'I know things they don't know I know.' Verbijsterend oud geworden, die Marty. Ik bedoel, op zijn 57e geveld door een hartaanval, ik had het nu nog geloofd. Scorsese kan daardoor teruggrijpen op zichzelf, met shoobydoe-gangstatales. DeNiro speelt de Ier in kwestie, een trucker vertrokken in de wereld van mobsters. Zelf ook geen jonkie, loopt DeNiro door het verleden als een oude man, die al dan niet digitaal gladder is getrokken. (Ik moest aan Berlusconi denken.) Gangsters lullen hier eindeloos en Scorsese weet het. ('The old-timers spoke to the Old Man.') Ondanks dat matige saaiheid gevaarlijk op de loer ligt – gevaarlijker dan de film zelf wil worden – treft het scenario het kruiperige eergevoel van criminelen goed. 'You're making a point dressing like that?' De grootste blaaskaak is vakbondsman Hoffa (hysterisch gespeeld door Pacino). Zijn theorie over te laat komen, onderschrijf ik. Mijn theorie over te lange films, daar wil echter niemand zich aan houden. Le conseguenze dell'amore is twee keer zo goed, en dat twee keer zo kort. The Irishman kon na uren nog vele uren doorkabbelen. Zou ie daarvan beter worden? Neen. Slechter, ook niet, vreemd genoeg. Ergens in de Judas-finale, verandert de film in een zwart gat. Dat van de loop van een pistool, of toch het duistere geheugen van een oude baas? 'Usually three people can keep a secret only when two of them are dead.'
dinsdag 30 juni 2020
maandag 29 juni 2020
The Report
'I did not steal it, I relocated it.' Typerend matte, vaak matige onderzoeks- en opzoekfilm, vol met feiten en politici die de kijker ook zelf wel eens op Wikipedia na wil trekken. (Udull, Feinstein!) Adam Driver, een real life Army Man, duikt in de escheriaanse deep state, waar de CIA zich het nieuwe leger waant. Na 9/11 zette de dienst zich aan het martelen, volgens the Report op instigatie van twee psychologen! Die twee hadden nog wat meer screentime verdiend, want dat juist deze twee opportunisten werden omarmd, zegt ook wel wat. (Nog een wonder dat ze zich niet aan geiten waagden.) Van het acteerwerk in de marges moet de film het verder niet hebben, het gaat hier puur om het talent van Adam Driver, de droogkloot die zich bijzonder op gaat winden over de misstanden die hij tegenkomt. Hij ontdekt meer dan zelfs zijn (Democratische) bazen willen weten. De sealed off CIA bunker waar hij de mailtjes leest, vormt overigens een architectonisch hoogstandje, net als het A Beautiful Mind-behang dat Driver daar aanlegt. 'Muslims in Montana!?' ('It's beyond the scope of reason.') Tijdens een stoer moment kijkt Driver naar Zero Dark Thirty, een veel betere film, maar ook een met een CIA stamp of approval. The Report slaagt niet, maar durft in elk geval wel Obama-kritisch te zijn. 'It's just another stall tactic.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Scott Z. Burns
zondag 28 juni 2020
Joker
'They said I wasn't funny enough.' Diepgang in Batman-verse(s) zoeken, dat voelt toch een beetje als leven proberen te blazen in een pop. Ik zou Joker langs me heen hebben laten gaan, ware het niet dat Joaquin Phoenix meedoet. De grootste en gekste Hollywood-acteur van het moment, en inderdaad, hij swingt als een malle. Minder schmierend dan Heath Ledger, rockt Joker harder dan alle recente Batman-films. Wat dat betreft verbaast me de lage metascore wel. Op zijn minst is Joker bombastisch vakwerk in Scorsese's seventies-style. Vloeiend bladgoud te midden van Napolitaanse toestanden. Alles is kut in de wereld van loser Arthur Fleck. Zijn boogie in ragsland blijft ongezien. Hij droomt van de showbiz, waar presentator DeNiro als alfamannetje heerst. Het zijn de idolen dromen van de Niet-geziene. Zoals de Joker het later hegeliaans stelt: 'Nobody thinks what it's like to be the other guy.' Dit geldt bovenal voor hemzelf! De film roept zo aardige kwesties op. De Joker vindt in geweld verlossing (zie ook jihad en Columbine), maar dat verontrust niet. Geweld is zo mainstream, dat het nauwelijks subversief mag heten. De sadistisch spiegelende showbiz-kant, dan piekt het scenario, als een gestoord blanco commentaar op zichzelf. Daar wordt de schurk weer eens slachtoffer. Ge-manieerd en (on)wel. ♪ There should be clowns. ♪
Labels:
films uit de jaren '10,
Todd Phillips
zaterdag 27 juni 2020
Khrustalyov, My Car!
Knock Down the House
Labels:
films uit de jaren '10,
Rachel Lears
vrijdag 26 juni 2020
The Souvenir
'We don't wanna just see life played as it is.' Daar verschillen de meningen over. Als Joanna Hogg het 'spel' opzet, heb ik er zelf geen bezwaar tegen. In fact, dat The Souvenir een 'film in film' dreigt te bevatten, vormt bijna al een overgedramatiseerd minpunt. Gelukkig blijft het grotendeels bij een running gag, waarin Honor Swinton de film die ze wil gaan maken aan iedereen uitlegt. De dochter van Tilda speelt een filmschoolstudente, in een mumblecore-wereld. Tilda doet ook zelf mee als haar moeder, ouder-gegrimeerd, wat dus eigenlijk niet hoefde. Dochterlief ontmoet een man van de wereld. Hij zegt eindelijk de waarheid tegen haar. Typisch Hogg, vind ik dat, mensen zijn keihard, en belangrijker, iedereen laat het ook gewoon maar gebeuren (alleen in wonderland cinema heeft iedereen altijd een weerwoord). Bij Hogg leeft juist een ongemakkelijke tolerantie. De pafferige, bleke Burke blijkt zomaar uit het heerlijke, naïeve niets een verslaafde. Hij mag dan wel tot nadenken aanzetten, zelf wil hij dat niet. 'Stop inviting me to torture you.' Meer en meer hangt de dood in de lucht. De details blijven verraderlijk fris en Turks Fruitig. De roze wangetjes van postcoitale opwinding, bijvoorbeeld. Dergelijke goede en intieme scenes wisselen slome en saaie af. Maar ja, dat is het leven. Toch? 'We can all be sincere, we can all be authentic, but what's it all for?'
Labels:
films uit de jaren '10,
Joanna Hogg
The Art of Self-Defense
'From now on you'll listen to metal.' Echte Mannen verzamelen zich in de dojo van deze indiefilm voor een cursus hakken. Wimps doen het met een cursus Frans. Enter, een Zuckerbergmannetje – is het nou Cera of Eisenberg? – die na een traumatische ervaring zijn lesboeken de deur uit doet. Hij heeft genoeg van de kantoortreurnis, denkt hij. De milde humor heeft op dat moment iets weg van Soderberghs Schizopolis. Ik denk: die Zenmeester zal de bleke jongeling wel een kick punch it's all in the miiiiind-Parappa les geven, zeker? Hermit en goofball wordt nu eindelijk meester van zijn leven. Niets van dat alles. Net wanneer The Art of Self-Defense een wel erg doodgewone loserkomedie lijkt te worden – inclusief het potentieel reddende meisje – begint de marketing of masculinity te werken, juist door te ontsporen. Steeds meer wordt het scenario een satire op Fight Club, een komedie die altijd in het origineel vers(t)opt zat natuurlijk. Met een alt right-knipoog zo zwaar en zwart dat ie haast pijn doet. Zelfs het vleugje homo-erotiek wordt niet vergeten. 'I wanna be what intimidates me.' Een film die dermate sinister van toon weet te veranderen verdient refniaans respect. Dan resteert echter nog immer een probleem. Je kunt de Zuckermannetjes uit hun comfort zone halen, het blijven gevaarloze indielievelingetjes. 'I think I'll stick to the day class.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Riley Stearns
donderdag 25 juni 2020
Sunset
Labels:
films uit de jaren '10,
László Nemes
Wanda
'You're just too slow for sewing operations and that's it.' Tijdens de gouden eeuw van Hollywood maakte actrice Barbara Loden één enkele film. (Meer tijd was haar door onze misogyne God niet gegeven). Ze speelt zelf de hoofdrol, als een vrouw 'on the verge of a nervous breakdown.' Huwelijk op de klippen, en niet in staat een baantje te behouden, 'helpt' slechts haar Vrouw-zijn haar. (De vrouwelijkheid die Loden juist letterlijk en figuurlijk tegen zat.) De fragiele blondine doolt door een antracieten deserto-landschap. Ze is een witte spookverschijning, een glow in her darkness. Tijdens de openingsfase is de invloed van Cassavetes glashelder. Net als de Europese depressie van Antonioni. Maar gaandeweg wordt Wanda, aardser en vooral Amerikaanser. Via wat 'dutch masters cigars' belandt Wanda in de wereld van de crime. 'I don't like friendly people.' Opgescheept met een foute kompaan beleeft ze een avontuur. De zuivering van de hamburger vormt een prachtig detail van onderworpenheid. Er wordt veel gegeten, logisch, de enige bezigheid die simpele zielen rest. Amerika slaat aan het midden van de twintigste eeuw om naar spulletjesfetisjisme. Loden toont geconcentreerd het onbehagen dat erbuiten vallen oproept in zo'n lethargische vreetwereld, waarin zelfs hulp een 'Goodwill industries' wordt. 'So you find a job and you'll be alright.
Labels:
Barbara Loden,
films uit de jaren '70
woensdag 24 juni 2020
Hale County This Morning, This Evening
Labels:
films uit de jaren '10,
RaMell Ross
dinsdag 23 juni 2020
Claire's Camera
Labels:
films uit de jaren '10,
Sang-soo Hong
maandag 22 juni 2020
Everybody in Our Family
Labels:
films uit de jaren '10,
Radu Jude
zondag 21 juni 2020
Monos
Labels:
Alejandro Landes,
films uit de jaren '10
Greener Grass
Labels:
Dawn Luebbe,
films uit de jaren '10,
Jocelyn DeBoer
zaterdag 20 juni 2020
Parasite
Labels:
films uit de jaren '10,
Joon-ho Bong
vrijdag 19 juni 2020
The Wild Pear Tree
Labels:
films uit de jaren '10,
Nuri Bilge Ceylan
Marriage Story
'She's a Virgin who gives birth.' Na de blijde poort des levens, begint de ellende. Voor ouders. En kind. Misschien zouden stellen het bij huisdieren moeten houden ('nope'). In deze 'update' van Kramer vs. Kramer komt er in elk geval weer ellende van. Ik plaats aanhalingstekens, omdat Baumbach op de chique-klassieke toer is. Woody Allen-achtig in voice-over en flauwe humor, Bergman in referentie en huwelijksanalyse, maar bovenal dus, die de film over de Kramertjes. Nu was ik daar toch al niet zo'n fan van... Aan de pogingen tot groots acteren ligt het niet. Scarlett Johansson versus Adam Driver levert een aardige battle op. Scarlett wint op acteergebied, maar Adam is degene die eens een cd zou moeten maken. (Vreemd dat ie dan weer totaal geen voice-over stem heeft). In mannenwereld Hollywood lijkt de sympathie toch een mespuntje (au!) meer bij Hem te liggen, hoe sterk Zij ook is. De seventies-retro manifesteert zich intussen met meta. Adam speelt een beroemde regisseur, wat de goden verzoeken blijkt. Steeds meer kreeg ik toneelstuk-associaties, nimmer een goed teken. De film wordt gered door een stel advocaten. Normaal is een rechtszaak in cinema een minpunt, hier wordt het rondje The Verdict (nog meer retro) erg amusant. Alan Alda doet een Paul Newman, Ray Liotta het doorgedraaide Amerika. 'I needed my own asshole.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Noah Baumbach
donderdag 18 juni 2020
Ad Astra
Labels:
films uit de jaren '10,
James Gray
Beats
Labels:
Chris Robinson,
films uit de jaren '10
woensdag 17 juni 2020
Yomeddine
'Gegroet, ziek volk!' Bedoelt hij zichzelf met deze waarschuwing, of plaatst hij zichzelf juist erbuiten? Een Egyptische man scharrelt zijn kostje op de vuilnisberg bijeen. Hij woont in een leprozenkolonie. Van binnen allang genezen, blijven slechts de littekens, die pijn aan de ogen doen. Een onvergetelijk hoofdpersonage. Ik betrapte mezelf erop dat ik nauwelijks naar zijn handen durfde te kijken. De gehandicapten zijn het wel gewend, zodanig zelfs dat ze er om kunnen lachen, onderling. Het knappe aan 'Judgement Day' is dat het zich nimmer tot sentimentele freakshow verlaagt. Alleen al daarvoor verdienen de makers respect. Over scenariohobbels valt wel te klagen. De man maakt samen met een Nubische weesjongen een afgesleten reis naar zijn geboortegrond. Twee halven tellen als een, te midden van toeristische plaatjes (ja, echt) en een UNICEF-gevoel van goedmoedigheid en muzikale stemmigheid. Het acteerwerk is gelukkig noch amateuristisch, noch gladjes (maar hou zou dat ook hebben gekund?) Deze Olvidados geloven hartstochtelijk in de voorzienigheid, met een beetje hulp van de Staat. 'Allah zegen de Egyptische bureaucratie.' Net als in Werner Herzogs befaamde dwergenepos wordt de kijker met liefdevolle hand gedwongen door de handicaps en zijn eigen (voor)oordelen heen te kijken. Volkomen terecht, natuurlijk. 'De mazzel, zieke mensen!'
Labels:
Abu Bakr Shawky,
films uit de jaren '10
Queen of Hearts
'Jij bent zo makkelijk te manipuleren.' Fraaie paradox-erotica uit Denemarken. Een Mrs. Robinson doet hier een Woody Allentje. Oftewel, het is de vrouw die met haar stiefzoon aanpapt. Hoe daarover te oordelen, in tijden van slutshaming en man blaming? De film toont zich een tijdje op haar hand, ze is gewoon underfucked door haar saaie burgerman. Het scenario laat ons in grijstinten peinzen over de levenscyclus van mensen. Daarin lijken man en vrouw niet gelijk te lopen. De man blijft te lang kind, voor de snel opgroeiende dames, en vervolgens raakt hij dik en uitgeblust, net wanneer zij aan haar tweede jeugd begint... Qua looks wordt de 'kwestie' wat burgerlijk in beeld gebracht. Adrian Lyne had wel wat spannendere shots verzonnen. Tijdens de tweede helft gaat de tainted love-overdrive inhoudelijk goed aan. De stepmom fantasy is niet voor niets en vogue in pornoland. Likliklik doen de tweelingdochters van moederlief aan hun campertiaanse ijsjes. Ook de vragen blijven intussen komen. Geilheid wordt haast psychologisch lijden voor de vrouw (wat me een problematisering lijkt van vrouwelijke seksualiteit). De koppeling met geweld die wordt gelegd is dan weer begrijpelijker, en maakt de finale extra gecompliceerd. Net als la vie sexuelle. Een onbedoelde femme fatale doet een krokodillebekentenis. Loveless. 'Het is jouw feestje.'
Labels:
films uit de jaren '10,
May el-Toukhy
dinsdag 16 juni 2020
Nuestro Tiempo
Labels:
Carlos Reygadas,
films uit de jaren '10
Once upon a Time in Hollywood
Labels:
films uit de jaren '10,
Quentin Tarantino
maandag 15 juni 2020
Sueño en Otro Idioma
Labels:
Ernesto Contreras,
films uit de jaren '10
Varda par Agnès
C'était une expérience très, très particuliere.' Bejaarden mogen in herhaling vallen. De knuffeloma van de Franse cinema overleed dit voorjaar. Via deze docu keek ze nog een keer terug op haar werk, zoals haar films dat al twintig jaar leken te doen (maar ook toen was ze bejaard, dus mocht het). Kunst is enkel nog reflectie, zei Hegel... Varda fungeert hier als inleider bij haar eigen werk, vanuit theaterzalen waar groepen geïnteresseerden aan haar lippen hangen. De chouchou roept 'extrait!' en dan volgt er weer een duik. Zoals de titel suggereert gaat het met name over de (technische) kant van haar werk. Terwijl dit, achteraf bezien, de laatste kans is geweest voor een werkelijk nieuwe reflectie. Die op haar eigen, naderende dood. Ik vraag me af het paars dat ze draagt een bedoelde rouw-hint is. Vara's werkwijze kenmerkt zich alle decennia door haar liefdevolle blik. Het verlangen naar fictie in docu en omgekeerd. Ook wanneer Agnes museale hipster wordt, blijft ze echt en nep combineren, liberté et salte. Het leven heeft een fantasie-frame nodig, liefst zelf geknutseld. De vraag blijft of er nieuwe liefhebbers bijkomen door deze docu. Beter noteer ik zelf nog wat Varda's op mijn kijklijstje. Mur Murs bijvoorbeeld. De deconstructie van een documenteur is nu voltooid, en kan opnieuw beginnen. Spiegeling na spiegeling. 'Je sens mieux les choses.'
Labels:
Agnès Varda,
films uit de jaren '10
zondag 14 juni 2020
Amazing Grace
Labels:
Alan Elliott,
films uit de jaren '10,
Sydney Pollack
The Farewell
'Jouw brein is bijzonder sterk.' Leugens om bestwil werken in alle talen. Een New Yorkse van Chinese origine ondervindt het, in deze Goodbye Lenin-variant. Haar 'nai nai' is ziek, maar mag van niets weten. De uitgevlogen expat-familie arrangeert als bezoekexcuus een huwelijk. Helaas, niet van het hoofdpersonage, dat zou de tragikomedie ongetwijfeld spannender, en zeker 'leninistischer' hebben gemaakt. Tussen-inzicht: dat de oude bes niet meer in Mao hoeft te geloven, maar in haar eigen blijvende bestaan, bewijst voor mij wel dat China richting Westers individualisme is opgeschoven. Over dit soort stereotyperingen discussiëren de 'bruiloftsgasten' schranzend. Er treedt al snel een paradoxaal dubbeleffect op. Enerzijds lijkt de film didactisch van aard, en toch weer met die Oosterse levenslessen te willen strooien. Anderzijds heeft de (wel degelijk aanwezige) humor iets van een (niet-aanwezige) oester. Alsof alleen de incrowd de luim werkelijk op waarde kan schatten. Het levert een imagologische fusion op. Het beeld van China, van ons, en van zichzelf, door de ogen van een halve ander. De diepte van de exil wounds bereikt men echter te laat (en vooral veel te voorzichtig). Wanneer de familie die je ooit achterliet, overlijdt, is de laatste band met je thuis uit het verleden voorgoed verleden tijd. En nee, het is niet 'onze' Lulu Wang die regisseert. 'Het zijn gewoon kwaadaardige schaduwen.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Lulu Wang
zaterdag 13 juni 2020
Another Day of Life
Wild Rose
'Don't waste your life behind that guitar.' Deze Britse Twangfilm barst van de goede bedoelingen en wringende levenslessen. Helaas blinkt de verpakking glad en smetteloos. Een paradox die eigenlijk wel bij het country-genre past. De Amerikaanse voorliefde voor plastic maakt van outlaws uitjes voor linedancers. Een Schotse nobody's wife kent de Grande Ole Opry van haar 'dependance' in Glasgow. Vers uit de bajes moet ze haar innerlijke boze kind (haar Beth Hart) leren intomen. Tijdens het echte leven prevaleren de kids en niet de gedroomde carrière. Ik gaf mezelf een schouderklopje, want vermoedde al ver voor de meta-grappen dat hoofdrolspeelster Jessie Buckley recht uit The Voice dit scenario is komen binnenwandelen. Buckley ziet eruit alsof ze het leven kent, maar kon haar oprechte talent pas laten opbloeien via de showbiz-omweg. De weg naar de top loopt ook voor haar personage via bourdieuske connecties. Een rijke werkgeefster fungeert als 'magical negro', zo goed (en zo fout) als het gaat. Het schrijnendste dilemma blijft de thuissituatie. Moeders kunnen het simpelweg nooit goed (genoeg) doen. Jonge mama's niet, en grannies al helemaal niet. 'Once you got kids it's a little bit different.' Enkel tegels en scenario-fantasie lossen deze klemzetting op. En dan zit je nog altijd met de bak reserveplaten! 'Right, that's me away.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Tom Harper
vrijdag 12 juni 2020
Cold Case Hammarskjöld
'This is history, and it's only seven minutes old.' Ik luisterde laatst de podcast El Tarangu, een schimmenverhaal over een uit de dood opgestane Spaanse wielrenner. Dergelijke mysteries lenen zich goed voor detective-docu's. Tegelijkertijd bekruipt me een gevoel van tijdverspilling. Als het niet waar is, gaan uren aan een hoax verloren, en als het wel waar is, blijkt die vaak 'onbenaderbaar'. Immers, hoe groter het mysterie, hoe groter de belangen van het grootkapitaal. Het mooie aan Cold Case Hammarskjöld is dat de Deense regisseur Mads Brügger zich welbewust is van deze valkuil, en er continu mee speelt. Als een soort Renzo Martens reist hij naar Afrika om de dood van de VN SG te onderzoeken. Bepakt met dikke sigaren hult hij zich in het spierwit, net als de Grote Verdachte achter het 'vliegtuigongeluk'. Zijn bevindingen dicteert Brügger bewust ongemakkelijk en unwoke aan zwarte secretaresses. Op zoek naar 'die antwoord', belandt Brügger bij Afrikaner paramilitairen, en de onvermijdelijke Belgische huurlingen. Van Reybroucks prachtige geschiedenisboek Congo comes to mind. Een Act of Killing wordt de docu nimmer, daarvoor zegt Burger te vaak zelf (spottend) dat het 'heel interessant' is. De Conrad slotnoot (nod) mag er wel zijn. Elderly white liver-spotted men. Zij runnen en ruinen de wereld. 'What was supposed to be solved in the first place?'
Labels:
films uit de jaren '10,
Mads Brügger
Capernaum
'Speel je de grote man?' Een Libanees straatratje en een baby, ja, dat wordt zielig natuurlijk. In de traditie van alle kruimeltjes rent ie van hot naar her. Thuis heerst ellende en verwaarlozing (bruggetje!) en buiten is het niet veel beter. In zijn wijk van de metropool lijkt het eerder een Gazaans vluchtelingenkamp. De film begint 'chique' in de rechtbank, waar de held een zaak tegen zijn ouders heeft aangespannen. Dit past bij het imagologische beeld dat ik van Libanezen heb: grote (en goede) praters. Wijselijk ligt het merendeel van de film op straat. Deze pijn moet fysiek uitgewrongen worden. In een bizar detail kookt het gezin 'sokkensap', schone was met Tramadol. Het zijn scenes die de kracht van het Japanse Nobody Knows naderen. Meestal is Capharnaüm een stuk melodramatischer. De gebaren zijn groots, net als de gevechten. Halverwege volgt een vreemd piekmoment als 'Freek de Jonge' zijn entree maakt als Kakkerlakman. De film heeft diens 'Florida Project' nodig om een broodnodig absurdisme te behouden. 'Deze man is Armeens, je moet 'm niet letterlijk nemen.' Met nieuwe vrienden vindt de jonge held nieuwe 'oplossingen' en – uiteraard – een skateboard. Het scenario beslist (en besluit) droog juridisch, zelfs malthusiaans. Niet de staat of het systeem krijgt de schuld, maar zij die fokken als konijnen. 'Zelfs een ketchupfles heeft een naam.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Nadine Labaki
donderdag 11 juni 2020
Ray & Liz

'My bastard mouth's burning here.' Letterlijk uitzichtloze armoede in een Brits heuvelland, waar zelfs de berglift naar een nieuw dal leidt. De mensen hebben eten, maar geen toekomst. Richard Bilingham kent deze wereld op zijn duimpje. De regisseur en fotograaf komt er vandaan. Hij opteert voor veel natuurlijk licht, en het neorealisme van een vierkante aspect ratio. (Altijd meer 'echt' dan widescreen, iemand moet daar eens over theoretiseren.) Het zijn weliswaar voor de hand liggende keuzes, ze werken er 'echter' niet minder om. Het bruine behang en de vitrage kennen we van Lynne Ramsay's kitchen sink en Bilingham heeft ook haar magische niveau snel te pakken. In de raamvertelling drinkt Ray fles na fles 'homemade brew', hem geleverd door J(ezus) Mascis. Lange flashbacks voeren terug naar zijn huwelijk met Liz, en het leven dat de twee simpele zielen leidden. De beperkingen zijn overal. Het eten is al ranzig voor het eruit komt. Toch wordt het hameren der ellende nooit teveel. Daarvoor benadert Bilingham zijn menselijke beestenboel met genoeg tsjechoviaanse weemoed, en de personages hun beesten met teveel wolkeriaanse liefde (inclusief sadisme.) Ambiente geintjes en armesloebersmuziek ('pass the dutchie') doen de rest. Van mij had het wel tweeënhalf uur mogen duren. Film van het jaar 2019. 'What does God think about all this, eh?'
Blinded by the Light

'I'm just living in a dump like this.' Beatles-songs laat ik (ook) in de bios aan me voorbijgaan, maar voor The Boss blijft het zwak bestaan. Dit 'waargebeurde' verhaal toont twee 'Paki's' uit Luton, die de dorpse darkness overleven dankzij hun cassettebandjes-held. Terwijl iedereen voor de Pet Shop Boys gaat – 'synths are the future!' – zweren zij bij het houthakkershemd. Deze setup had op een schmaltzy aubade kunnen uitlopen, maar het is de immigrantenthematiek die de film 'real' houdt. Men treft hier, naast liefde voor massafenomeen Bruce, ook een bak vol minderhedenkennis aan. 'Pakistani do not go to parties', denkt de jonge held, totdat zijn zusje hem van 'daytimers' vertelt. Hun 'Prem'-achtige vader heeft de foute oneliners. 'If you want to succeed, look for the Jews in your class.' (Nog een wonder dat zoonlief Bob Dylan of Leonard Cohen niet ontdekt). Bruce's emo teen angst voldoet echter prima. Zo moet goede popmuziek zijn. Springsteen als Goethe – uien snijden met een zonnebril op. Mij vielen muzikaal ditmaal de seksueel pompende basslines op. Langzaamaan verdwijnt de muziekfantasie en gaan de teksten in overdrive. Het toonbeeld van assimilatie kan doen wat ie wil. De trouwstoet voor zusje wordt toch onderbroken door een Den Bosche toeterdemo. Dan is het nog belangrijker om de familie bijeen te houden. Vader en Zonen eindigt met zelfinzicht en tranen, een outsider looking in. 'We've got to get out while we're young.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Gurinder Chadha
woensdag 10 juni 2020
Midsommar
'How's the sister situation?' De sfeer van onpasselijkheid zit er met een klap in. Een zus die maar niet terugbelt, de horror van het eigen hoofd dat gaat malen. Verbeeld ik het me, of is hier echt wat aan de hand? Het intrinsieke ongemak wordt gekruist met een moeizame liefdesrelatie. Een vriendin neemt nogal veel ruimte in, dus haar kerel wil weg. Hij moet echter blijven, nu van inbeelding geen sprake blijkt. Dit zijn een handvol zinnetjes voor tien minuten film. En hoe ironisch, het zijn veruit de spannendste en diepgaande van de film. Zodra de vriendengroep (inclusief het stelletje) in Zweden beland, worden ze platgeslagen poppetjes in een bekend spel. Het Europese Volkstheater voert een formalistische Wicker Man op. Ik vond 'm eigenlijk nog niet traag genoeg, want arthouse schrapt ook iedere expositie. Hier wordt hint na hint gedropt. Iedereen weet wat er in het heidense 'Hellsling'land gaat gebeuren met 'Christian Hughes' (get it, Get Out!). Er valt vooral te grinniken om het postmoderne gedoe rond een 'thesis'. Ik zat te duimen voor wat Regeydas-achtig lenzenwerk. Het blijft bij de onvermijdelijke naaktheid, die wel voor lollig lullige WTF-momenten zorgt, inclusief Medulla-gezang, met de beruchte tekstflard 'laat me naaien'. Dit keer geen bijtjes, maar vooral bloemetjes in een nihilistisch ritueel. 'I think I ate one of her pubic hairs.'
Labels:
Ari Aster,
films uit de jaren '10
If Beale Street Could Talk
'Unbow your head sister.' Een verrassend gevaarlijke ervaring. De woede der Afro-Amerikanen begint thuis op de bank te wennen, te slijten. Erger nog, te ergeren. If Beale Street doet alles fout, behalve het ambachtelijke. Het is een mooi kleurpaletje geworden (zoals we thuis zeiden bij een goed bord warm eten). De cinematograaf kadert kundig en de soulslijpers-selectie klinkt top notch. De voorspelbaar binnengehengelde emoties willen echter niet meer overkomen. Wie de serie When They See Us te drammerig vond, kan beter wegblijven. Deze jeukt veel meer. Dat begint al met de voice-over, die nogal bestudeerd klinkt, en bovendien partijdig babbelt zonder zelf persoonlijk te worden. Wel weet de dame de gedachten van de witman. Nee, subtiel wordt de film nooit. In vibe nadert het Sirkiaanse soap-opera. Daar verschijnt de onvermijdelijke politie-agent, met zijn racisme, en The Man stopt The Black Man weer in de cel. I know, it happened (en happens). En ik weet, het is shit (om het opzichtige woordmotief zelf ook te gebruiken). Alleen ik werd murw gebeukt door al het geklaag en het cynisme. Dat kan nooit zo bedoeld zijn. Het scenario schuurt slechts in een enkele scene, richting einde. Dan wordt minderbeelde + minderbedeelde een hartverscheurende en huiveringwekkende synthese van doorgewerkte pijn. 'Do you think I came here to make you suffer?'
Labels:
Barry Jenkins,
films uit de jaren '10
dinsdag 9 juni 2020
High Flying Bird
'You care all the way or you don't care at all.' Het communistische systeem boeit altijd. Zeker in haar merkwaardigste variant, de topsport in (en van) het land der opperkapitalisten. Steven Soderbergh ontleed (met iPhone!) een spelersstaking gehouden om aan deze feodale staat te ontsnappen. Het wordt zo een basketbalfilm zonder basketbal. Een zeer toepasselijke hegeliaanse zelf-opheffing. Jerry Maguire is erbij, in de vorm van een Afro-Amerikaanse spelersagent. Hij probeert 'the nay sayers and the hate swayers' al babbelend onder controle te krijgen. Het merendeel van de tijd heeft High Flying Bird daardoor wat weg van een moeizaam toneelstuk, met hopen moeilijke woorden en moeilijkdoenerij. Desalniettemin waardeer ik de guts (voor een Netflix-prent). De main cast is zwart, en ik begon al aan The Wire te denken voordat Sonja Sohn verschijnt (hier opnieuw lesbisch). Ook Atlanta's Zazie Beets doet mee. De tv-serie mash-up is compleet met Kyle MacLachlan. Hij is na een half uur de eerste blanke die spreekt. 'Im the last person you want to be trapped in an elevator with.' Aan het einde verschijnt Dr. Jackson om het punt te maken. De les die rest lijkt me net iets teveel op Adam Smith (maar hoe anders een commie systeem breken?). Als iedereen voor zichzelf opkomt, is iedereen beter af. 'Why set it up, if it's not gonna last forever.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Steven Soderbergh
In Fabric
'The wife's got a thing about caves.' Strickland komt harder dan ooit met die giallo-tingel. Rode schoentjes of een rode jurk, voor een Peeping Tom maakt dat niks uit, aan beiden is het heerlijk verlekkeren. In Fabric valt in twee duidelijk gescheiden delen uiteen, maar blijft net als de jurk waar het om draait een prachtstuk. Eerst zien we een gebroken gezin. Het wordt tijd voor moeder om uit te gaan, checking nearly all the men. 'What else do I do every evening?' Voordat dat segment creepy wordt heeft het nog wat grappigs. Zoals de zevenjarige Ludo over 'zwarte komedie' dacht: een komedie met zwarte mensen. 'I don't normally wear this kind of thing.' Met de entree van (en in) Uw Vertrouwde Winkel beginnen de motieven te lopen. Haar in velerlei vormen, fallische geldbuizen en sappen. De jurk wordt een Van Warmerdamse prop (uit broek). Colour: artery. Strickland ruilt moeder en zoon in voor vader en dochter in een kruisstelling, met schurende naden op de juiste, duistere plekken. Langzaam wordt duidelijk dat de ijzig coherente verfremdungsthriller ook een rake kapitalismekritiek bevat. De muziek van Cavern of Anti-Matter (weder-helft van Stereolab) maakt het af. Dit is Stricklands beste. Fluwelen foutloosheid, op de lelijk beletterde aftiteling na dan. Als zoiets al opvalt! 'Pay us for your items, and return to your houses.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Peter Strickland
maandag 8 juni 2020
Minding the Gap
'This is why we are not allowed to go anywhere.' Gebroken levens en gebroken skateboarden. Hoe pijnlijk het ook wordt allemaal, op een board is zelfs een parkeerplaats in Rockford, Illinois architectonisch prachtig. (En klimaatneutraal bruikbaar). De schnaussy ambient zet het allemaal lekker gritty aan, met dito beelden. Het nooit veranderende Amerika, urban weids. Drie Fourth of July-vrienden drinken Buds. Een witte leider, het zwarte stijlicoon en de gele bedachtzame. Bing Liu observeert zijn matties. Zo'n personage zat ook in Mid90s, waar alle details kloppen (zo blijkt uit deze docu). Voor de kern daarentegen, moet je hier zijn. A man needs a maid, and a hobby. Skateboarden is voor deze drie jongelui jarenlang de ontsnapping aan gezinsellende geweest. Bing durft dat onder ogen te komen. De film gaat in wezen helemaal niet over skateboarden. Dat is slechts de dekmantel, voor een hele hoop shizzle. 'I don't like emotions.' Illinois is net Michigan in arbeidersdesolaatheid. De mannen hoppen van American Job naar drankje, en worden maar niet gelukkig. 'I am 50/50 about it.' Zelfs zonder Bings skate-shots uit het verleden wordt het hier glashelder. Het is de achtergrond die je maakt. Raciaal, financieel, en, eh, 'parenteel'. Het zijn Apted lessen die nimmer kapot gaan. Hoe hard je er ook op springt. 'We don't have a ladder.'
Labels:
Bing Liu,
films uit de jaren '10
Dirty God
'One noisy little fucker, ain't you.' Voor de verandering heeft de geweldexplosie in deze arthouse-film al voor de start plaatsgevonden. Het scenario begint na het einde, net als het lijden van een jonge vrouw. Een ex heeft in groot-Londen zuur in haar gezicht gegooid. Het grime-departement overtreft zichzelf, dacht ik. Helaas, het slachtoffer is echt. Dat maakt het des te knapper (of filosofisch juist begrijpelijker?) dat Dirty God nergens exploitatief doet over deze wonden, hoeveel naakt de film ook toont. Voor Vikky Knight horen die wonden erbij, en haar karakter leert hetzelfde. Sacha Polak regisseert haar debutante met vaste hand. Ook dat is knap. Society is all about looks, dat maakt het voor de jonge vrouw nog lastiger. Ze vlucht in seksualiteit, porno en webcamseks. Hoewel de overcompensatie inzichtelijk is, begint de Polak van Hemel mij wel weer te ergeren. Haar seksbeleving is niet de mijne. Ik leidde mezelf af met politiek-correct gepeins. Wordt hier de slechte Afro 'opgeheven' door de goeie? En waarom heelt alleen de Man? Allemaal bijgedachten die er niet toe doen, maar voor mij wel bewijzen dat Dirty God het boeiendste conflict uit het script vergeet, en uiteindelijk net teveel in het niemandsland voor een sociale huurwoningflat laat hangen. Moeder en dochter. In tweevoud. 'Once today's done, you can just move on.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Sacha Polak
zondag 7 juni 2020
Donbass
'Dat is de derde tv-crew deze week.' Loznitsa heeft de smaak te pakken. Altijd al geïnteresseerd in (mislukte) revoluties, geeft hij de Donbass ervan langs. Filmen wordt dan een militaire operatie, een ogenblikkelijke, verschrikkelijke verwarring. In het het separatistenland rond Donjetsk voelt alles vreemd, vreemder, befremd. Soms lijkt de film daardoor op de Tsjechische satires van Milos Forman, maar het Nieuw-Russische leven is vettiger en nog naarder. Communisten + nieuwe media is... een ontploffing van absurditeiten. Hoe harder Loznitsa tekeergaat hoe beter WF Hermans de film zou gaan vinden. De sfeer heeft immers ook wat weg van de Tranen der Acacia's ('de tranen der augurken'?), met overal cynische sjacheraars en sjofele checkpoints, die van de tussenstaat tussen oorlog en vrede profiteren. Het Trans-Sinisterie zit vol Russische huurlingen en hun (nep)Russische troostvrouwen. 'Waarom zit je hier in dit hol?' Het moge duidelijk zijn dat Loznitsa aan de kant van het Westen ('de fascisten') staat. Dat levert soms effectbejag op, want alles gaat hier in overdrive. Het sentiment, de woede en zelfs de flauwe humor. Zijn eerdere films leken ook beter geacteerd. Toch fascineert het staatje spelen urenlang. Het is een toeterstoet van waanzin die blijft ontsporen. Farce of geweld? Lach of ik BUK. 'Goed gedaan. Je papieren zijn in orde.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Sergei Loznitsa
Climax
'Tu lui montre.' Jezelf slaan is een ding dit dansjaar. Toevallig deze maand een trits balletvoorstellingen gezien, en ze deden het allemaal. Ook Gaspar Noé slaat de hand eraan, met een intense dansfilm. Belangrijker: wie is de grootste selfkicker uit de filmgeschiedenis? Godard uiteraard. En ook hij 'doet mee'. Noé bewijst zich een logische opvolger. Het begint allemaal met een einde, hoe ha postmodern, en daarna zien we minutenlange interviews op televisie. Naast het scherm liggen de videobanden opgestapeld. Ik noteerde Posession en Suspiria, en had een wijze hand van kiezen. ' Climax combineert beide, met tussentitels, en de dansjes van een Daft Punk-videoclip als bonus. Choreografisch zit alles tot in de puntjes fijn fout in elkaar. Noé brengt zijn eigen flawless Russian Ark-flow mee. En verder gebeurt er, lekker recalcitrant, relatief weinig. It's like watching people having a party (sommige mensen zijn dat gewend!). Muurbloempjes barsten open (un cul ou un chat?) onder instigatie van een Denis Lavant-achtige wildebras. Na het sof(te) van zijn mislukte seksfilm pakt Noé nu weer goed door. Terug op niveau, daar waar niemand meer weet wat boven of onder is, de camera boven-al. Een stilistisch toppertje (met een breezer ananas erdoorheen) Maar een echte climax? Zoiets had Godard nóóit gedaan. 'Ils sont tous fous ici.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Gaspar Noé
zaterdag 6 juni 2020
Us
'What are you people?' Peele openbaarde zichzelf als toptalent met de meesterlijke satirische genrefuck Get Out. Kan hij dat nogmaals? Met Us kruipt hij voorzichtig terug de tunnel in. Spelend met de ultieme angst. De tussenstaat van het leven en de dood van ieder mens. We zien een gezinnetje aan de wandel op een Fellini-achtige jaren tachtig kermis, en dan een snelle cut naar een moderne auto in de bossen (nu al een Peele trademark). Ook de passagiers keren terug naar het begin. 'Got a cassette player and everything.' De mater familias wordt intussen gekweld door un-heim. Het niveau heeft dan wat van een fijne serie, zeg, Atlanta. Een eerste twist zet te sluizen open, en bovendien stroomt Peele op zijn eigen terrein naar buiten. Nu lijkt de film ineens een real life Haneke-versie van Coraline. Sardonische voodoo strikes met een dubbelspel. En hoe! Luniz tegen lunatics. De familie moet vechten voor zichzelf, apart en samen. (En onder meer tegen witte zuiplappen). De details zijn raak, opgesloten in een spelletjeskast schemert op de achtergrond Who's Who. Het is in de horrorlijn van spannend, spannender, spannendst dat de film gaandeweg gewoontjes wordt. De teksten zijn voorspelbaar net als de tweede twist. "Gelukkig" proef ik nog steeds de persoonlijke woede die erachter steekt. Van acteurs en auteur. 'It's us.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Jordan Peele
Ruben Brandt, Collector
'We should enter this fucking field of art.' Kunst heeft vele vaders. En allemaal moeten ze vermoord worden, om op de schouders van giganten te kunnen gaan staan. Deze tekenfilm doet dat op uitzinnige wijze. Het is een allesreferent. Waarschijnlijk valt elk shot te pauzeren en met een mes (inderdaad, het opgerichte freudiaanse mes waarmee je je vader dood) te ontleden. Al snel vliegt men (per auto!) door een neonbelicht Parijs, en precies op dat moment heeft de film wat van de popcultuurtombola van Thomas Pynchon. Dezelfde mate van duizelingwekkendheid. 'I just wanted to give you something to do.' Wanneer het – en ik bromde van 'gelukkig maar' – toch nog wat bedaard, begint de surrealistische kunstenaarsdroom pas goed te worden. Ruben Brandt, kunstpsycholoog, heeft zelf een traumaatje om mee te dealen. Hij moet tot zijn angsten verworden. 'Playing this role is exactly what you need.' Ingepakt als postpakketje, en ingescheept door de bekendste postbode uit de kunstgeschiedenis, speert hij van kafkaeske fascisten naar hopperiaanse bar. Klaarheid vindt hij onder een Dr. Mabuse-poster. Meer en meer delen van de mengvorm worden avant-garde. De muziek gaat voluit Balkan. Alleen het inspiratieloze Amerikaansige formulegeweld bleven me tegenstaan. Gelukkig is het einde galant. 'Just a little respect for the performance artists.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Milorad Krstić
vrijdag 5 juni 2020
Destroyer
'No ID, no idea.' Een beetje film kan een half uur excelleren. Vergelijk het met het begin van ieder project. Er is enthousiasme, er zijn mensen, geld om te beginnen. Maar dan... Wat dat betreft had deze film The Dye Pack moeten heten. Ook een koffertje met 'ideeën', dat voor enthousiasme zorgt. Maar dan! Het eerste half uur van Destroyer ging ik er nog helemaal in mee. Dit moest een goede, grimmige policier worden, met een gritty cop. Nicole Kidman is opgemaakt als Marianne Faithfull in haar slechtste periode. Helemaal aan lager wal, en toch nog bij The Force. Er wordt uiteraard weer geskateboard en ook het leven gaat met ups en downs. De Zodiac-sfeer begint in rook op te gaan vanaf het moment dat flashbacks 'Kidman's' backstory beginnen in te vullen. We zien agenten bezig met IRT-dingetjes. Hoe minder raadselachtig het hoofdpersonage wordt, hoe meer stoom de film verliest. Ik begon bovendien Harry Merry-achtige associaties te krijgen bij het jongere zelf van Kidman. Wat begint als een risky rol met Oscar bait en genoeg bite, eindigt neppig. 'Think you can fake liking that'. Nee, nog altijd niet onsympathiek genoeg. Problematisch is het scenario elders. Iedereen krijgt zijn momentje om te schitteren, behálve de schurk. Om daarmee weg te komen was er meer nodig dan een goed half uur. 'I don't have a lot of time for her fucking issues right now.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Karyn Kusama
Werk ohne Autor
'Ich mach es weil ich es kann.' Ze doen vlak voor de oorlog een Den Boschje in Dresden, met een entartete kunst exhibition. De jonge 'Richter' en zijn bloedmooie tante vermaken zich daar prima. 'Vielliecht woll ich doch kein Maler werden.' Om de oren geslagen met nazi kunsttheorie zit ook deze intellectueel er klaar voor. Meteen pakt men de juiste (over)toon. Klaar als een piano, maar met een dissonant toeterende bus erdoorheen. Helaas. Voor precies dit spanningsveld vlucht Von Hennelsmarck steeds snel weg. Hij doet dat met stijl. Zijn breedvoerige epos brengt talloze vlug vervagende films voor de prijs van een. In de eerste plaats de onvermijdelijke oorlogsprent. Klassiek en degelijk bruin. Daarnaast Europese arthouse naaktloperij, waarbij geen actrice verhuld blijft. (Achter iedere grote kunstenaar staat een kut.) Boven alles: melodrama. We volgen de Spaziergang van een DiCaprio en zijn battle tegen schoonvader, de Antonio Banderas-schurk. Ik dacht, god, laat hem alsjeblieft de schoonmoeder niet ficken. Gelukkig belandt onze jongen op de academie. Daar regeert een gekke Jandek (of Beuyss), een man die werkelijk wat te melden heeft. Ook na de oorlog heeft het scenario de oorlog nodig. Hoe kon het ook anders. Duitsland's richtpunt ís de oorlog. Geen sociaal realisme, wel kapitalistisch realisme. 'Es ist viel zu leicht dich zu lieben.'
donderdag 4 juni 2020
The Beach Bum
'I forgot how rich we were.' De tweede strandfilm van Harmony Korine was beter in de branding achtergebleven. Waar Spring Breakers nog relevant voelde door de keiharde dubstep en een MeToo-achtig gewaagd misbruik van Disney-sterretjes, is The Beach Bum er een voor oude scheten. Goed, het heet dan ook The Beach Bum... Iedere diepte (in de zee) blijft onbenut. Matthew McConnaughey doet nog zijn best als archetypische stadsdwarrelaar (ook Breda heeft er zo een). Verlepte, met een theatrale persoonlijkheidsstoornis, en als specialiteit het innemen van drank en het opwekken van sociaal ongemak. Korine geeft zijn hoofdpersonage echter pass na pass. Deze kerel bezit talent, vrouwen en geld. Hoe bum wil je het hebben? Even dacht ik, het is zijn laatste goede periode, voor alle kutcoke hem definitief doet afbladderen. Maar ook de sterkere fase in de goot duurt maar vijf minuten (plus een Zero de Conduite kussengevecht zonder penis). Zoals de hele film toch veelal een trailer lijkt met verschijningen van mannelijke sterretjes als Snoop Dogg en Jonah Hill. McConnaughey kanaliseert intussen zijn innerlijke Woody Harrelson. Dan rest de vraag: Kan de kijker mee in stonerhumor zonder humor? La La Land on low low loads of drugs. Op een skateboard richting olietoeters. 'I am quite sure that the world is conspiring to make me happy.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Harmony Korine
Rafiki
'We don't have a shortage of generous people.' Big world cinema met een beetje hulp van Hubert Bals. Plaats van locatie ditmaal: Kenia. Een land dat het aardig voor elkaar heeft, zo geeft de film (gelukkig) de algemene indruk. Het lijden draait niet langer om huisvesting of eten, het zijn moderne problemen. Hoofdpersonage Kena (met zo'n naam toch een Allevrouw) tikt alle social justice kruisjes moeiteloos aan. Zwart, vrouw en lesbisch, kom maar op met die geldpotjes. Terwijl de locals uit de Slopes dammen met coladopjes, raakt zij geïntrigeerd door de dochter van vader's grote politieke concurrent. Een klassenverschil schemert bovendien. Lekker sjezend op haar skateboard – een unisex ding dit filmjaar – rijdt Kena zo haar Eerste Liefde binnen. Dan blijkt Kenia toch niet zo modern. De film wordt minder cheesy, zelfs verrassend grimmig. Ik ging rooten voor deze twee fashion icons (want wat een kleuren, petjes en dreads rocken zij!). De rijke van de twee heeft een vulvische schelp in heur haar, om het goed scherp te stellen. De women of action krijgen het voor de kiezen. Zelfs dermate erg dat de film richting bijzonder cynisch einde lijkt te rollen. Een schijnhuwelijk van afwijkenden (m/v) onder elkaar. Zo ver durven de makers toch niet te gaan. Het zou de gunfactor van het festivalpubliek ook in gevaar brengen. 'You good?' 'Yeah.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Wanuri Kahiu
woensdag 3 juni 2020
Mirai
'Bedoel je dat je jezelf kwijt bent?' Ik herinner me het nog goed. Onder tafel bij opa en oma zat ik boos, net met lange tanden een gehaktschotel verorberd. De telefoon gaat. Mijn zusje is geboren. Prompt weiger ik mijn vader te woord te staan. Een uur later kijk ik naar het rimpelige, nog ietwat ongewassen nieuwe leven. En dat leven wordt anders. De Japanse Kun zit hier in hetzelfde schuitje. Seizoensverandering leidt levensverandering in (al lijkt het later late sneeuw). Zijn happy family van vader, moeder, hond wordt uitgebreid. Iedereen moet wennen. Pa krijgt huisman-klusjes (en bemerkt de vloek van de thuiswerker). Kun beleeft zijn eigen 'degradatie'. Aanvankelijk is deze animatiefilm lief en nogal sentimenteel, zelfs ietwat traditioneel. Maar het blijft een Japanse anime, die Spirited 'World'-magie begint haast ongemerkt zijn werk te doen. Er verschijnt een surrealistische Nick Drake, in een door Kun 'self induced fantasy'. ('Just folklore.') Steeds vaker ontmoet hij zijn zusje uit de toekomst, en zijn moeder uit het verleden. Dan is het slechts wachten op de trein (uiteraard de trein!) die hem naar een volgend station kan brengen. Van de middle of nowhere naar zijn eigen hoofd, en naar ons hart. Steeds volwassener wordt de acceptatiereis door al het verleden en alle familiegeledingen. Leren fietsen en leven. 'Wie ben ik? Mijn moederskind.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Mamoru Hosoda
Abonneren op:
Posts (Atom)