zondag 30 augustus 2020

Tarzan's Secret Treasure


'Movies? What's that?' 'Wait til you see.' Jazeker, my first Johnny Weismuller. Zijn 'sonny' Boy speelt grappig genoeg een grote(re) rol. Tarzan heeft Jane hier al, en dus het onvermijdelijk krullekopperige kind. Ze leven 'beyond all the trails known to white hunters', in hun eigen Beekse Bergen. De zowaar werkelijk sfeervolle openingsscène wisselt onderwat(er)rotiek en een speeltuin van dollende beesten af. Laten we er maar niet over nadenken hoe die knappe dierenstunts werden bereikt... Lang duurt het paradijsje niet, zoals de film toch al toepasselijk economisch wordt verteld, op het ongeduldige af zelfs. Als in een sprookje duikt zoonlief richting het Kwaad. 'Gold no good', zegt Johnny, maar het is te laat. Junior hengelt het wereldwijde web van het kapitalisme binnen. En met de hebberige buitenwereld worden alle stadia van ellende doorlopen. De onvermijdelijke progressie van de vooruitgang, grapt de dromerige neokoloniaal Barry Fitzgerald dronken. Op en top de imagologische Ier. Tarzan zelf blijkt weinig meer om het lijf te hebben dan flauw gestaalde Flintstones-humor, totdat hij heel even, haast per ongeluk, metafysische vibes aantikt. De witte mannen hebben fotocamera's bij, willen hem ook visueel vangen. Dat laat Tarzan echter absoluut niet gebeuren. 'No mechanical contrivance can compete with the voice of a living creature.'  

Geen opmerkingen: