zaterdag 30 juli 2011

Mona Lisa

Als je een ode aan de film noir brengt en je weet mij niet te enthousiasmeren, wat zegt dat dan... Opmerkelijk hoeveel Mona Lisa op The Crying Game lijkt, een andere film van regisseur Neil Jordan. Misschien komt het doordat het hart van beide films gevormd wordt door een fragiel seksueel-rafelrand personage van Afrikaanse origine. In dit geval een upper-classs prostituée, die een nieuwe chauffeur krijgt. De chauffeur wordt gespeeld door Bob Hoskins, en hij is de enige reden dat de film de moeite waard is. De man doet zijn uiterste best als driftkikkertje, en Bill Haden merkte op Criterion op dat hij wérkelijk dacht dat Hoskins een van de straat geplukte crimineel was. Toen Hoskins vervolgens in Who Framed Roger Rabbit speelde (ook een film noir ode, en een betere!) dacht Haden: wow die man 'really turned his life around. Good for him') Geweldige anekdote, beter dan de hele film, die zich ondanks sleazy sexclubs volkomen sfeer- en spanningsloos volstrekt, met een hoop ongeloofwaardige, irritante bijrollen. Zelfs Michael Caine weet de film niet te redden. Misschien durfde Neil Jordan het toch te weinig expliciet te maken, of er zijn gewoon te weinig one-liners. Er is precies één geniaal momentje. De chauffeur Hoskins heeft eindelijk de prostituée met een verloren vriendin verenigd, en dan zegt zij heel dubbelzinnig; 'yes I really like her'. De kijker denkt, jee misschien spannende de prostituee toch samen met de maffia en wordt Hoskins genaaid. Dat laatste is het geval, maar, op een soort tragiromcom-wijze. En ook dat komt er weer niet al te soepel uit.

Geen opmerkingen: