maandag 17 augustus 2009
Minnie and Moskowitz
Wat krijgen we nou? Gaat de eeuwige zwartkijker Cassavetes hier leuk en mensvriendelijk uit de hoek komen? Het lijkt er wel op in 't intro: vrolijk Woody Allen-jazzdeuntje en een koddige parkeerwacht met een bijzonder indrukwekkende snor. Maar als je goed kijkt zie je 't al, hij (Seymour Cassel) heeft ook iets gevaarlijks. Zo'n man die ontzettend grappig kan zijn en tegelijkertijd lichtgeraakt, gefrustreerd en overgevoelig. "De Snor" struint door de stad, beetje fokken en stoken en praten met andere frusti's. Dan "cut" de film plotseling naar museum-curator Gena Rowlands, zoals alle edits overduidelijk bewust bruusk. Het maakt de film nog wat scherper. Goed, Gena Rowlands dus, de echtgenote van Cassavetes, die 't in zijn films altijd maar lastig wordt gemaakt. (Ook niet aardig van 'm) Ze wordt meteen in elkaar gemept. Tuurlijk moeten parkeerwacht en deze nette dame elkaar ontmoeten. Hoe dat gaat moet ik hier niet voor gaan kauwen, maar het is helemaal in lijn met 't voorgaande. Zo wordt de film steeds maffer, de parkeerwachter een steeds grotere eikel en wordt er steeds meer machteloos geschreeuwd. Zitten we inmiddels dus toch weer helemaal op Cassavetes normale terrein, tot aan een absurd en tragikomisch etentje, dat het bizarre einde inluidt. Als 't een komedie moet wezen zeg ik mislukt, maar als botsing van klassen-stadsfilm is ie geslaagd.
Labels:
films uit de jaren '70,
John Cassavetes
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten