donderdag 25 augustus 2016
Rocco e i Suoi Fratelli
'We
worden uit ons huis gezet.' 'Eindelijk!' Een Zuid-Italiaanse
dorpsfamilie verhuist naar het verre Noorden. Wat een lichtjes. Wat een
treinstation! Ze pikken snel genoeg op hoe het (niet) werkt.
Sneeuwruimend voor een paar centjes, dik ingepakt tegen de kou. Met wat
geluk wordt je uit je appartementje gesmeten, zodat je in één van die
Milanese blokkendozen unt gaan zitten. Daar vraagt niemand de huur, en
rest slechts de ontwortelde uitzichtloosheid. Dit chique armoe-epos van
Visconti had een raar effect op me. Werkelijk alles voelde bekend. Bevat
elke Italiaanse film soms een stukje boksen, en daarna een scene waarin
een jongen uit dienst terugkeert? Of had ik toch... Hoe het ook zij,
uitgestreken buitenstaander Alain Delon máákt de film als de meest
fijnzinnige van vijf broers. Hij leeft zonder passie, totdat hij het 'de
putana' (Annie Girardot) van zijn broer 'overneemt'. Nu deelt hij echt iets.
Iets moderns treurigs. 'Voor preken ga ik wel naar de kerk.' In een
hartverscheurende scene glinstert er minutenlang een traan in de ooghoek
van het meisje. Pas als ze haar zonnebril op zet, valt ie. Perfect
pijnlijke timing. Even later keert Delon in zijn soldatenkloffie terug
bij mama. Zij toont hem vol enthousiasme aan de flat. Het is het laatste
momentje van geluk, voor de oerschreeuw van de finale begint,
afgesloten met een trillerig lied over thuis. Mio paese.
Labels:
films uit de jaren '60,
Luchino Visconti
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten