maandag 30 augustus 2021

Sátántangó

'Laat me het uitleggen.' Twin Peaks op 66 keer de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid Ritalin. Komedie en doom, begeleid door lullige en spookachtige synthesizers. Een toegankelijke Béla Tarr dus, ik was toch even verbijsterd. Zeker de eerste van zeven uren zijn werkelijk heerlijk. Een verlept boerendorp gaat gebukt onder zichzelf. Allen dreigen te ontsporen, of zijn dat al. 'Aan het eind worden we gek.' Is er een moord gepleegd? Waarom loopt men met al dat geld te leuren? Ik dacht aan The Simple Plan van Raimi en de poëtische zwarte humor van Kaurismäki. Waar de laatste zijn punt echter in zeventig minuten weet te maken, moet Tarr de Verschrikkelijk natuurlijk toch weer uren schuren. Als de fraaie filosofische speech van een agent voorbij is, begint de afdaling richting eindeloosheid. Bewusteloosheidsverlangen. 'Hallo, hallo, ha.' Dertig minuten zuchten en steunen van de dikzak. Veertig minuten manisch dansen op de titeltrack (een soort Stuurbaard Bakkebaard). Grappen met aanloop van een uur. Wij zijn als de kat die gemold wordt. Weerloos tegenover het hogere, de filosoof-koning Irimiás. Goddank voert men hier – in tegenstelling tot The Turin Horse – steevast wel het woord. En volgt er een transfiguratieve exodus. Een Tarkovsky-moment van transcendentie. Van de eeuwige regen in de drop van de pruimendrank. 'Heb je nooit mist gezien, of zo?'

Geen opmerkingen: