dinsdag 2 juni 2020

Ash Is Purest White

'Ik interesseer me maar voor twee dingen. Dierendocu's en stijldansen.' Jia Zhang Ke, rapporteur van grotestadsland China, moet hebben gedacht 'laat ik het eens grootpublieks aanpakken'. En waar houden mensen meer van, dan van onmogelijke liefdes – breed uitgemeten? Het meest verrassend wordt die wending naar toegankelijkheid in de eerste fase. De regisseur leent wat van de neon broeierigheid van Wong Kar-Wai, wanneer hij een syndicaat boss en diens lief in een provinciestad volgt. De communistische oudjes worden achtergelaten, en ingeruild voor hyperkapitalisme. Dat is het grote schema dat Jia zijn dialectische werk laat doen. Soms met fraaie details, zoals dronken pa die de oude kameradendroom in as ziet opgaan. Of een rugzak als een bomvest tegen emoties. Jia's film geeft het gevoel de kijker meer over China te kunnen doen begrijpen dan alle krantenartikelen bij elkaar. Helemaal wanneer Jia zijn vertrouwde 'damfilm' terugvindt. Maar die wending terug naar wat was kan hij ook zelf niet echt meer maken. Zijn compendium van eerdere klasse is daarvoor toch teveel in een melodramatische liefdesvorm gegoten. De roekeloze soundtrackkeuzes werken soms tegen in sentimentaliteit, maar de allersentimenteelste absoluut niet. Dan wordt min/min plus, als een QR code. De snor en de schone. Knoertharde koppen. 'Je had op die straat moeten sterven.'

Geen opmerkingen: