vrijdag 20 juli 2012

The Phenix City Story

De meeste docu-noirs noemen zich zo omdat ze opnamen op straat hebben gemaakt, de echte werkelijkheid als achtergrond. The Phenix City Story begint echter wérkelijk als een documentaire. Een reporter interviewt de mensje van het plaatsje Phenix City, waar het goksyndicaat te dienst uitmaakt. De ongemakkelijkheid van de geïnterviewden, en zelfs van de interviewer (die er trouwens met snor en varkenskop óók als een schurk uitziet) is heel vervreemdend. Ooit wisten Amerikanen dus niet hoe ze zich voor een camera moesten gedragen. Na een kwartiertje, dat een eeuwigheid lijkt te duren, begint de 'echte' film, en bewijst die docu-opening zijn waarde, als een uitgebreide versie van de openingstitel 'based upon a true story'. In eerste instantie lijkt er niet veel aan de hand, een casino-oordje, waar toeristen en soldaten geld wordt afgetroggeld, wat is eigenlijk het probleem? Maar het goksyndicaat sijpelt in alle geledingen door, niet in de laatste plaats de politiek; hun wil is wet. En wat eerst 'geld voor iedereen' lijkt te betekenen, wordt dan al snel, voorjekijkendoorlopen. Wie met het syndicaat fuckt belandt in de rivier. Of, op de oprijlaan, in de meest beruchte scene van de film – ook door Scorsese laten zien in zijn docu Personal Journey – vliegt een lijk door de lucht. En niet zomaar een lijk. Het leidt binnenshuis tot hysterie met een hoofdletter. En vreemd is dat niet. Blinde paniek, echt heel naar, en in de finale nog eens herhaald. Dan begint de film (niet geheel onverwacht) wel érg moralistisch en christelijk te worden. Want niet alleen heeft Phenix vele casino's, het stadje heeft ook tientallen kerken. De film ziet dat als het bewijs dat er ook góede mensen wonen, ik zeg 'altijd is Kortjakje ziek, midden in de week maar zondag niet'.

Geen opmerkingen: