woensdag 29 augustus 2012

La Dolce Vita

Echt zo'n film die zó bekend is dat je bijna het gevoel krijgt hem al gekeken te hebben. Er zullen wel fragmenten bij Zomergasten zijn langsgekomen, of hun sporen elders (Woody Allen!) hebben nagelaten. Het eerste uur zag ik de klassieker-status er nog niet aan af. Het leek me een soort Roman Holiday voor volwassenen. Journalist op stap met buitenlandse ster. En ik zou één Hepburn nog niet inruilen voor honderd van deze Ekbergs. Net toen ik me begon af te vragen of dit die film met 'de fontein' was, was het zover. De sequentie leidt prompt een spetterende niveaustijging in. Het begint met een harpje van Rota, een zwerfkatje, en dan dus de fontein. Meer melancholie dan erotiek, en het brengt de hoofdrol van Mastroianni tot leven, ook omdat Ekberg – eindelijk! – uit het verhaal vertrekt. Het tweede uur is magistraal. De journalist Mastroianni ontmoet voor het eerst in tijden zijn pa weer, die volkomen uit zijn habitat in Rome verkeert. Vader (een prachtfiguur) countert al die nieuwe indrukken eerst met mooie praatjes (onder andere in een vrolijke nachtclub) maar krijgt later de deksel op de neus. Je realiseert je dat ellende één streepje voorbij maximaal geluk ligt. Alsof geluk op zichzelf al een reden is om je alvast maar depri te gaan voelen. (Een stemming die Mastroianni hier personifieert, en dan heb ik het nog niet eens over zijn tragische vriend Steiner, ook zeer belangrijk ná de fontein.) Het laatste uur van de opvallend ingewikkelde sixties-hit lijkt helaas weer wat meer op het eerste. Maar nu is de wanhoop in de decadentie wel voelbaar, al blijft het hart voor mij toch echt in het midden zitten. Bijvoorbeeld in het 'serveerster'-intermezzo.

Geen opmerkingen: