vrijdag 10 augustus 2012

House of Games

Toneelschrijver David Mamet mocht het na het pennen van Glengarry Glen Ross ook in de regiestoel gaan proberen. Hij debuteerde met het merkwaardige House of Games. Een uiterst gestileerde film, zowel op visueel vlak (werkt prima) als wat betreft de overdadig geconstrueerde dialogen - die zowaar minder zijn. De film wordt zo nooit écht, en misschien is dat ook wel de bedoeling. House of Games is een con-film – logisch met Mamets voorliefde voor politieke en financiele babbeltrucs in gedachten – maar waar films als Matchstick Men en Nueva Reinas verlekkerd (en zeer aanstekelijke) oplichtpraktijken laten zien, en de kijker er met open ogen intrapt, zijn de stunts hier moeizaam. Bij elk van de cons had zelfs deze naïeveling meteen het gevoel dat er iets niet klopte. Dat moet dus expres zijn. Misschien wil Mamet illustreren dat wie van een afstandje (dus zeg vanuit je stoel naar een film) de 'con' beziet het meteen doorheeft. Het kan ook met de andere moeizamere helft van dit tweekoppige verhaal te maken hebben. De film gaat namelijk over een drukbezet psychologe, schrijfster van zelfhulp-boekjes over obsessies (hint!). Zij wordt door Joe Mantegna bij diens 'confidence games' betrokken. Lindsay Crouse ziet er fenomenaal uit, als een combinatie van Tilda Swinton en David Bowie. Het zal aan mij liggen, maar ik hoopte nog een tijdje dat ze “halverwege” een man bleek. Dat zou typisch een frats zijn voor een komische con-film. Mamet heeft echter een heel andere wending in petto. Bruter, Freudiaanser, maar toch ook moeizamer. Let trouwens op de cameo van een piepjonge WH Macy als marinier. Met crew cut.

Geen opmerkingen: