook wel om de witte billen en de roodverbrande ruggen die tevoorschijn komen, wanneer zij elkaar vernederen. Eindeloze sadistische spelletjes – eigenlijk bestaat deze hermetische Hongaarse film uit niets anders. Regisseur Miklós Jancsó bekijkt alles van een afstandje, sardonisch op zijn gemak met de zelf-onttakeling der mensen. (Niet voor niets beïnvloedde hij Bela Tarr). Zijn super-realisme vangt de nutteloosheid van de strijd. De kansen keren continu, om vervolgens samen te smelten tot identieke ellende. 'Er zijn alleen patiënten hier.' Soms wordt de permanente actie wel erg eentonig. Maar dan verschijnt een plotse melkmeid, of klinkt muziek. Paardenkont, vrouwenkont, bitter slaat de absurdistische trom. Door de aanwezigheid van de 'internationalisten' ontstaan multi-linguistische misverstanden. De taal van bloed verstaan ze allemaal. Een naakte vrouw krimpt ineen, terwijl om haar heen mannen hun mannendingen doen. Oorlog wordt hier zo gortdroog geregistreerd dat het spelletjes lijken. Die realisatie maakt het des te schokkender. De film lijkt om voor ie begint, oftewel, er verandert niets tussen begin en einde. 'Je mag de man uitkiezen die je zal neerschieten.' 

donderdag 8 augustus 2019

American Gigolo

'Who called who up, begging for a sub?' Aardig jaren zeventig relatiedrama, in de peperdure vermomming van een strak Miami Vice-pak. Richars Gere voelt zich helemaal thuis, wiegend op die Moroder-basjes t(r)ippelt hij door LA. Rich pussy bracht hem bakken geld, en het American Psycho-leven. (Er zitten ongetwijfeld referenties in de roman van Ellis.). Soms lijkt het alsof elk restaurant waar hij zijn schoenen neerplempt, prompt in een rood belicht bordeel transformeert. Van zo'n gladjakker leert de kijker de trucs van de tricks: aankijken, aankijken en de ander laten praten. Op het juiste moment zeg je dan: 'you're gonna like me' , et voila. Dat zijn de leukere kanten aan het leven, maar even zo vaak moet de gigolo een agressief (passief, verbaal en fysiek) spel spelen. Halverwege begint de penarie, met de entree van een sigarenrokende detective. Elizondo is op dreef, en even benieuwd als wij. 'How do you seduce all these women, huh?' Ik peinsde of deze film de reden vormt dat Bill Monica met een sigaar wilde doen. Schrader hád het kunnen bedenken. Net als in Taxi Driver schotelt hij hier de onvermijdelijke slechtheid van een narcistisch-kapitalistische samenleving voor. Alleen het kafkaeske einde durfde hij niet aan. Ter compensatie moffelde hij er maar wat Godard en Bresson in. Ook leuk. 'The other side will always pay more.'

Sabotage

'Slap me hard, granddad's been very naughty.' Vroege, altijd wat vreemd vrolijke Hitchcock. Het begint hier dood-leuk met een woordenboek – zou Sabotage als term nog zó onbekend zijn geweest? 'Inspiring public uneassiness'. Ik zeg H is for Hitchcock, wanneer hij zijn topniveau haalt. Voor Sabotage geldt dat niet, maar de film heeft zijn kwaliteiten. Allereerst omdat Hitchcock hier zowaar een grote naam adapteert. Sabotage is gebaseerd op The Secret Agent van Conrad, een roman die na 9/11 unheimisch accuraat werd bevonden. Aanslagen op willekeurige menigten, in het OV van Londen, dat komt ons inderdaad bekend voor. Voor de vrolijkere noot zorgt de meta-locatie. De sappelende slechterik runt een bioscoop. Het geeft Hitchcock de gelegenheid tot wat bio-soap voor en achter het scherm. De Oost-Europesige Edward G. Robison-achtige eigenaar acteert met zijn dikke accent wel héél verdacht. Leuker zijn de gewone volkse luitjes, die ongewone dingen doen. Spannend spioneren en gemoedelijk dineren. Soms lijkt de film daardoor wel een Topaas-reeks-aflevering. 'It's the men they employ that we are after.' Kleine vissen uit de dierenwinkel, die zijn voor Scotland Yard binnen bereik. Alle Londenaren runnen ze een sideline, economisch denken prevaleert. 'You must have been showing some funny sorta films.'

woensdag 7 augustus 2019

Way Out West

'The best entertainment that money can buy.' De bestseller-onderzoeker Clive Bloom stelt dat van alle publiekssuccessen uit het verleden, het vooral de pastiches zijn die blijven bestaan. Privé-obsessies worden meestal meteen vergeten. Laurel & Hardy lijken ferm in de eerste categorie te passen. Ik kijk ze ten slotte nu nog. De 'serio-comic entertainers' trekken hier naar de wereld van de saloons in corrupte staat, sexy cowgirls en goldmines. De express domme en de echt domme hebben voor de gelegenheid van rol gewisseld. ('So you got wise huh?) De Amerikaanse western-setting biedt gelegenheid tot jodelen en wat raunchy (op de) hakwerk. ('Commence to dancin!') Voor een film van slechts een schamel uur duurt het wat (te) lang voor ze op stoom zijn, maar wanneer dat gebeurt, gebeurt het ook bruut. Beide kompanen hebben uitstekende ledemaat-problemen, een vorm van sur-corpo-realisme, zou ik wil zeggen, wellicht een synoniem voor slapstick op zich. De Dunne zuigt spectaculaire toestanden uit zijn duim en de Dikke maar tevergeefs proberen. 'Eat it!' Wat mij betreft had de rol van de dames wel wat groter geweest. De potentie van een femme fatale versus onschuldig engeltje blijft nagenoeg onbenut. Misschien wachten ze daarmee tot het vervolg. Want dat is een ander kenmerk van een bestseller. Pers het uit, zolang het kan. 'You mind if I have another idea?'

Battleship Potemkin

'Moeten wij de laatste(n) zijn?' Schandalig genoeg nog nooit gezien, deze grootste der revolutionaire propfilms. Dialectisch kan dat maar aan één iemand liggen, maar ik verkies toch beschuldigend te wijzen naar NY Times 1000, waar Eisensteins beroemdste film geen deel van uitmaakt. Stelletje koelakken! De hegeliaanse teksten klapperen de kijker hier om de oren. De boze matrozen beginnen al snel rap(pe) speeches te houden, papieren in de hand. Ze willen beter eten. Eisenstein 'cut' het allemaal op moderne marssnelheid. Dat juist zijn stijl in het hyperkapitalistische Hollywood de norm is geworden bevat wel een zekere ironie. Terwijl de zeelui hun borscht weigeren, plaatst Eisenstein hen als gespierde en gestaalde kaders tegen miezerige bebrilde bovenbaasjes. Ook de priester krijgt er heerlijk van langs ('Smeer hem, tovenaar!'). Op de kade gaan de hoofddoeken af. Ongeveer halverwege begint de massapsychologie voor simpele zielen, ondanks de vele majestueuze shots (excusez le mot) wat vermoeiend te worden, om niet te zeggen dat de Totale Murwbeuking dreigt. Alles vloeit, er is zelfs een bootjesmassa. Maar dan wappert daar een waarlijk rood vaandel en vindt het kinderoffer op de trappen van Odessa plaats. De Squarepusher van de cinema wist wat hij deed. Het is onmogelijk niet te glimlachen bij zo'n vuist in de lucht-einde. 'Broeders!'

dinsdag 6 augustus 2019

M. Butterfly

'It's very beautiful.' 'Well yes, to a Westerner.' Eentje voor een scriptie over adaptieve netwerken, al raakte ik zelf niet echt geïnspireerd. Ondanks alle postkolonialiteit blijft het scenario (naar een toneelstuk) koppig vasthouden aan het Witte Westerse Man-perspectief. Het grote verschil: hij krijgt ervan langs. Puccini's libretto speelt nu in het Peking van 1964. Daar heerst zelfvertrouwen, en ligt men niet meer slaafs aan de voeten van de Westerling. Of toch wel? Diplomaat Jeremy Irons raakt in de ban van een opera-zangeres, die hem lesjes modern denken leert, met een Oosterse twist. Haar lichaam krijgt hij niet te zien, haar hypnotiserende, diepe stem hoort hij des te vaker. 'There is a mystery you must clarify for me.' Langzaam begint alles derridaesk verdubbelen, niet enkel de opera-fictie en de echo's ervan in het 'realistische' verhaal, ook de mensen en hun politieke en gegenderde rollen. Het deed me denken aan Year of Living Dangerously. Ik peinsde of het niet gewoon allemaal koloniale cliches 2.0 zijn. Het Verre Land helpt de Westerling voorbij diens binaire brein. De onderdanigheidsfantasie leidt naar een logische, irrationele twist. Tussen de Parijse power structures voltrekt zich een melodrama. Operawaardig. 'I have a vision of the Orient.' 

The Castle of Cagliostro

'Ze behandelen me als vuil.' Puur natuurtalent, die Miyazaki. Veertig jaar geleden debuteerde hij met een film, die hij zonder veel moeite vandáág nog als nieuw werk zou kunnen presenteren. In het oude schittert al het nieuwe. Zoals Europeanen door Japanse rituelen worden gefascineerd, geldt het omgekeerde voor Miyazaki. Hier begint hij in Monaco, om vervolgens 'af te zakken' naar 'het kleinste landje van de Verenigde Naties', een fictief hertogdom met trekken van San Marino en Liechtenstein. De smooth en funky Planete Sauvage-achtige soundtrack begeleidt – eigenlijk nog het meest seventies – twee Japanse gangsters die een toertje Europa doen. Miyazaki toont ze in Robbie Mullers 'tegenlicht', voor het melancholische begin, en trapt vervolgens het gaspedaal in. Meer dan zijn latere films is The Castle of Cagliostro een echte 'comic', een Mario Kart vol Robbedoes-trucs. Dat maakt het verhaal wat licht(er) verteerbaar, maar de fans spotten alvast de magie van overwoekerde kastelen. Op zulke plekken emuleert Miyazaki de Westerse traditie. Het stuntwerk van de ingevlogen Japanners onthult een 'kapitalisties komplot' van machiavellistische proporties. De goeiige hond zal niet voor niets Karl heten! Aan het eind zakt een 'sole tower' ineen. Miyazaki had de klok horen luiden, en vertrok voor zijn reis. 'Wil je zeggen dat Interpol niet te vertrouwen valt?'

maandag 5 augustus 2019

Invincible

'We are entertainers.' Once upon a time in Polen (en Berlijn) maakte Werner Herzog, samen met Tim Roth en Hans Zimmer een grootste gebaren-film. Het is tevens zijn mafste, en dat zegt wat. Alsof de producenten hem vertelden: doe jij eens The Pianist, en Werner vervolgens in een stoned middagje een scriptje in elkaar flanste. Het eerste half uur lijkt meer een inside joke, zonder de kijker op de hoogte te stellen. Het acteerwerk is amateurs onwaardig, en (de) Polen postmodern nep. Zou het allemaal de bedoeling zijn, overwoog ik, bewust ongemakkelijk in plaats van bizar slecht? Ik hoopte op een Lina Wertmuller-achtige fabula-destructie. De tragiek van de joden wordt hier gesymboliseerd door een 'strongman'. ('We need a thousand Samsons'.) Wanneer deze jongeling in showbiztown Berlijn belandt rookt zijn manager de grootste sigaar (uit eigen doos). De gespierde buba wordt 'te werk gesteld' in het Palast des Okkulten, wat Herzog de kans geeft op Dr. Mabuse te alluderen. (Voila, daar is de politie-chef al.) Het is de beste fase van het verhaal, onder Freaks klopt Herzogs stijl altijd, en hij vindt ook nog wat kriebelende beestjes. Mieren verschijnen in dromen, kwallen in het aquarium, van handjeslezer Roth. 'I am the prophet of his coming.' Daarna sijpelt alle zin en onzin weg, en rest slechts bespottelijk extatische sentimentaliteit. 'You do read, don't you?'

Samurai Rebellion

'Vader is vader. Ik ben mezelf.' Een typisch Oosterse samoerai-les uit Gijsens Deirdre-trilogie luidt: je vecht nimmer tegen een tegenstander, eigenlijk bestaat de tegenstander niet eens, die vormt slechts een stroman. Je vecht ten alle tijde tegen jezelf. En zodra je dat gevecht aan durft aan te gaan, kan en zál je (in elk geval moreel!) overwinnen. In deze cognitief ijzersterke samoerai-film slaat een pa des paleizes aan het begin een stroman door midden. Jarenlang heeft hij dit leven van rituelen geleid, zonder zin, zonder liefde. Nu mag zijn zoon het overnemen, maar het is vooral pa die daarvan geniet. Al snel dient zich namelijk de crux aan, de levensparadox waardoor de status quo wordt verstoord. Een ongewilde bruidsschat leidt tot gewenste filosofische Verlichting. Trommeltjes en stokslagen van Takemitsu begeleiden de daaropvolgende onderhandelingen. Discussie met de mede-clanleden, met de vrouw in kwestie, en de voormalige paleisheerseres. Die laatste uit de instant klassieke tekstregel: 'Three men gather in a room, and still have no idea what's going on.' Maar zij zit ernaast. Haar mannen weigeren nu vaker dan een wild paard. Dan rest hen enkel nog het laatste ritueel. De interne strijd waar de hele film elegant en sereen naar toewerkt. Ik neuriede zachtjes: must be the reason why I'm king of my castle, must be the reason why I'm freeing my trapped soul. 'Het was als een gebed.' 

zondag 4 augustus 2019

Honeysuckle Rose

'It must be strange being everybody's hero.' De eerste Hollywood-film van Robby Müller leverde meteen een mooie anekdote op. Voor de eerste scene had de droomfabriek tal van vrachtwagens met apparatuur naar een weiland verscheept. Wat deed Robbie? Uiteraard, hij filmde gewoon in natuurlijk (tegen)licht. Rockist. Past natuurlijk wel bij de outlaw country van Willie Nelson. Jemig, die man leeft nog, ontdekte ik net. En toen bleek regisseur Schatzberg– van Puzzle of a Downfall Child – óók nog alive and kicking. Met Honeysuckle Rose probeert het duo Altman's Nashville te doen. Texville, eigenlijk, want Willie rijdt in een bus rondjes door zijn oliestaat. Hij weet niet beter dan 'on the road' te zijn. Dat maakt de muzikant ook zo'n lastige echtgenoot, vergeleken met een sporter. Muzikanten blijven gaan, hun hele leven. Local hero Willie krijgt er wat lokale beslommeringen voor terug. Het op halve toeren functionerende gezinsleven wordt waarachtig verbeeld. Veel booze, skinnydipping, dingen op lichamen schrijven. 'All growed up and haired over' . Ik mag het countryfilm-genre wel, al valt op hoe wit het allemaal is. Op politiek correct vlak lijkt de boel nog te worden gered door girl power, maar het eindigt in vrouwenvergeving. Gelukkig vindt Robbie nog meer schemeringen, al blijft het eindresultaat wél middle of the road. ''You make all your efforts for strangers.'

Eagle vs. Shark

'I used to be a bit of a nerd.' Odd boy meets odd girl story, waarin de makers stoner humor met indieschmindie-lievigheid combineren. Of gaan die dingen onvermijdelijk samen? De droge zelf-dialoog waarmee de film opent, komt rechtstreeks uit Me and You and Everyone We Know. De twee films schelen slechts een jaar, dus toeval kan niet worden uitgesloten. Honderd procent zeker is de invloed van Clerks, want Shark werkt in de Meaty Boy, het hamburger-restaurant waar ze een oogje op de klant Eagle heeft. Beiden delen een moeilijk pukkeltje, en een moeilijk leventje. Van het een komt de ander, of liever, de een komt tot de ander. 'Why? It's free cheese!' In vulvisch haaienpak belandt het meisje op zijn feestje, waar hij in fallische arend-uitdossing rondloopt. Tahiti 80-vibes klingelen all around. Later zingen M. Ward, Devendra Banhart en The Stone Roses. The Shins waren te duur zeker... Tussen alle aangename voorspelbaarheid zweemt nog wel een filosofische vraag. Hoe overwint de gepeste zichzelf? In de beste scene geeft het meisje het goede voorbeeld, dankzij (en via) een staaltje positief omdenken van naambriefjes. Mijn favoriete personage bevindt zich in de marge. Shark heeft een lijpe broer, die helemaal oké is met zijn loser-dom. Complimenten van de omgeving deden het hem, maakten hem heel. Daar zat geen film in, allicht. Hier redt de vrouw, gewoon, zoals altijd. 'I'll just make it, okay.'

zaterdag 3 augustus 2019

Edie

'How's your flexibility?' Films zoals Journal de France, wat zou ik ze graag laten zien in het Filmhuis Breda. Helaas, de ervaring leert dat er dan geen hond komt. Te subjectivistisch, te schurend, kortom, te anders. Tegenwoordig moet ik als programmeur akkoord gaan met meuk als Edie, en vervolgens ook nog merken dat de zaal uitverkoopt, én de mensen plezier hebben. Alle mensen? Neen, ondergetekende zat te tandenknarsen. Edie is een vol op de vettige lach en zoute traan gespeelde bejaardenfilm. Gniffelen en 'aww'-en om een oude vrouw die aan het eind van haar leven nog even op haar slippertjes richting Schotse Highlands trekt om een berg te beklimmen. De YOLO-boodschap gaat er weer in als roze koek. Het levert uiteraard mooie plaatjes op. Schotland lijkt via drones soms wel een animatie zo perfect. Dat is uiteraard ook het probleem. Ik zie aan alles het geld van het toeristenbureau af. Plot-inhoudelijk ergert me het onvermijdelijke 'trauma', de obligate niet-fysische of fysieke obstakels. Nee, geef mij maar de tragiek van de Iraanse film Taste of Cherry ook met een levensmoe hoofdpersonage, ook met een berg. Maar daar wordt ten minste gewoon vanaf gesprongen. Gelukkig, na afloop speelde een Tilburgse doedelzak-speler in uniform. Loeiharde drone noise. Speciaal voor mij, zogezegd... Zelden liep de zaal sneller leeg. 'I'm geriatric!'

Journal de France

'Baser sur l'écoute et le regarde' en 'toujours poussez par sa curiosité' reisde de Franse fotograaf en filmmaker Raymond Depardon een mensenleven lang de wereld rond. Nu hij op leeftijd raakt, neemt zijn geluidsvrouw Claudine Nougaret hem mee op een wat kortere trip. 'Photographer la Francer, c'est rouler, rouler.' De twee karren in een aftandse camion door de hexagon, terwijl hij zijn methode(s) uit de doeken doekt (veelal verscholen áchter het doek van zijn oude camera). Ter plaatse is Depardon vooral geïnteresseerd in de middenstand. De oude dorpjes met hun aftandse tabakszaken. Al snel wordt de docu zo een sympathieke Varda-achtige flaneerfilm, een soort Visages Villages, zonder irritante hipsters. Wat Journal de France echter vooral boven dat niveau (en het maaiveld der cinema) uitsteekt is het excuus dat de roadtrip oplevert om in Depardon's eerdere films te grasduinen. Claudine maakt er een indrukwekkende greatest hits van. Depardon was overal. Bij de Tsjechen en hun lente, in onafhankelijk CAR, en te Biafra. (Zelfs zonder de hongersnood zijn de beelden daar schokkend). Depardon heeft inmiddels geen zin meer om achter de actualiteit aan te rennen, maar hij mag trots zijn. 'O to be not anyone' zingt Patti. Bijna kalmerend dapper registreert Depardon. Hij is altijd bij de rebellen, met de afwijkenden, en voor de gekken. Hij wil ze zien. 'C'est beau, ça.'

vrijdag 2 augustus 2019

Dr. Mabuse, der Spieler

'Sie haben wieder Kokain im Leibe, Spoerri!' Een snuivende butler vormt maar een der vele excentrieke passages (en personages) in de wereld van Doctor Mabuse (gespeeld door de Wellesiaanse Rudolf Klein-Rogge) . Het is een gangsta's paradise waarvan Mabuse zelf als de Don acteert. Letterlijk, want elke dag brengt een nieuw outfit in het leven van de zwendelaar. Op een bepaalde manier houdt hij zich zelfs met online kaartspellen avant la lettre bezig. Fritz Lang maakte in 1922 uur een film van vijf uur naar een krantenfeuilleton. Bijna honderd jaar oud dus, en nog steeds vermakelijk ('Wie stellen Sie sich zum Expressionismus herr Doktor?.') Mabuse neemt het als slechterik op tegen de Berlijnse beau monde, op alle manieren die hij kent. 'Spiel ist spiel'. Van kaart-heists tot valsemunterij, maar bovenal, als een psychoanalyticus met Landy-achtige opvattingen, én daden. ('Je zal geen andere mensen meer ontvangen.') Pre-censuur en pre-Hitler kan alles, zelfs Uma's schelpenentree komt hier al langs. Zoals altijd bij een 'stomme' film slaat de mimiek-meligheid na een tijdje wel toe, en ga ik zelf de stemmetjes doen. Echt irritant blijken echter de marimba's op de soundtrack. Gelukkig draait (ook) Mabuse door. Dikkoppig en bologig. Als 'Rasta Rostelli' blaast hij duivelse rook in het gezicht van de politie-inspecteur. Hij maakt problemen om de problemen. 'Ihr Dasein ist vernichtet.' 

Living the Light – Robby Müller

Netwerken, netwerken, dat blijkt je licht laten schijnen over de landelijke kunstscene. (Uiteraard is het in neoliberaal Nederland allemaal vreselijk). Het excuus tot babbelen vormde de vertoning van een docu over een globetrotter. Robbie Müller wist wel dat hij het buiten ons land moest zoeken. In de documentaire komen zijn meesterwerken langs, en zoals de inleidende kunstenaar Šahin Šišić al vermoedde, je krijgt zin om ze nog eens te zien. Dat is het teken van een goede film. (Der Amerikanische Freund geldt onder cinematografen bijvoorbeeld als metafysisch meesterwerk.) De iets te meanderende docu maakt zelf een 'valse beweging' door via Robbie's amateurbeelden met zijn echte werk proberen te wedijveren. Uiteraard vond hij ook in zijn vrije tijd spiegelingen (in een tv!), maar na een tijd voelen alle Van Eyckiaanse selfies wat ijdel. Een stuk emotioneler zijn de familieportretjes. Dochter's verjaardag en Robbie's ouders schuifelend door een villawijk. Daar kunnen sappelende kunstenaars niet tegenop. Na afloop praatte Filmhuis Breda met de scene. (Zij tegen ons: 'Oh jullie zijn jonge filmmakers.') Een Harry Dean Stanton look-a-like maakt wél films. Wij tegen hem: Wat leuk, dan kan je bij ons een voorfilmpje draaien! Het blijkt Peter van Houten, met heel zijn oeuvre al op het IFFR en door het (buiten)land geweest. Oeps. 'Kijken, kijken, kijken.' 

donderdag 1 augustus 2019

L'Étrange Couleur des Larmes de Ton Corps

'Je cherche ma femme, elle est disparue.' Caleidoscopisch geweldssprookje van het duo Forzani/Cantet, visueel altijd interessant, inhoudelijk meestal minder. Deze aflevering lijkt gelukkig meer op het roodomrande Amer dan op het bloedbad Laissez Bronzer les Cadavres. Zo snel, nog zo'n geweldsexercitie had ik echt niet kunnen doorstaan. Hier vloeien de sappen weliswaar even overdadig, maar ook giallo-erotischer. Glas in lood, glas op lichaam. Een Deense Defoe-kerel speelt de hoofdrol, als echtgenoot van een verdwenen vrouw. Hun beider spookhuis bevat vele gaatjes, doorkijkjes naar zieke breinen van zieke inwoners. Als altijd is het freudiaanse geweld weer spannend en sensitief. Van de droom naar daad, zonder praktische bezwaren – voila, c'est cinema. Air-achtige clavecimbel muziek klingelt, terwijl de man zijn castratieangst ondergaat. De lichten gaan van rood op groen, en de achtbaanrit op locataire-locatie vertrekt. Bij momenten vond ik dit werk zelfs de beste van het duo. Zo zijn er zwart-wit scenes die met de beste (lees: raarste) momenten uit het derde seizoen Twin Peaks kunnen wedijveren. De volledig vrije deconstructie van een missing mafkees case duurt wel lang. Na een tijd was ik alle fallische messen beu. De vulvische wonden daarentegen, dat durven weinigen. 'Kunt u mijn snoepjes nemen?'

Sharky's Machine

'Welcome to the snake pit.' De sax speelt, de sex broeit, Burt Reynolds verlangt hier duidelijk naar de tijden dat cops nog Dirty Harries waren, en alle films op die 'fonky' toer gingen (met extra trommeltjes). Zo gezegd, zo gedaan, want Reynolds regisseert zichzelf. Voor de gelegenheid even met auteursbaard, of was dat toch zijn kompaan Smiley? Dat soort verwarring vormt de bedoeling, want een van de aardige thema's is in deze actiefilm blijkt hoe alle partijen on the streets op elkaar gaan lijken. Allemaal getekende mannen. De vraag 'who's on our side?' wordt steeds moeilijker te beantwoorden. 'Confusing times.' Een ander dapper idee vormt het gegeven dat er desondanks zo'n 45 minuten lang helemaal niks (nee, naadje) gebeurt. Eerste klas viespeuk Burt hangt 'on the job' de Peeping Tom uit. Met Bacharach slash Mauriat-muzak ter begeleiding kijkt hij naar de angstige mooie dames, 'from the great state of Mammary.' Zijn collega (black cop) heeft als Zen-Afro de pirsigiaanse teksten. 'We eat too much in this country.' Wanneer de geweldsknop omgaat, met een foute gouverneurskandidaat als schakel, begint de zaak af te bladderen. Ingevuld blijft van het schetsmatige niet meer over dan wat krassende wendingen. ('Just doodling.') Uiteindelijk geloofde praktische man Burt toch teveel in zichzelf en zijn macho-onderwerp. 'Anyway, that's all academic.'

woensdag 31 juli 2019

Night is Short, Walk On Girl

'I am the God of old book markets.' De Meester en Margarita is er niets bij. Nou ja, Boelgakov huldigt in elk geval een bejaardentempo vergeleken met deze surreële tienertrip. De Japanse animatie verhult nooit en te nimmer waar tieners werkelijk om geven. Alcohol! De hoeveelheid die er hier doorheen gaat maakt bijna dorstig, en geeft op zijn minst zin om de sofistendans te doen. Leipheden en wijsheden wisselen elkaar af, op de kroegentocht van een jong ding, die ('toevallig') achterna wordt gezeten door een nerd. De twee beleven avonturen grover dan Heinz (wiens film ik maar niet ga kijken), en de boel is consequent strak getekend in een uitgebeende stijl. (Net zo frontaal als de grappen.) Voor het momentje melancholie zorgt de inslag die liefde op het eerste gezicht heet. (De appel valt nooit ver van de boom.) Tegen die tijd heeft het stel het drinken verruilt voor de speurtocht naar een boek. Zo weet deze Alice in het Japanse wonderland zelfs de literatuurtheoreticus nog even aan te spreken. De boodschap over onvermijdelijk samen-leven, niet met twee, maar met de wereld, mag er ook zijn. En voor de verdwaasden besluit men met een trailer van zichzelf. Tegen die tijd, was ik wel toe aan een gekookte Coca-Cola. Helemaal doorgedraaid. Volgende week weer eens een Poolse tractorfilm. 'This is not the script written in my heart.'

Roma

'Alsof het leven een kunstwerk is.' Mensen worden opgelicht, maar ze lichten ook op zodra ze Rome binnenstappen. Dat is het heerlijke beeld dat Fellini hier geeft van zijn (thuis)stad. 'L'ho fatto!' Bijna twee uur lang raapt hij stadsscherven, als die van een oud nooit helemaal vergaan(d) mozaïek. We schieten door de tijden, van de hippies naar die van Hitler. Maar wanneer, en in welke wijk dan ook, altijd blijft Fellini's Rome een ADD-klucht, een spetterend cinemaparadijs. Alle ingrediënten worden in “La Grande Bellezza” teruggevonden. Religie en corruptie, warmte en chaos, moederskindjes en tonguitstekers. Aanvankelijk jakkert Fellini stevig op zijn brommertje voort, flitsscene na flitsscene. Voor dat tempo al te vermoeiend dreigt te worden, neemt hij gelukkig een tandje terug, in een paar te midden van alle chaos rustgevend, lange segmenten (ik tikte eerst heel toepasselijk 'sentimenten') Circus, kerk en bordeel komen dan tezamen. (Zie daar de grondverf van elke Fellini-film) Ieder apart, maar eigenlijk altijd tegelijk aanwezig. In Rome blijkt het elk weekend songfestival. De meta-crew – het zijn de seventies tenslotte – filmt het gebeuren achteloos. Soms blijft het volslagen onduidelijk wat in scene is gezet, en wat business as usual is, op het Romeinse straat-inferno. 'Als ze naar hun werk gaan kan het geen Rome zijn.'

dinsdag 30 juli 2019

A Cure for Wellness

'What is your overhead anyway?' Mooie filmrijm. Je kijkt twee films in twee dagen, en ze delen wat. Bijzonder? Uiteraard niet, de assayiaanse associatiemogelijkheden van de menselijke geest zijn eindeloos. Maar toch. Verbinski's A Cure For Wellness begint diep in de nacht, met een man op aandelenjacht. Gehekst, rusteloos, lijdend onder het moderne kapitalisme. 'There is a sickness inside us.' De wolven van wall street bijten zichzelf in de staart – hun margin call wordt nooit een wake-up call. Even later trekt een jong zakenmannetje naar unreal HD Zwitserland. Hij is naar een Kurort gestuurd om een (andere) doorgedraaide collega op te halen. Aldaar wordt alles rap duidelijk. In het verre sprookjesland runt een evil dokter zijn Shutter Island. De delusions of (in)sanity zullen losgaan, net als de giallo-lala muziek. Voeg daar nog een vleugje The Game bij (papa's suicide!), en je hebt een genretripje naar Freuds Unheim. Mijn soort genrefictie. De wel wat slome freakshow had van mij niet op epos-lengte gehoeven, maar Verbinski doet heel indie, heel aardig zijn best. Het gegruwel heeft aardig geslepen tandjes, plus de medische associaties van een dopinglab voor langlaufers. Pas richting einde begint het scenario de gebruikelijke, doodsaaie Hollywood-patronen te vertonen (waar The Game trouwens ook al last van had). Het zij zo. 'Believe me you're in good hands.'