maandag 10 augustus 2020

Crimes of the Future

'His idioms are extremely obscure.' Het wordt tijd dat Cronenberg wat nieuws maakt. Ongeacht de kwaliteit zou het toch tof zijn in zeven decennia een films te hebben uitgebracht, van 1969 tot nu. Met Crimes of the Future enterde David de seventies. En hij deed dat, uiteraard, op vertrouwd terrein. Distopisch en sardonisch staren een stel doktoren ons aan. Of zijn het soms zelf patiënten? Fluïde van geslacht en gesteldheid dwalen zij door The House of Skin – eigenlijk een veel leukere titel. In het dermatologeninstituut lekt achterdocht en talg uit alle oren. Subtiel ranzig is extra ranzig. Bijna zonder effecten suggereert Cronenberg hier meer dan genoeg. Hij kent de medische encyclopedie en de DSM op zijn duimpje, en kan ze uit zijn duim zuigen als het moet (bijna letterlijk). Het hoofdpersonage hult zich in een lang zwart Nosferatu-gewaad op zijn zoektocht naar zijn (even) geflipte baas, van rare fetisj-behandeling naar erger. Geld was er uiteraard niet. Dus klinkt er slechts voice-over, dat verhindert meteen gedoe met boom mics. Misschien komt het wel dankzij de afwezigheid van stemmen, roomtone en melodie op de soundtrack dat de film biologeert. Pure vervreemding. Totdat de Neus alsnog een klaroenstoot doet klinken. Zelfs voor een kind legt de ziekste mens zijn haar nog goed. Naakt verloren. 'The house is undeniably in decline.'

Geen opmerkingen: