dinsdag 19 juli 2011

Il Ladro di Bambini

Als iemand me alleen het schrijnende begin en het melancholische, open, misschien wel al even hopeloze einde had laten zien had ik gedacht: dit moet een geweldige film zijn. Maar dat valt lichtjes tegen. Het middengedeelte (of eigenlijk gewoon 75% van de film) is nogal Nuovo Cinema Paradiso, wat al te zoetsappig. Jammer, want het begin is van Iraanse arthouse-allure. (Panahi, zeg maar.) Al draait deze film om een onderwerp dat in Iran nooit ter sprake zou kunnen komen. Een moeder prostitueert haar elfjarige (!) dochter, iets wat we in de openingsscène zien. De politie grijpt in, en het meisje en haar broertje moeten onder begeleiding van een piepjonge carabinieri naar een weeshuis. Er volgt een reis dwars door Italië. O.a. naar het zuiden, waar de armoede Albanees aandoet. (Ook door de personages zelf gesignaleerd) Die gedachte aan Albanië komt echter ook door de acteur die de carabinieri speelt, een jongen met grote, hondszielige ogen, die ook al in Lamerica meedeed. (Zelfde regisseur, dat helpt vast ook.) Enrico Lo Verso doet het goed, het zijn de kinderen (amateurs ongetwijfeld) die af en toe wat al te enthousiast worden. (Zowel in hun negatieve als positieve emoties.) Gaandeweg de film (na aanvankelijke nukkigheid) sluiten ze natuurlijk vriendschap met hun begeleider, eigenlijk worden zowel het broertje als het zusje verliefd op hem. Lief natuurlijk, en je gunt ze wat plezier, maar voor de film had het wat meer bij suggestie moeten blijven. Maar goed, dat is misschien gewoon die melodramatische Italiaanse inborst.

Geen opmerkingen: