maandag 15 juni 2020

Sueño en Otro Idioma

'Ze hebben elkaar vijftig jaar niet gesproken.' Fijn en zinnig linguïstisch sprookje uit magisch-realistisch Mexico. Veldwerken blijkt terecht: zuipen, regen en conflicten. Een universidad-medewerker met een Peter Sagan-grijns trekt naar de jungle om de laatste sprekers van een inheemse taal te interviewen. Helaas, de twee Overgeblevenen hebben mot. Hoe menselijk. Veel verder dan 'Chupa is hallo', komt de onderzoeker daardoor lange tijd niet, al weet hij wel een kleindochter te (be)grijpen. Op dat moment lijdt de film aan wat dichter bij de natuur-clichés, die tegelijkertijd (paradoxalerwijs) omslaan naar dichter bij Waren de Goden Kosmonauten-taferelen. Zodra de pijn toeneemt, begint de wrange film zelf te leven. De kleindochter is meer geïnteresseerd in het leren van Engels. Daar krijgt taal een concrete vorm, als grote verbinder en verdeler. (Sterk gelieerd aan geld). Want taal symboliseert uitertaard ook klasse. Het scenario zet het allemaal parabellisch eenvoudig in een onderzoeksschema. Wanneer de bovenaardse magie terugkeert, werkt die als een noodzakelijke gum. De lijntjes verdwijnen. Liefde overstijgt alle talen, zelfs zij die verdwenen zijn, en onherroepelijk nog moeten verdwijnen. Wat zei Wittgenstein ook alweer? Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen. 'Ze noemen het De Betovering.'

Geen opmerkingen: