maandag 13 augustus 2012

Cutter's Way

Leuke noirige thriller, van het type 'ergens niet al te best maar toch bijzonder vermakelijk'. Doordat hoofdpersonage Cutter wat weg heeft van Nicholson (zo heeft hij het Terms of Endearment-achtig aan de stok met de buren) doet de film denken aan Blood and Wine, een andere houtje-touwtje crime-film in een rijke, zonnige setting. Cutter's Way heeft begin jaren '80 het gouden seventies-gevoel nog in de botten (de film zou eigenlijk ook 'cutter and bone' heten). Twee vrienden rommelen als bohemiens in een peperduur upstate Californisch yacht-dorpje. Het is de wereld van John Sayles, met een bijpassend literair gevoel; dit moet wel een favoriet van hem zijn. Cutter (John Heard) is een gefrustreerde gehandicapte veteraan, en drinker. Bone (Jeff Bridges) is een besnorde ladies man. En drinker. Hun charmante vriendin (Lisa Eichorn) doet ook al niet veel meer dan drinken. En van drank krijg je lamlendig slechte ideeën. Bone is getuige van een moord (of zag in elk geval íets) en wordt na politie-verhoor op Cutter losgelaten, die wel eens voor private eye wil gaan spelen. Het is jammer dat de film een sexy fatalige meid meent te moeten laten opdraven. Dit meisje is de zus van de vermoorde vrouw, en hangt er de rest van de film maar bij. Ze leidt maar af van de kibbelende discussies tussen de twee vrienden én hun weemoedige, depressieve en dan weer romantische verhouding met de gezamenlijke huisvriendin. De soundtrack van Jack Nitzsche is trouwens ook apart en arty, Mercury Reviaans.

Rewatch, per ongeluk. Jaar of twaalf later, volwassener, cynischer. Van 3.5 ster naar 4 sterren, derhalve. De tristesse van de kleine krabbelaar in het grote leven, die dan maar als een wappie naar de complottheorie grijpt. Heel OJ-Amerikaans in het einde. 'What if it were?'. Misschien had het tóch niet hoeven eindigen met een schot, maar met een klik? (Of is dat het kind, de romanticus in me, nog altijd.) Wat een heerlijke muziek van Jack Nitzsche trouwens.

Geen opmerkingen: