zondag 21 juni 2020

Monos

'Laat ze elkaar maar afmaken.' Twee handenvol silhouetten doen gezamenlijk de jungledans. Zijn zij de Monos? 'Si!' De 'kinderen van de Organisatie' drillen zich diep in de jungle van een onbestemd (en ongenoemd) Zuid-Amerikaans land voor een onduidelijk doel. Een mini-Quintana komt om de zoveel tijd kijken hoe het met zijn kinder-FARC gaat. Hij brengt een krant mee voor de buitenlandse gijzelaar (niet om te lezen, maar om omhoog te houden). 'Fraude in Japan.' Deze 'duro' setup zorgt een uur lang voor een intrigerend, gecontroleerd anarchisme. Rituelen worden gevechten, iniatiaties seksspelletjes. Met de entree van het vlees begint Monos op de Franse horror 'Grave' te lijken. Het is echter in de persoon van de 'doctora' (de POW) dat de film stabiliteit vindt, die echter ook ietwat voor de hand ligt, zonder ooit een einde te durven breien. Alles wat de doctora wil, is uit Herzogs jungleland ontsnappen. Het zou in de distopische stijl hebben gepast als wij, op welke manier dan ook, gedwongen werden haar te haten, in plaats van ons identificeren met deze Verschoppeling. Er zijn er meer zoals zij, zo blij zijn de kindsoldaten natuurlijk niet. Een laat WTF-moment laat de 'gummibaren' een cameo maken. De 'susswaren' lijken een metafoor voor normaliteit en huiselijkheid, maar de mismaakten worden eruit gegooid. 'Snij de tenen eraf.'

Geen opmerkingen: