donderdag 4 juni 2020

Rafiki

'We don't have a shortage of generous people.' Big world cinema met een beetje hulp van Hubert Bals. Plaats van locatie ditmaal: Kenia. Een land dat het aardig voor elkaar heeft, zo geeft de film (gelukkig) de algemene indruk. Het lijden draait niet langer om huisvesting of eten, het zijn moderne problemen. Hoofdpersonage Kena (met zo'n naam toch een Allevrouw) tikt alle social justice kruisjes moeiteloos aan. Zwart, vrouw en lesbisch, kom maar op met die geldpotjes. Terwijl de locals uit de Slopes dammen met coladopjes, raakt zij geïntrigeerd door de dochter van vader's grote politieke concurrent. Een klassenverschil schemert bovendien. Lekker sjezend op haar skateboard – een unisex ding dit filmjaar – rijdt Kena zo haar Eerste Liefde binnen. Dan blijkt Kenia toch niet zo modern. De film wordt minder cheesy, zelfs verrassend grimmig. Ik ging rooten voor deze twee fashion icons (want wat een kleuren, petjes en dreads rocken zij!). De rijke van de twee heeft een vulvische schelp in heur haar, om het goed scherp te stellen. De women of action krijgen het voor de kiezen. Zelfs dermate erg dat de film richting bijzonder cynisch einde lijkt te rollen. Een schijnhuwelijk van afwijkenden (m/v) onder elkaar. Zo ver durven de makers toch niet te gaan. Het zou de gunfactor van het festivalpubliek ook in gevaar brengen. 'You good?' 'Yeah.'

Geen opmerkingen: