zondag 24 augustus 2008
The Front
Alleraardigst hoor, maar niet geslaagd als komedie en ook niet als drama. Het tijdperk McCarthy blijft te absurd voor woorden, zoals Woody ergens zegt "het is maar een senator". Woody aka Howard Princen, is gefascineerd door geld, jammer dat ie er altijd de mist mee ingaat. Dan vraagt een vriend die op "Hannessy's" zwarte lijst staat om een gunst. Vanaf dat moment levert hij zijn scripts in onder Howards naam. Dat levert de voorspelbare problemen op als een meisje dat verliefd op hem wordt dankzij zijn geweldige werk en de strubbelingen als er opt 't laatste moment "rewrites" nodig zijn. Voor de dramatische toon zorgt de in en in treurige Hecky Brown, Zero Mostel, die al vrolijk zingend in de put belandt. Hij heeft de fraaiste scènes, allebei in een hotel. Het einde is wat teleurstellend, als Princen dan eindelijk zelf voor de commissie moet verschijnen. Te weinig vuurwerk
Labels:
films uit de jaren '70,
Martin Ritt
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten