zaterdag 6 augustus 2016
The Stars Look Down
'All around us there is darkness, but the light of the world is here,
even here...' Arme schapen in de mijnen. De intrinsiek bijbelse én
politieke locatie laat sterren schitteren. In de donkere krochten
sluimert de crisis altijd. De uitbuiting. Carol Reed daalt af en maakt
er zijn eigen Germinal. Misschien moeten ze elke grote kunstenaar maar
verplicht stellen een werk aan de plek te wijden. In een Noord-Engels
dorpje ging alles zijn bedompte gangetje, maar nu is één van de
mijnerszonen hard aan de avondstudie bezig. Hij krijgt ideeën. Zijn
moeder vindt 't maar niks. Haar pa en haar grootvader propten hun hoofd
toch ook niet vol met moeilijke woorden als 'A pabulum of his
self-aggrandisement'? Haar gemopper wordt gedeeld door de meeste vrouwen
in de film. Conservatieve zeurkousen zijn het. Een opmerkelijk
schrijnend vrouwbeeld. Het stekelige middengedeelte maakt er gretig
gebruik van. Zoon verhuist naar de 'grote stad', waar hij wordt
gepiepeld door zijn golddigger-echtgenote. Even wordt het mijnenveld een
kitchen sink drama. Een galant register-verandering. Iets waaraan je de
klasse van Carol Reed herkent. Net zoals in het korte
profvoetbaldroom-intermezzo! Dan al. Voor vijf quid a week by Tyncastle United.
Het slot keert natuurlijk terug naar de buik van moeder Aarde. Terug in
de schoot van het onveranderlijke. Never Never Men.
Labels:
Carol Reed,
films uit de jaren '40
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten