vrijdag 7 augustus 2020

Ritual

'Regendagen zijn voor mijn vader en zuster.' Een potje mentale jiu-jitsu met Shiki-Jitsu. Twee dolende zielen vinden elkaar. Zij, het Eeuwige Kind van Freud, hij, het type David Foster Wallace-twijfelaar. Dat wordt dus een hermetisch-geconcentreerde nadenkfilm, de Antonioni-fabrieken hadden de hint voor het spel allang gegeven. De decors zijn sowieso fraai. Het blijft Japan, dus ook het OV wordt opgezocht. Hier staat de tram echter stil, zoals deze twee levens ook niet meer lopen. Met één been op de stoep, en de andere in de goot, altijd op die suïcidale trip. Op een vreemde manier blijkt de film voorspelbaar in onvoorspelbaarheid. Ik wist niet goed of ik dat nou als geniale afdwinging moest opvatten, of als een concretisering van het writer's block waaraan de man lijdt. Want ja, voorspelbaar blijft ook het meta-gehalte. Het meisje als oplossing voor zijn onvermogen tot kunst scheppen, nu hij teveel nadenkt en te weinig doet. Zij heeft van haar eigen slechte gedachten haar hele doen gemaakt. Dat werkt ook niet! Mij pakte de film pas tijdens het laatste half uur. Weg van de – weliswaar fraaie – Theorie (over regen en rails). Niet langer breedvoerig zelfingenomen. Er wordt eindelijk wat spanning ingeslagen en de plotarmen strekken zich uit naar de ander, voor een knuffel. Ingebeelde trauma's doen het meeste pijn. 'Ik kan je niet alleen laten.'

Geen opmerkingen: