dinsdag 11 augustus 2009
Bound for Glory
Leek in 't begin op weg naar een superfilm, maar zakt dan weg naar een (nog altijd zeer fijne) biopic. De opening is magisch. Woody Guthrie leeft in een stoffig dorpje, hangt doelloos rond, pingelt wat op gitaar, functioneert als een soort waarzegger en geneest mensen als ware hij een Christusfiguur. Op dat moment had ik ook nog niet door dat 't echt over dé Woody Guthrie moest gaan. Het leek eerder I'm Not There met een verzonnen mythe rond zijn "persona". Het is de tijd van de Depressie dus vertrekt Guthrie, overigens gespeeld door, jawel, David Carradine, naar Californië. Dat betekent rijden en knokken in boxcars en de sfeer van Steinbeck's Grapes of Wrath, begeleid door een zoet Cavatina-pingeltje op de soundtrack. Guthrie belandt in een armoedig tentenkamp, waar hij de geest ziet door een vakbondsman. Hier, zo ongeveer na driekwartier, begint voor mij de gewone biopic, met struggles op alle vlakken, terwijl Guthrie voor de goede zaak vecht. De man wordt steeds irritanter, zijn sullige goeiigheid uit 't begin is verruild voor betweterige koppigheid (ook al heeft ie natuurlijk 't gelijk aan zijn zijde) De film verwijst niet expliciet naar zijn latere ziekte, alhoewel dat wel een verklaring zou kunnen zijn voor zijn agressie en grilligheid. Recap: het eerste stuk emotioneert, daarna kabbelt 't degelijk. Het eerste is echter meer dan genoeg voor een 'niet te missen'-stempel.
Labels:
films uit de jaren '70,
Hal Ashby
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten