donderdag 1 augustus 2013

The Last American Hero

Een 'sportfilm' zoals Downhill Racer en Junior Bonner. De film wéét dat er meer is dan winnen, en kan er eigenlijk ook niet echt blij van worden als dat wél gebeurt. Het hoofdpersonage (gespeeld door een jonge Jeff Bridges) 'heet' hier eveneens Junior, wat zo'n beetje per definitie inhoudt dat hij geacht wordt in de schaduw van pa te staan. Ook de 500-racetrack-sfeer heeft verdraaid veel weg van de rodeo uit Junior Bonner. Zelfde pakjes, zelfde All American-sfeer. Een stichtelijk praatje en het volkslied vooraf. Dat werk. De film lijkt aanvankelijk uit die andere andere tijd te komen, want Jeff, broer en pa verdienen hun geld met moonshine whiskey. Nooit geweten dat dat nog tot diep in de twintigste eeuw wat opleverde.... Pa (een smoezelige, Eddie Coyle-waardige rol van Art Lund) belandt voor de zoveelste keer in de bak, en Jeff Bridges zoekt een andere inkomstenbron. Racen dus. De karretjes konden me niet boeien, en (ironie!) van een roadmovie-sfeertje is geen sprake... Aardig is wel de opbloeiende relatie met een groupie, die aan de jonge debutant wat gunsten levert, en hem zo tot een projectje maakt. Ze heeft als een echte gold digster nog wel meer racers onder haar hoede trouwens. Ondertussen zingt Jim Croce “I Got A Name”, wat ik stiekem het hoogtepunt vond... Een Two Lane Blacktop is het zeker niet.

Geen opmerkingen: