woensdag 10 juni 2020

If Beale Street Could Talk

'Unbow your head sister.' Een verrassend gevaarlijke ervaring. De woede der Afro-Amerikanen begint thuis op de bank te wennen, te slijten. Erger nog, te ergeren. If Beale Street doet alles fout, behalve het ambachtelijke. Het is een mooi kleurpaletje geworden (zoals we thuis zeiden bij een goed bord warm eten). De cinematograaf kadert kundig en de soulslijpers-selectie klinkt top notch. De voorspelbaar binnengehengelde emoties willen echter niet meer overkomen. Wie de serie When They See Us te drammerig vond, kan beter wegblijven. Deze jeukt veel meer. Dat begint al met de voice-over, die nogal bestudeerd klinkt, en bovendien partijdig babbelt zonder zelf persoonlijk te worden. Wel weet de dame de gedachten van de witman. Nee, subtiel wordt de film nooit. In vibe nadert het Sirkiaanse soap-opera. Daar verschijnt de onvermijdelijke politie-agent, met zijn racisme, en The Man stopt The Black Man weer in de cel. I know, it happened (en happens). En ik weet, het is shit (om het opzichtige woordmotief zelf ook te gebruiken). Alleen ik werd murw gebeukt door al het geklaag en het cynisme. Dat kan nooit zo bedoeld zijn. Het scenario schuurt slechts in een enkele scene, richting einde. Dan wordt minderbeelde + minderbedeelde een hartverscheurende en huiveringwekkende synthese van doorgewerkte pijn. 'Do you think I came here to make you suffer?'

Geen opmerkingen: