maandag 1 juni 2020

Mid90s

'Just when I thought you had a brain, bro.' Meer tienernostalgie, en deze keer in ware retro-modus, dus met Turtles-dekbed. De lol van skateboarden, want daar gaat het hier om, ontgaat me. Als modedictaat kan ik het beter begrijpen. Baggy, gemakkelijk, cool, en bovenal: je weet hoe je je moet kleden om er(gens) bij te horen. Een gozertje uit een eenoudergezin (zie Eight Grade), vindt een stel oudere vrienden (zie idem) en besluit erbij te horen, en erbij te blijven. Enter the booze. Als coming of age film (te) gemakkelijk zat, maar 'jonge regisseur' Jonah Hill gaat het om sfeer en sounds. Hit na hit passeert de revu, met uiteraard bakken ninetieshiphop. The Pharcyde, Gravediggaz, Souls of Mischief! Vaak volgt het ene liedje het ander op, en dan wordt het wel erg lui. Toch blijven de rijen cd's – ook on screen – lange tijd vermakelijk. Het hoofdpersonage surft op die wave of mutilation, hoekig als Sean Penn. De dialogen met zijn matties zijn cringy, de grappen beter. 'You look Samoan, motherfucker.' Pas in de rommelige derde akte gaat het goed mis. In plaats van dat Jonah na het jazzy hoogtepunt (Herbie's Watermelon Man) de muziek afzet, dicteert de angst voor stilte, en voor het Niets. Hij upt het drama met een paar backflips, en zijn film dondert in een gat. Zelfs de magical negro kan niet meer redden. 'I know you don't have this one.'

Geen opmerkingen: