woensdag 14 augustus 2019

I Was Born, But...

'A funny looking kid's just moved in.' Veel van Ozu's films hebben de tand des tijds niet doorstaan. Wat!? Letterlijk bedoel ik, zijn 'stomme films' gingen verloren. I Was Born But... is de 'eerste overlevende', en wat voor een. Raak gepresenteerd als 'kinderboek voor volwassenen' heeft de jonge Ozu zijn niveau snel te pakken. Niet meteen, want het eerste uur laat hij zijn twintigershart spreken. De sterke Amerikaanse invloed voelt wonderlijk, maar werkt wel. Komedie op zijn Buster Keatons, met het ragtime-sfeertje van lawaaiige nickolodeons. Ik hoorde de oi's en okasa's bijna, terwijl een stel boefjes en broertjes de buurt verkent. Al snel arriveren ook de typische heart Japan-momenten. Een mannetje loopt met een bord op de rug rond. ('Geen eten geven!') Het verlangen naar 'good food' blijkt een motief (net als de bierfiets). Voor het niveau naar verveelde meligheid daalt, brengt Ozu het volwassen element de film binnen. De vrolijke armoede (rags-time zonder riches) groeit uit tot iets groters. Deze film gaat over klasse. Niet voor niets liep 'r al een rijkeluiszoontje rond. Bij hem thuis kijken de hoofdpersonages een film in film, een staaltje home cinema waarin hun pa zich voor gek zet. Het wordt een bijna bourdieuske ervaring van plaatsbesef. Niemand trekt zich uit het dal zonder moeite. De Nobelprijs-allure van Babbitt, en dat binnen een minuut. 'Good for the children too.'

Geen opmerkingen: