zondag 28 juni 2020

Joker

'They said I wasn't funny enough.' Diepgang in Batman-verse(s) zoeken, dat voelt toch een beetje als leven proberen te blazen in een pop. Ik zou Joker langs me heen hebben laten gaan, ware het niet dat Joaquin Phoenix meedoet. De grootste en gekste Hollywood-acteur van het moment, en inderdaad, hij swingt als een malle. Minder schmierend dan Heath Ledger, rockt Joker harder dan alle recente Batman-films. Wat dat betreft verbaast me de lage metascore wel. Op zijn minst is Joker bombastisch vakwerk in Scorsese's seventies-style. Vloeiend bladgoud te midden van Napolitaanse toestanden. Alles is kut in de wereld van loser Arthur Fleck. Zijn boogie in ragsland blijft ongezien. Hij droomt van de showbiz, waar presentator DeNiro als alfamannetje heerst. Het zijn de idolen dromen van de Niet-geziene. Zoals de Joker het later hegeliaans stelt: 'Nobody thinks what it's like to be the other guy.' Dit geldt bovenal voor hemzelf! De film roept zo aardige kwesties op. De Joker vindt in geweld verlossing (zie ook jihad en Columbine), maar dat verontrust niet. Geweld is zo mainstream, dat het nauwelijks subversief mag heten. De sadistisch spiegelende showbiz-kant, dan piekt het scenario, als een gestoord blanco commentaar op zichzelf. Daar wordt de schurk weer eens slachtoffer. Ge-manieerd en (on)wel. ♪ There should be clowns. ♪

Geen opmerkingen: