donderdag 29 augustus 2019

Götter der Pest

'Ich muss einen Erfolg sehen von Ihnen.' Slag of sof, met Fassbinder weet je het nooit. De doorgekookte Vestdijk onder de filmmakers maakte begin jaren zeventig alvast een voorstudie naar Berlin Alexanderplatz. Een man verlaat de gevangenis, en noemt zichzelf spottend Biberkopf. De sociale cirkel van deze lijzig-lethargische held biedt Fassbinder de gelegenheid regulars op te laten draven. Een paar bad bubbas waar hij een crush op had. En Hannah Schygullah, uiteraard. Even lijkt de film een meta-feest te worden, met verwijzingen naar Lola Montes en Marlene Dietrich. 'In meinen Träumen bist du nur du.' Snel komt alles op zijn pootjes (pun) terecht. Kleine gangsters met veel te veel geluk in het spel, lullen Franz vaag. Niemand verlaat de gevangenis zonder te betalen. Theoretisch doet de film alles goed – ik ben dol op de de lege tijd tussen criminele activiteit – maar de praktische uitvoering blijft saai. Het lethargische werkt te aanstekelijk in al zijn onaanstekelijkheid. Tijdens een leuke scene draait het hoofdpersonage een singletje. Meer niet. Minutenlang mogen we meeluisteren naar een Drs. P.-achtige dierenparade die zal zijn ingelast om het doden van een rat te laten bezinken. Dat is nodig ook, want een hang naar hermetiek en haast, ze gaan gewoon niet samen. De kijker blijft vooral zelf een Tiefgekühlte Geflugel. 'Es war der Bruder.'  

Geen opmerkingen: