donderdag 26 juli 2012

Edge of the City

Bijzondere film. Geen echt goeie, maar dan nog, zo vaak komt een Amerikaanse fifties-film niet in de buurt van die Engelse kitchen sink dramas. Ongemakkelijkheid op de werkvloer, krasjes thuis. In een Amerikaanse film speelt het racisme-aspect in die periode een dappere en belangrijke rol. Sidney Poitier is ijzersterk als onwaarschijnlijk joviale arbeider, die zijn vriendschap haast opdringt aan een blanke loser. Bij Poitier thuis lijkt men het blanke middenklasse leven te persifleren (inclusief sigaren). Het wringt allemaal heel boeiend. De film neemt zelfs in een moeite door het 'downdate'-aspect van de vrouw mee. Slimme vrouwen, die tóch moeten settlen als huisvrouwtje én met een fabrieksarbeider trouwen, omdat ze nu eenmaal uit de slums komen. Op de werkvloer heerst discriminatie, en krijgt de kijker langzaam door waarom Poitier zo graag een vriend wil. Cassavetes speelt de nieuw aangekomen loser, in vermoedelijk zijn beste rol búiten zijn eigen films. Hij is hartstikke onzeker met de dames, en krijgt van Poitier lesjes. 'Loop mee tot de deur, NU'. Ook de telefoongesprekjes van Cassavetes met de basisschooljuf die hij op aandringen van Poitier op het oog heeft zijn erg geslaagd. Eerste vijftig minuten zijn om door een ringetje te halen. Maar dan blijkt dit alsnog een typisch Amerikaanse film. Geen zwakke personages zonder giga-trauma's. (Ik had de hints daarvóór genegeerd, en hoopte dat Cassavetes een closet-gay speelde...) Maar dat zou teveel gevraagd zijn. Een vader-complex, bloed aan zijn handen, escapisme in zelfopofferend filmgeweld, dat is uiteindelijk toch waar Amerikanen altijd op uit denken te moeten komen.

Geen opmerkingen: