woensdag 12 augustus 2020

Osaka Elegy


'Zonder uitzondering heeft iedereen tekortkomingen.' Gelukkig maar, want dan durf ik hier toe te geven dat de mythische Japanse regisseur Kenji Mizoguchi nog altijd te moeilijk voor me blijkt. Ook met zijn eerste 'grote film'. De man is hermetischer en dromeriger dan Ozu. Zijn Tokyo Stories gaan niet van seizoen naar seizoen maar verglijden heel fluïde. Tijd is altijd dezelfde tijd voor de tragische vrouw. Het begint al bij het begin. In Japan (of alleen bij Mizoguchi?) weet je als westerling nooit wat voor establishment het nou precies is. Een zakenman krijgt thee. Maar is er meer, zijn deze dames geisha's? Misschien hoeven zij niet eens tot banale handelingen over te gaan om zelf ten gronde te gaan. Daar gewoonweg zijn is genoeg om de toorn van de familie te wekken. Zoveel wordt in elk geval wel duidelijk. Het leven voor de arme is klote, maar voor de vrouw kloteriger. 'Ik ben helemaal alleen van jou afhankelijk.' Het middendeel overstijgt alle onduidelijkheid in een prachtig poppentheater. De kijkers en de poppen zitten in hetzelfde schuitje. Terug in het echte leven zweemt nog een tijdje een oude gender-les. Mannen die willen doen, maar kunnen hun gevoelens niet uiten, en er helemaal niet over communiceren. Dan gaan de neon lichtjes uit. 'Als hij nou gewoon had geluisterd, dan had ik het nooit gedaan.'

Geen opmerkingen: