maandag 23 augustus 2010

The Game

Iedereen die mijn filmvoorkeuren een beetje ken weet haast wat ik hier ga roepen en wat ik erop ga aanmerken. The Game, met morbide spelletjes en dolende totaal clueloze mannen in louche donkerbruine wijken waar merkwaardige vrouwen op hen wachten, dat is toch een soort Eyes Wide Shut meets After Hours! Het probleem is dat The Game de seksualiteit van eerstgenoemde verruilt voor het voor het grote publiek makkelijkere geweld en zodoende de duister sprookjes-achtige liefheid en de betrekkelijke gevaarloosheid van After Hours mist. En daardoor stelde deze film van Fincher me na het fijne eerste half uur toch wat teleur. Ik bedoel, de dubbele twist aan het einde is geinig, doch nauwelijks verrassend, maar vooral, hoe kan de miljonair zijn broer ooit vergeven, als ie met machinegeweren is beschoten en op een ongelofelijke manier is gecond! Michael Douglas doet het op zich aardig als de miljonair die zich uitlevert aan een merkwaardig real-life game bedrijf, dat begint met het droppen van een clown op de oprit van zijn Batman Mansion. Douglas denkt meteen aan zijn vader, die zelfmoord pleegde door van het dak te springen, iets wat we in fraaie Nosferatu-achtige expressionistische flashbacks zien. Het begin van het spel (en de film) is dus nog zeer boeiend, let op de leuke bijrol van James Rebhorn als spelinleider. Het gaat mis zodra we niet eens een glimpje van de onderbroekloze Deborah Unger krijgen te zien. Geintje. Zij is de femme fatale op wie de miljonair verliefd moet worden.

Geen opmerkingen: