zaterdag 30 juli 2011

F for Fake

Met een beetje hulp van Peter Bogdanovich maakte Orson Welles zijn laatste film, een vermakelijke van de hak op de springende "documentaire" over de kunst van het neppen. Welles zou Welles niet zijn als hij ook in een documentaire zichzelf niet pontificaal en pompeus (met cape, hoed en sigaren) op zou voeren. En ja dat is gewoon weer lachen. (Al begon ik hier op een vreemde manier een gelijkenis met Mart Smeets te zien!) F for Fake focust eerst op een of andere kunstvervalser, die klaarblijkelijk in de seventies heel beroemd was, maar typisch genoeg had ik nog nooit van de man gehoord. (Ik dacht dat Welles 'm misschien had verzonnen; wat niet zo is.) Maar dat zegt toch wat over 'hoaxes'. Uiteindelijk zijn dat soort stunts toch wel snel vergeten en blijft het echte werk 'bestaan'. Maar ook Welles verlaat dat kunstvervals-pad redelijk snel voor een vrije associatie in Guy Maddin-stijl, waarin hij het o.a. over een echte mythe als Howard Hughes kan hebben, en... over zichzelf! Ook Welles begon zijn carrière tenslotte met een mooie stunt. (Met Ufo's.) En dan volgt de meest atypische sequentie in Welles hele oeuvre, en daarom juist wel toepasselijk in zijn laatste film. We hebben er in het begin al wat flitsen van gezien, een vrouw wandelt over straat. Eigenlijk heel gewoontjes, maar ze is zo adembenemend mooi (lees dit met klemtonen op elke lettergreep uitgesproken in grote Mart Smeets-verbazing) dat.. je! er! stil! van! wordt. Alle mannen kijken bewonderend om naar dit heupwiegende schepsel En wie is deze vrouw? Oja Kodar, Welles' echtgenote. Lief.

Geen opmerkingen: