woensdag 8 augustus 2012

Whisky

Je hebt in de Zuid-Amerikaanse cinema naast grauwe politieke verwerkingsfilms ook lieve knuffelige indie-pareltjes. Uruguay bracht ons in die laatste categorie al supermarkt-romance Gigante. Whisky is uit dezelfde stof geknipt, met als bonus dat de film zich afspeelt in een joodse familie. Grijze, saaie mannen die Grunberg of Koller heten, en die hun laatste restje uit maté gelurkte energie op de tribune van één van de 59 voetbalclubs van Montevideo kwijt kunnen. Je móet er wel van houden. Het eerste half uurtje van Whisky is tegelijk standaard-arthouse én uiterst effectief, vol kleine beeldgrapjes en glimlachjes. We maken kennis met een volslagen verlopen naai-ateliertje. De rolluiken moeten nodig gerepareerd worden, maar baas Koller doet dat liever zelf. Zo heeft hij ten minste nog wat te doen. Die paar sokken die hij en zijn drie werkneemsters voor supermarkt Grunberg maken zijn de moeite niet. Dag na dag zien we dezelfde repeterende handelingen. Het wachten is op de grote omwenteling. Is het misschien zijn oudste werkneemster? Bloeit hier liefde? Vanzelfsprekend komt de wending van buiten, met het bezoekje van een Braziliaanse broer. Koller heeft hem voorgespiegeld dat hij getrouwd is met zijn preutse werkneemster, tot tevredenheid van zijn charmante vlotte broer, die het zakelijk wél gemaakt heeft. Hij komt eigenlijk alleen maar voor het plaatsen van moeders grafsteen, maar wil natuurlijk toch langer blijven. De tweede helft van de film gaat het drietal op reis naar een winters leeg vakantie-oord. En dat is precies zo Coney Island-nostalgisch als je verwacht. Mooiste moment? Twee oude broers aan de air hockey.

Geen opmerkingen: