maandag 7 juni 2021

About Endlessness

'De tijd verstrijkt, en ik heb niks bereikt.' In goed getimede corona-tijden mogen we samen met Roy Andersson in zijn prentenboek vol depri vignetten kijken. De man die als geen ander humor door de wrangel kan halen, tot er haast niks om te lachen overblijft. 'Dan ben ik liever een tomaat.' Hij kan het nog altijd, maar wat hij kan, dat kenden we al uit andere tijden. Zo wordt het een rondje om de protestantse kerk, met nazi's als toetje. Een grijsgedraaide collectie b-kantjes eigenlijk. Hij opent nog met koorgezang dat zowaar melodramatische knipogen lijkt te voorspellen. Een soort Douglas Sirk misschien? Natuurlijk niet! Het surrealisme verdwijnt snel voor aardse 'sets'. Geniaal gescout, gedecoreerd en nabewerkt. Alle (dansende) poppetjes beleven de zinloosheid van Alles op bergmaniaanse wijze. Zeker de atheïstische dominee komt recht uit diens doodlopende zelfmoord-straatje. Godverdomse dagen op deze godverdomse bol. De tweede helft is leuker. De kijker raakt toch weer bevangen. Gedoe met een baby, een supermarkt-scene (in alle betekenissen van dat woord) en oude zeikerds in een bus. Als hij durft moet Andersson het materiaal eens elders gaan zoeken. Een film die ik graag gemaakt zou zien: De Kellner en de Levenden. Hij zou het kunnen. En de titel kende hij al. Half. 'Hij kan toch ook thuis verdrietig zijn. Waarom moet dat hier?'

Geen opmerkingen: