woensdag 10 augustus 2016
National Velvet
'What's the meaning of goodness, if there isn't a little badness to
overcome?' Verrassend leuke paardenfilm. Jawel, paarden. 'I hate them.'
Ik wel. De piepjonge Elizabeth Taylor verkeert in haar Penny-fase. Met
beugelbitje in. Zelfs in bed ligt ze vervuld van erotisch-religieuze
vervoering te rijden. Ik verzin het niet. De film bevat sowieso genoeg
familie-malligheden. Nagels van het enige jongetje worden gelakt. Billen
krijgen tikjes. Ook de ouders plagen wat af. 'Hysterics. Past his
bedtime!' Zo wordt het net een liedjesloze Henry Orient of Meet Me in
St. Louis. Als bonus krijgen we wel de wijsheid van de moeder erbij. Zij
beschouwt als een TS Eliot over dromen en kansen. 'There's a right time for
everything.' Zwerversjongen Mickey Rourke komt op een dag aanlopen, en
intensiveert met zijn kennersoog de paardenliefde van kleine Taylor. Met
zijn haast onafscheidelijke pet en bolle toet, lijkt Rourke net een
Kameleon-held. En zo'n soort verhaal is dit ook gewoon. Een echte
kinderfantasie. Elke dagdroom komt tot leven. (Net zoals ieder jongetje fantaseert dat ie 'als twaalfjarige het EK beslist.') De idiote
finale – inclusief jockey met Peter Sagan-accent – trekt naar Londen voor de
Grand National. Het melancholische verleden van Rourke blijft zo ondanks
de hints onbesproken. Net als dat van moeder en zíjn pa. Ach... Niet
kniesoren maar hinniken van plezier.
Labels:
Clarence Brown,
films uit de jaren '40
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten