maandag 25 juli 2011

Bob le Flambeur

Hoe heette die film nou waar Gabin zijn comeback maakte als verlepte film noir-held. Touchez Pas au Grisby! Deze heeft daar veel van weg, inclusief een ijzersterk eerste uur en een minder tweede. (Alleen Rififi draaide dat om, klaarblijkelijk in die Franse gangsterfilms.) Bob Le Flambeur is geen kok die pannen in de hens zet, maar een gokker, voormalig bankovervaller die al twintig jaar op het rechte pad is. Hij is de nachtburgemeester van Montmartre, hobhelend van louche establishment naar restaurantje, af en toe krijgt hij zelfs een lift van een agent. Maar zijn geld begint op te raken, zijn geluk is ondanks het dubbelkopse muntje dat hij steeds opgooit verdwenen. Tijd voor een nieuwe heist dus. Als gebruikelijk in dit soort films zien we de voorbereiding zéér uitgebreid, en in dit geval logisch want de heist loopt to-taal anders. Ik dacht dat de film op weg ging naar een hilarisch, zelfs vrolijk einde, maar Melville vond een shoot-out toch noodzakelijk. Ergens jammer. Maar het ging dan ook om dat eerste uur, waarin Bob zijn jongere maat wat lessen leert en een nog jonger hoertje oppikt. (Ik wilde een ode beginnen aan haar sensuele schoonheid, en die heeft ze, maar achteraf blijkt het kind vijftien...) Typisch genoeg had Melville haar dan ook letterlijk van straat geplukt. Mooist van alles aan deze film zijn trouwens een paar shots vanuit Bob's appartement, met op de achtergrond een of andere kathedraal. Stijlvolle film.

Geen opmerkingen: