zaterdag 6 augustus 2016
Come Back, Little Sheba
'Some things should never grow old.' Weinig decennia voelen zo lang geleden als de fifties. Wat een merkwaardige periode. Een vreemde, beklemmende verstarring. De woorden 'sluts' en 'sex' kunnen al in de mond worden genomen, maar brengen geen leven in de bedompte boel. Nooit verveelden huisvrouwen zich erger, zo vlak voor de revoluties van de sixties. Dit soort bespiegelingen mag je wellicht ook aan regisseur Daniel Mann wijten. Een ouderwetse man die iets moderns probeerde te maken... Zijn debuut Come Back, Little Sheba begint nog aardig. Een nogal pronte studente komt een kamer huren. Tieten vooruit. A college girl gone wild. In het huis hangen echter vele mentale spinnenwebben. Een kapot huwelijk vol trauma's. Het zou een mooie kans kunnen zijn voor een sappige 'out of the past'-noir. Helaas. De kamerverhuurster (Shirley Booth) blijft maar zeuren en babbelen over 'daddy'. En dat blijkt doodleuk haar eigen man. Het zegt alles over hun verhouding. De kolossale Burt Lancaster heeft een leven verknald. Of twee, eigenlijk. Zijn eigen en dat van zijn simpele vrouw. De fles was alles wat hem restte. En zelfs daar is hij dankzij de AA vanaf. Wat nu? De studente triggert geen seksuele verlangens – ondanks gewaagde intermezzi – maar enkel treurigstemmende nostalgie. Grootse en langzame gebaren, weinig inhoud. 'Ain't that strange?' 'Dreams are funny.'
Labels:
Daniel Mann,
films uit de jaren '50
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten