vrijdag 26 juni 2020

The Art of Self-Defense

'From now on you'll listen to metal.' Echte Mannen verzamelen zich in de dojo van deze indiefilm voor een cursus hakken. Wimps doen het met een cursus Frans. Enter, een Zuckerbergmannetje – is het nou Cera of Eisenberg? – die na een traumatische ervaring zijn lesboeken de deur uit doet. Hij heeft genoeg van de kantoortreurnis, denkt hij. De milde humor heeft op dat moment iets weg van Soderberghs Schizopolis. Ik denk: die Zenmeester zal de bleke jongeling wel een kick punch it's all in the miiiiind-Parappa les geven, zeker? Hermit en goofball wordt nu eindelijk meester van zijn leven. Niets van dat alles. Net wanneer The Art of Self-Defense een wel erg doodgewone loserkomedie lijkt te worden – inclusief het potentieel reddende meisje – begint de marketing of masculinity te werken, juist door te ontsporen. Steeds meer wordt het scenario een satire op Fight Club, een komedie die altijd in het origineel vers(t)opt zat natuurlijk. Met een alt right-knipoog zo zwaar en zwart dat ie haast pijn doet. Zelfs het vleugje homo-erotiek wordt niet vergeten. 'I wanna be what intimidates me.' Een film die dermate sinister van toon weet te veranderen verdient refniaans respect. Dan resteert echter nog immer een probleem. Je kunt de Zuckermannetjes uit hun comfort zone halen, het blijven gevaarloze indielievelingetjes. 'I think I'll stick to the day class.' 

Geen opmerkingen: