zaterdag 2 augustus 2008

I Am Legend

Bittere tegenvaller. In de opening blijkt er een geneesmiddel tegen kanker te zijn gevonden, waarna het medicijn zich natuurlijk prompt tegen de mensheid keert. Dat zorgt meteen voor ergernis. Moeten we soms subconsciëntieus denken dat het helemaal niet de bedoeling is van onze lieve God dat we medicijnen zoeken? Will Smith rijdt in een veel te dure blitsauto door New York. De auto lijkt nauwelijks de weg te raken. De hond naast 'm ziet er nep uit, de achtergrond ziet er nep uit en de reeën waarop hij blijkt te jagen zijn helemaal geïmporteerd uit een tweedehands computerspelletje. Wat een bagger. Daaroverheen blijkt dat ook in een al drie jaar verlaten New York de elektriciteit en kraan prima te werken. Kortom, de man leidt eigenlijk een luizenleventje. Lang is onduidelijk wat ie nou moet vrezen. Ok, de zombies, slachtoffers van de epidemie, maar die komt hij alleen tegen als hij zelf risico's neemt. Film weet 't dan even niet meer en tovert een ander mens tevoorschijn. (Die kennelijk ook zonder problemen door de States kan rijden) Het gaat ineens allemaal razendsnel en met wat plots opduikend bruut martelarengeweld is alles voorbij. Als je net The Road van Cormac McCarthy hebt gelezen wil dit post-inferno visioen maar niet beklemmend worden.

Geen opmerkingen: