maandag 11 juli 2011

Secret Honor

Hier merkte ik vooral hoe toegankelijk Frost/Nixon is gehouden. Ik weet niets van Nixon en toch was die film eenvoudig te volgen. Secret Honor gaat echt diep, vol namen van congresleden. Vooral de door Dick gehate joden komen langs, met name 'de smeerlap Kissinger die de Nobelprijs kreeg'. Bovendien voegt Secret Honor hier ook nog een uitgebreide fictieve laag aan toe, bijna Oliver Stone-achtige speculatie over hoe Watergate écht in elkaar zat. (Iets met heroïne, dure denktanks, Bonesmen-achtige sektes, de Club van 100, enzovoort.) Nu vergeet ik te vertellen dat Secret Honor een film is met precies één rol en één monoloog. Philip Baker Hall speelt, onder regie van Altman, de voormalige president, die nu al schreeuwend en zuipend in een negentig minuten lange monoloog zichzelf probeert te verklaren en te begrijpen. Om de vier woorden volgt een scheldwoord (dat wordt steeds grappiger) en af en toe raakt hij overmand door emoties, die ook de kijker soms bevangen. (Nixon denkt aan de Kennedies en zijn eigen broers en zijn moeizame Quaker-jeugd.) Kortom, een lach (want het is ook nog eens erg grappig) en een traan. Lijkt zo dus een prima film, maar al die complimenten gelden vooral de eerste helft. Gedurende de tweede helft wordt het plots wat vermoeiend en raakte ik, je voelde het aankomen, wat afgestompt door alle namen.

Geen opmerkingen: