woensdag 23 juni 2021

Corpus Christi

'Geen enkel seminarie accepteert veroordeelden zoals jij.' De Poolse Le Fils, dacht ik meteen. Jongens in een 'zaagatelier', gevangen in de wraakexercities van delinquenten onder elkaar. Een van hen zingt zacht over Godsliefde, maar weet niet hoe snel hij 'm moet peren als de Wreker verschijnt. Dan begint de film echt, en blijft het in zekere zin Le Fils. De Jongen is de zoon van God. Hij lijdt met zijn hologig gabberhoofd, wordt zelfs voor priester aangezien. Alles wat hij wilde zijn. Een prachtige identiteitsverwisseling, heel vroom natuurlijk. (Jezus is in ons allen, zeg maar, in elk geval in orthodox Polen). Toch gaat het bij de verwarring ook mis. Het klopt allemaal te precies. De voorzanger komt ogenblikkelijk het mooiste meisje tegen, en je weet wat 'r gaat gebeuren. Als 'zijn' parochie dan ook nog met een collectief trauma worstelt, wordt het helemaal een Claudel-roman. Die extra lijn van gezamenlijke schuld, maakt het verschil tussen arthouse en (melo)drama. Weg subtiliteiten. Gelukkig kan ik in films drama beter hebben dan in boeken, en het gewaad van priester zit de jongen als gegoten. Dat is dan weer Bourdieusk. De kleren maken de man, je prise de position heeft invloed op hoe je bekeken wordt, en hoe jij zelf kijkt. Het habijt helpt, maar verandert je. Doet je Zijn. Een conservatieve feel good film met een klote-einde. 'Many people, few believers'.

Geen opmerkingen: