woensdag 22 juli 2020

Dead of Night

'I think a man should always do the carving.' Het mooiste aan genrefictie is de subversieve potentie, de aanval die achter alle cliché-moves verborgen zit. Dead of Night (ook wel Deathdream) vormt een gouden voorbeeld. Een culthorrorfilm over een uit Vietnam teruggekeerde soldaat die zich als zombie ontpopt, dat wordt meer dan griezelen. De levende dode symboliseert het persoonlijke en het (zoveelste) nationale trauma van Amerika tegelijk. Hij rot weg waar ie bij staat, maar slijten ho maar. ('You can't die.') De film is woke from the start, want begint doodleuk met een poging tot het doorbreken van eet- en gendergrenzen. Waarom eten we überhaupt vlees? Een slecht nieuws gesprek-later en shit gaat los. De PTTS-zombie rockt een coltrui, mager als een AIDS-model (een ziekte die ongetwijfeld ook in genrefictie is geanalyseerd). Op zijn Stepford Wives zet onze Heino het kleine dorp op stelten. Thuis voltrekt zich een psychologisch gezinsdrama, oorlog verwoest vooral gezinnen. Een mensenlichaam en haar eerste collectieve incarnatie ontploffen. Met name de vaderrol heeft allure. Child is the father of the man, en pa de verwrongen maatschappij met zijn al te mannelijke eisen (verdronken in een fles). De body horror die je wist dat zou komen doet trouwens niet veel onder voor Cronenberg. Niks escapistische ontkenning, maar bloederige ontleding. 'They lied, they lied!'

Geen opmerkingen: