vrijdag 15 juli 2011

Un Homme qui Crie

En we zetten een vlaggetje in Tsjaad, god mag weten waar dat ligt. Nou ja Afrika, ok. Maar ik zou het niet aan kunnen wijzen. Un Homme Qui Crie is geen Waiting for Happiness, op een paar momenten na dan. Dit is arthouse wereldwinkel-territoria. Met name het plotverloop is voorspelbaar, en het gebruikelijke Grote Lijden en o wat is Afrika zielig. Daarom is het eerste half uurtje, als de situatie van de hoofdpersonages nog normaal is, verreweg het leukst. Een vader (consequent champ genoemd, want ooit Afrikaans kampioen zwemmen) en zoon dollen in het zwembad. Ze zijn pool attendant in het vrij luxe oord, waar verdwaalde Westerse toeristen en VN soldaten zich ontspannen. Er gebeurt bijna niets, en dus is het eigenlijk niet vreemd dat de Chineze bazin (de Chinezen gaan de wereld runnen, een mooi detail) de oudere pa degradeert naar 'gatekeeper'. (Een hondenbaantje in de hitte.) Zijn hele waardigheid is afgenomen, maar in elk geval is ie (nog) niet ontslagen, zoals zijn vriend de kok. Dit heeft allemaal iets treurigs en het heeft haast iets van de problematiek van de westerse middenklasse. Wel mooi. Maar daarna kruipt de gebruikelijke Afrikaanse problematiek het verhaal in met rebellen, legers etc. Allemaal redelijk mooi gefilmd, maar ik vond het mooist toch die vader-zoon relatie uit het begin, als zoon al weet dat hij het baantje van pa mag gaan overnemen, maar niks durft te zeggen, terwijl ze het zwembad opruimen na een dagje werken.

Geen opmerkingen: