dinsdag 31 augustus 2021
Ingeborg Holm
'Het wordt tijd om naar huis te gaan.'
Sterk spul weer van Victor Sjöström. Misschien wel de beste stomme
filmregisseur. Hij volgt hier een vrolijk Zweeds gezin dat een
kruidenierswinkeltje begint. Van alle kapitalistische dromen toch wel
de mooiste, en de kneuterigste. Alles draait om de centjes van de
kleine luyden. Lang kan dat niet goed gaan, natuurlijk. Vader belandt
als een grote Lenin in bed. Een subtiel en achteloos verscheiden –
en de film is nog geen tien minuten oud. Een hele roman van James
Agee opgeroepen. Als echte Zweden krijgt het kapitalisme er daarna
flink van langs. De hardvochtigheid van het machtige geld draait
mensen finaal door. Schuldeisers en de pauperpolitie eisen een
tranendal dat tot de bodem moet worden afgedaald. Moeder de Vrouw
Ingeborg draagt haar kruis zo ver als ze kan. Het sentiment neemt met
ieder afgenomen kind toe. Had gemakkelijk een draak van een film
kunnen opleveren, maar niets van dat bij Sjöström. Hij toont de
ellende in een gecondenseerd naturalisme. Bijna geen dialogen op het
scherm, enkel de bewegingen zijn genoeg om de nood mee te voelen. Pas
richting het end valt Ingeborg wat al te vaak in katzwijm en gaan de incassoregisters volledig open. Overspoeld door de emoties van Fisherman's
Friends. De verbittering. De stilte. Ik durfde nauwelijks nog ademen.
'Ze mag haar kind zien.'
Labels:
films uit de jaren 1910,
Victor Sjöström
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten