donderdag 19 augustus 2010

Too Late Blues

Zou wel eens een enorm (fijn) buitenbeentje in het oeuvre van Cassavetes kunnen zijn. Hoewel zijn zwartgalligheid en bandeloosheid echt nog wel ruimschoots aanwezig zijn, heeft Too Late Blues iets glads, als een echte Hollywood-film. Met Griekse en Italiaanse kasteleinen, drankwedstrijden en grappen van Rio Bravo-niveau. Misschien dat de film wel iets teveel tijd in die cafés besteedt, want het begin doet nog een magnifieke jazz-muziekfilm verwachten. Een bandje speelt in een weeshuis/doveninstituut, in elk geval voor een publiek van rascals, waarvan er eentje met de saxofoon vandoor gaat. Tot hilariteit van de overige bandleden. Die dromen van een grote doorbraak, maar als die kans zich aandoet ontpopt de pianist en bandleider, die altijd al op een jonge arrogante Louis van Gaal leek, als eikel die voor eigen succes gaat. Hij komt van een koude kermis thuis, ook door toedoen van zijn 'agent' van dubieus allooi, de beste rol in de film van een Sheen-achtig intense Everett Chambers, die eigenlijk producer was en verder nooit (meer) acteerde. Vanzelfsprekend speelt ook nog een meisje een rol, de lieftallige Stella Stevens (net Molly Ringwald) mag meezingen, maar haar woordloze bijdrage doet de band naar Morricone op een slechte dag-muzak afglijden.

Geen opmerkingen: