zaterdag 11 augustus 2012

A Better Tomorrow

Ik keek de drie grote Hong Kongse hits van John Woo in omgekeerde volgorde, en als het oordeel-patroon zich in diezelfde omgekeerde volgorde had doorgezet was dit eerste succes ook de beste. Helaas. The Killer blijft favoriet, als je daar al van kan spreken bij Woo, want uiteindelijk heb ik niet zoveel met de man. Zijn humor is flauw zonder absurd te worden, al moet gezegd dat er deze keer wel een man lachwekkend tegen deur loopt. Maar ook qua stijl zijn de latere Woos wat donkerder. Mijn filmbijbeltje signaleert al in deze film religieuze symboliek, maar zolang de personages geen glas in lood-verlichte kerken bezoeken merk ik dat tussen de knalpartijen toch niet zo op. Maar goed, misschien dat er daarom een heilige drie-eenheid aan hoofdpersonages is, wat mij er één teveel leek. Twee broers doen een Infernal Affairs avant la lettre (klaarblijkelijk typisch Hong Kong thematiek) de ene is de crimineel de ander de cop, en wie is de ander nou de baas. (Ik bedenk me dat 'vergeving' ook een grote rol speelt, hmm). Maar als de derde personage, laten we dat dan toch maar de martelaar noemen is Chow Yoon Fat wel weer stoer. Hij heeft de beste knalscene (net als bij Kitano wordt er gebruik gemaakt van flora-decoratie) en als even later zijn benen onder hem uit worden geschoten, blijft hij als de Aziatische Rambo (of Robocop) gewoon doorschieten.

Bijna zeven jaar later keek ik hem per ongeluk nog een keer! Zonder het te merken. Oei...

'Business or bullshit?' Een beetje van beiden, in deze (alleen) binair briljante film. Leip en cool! Hier vooral mannen in lange regenjassen, met tandenstokers in de mondhoek die melige avonturen beleven. Het plot heeft de onnozelheid van een Bondfilm, maar bij tijd en wijle ook de pijn van Scorsese. (Die voor The Departed bij deze stylo ging lenen.) Aziaten zijn verkikkerd op inside cops, geen idee hoe dat te duiden. (Alhoewel, nul vertrouwen in de staat en haar machten). Een laatste oppositie nog om het af te maken dan... A Better Tomorrow brengt de kijker naar een schlager-bloedbad. Er wordt sentimenteel harmonica gespeeld, terwijl de kogels om onze helden heen inslaan. Woo laat zijn mannetjes flaneren op een superstoere synth-soundtrack – die ik stiekem liever op LP zou luisteren dan dat ik de film zie. Dan zou ik wel de visuele vondsten missen, en de vrouwonvriendelijke humor die stiekem toch best grappig is. 'Verkeerde nummer.' Bij sommige achtervolgingen stelde ik mee een blooper-bonus-versie op dvd voor, waardoor de film definitief (door hopeloos struikelende cameralui) in slapstick wordt omgetoverd. Met broederliefde houden de helden elkaar, zo lang het gaat op de been. Tot ook zij economisch uitgebeend zijn, geen vet op het bot meer hebben, behalve de vette Chow Yun-fat. 'Wat ik verloren heb, zal ik terugnemen.'

Geen opmerkingen: